
in de oude geen zyn) blyven open, en
allen, die ’t groot beeid daar in komen
bezoeken, brengen hun gefchcnk mede
yder na zyn vermögen, al was het maar
een bloem*
Hct Het Feeft Sapan Djaimo Sedjenon heeft
Fccft,Sa-raede een byzonder beeid, waar na toe
mo Sed-^e Keizcr zieh op zekeren dag met zy-
jenon.', nen zegen-wagen voeren laat, op dezel-
ve wyze gelyk wy van ’t eerlte Feelt
gözegt hebben j dog h y , zyne Keizerin,
en Vorilelyke kinderem, zyn dan anders
gekleed.
Hct Het Feeft Sapan Daiche werd in de
FeelbSa-OUcle ftad gehouden, en is een Feeft des
ehe. a1' waters. De plaats , daar het gefchied,
is heerlyk verguld, en de Keizer en Kei-
zerinne begeven zieh derwaards op hun-
nen heerlyken wagen. Nadat zy ter voornoemde plaatsgeko-
men zyn, treden zy , nevens hunne zoo-
nenaf, gaan in die vergulde plaats, en
beiprengen zieh met RoozenWater.
BuiEen die plaats ziet meti de Krygs-
.overften en de Höofden derSoldaaten op
een groot plein, ieder met een Rooze-
water-vat in de hand, daar zy malkande-
ren zeer nat mede maken. Terwyl nu ieder
zoo nat daar ftond, plagt de vorige
Keizer een zeer grooten Olifant op hen
lös te laten, die dan zekerlyk eenige
menfehen dood trapte , waar over die
Vorft eens hertelyk lachte * terwyl ’er
de omftandersomfchreiden. ln dezen tyd
kan niemant door de oüde o f nieuwe ftad
gaan, die niet rykelyk met water bego-
teri werd.
HetFeeft Z y hebben nog een Feeft, Sapan Do-
Sap*“ non genaamd. Op ’t zelve laat zieh de
onon. j^ejzer ^ en 2yne zoonen, ieder in een
byzonder heerlyk verguld fchipnadeftad
Meccao o f Maca, in *t gezelfchap van
veel Hovelingen en Edelen, voeren,
waar door men dan daar wel 100 iche-
pen by een ziet.
T e r plaatze , daar zy wezen moeften,
gekomen zynde, gaan zy te land in een
heerlyk Paleis ontrent de poort , het welk
van buiten en van binnen zeer fraei verguld
, en rondom van zeer vermakelyke
thuinen voorzien is.
Uit dit Paleis gaan zy in een ander
buiten de ftad, al waar de Keizerin uy t een
venfter befehouwd, hoe hare Hovelin-
Pryzen, g en om den prys in ’t vaaren met malkan-
die men deren ftryden. Die dan eerft van hen
daaruyt-aan »§ Keizers Paleis aankomt, heeft niet
alleen den prys, maar krygt ook een verguld
beeid, dat tot dien einde daar op
gerecht ftaat. De naafte aan hem krygt
een zilver beeid} daar in tegendecl alle
, die agterblyven, van de vrouwen
befpot, en uitgelachen werden, om ’t
welke te ontgaan, dan ieder zyn beft doet.
In ieder fchip zyn maar twee roejers ,
en dit Feelt duura een geheele maand 5
en werd over den andren dag gehouden.
Behalven deze zyn ’er meer andre j
maar dit zyn wel de voornaamfte Feeften.
De Keizer is 00k gewoon zeven ver- Andre
gulde Wagens te laten maken, en op ie-Heylige
der van de zelve een grooten vergulden
Afgod te Hellen, die door wel 300 man- xers>
nen voortgetrokken werd, aan welken
de Vorft, nadat zy ter plaatze gekomen
zyn, daar hy die wel zien kan, aalmoes-
fen uitdeeld, en aan ieder voor zyne
moeite iets fchenkt.
