
6 i B Y Z O N D E R
Ter plaatsnu, daarmendelaatftemaal
over gaat, ftaan gemeenclyk veel Nori-
mons, (of Japanfche draagftoclen) met
cenige aanzienelyke cn fchoone Juffers,
om de äldaar voorbygaande Holländers te
bezichtigen.
De ge- Van hier a f beginnen de menfehen
daanteder merkelyk van gedaante te veränderen, en
menfeben vry leeiyker, als ook veel dik-koppiger,
älhieran- en pjatCer van neus, te werden.
eldcrsT* Door ’t geheel Land van Fifieny en
een ftuk weegs in Tfukifen * heeft men
een geheel ander flag van volk, voorna-
En melyk onder de Vrouwen, dan welinde
vraarom. verdere Noordelyke plaatfen j en *t is te
gelooven* dat de Europiaanen, zoo de
Holländers en Engelfchen, als de Por-
tugeefen, toen zy noch de vryheid had-
den, om wanneer, en waar ’t hen be-
liefde, tegaan, zeer veel tot de verbe-
tering dezer Japanders in dit gewefttoe-
gebracht, en zeer veel loopende gedenk-
teekenen van hun aanwezen alhier nagie-
laten, gelyk die zieh met ’er tyd ook al
verder hier voortgezet hebben. Ook heb-
ben zy zieh wel het meeft ontrent de
Landen van Fifien, en Tfukifdn, ‘ont-
houden.
Wanneer men nu al verder längs de
Rievier Sakain voortzeild, laat men de
heerlykheit N ongatou, even over de Rievier
* aan de linkerhand leggen* en dan
komt men, na een reize van f mylen*
in Coanofli (of Quinofli) daar men ge-
woon is het middagmaal te houden. Hier
heeft inen zeer veel bergen leggen, die
Smids-koolengeven, en die ook, omde
ichaarsheit van hout alhier, doorgaans
gebrand werden.
’s Namiddags gaat men, na dat de
Paarden verwifleld zyn, 3 mylen verre
over een ongelyken w e g , waar na men
in het Zee-vlekjen Krofacki komt, daar
ons gemeenelyk andre Paarden befteld
werden.
Daar na reift men noch 3 mylen over
een zeer öngemakkelyken weg voort,
waar na men üit het LandfchapTiukifen
in ’t Landfchap Boyfin, en al verder m
de vermaarde Zee-ftad Cocora, komt, al-
waar men niet alleen gewoon is te Ver-
nachten 5 maar ook goed weer a f te
wachten, om na de overzyde te vaa-
ren.
Gemelde Stad Cocora legt ongemeen
vermakelyk längs het ftrand uitgeftrekt,
zynde met een deftig Kafteel na haare
Lands-wyze verfterkt. Het isdeNoor-
delykfte Frontier-plaats van het Eiland
Saykok, welkers rechten naambydeja-
panders Coü Sion is.
'tEiland Eiland heeft, in den omtrek Van
Saykoks. *4^ duitfehe mylen, 9 Lahdfchappen,
waar nahet den naam ook van Cocufton
draagd*
Deze Landfehappen zy n Fifien,Tffc
kifen, Boyfiö, Bongö , Zatfuma , AI^
fumi, Fioögo, (waar af de 3 laatfte onder
den Heer vän 1Zatfuma?s gebied -tot
noch tde ftaan',) Fingö, en Tfickingo ,
van alle de welke Fifien het gröotfte is ,
en in welkers omtrek de Steden en Eilanden
Nangafäcki* AmaXa, Cimabar-
ra , Krats, Omera, Firando* Gotto-,
enz. gelegen zyfi.
De Heer van Zatfuma‘, die Van otjdS Landen,
her altyd een Koning op zieh zelven ge- onderden
weeft, en noch is* heeft het gezagover
de Landfehappen Zatiuma, Alfumi, en
Fiongo, mitsgaders ook overdeLequios
Eilanden', voor zoo verre die fchatting
aan Japan betaalen. Geen Vorft onder Enwat
alle de Landsheeren h'eeft zulke dappere daarai
en wel geoeffende Soldaaten , als de -v L
zc. In des zelfs Landiin Valt ook
veel Camfer, Gorid en Köper, waar a f
het gebergte aldaar vol mynen , maar
waar a f de geheele behandeling, en roe-
ring, aan den Keizer alleen ftaat, alzoo
niemand,buiten des zelfs uitdrükkelykch
laft, den grond roeten dürft.