Veelen gaan dan 00k door de ftad met
een groot net vol bloemen, om van dezen
en genen een aalmoes te bidden. Andren
gaan henen, om de Lyken derHoe
Priefters jaarlyks eens met water te ba- wy-wa- ‘
den, welk water zy naderhand voor Hei-ter ma~
lighouden, en met grooten aandacht , enken*
geen minder yver drinken. v 1
Men vind ’er in Pegu, die zieh ter
eere van hunnen Afgod Apalita met ter eere
mellen fnyden en kerven , en dus hun der Afbloed
aan hem opofferen. o°offb-
Op de viertyd van hunnc^Corcovitaren>
öfteren zieh altyd dezen o f genen, om
Voor Martelaars, en Heiligen geagt te
zyn. Wanneer nu de Afgod aankomt,
vertoonen ’er zieh altyd 2 a 3 in
lange aibh-graeuwe rokken aan ’t volk,
gereed, om zieh voor der zelver behou-
denis op te öfteren, gelyk zy zieh door
dezen wagen 00k laten verpletteren,
waar foe de Priefters eenige dagen aan den
andren zckere Perfoonen meften, die zieh
daar toe overgegeven hebben.
Z y voeden op zekere plaatzen van *t
R y k , ook eenige joqge dogters, op hare
groote Corcovita’s op, die door vaften,
gebeden, en andre H. Oefleningen ge-
wyd z yn , en dan tot de plegtlykeoffer-
handen,- die zy jaarlyks doen , bewaard
werden. Alle jaar offerd men ’er een aan
hären Afgod, en zy werd moeder-naakt
van een Priefter in tegenwoordigheid van
haar vader en moeder geworgd, de welke
haar dan nevens andre'magen kort voor
haar dood komen bezoeken, en als voor
Heilig houden, aanbidden, en verzoe-
ken, dat zy doch hunner, a ls z y b yG o d
komen, wil gedenken.
De Priefters klooven daar na ’t ly f met
een feherpen fteen, rukken ’t hart ’cf uy t,
werpen het den Afgod in *t aangezicht,
en verbranden het, gelyk00k het vordre
van ?t lichaam, mengende deffelfs affche
met water, endaar mede dan den Afgod
beiprengende; ' „
In hunne Tempelen hebben zy een on-men4”“e
geloofelyke menigte van zeer groote en^^me
kleene byzonder fterk vergulde beeiden ,Afgoden.
, na de menigte en ’t heir der Afgoden,
wel-
Wat
naam zy
de helge-
ven.
Hunne
Priefters
befchreven.
welke zy eeren, onder welke de God der tegen de hitte der zonnej dog ’s winters
zonne-veesjens geenzins de minfte is. een andre tegen den regen...
• , hoemen ae hei het duifter hol van Zy leven zeerkuis, envoorbecldelyk.,^ul^uJrt'*
t'huis des rooks, al waar de Priefters ftel- en wanneer zy dterven , werd met hun '
len, dat een afgryfelyke flang is, die de lichaam veel dagen Feeft gehouden, leg-
zielen inzwelgd, waar uyt zy door een ¡gende dat op een groote Borri, terwyl
van hunne Goden moeten verloft werden, i veel andre Talapois^r rondom ftaan en
Hunne,. Priefters werden Talapois g e - 1 Feeft ’er over houden. Eindelyk dragen
naamd, die met een kannetje aan den 'zy ’t lyk na de plaats, daar ’t- verbrand
Gordel gemeenelyk hunnen koft gaan b e-|zal werden j alwaar zy dan een vyer
delen , hoewel zy dat dan overvloedig1 van Benzoin, Sandal-hout} Paradys-houtj
krygen, alzoo men hun voor heilige;en en andre welriekendc houten, maken ,
aandagtige mannen houd , die ook ge-1 leggen’er dat o p , verbranden ’t zoo,
woon zyn openbare aanfpraken wegens | llroyen de afch op ’t water, en begra- '
hunne wetten en inzettingen alle roaan- ven zyn gebeente dicht byzyn wooning.