Van Nangaiacki tot Cocora (wanneer Goedeor-
w y , o f andre Voorhaamc Heeren daardreopdc
door reizen) i s ’er op deze körte Land- ^
weg (zoo men die gemeenelyk noemd) er’
door voorzorge der Landsheeren Zülke
goede ordre gefteld , dat men nergens
behoefd te wagten j want al voor önze
komft ftaät ’er* om de 2 a 3 mylen,ge-
duurig verfch V olk, Paarden, N orimons,
en wat dies meer is* gereed, om mal-
kanderen, zonder ftil te ftaan, als men
voortreizen wil , te vervangenj en ten
einde men des te zekerder voortkomen
zo u , werd ons doorgaans van Paarden,
V o lk , enz. nog eens zoo veel, als
wy eiflehen * t'er ördre van den Landsheer
alhier , daar by verzorgd. Ookgaan
’er 2 Banjoozen voor, en eenige achter
onzen trein, zoo verre als ieders Land
ftrekt. De voorfte diend, om alleRei-
zigers (van hunne eigene ingezetenen) van
den weg te doen wyken , tot dat wy
voor by getrokken zyn, en ook oha ordre
te ftellen, dat de wegen bevorens
geveegd* en fchoon gemaakt werden.
De achterfte dienen, om wel toe te
zien, dat, zoo iemand door gebrek van
volk, door ’t breken der draag-zetels,of
waar door ’t ook wezenmogt, in eenige
ongelegenheit raakt, dezeive ten eerften
weder klaar geholpen * en van ’t noodigc
voorzien werde.
Deze lieden gaan Weg, gelyk zy körnen,
dat is, zonder zieh metvoordacHt
eens te vertoonen, ten zy dat eenige nood-
Zakelykheit hen daar toe perft y en ¿i t
doen zy wel uitdrukkelyk, op dat men
hen daar voor niet bedanken, o f eenige
bclcefdheit bewyzen zou.
Van
Van Cocora nu (daar men eene nacht
ruft) vaart men (indien weer en wind het
toelaat) met 2 Cobaya (zynde vragt-bar-
ken) uit een Rieviertjenabuiten,enmen
fteekt na de overzyde over, alwaarmen,
na 3 Japanfche mylen afgelegtte hebben,
in ’t vlekjen Seminofeki komt.
V a n ’t hoofd van Cocora , ofevenbui-
ten dat Rieviertje gekomen zynde,
houd men al de rechterhand om * na de
engte, tuflehen ’t Eiland Finoflima ter
linkerhand, cn ’t Land van Cocora, dat
ons ter rechterhand noch lang by blyft.
Aan de laatftgemelde zyde heeft men
in de eerfte bogt het Dorpje Dayri, vqe-
rende dezen naam, om dat ten tyde * toen
de Dayro’s noch ’t Oppergebied over
ganich Japan hadden, en wanneer’t hier
door de inlandfche beroerte, en oorlo-
gen, zoo gefchapen ftond, dat het Hof
in Miaco overvallen, endeDayro, met
zyn voomaamften aanhang genoodzaakt
wierd zieh door de vlugt te redden, een
van de 12 Vrouwen van den Dayro van
een jongen Dayro in ’t kraambea beval-
len was, terwyl de Vorft hier elendig
om hals raakte.
Zyn Minnemocder (die gemeenelyk
een Vrouw van zeer Veel aanzien is, cn
uit 80 van de Edelfte Vrouwen gekoren
werd) hopende ’t gevaar te ontkomen,
nam met dezen jongen V orft , zoo heime-
ly k , als ’t haar mogelyk was, de, vlugt
uit het Hof van Miaco, en geraakte in
zeer körten tyd aan het voomoemd Dorp*
doch de vyanden , van hare vlugt kennis
gekregen hebbende, en haar te kort op
de hielen gevolgd zynde, bragten haar
in zulken engte, dat zy buiten alle te-
genipraak in haare handen zou gevallen
zyn, ten waare dat z y , met eenonbe-
denkelyke kloekmoedigheit met dien
Prins in- haare armen uit haar vaartuigin
*t Water fpringendc, zieh zelven en dat
Vorftelyk Kifid verdronken had, agten-
de het veel roemrugtiger en Zekerder
voor haar, en voor dien Prins, omgroot-
moedig dus in ’t gezicht van haare vyanden
te fterven, dan wel om van hen, o f
gevangen, o f op een fmadelyke wyze
mishandeld te werden.
Een weinig verder legt een klip * meeft
aan de zelve zyde, met de kop onder water,
die, om de feile ftroom , zoo ’er
geen baken op ftond, van onbedrevene
lieden niet zonder ’t uiterfte gevaar zou
können voor by gevaaren werden. De
zelve werd Joftbe genaamd.
Wanneer de beroemde Keizer Tayko
afzakte, om de weftelyke Landen in die
ftand, waar in zy nu noch zyn * onder
zyne gehoorzaamheit te brengen ,
had de Schipper, die hem hier na toe
vaerde, ’t ongeluk van hem tegén deze
klip aan te liieren, enheminhetiiiterfte
gevaar van zyii leven te bfengiiin^ Waar
door deze Schipper, öm een erger llraf
te ontgaan* zieh zelven aanftonds maar
hartvogtig den buik op zyn Japans (*t
geen daar zeer gemeen is) opiheed.
Als men Wat verder komt j ofttvalt
zieh ’t Land aan de rechterhand eerft;
Ooft , en daar na Noordwaards aan*
makende aan die kant een fraaije Baay *
die zieh als een halve kring ^ o f als een
halve maan, vertoond.
In ’t midden , o f wel meer terllinker^
hand, legt een kleen Eilandje, alwaar
het ten Noord-weilen meeft heel diep en
ook klippig is, zieh zelven aan die kant
tot tegen de Ooft-zyde van ’t Eiland F inoflima,
dat hier de Baay na de Well-
kant aan Zeefluit, ukftrekkende.
Recht in ’t Noorden legt het vlekjeh
Seminofeki, en even beweften het zelve
’t Dorp Iflicki. Andre noCmen dit ook
< wel Simonofeki.
| Hier is devergader-plaats, daarallede
| vaartuigen van Ofacca dagelyks by hon-
j derden af en aan vaaren, behalven datiii
deze Baay ook zoo wel Zwaare fchepen,als
kleene vaartuigen, ten anker komen,
en zich, by onweder, bergen können.
Het evengemeldevlek legt langen fmal ’tVlek
längs den oever aan de voetVaneenberg- Semind- •
¿gtig Land, op de Noorder breedtevanfcki*
34 graaden.
De Ingezetenen van dien zyn meeft
Boeren, Viflchers , en Vettewariers j
behalven dat ’er ook veel Japanfche inkt-
kokers, en andre zeldzaamhedcn van
flint-en ferpentyn-ftpen, gemaakt wer*
den.
Hetgroot vaartuig * ’t welk (gelyk
bevorens gezegt is) voor a f gaat, en de
komft van ’t Opperhoofü, en zyn ge-
volg, hier blyft afwagten, werd met de
zelve, benevensden geheelenJapanfchen
trein, en hunne bagagie, bevragt, en
ieder weet * waar hy zyne befcheidcn
plaats vinden kan.
Men is genoodzaakt hier zoo lang te
vertoeven, tot dat de Weften-wind zonder
regen vaft ftaat* en doör-waaid :
want anders züllen geen Japanfche Zee-
verftandigen hier van daan t’zeil gaan,
om dat dit eerfte ook het gröotfte rak
is, dat men zonder bequaameankerplaats
over vaaren moet.
D it Seminofeki legt 3 y Japanfche (of
ontrent 14 Hollandfche) mylenvanCam-
menofeki.
Aan de Noorder wal zyn wel cenige
Hävens, alsMoeko, enHoedanits, maar
alzoo de wind niet altyd diend, om ’er
in te können loopen, en vermits de Japanfche
vaärtuigen ganich niet wel gemaakt
zyn , om Zee te könnenbouwen,
o f om eenig geweld te können uitftaan,
is het maar redelyk, dat zy deeze
.vaart