dag tot het volk te doen. T e dier tyd | Als de Keizer van Pegu iterft, latenEndic
ftaan zy ’s morgens vroeg op, gaan met • zy twee pragtige fchepen met een ver-van den
blikke bekkens door de ftad, en wekken! guld dckzel tot beide die vaartuigenKeizcr«
’t volk o p, ten einde zy tydig huneeten i toebereiden , en onder dat dekzel een
bereide'n, en dan tot hun gehoor komen I hooge vergulde tafel oprichten , daar
zouden. Daar na vangen zy aan te zin- zy ’ c dood lichaam van de Vorft op-
gen, en geven daar na ’t volk verlof om leggen, waar onder zy een vyer van
te mögen vertrekkfn. Den inhoud van Benzoin , Sandal-hout , Paradys-hout>t
hunne aanipraak ismeeft, dat’t volk niet en andre welriekende dingen, maken,
dooden, fteelen, niemandberooven,geen en laten die fchepen dan met den ftroom
ontugt o f hoerery bedryven, maar aan henen dry ven. Z y voegen by de zelve
ieder een recht doen moet. Ook ftellen | eenige Talapois, die dan zingen en
zy vaft, dat God de deugd in allen, van
wat Gods-dienft ook zy zyn mögen ,
beloond. ö
Z y wederftreven den dienft der Chrifte-
nen zoo veel niet, als andre Priefters,
cnfcyn vriendelyken goedhertig, vooral
tegen Reizigers.
Z y dragen kleedercn, als de Barman-
ders (zynae lieden, die voorgeven van Ko-
nink lyken bloede te zyn) dog zy zyn zeer
wel te onderfcheiden aan hunne geele
kleedjens, hoewel ’er ook zyn, die lange
donker-roode rokken tot op hun hie-
leri dragen. Ook zyn zy vry van alle
laften, woonen meeft in de BoiTchen op
hoog verhevene plaatzen, om tegen de
tygers zcker te zyn.
Z y eeten maar eensdaags; gaan bloots
voets, en bloots hoofds, zyngladgefcho-
ren, zoo op ’t hoofd, en aan denbaard,
als elders op hun lichaam,* mögendener-
gens hair hebben.
Z y hebben ledere Gordels, vier vin-
gers breed, dragen ook een mantelken
op de fchouders, dat zieh in ’t vierkant
tot onder de körte ribben ftrekt. Zy
dragen ook eenhoed, met donker-roode
klare Boomwol o f Cattoen bedekt
vreugde bedryven, tot dat het lyk .tot
aflehe verbrand is.
Deze affche maken zy met melk tot
een deeg , voeren dat tot in de mond
van de haven tot Zierjang, en werpen
het aldaar in ’t water, zoo als het be-
gind te vallen j maar ’t gebeente voeren
zy na een anderen Afgod dicht by een
vergulde Kapel, die na een ronden hoo-
gen Toren gelykt > en Dagon genaamd
werd, alwaar zy dan een nieuwe Kapel
bouwen, byna als de. vorige, begraven
’c gebeente aldaar, keeren dan weder
na ’t Paleis, en verheffen ’s Keizers
oudften zoon op zyn ’s vaders Throon.
Wy zouden nog veel andere zaaken
van de gewoontens, plegtlykheden, en
Zeden dezer Peguaanen können verhaa-
len } dog wy meinen dat dit voor den
nieuwsgierigen Lezer genoeg zyn z a l,
om hem een denk-beeid van dit volk
te geven, behalven dat wy ’t oordee-
jen genoeg gezegt te zyn van een land,
daar wy wel een L o g ic , maar geen ei-
gendom ter wereld hadden, en nietver-
der, dan maar als Koop-lieden, konden
aangemerkt werden 5 weshalven wy hier
van affchciden.
S z Vatf
I
1