
a. Hy 2on£j eenen der zelven aan den Heer
Hoe
Hecht
zynen
Gezant
hiervoer.
De La Haye , piet antwoord te rüg,
waar op die Heer nog een Gezant,
diet 6 andre Franfchen na boven zondj
die daar tot bet vertrek der Vloot , ,die
ondertuffchert van den Keizer rykelyk
van alles verzorgd *wierden , zoüden.
blyven.
Hy ftond Hem niet allèentoe;òmeen
Sphans in die Baey te bouwen , maar
hielp hen die bok voltrekken, en daar
L. na met hem zyn volk tot bezetting, der
zelve te leenen; dog alzo alles , dat de
Vorft beftelde , voor zo grooten Vloot
öiet kon toereiken , was die Onderko-
ning genoodzaakt na Choromandel te
vertrekken ; dog liet den Keizer door
Zynen Gefant verzekeren , dat hy in ’t
körte vvederkeeren zou , latende eenige
van de zynen in die Schans. D o g ’t we-
derkomen wierd hem door den dapperen
Heer van Goens belet, gelyk wy onder
de Stoffe van Choromandel reedégezien
hebben.
Wat nd verder dezen laatften f ranzen
Gefant j en zyn Intrcede in Candi, en
verder na Dietlicke, betreft, hy was uyt-
drukkelyk dpor denKoning vanVrank-
ryk aan den Keizer van Ceylon gezon-
den. Zyn Naam was Monff. Laifne de
N anclars dé Lanerolle , een zeer groot
en aanzienelyk Edelman , dog van den
hervormden Gbdsdiénft, en daarom van
den Koning niet zeer bemind. Dit blykt
my uyt. een Brief door hem zelf aan D.
Cat geichreven, en ook e e n in ’tL a -
ty n , welken ik onder my hebbe 5 dog
öm dat het Werk te groot wierd ; ’er
uyt heb moeten laten. Deze Gefant
nu dede zyn Intrede te Peerd, ’t geen,
als ftrydende tegen de Gewoonte dezes
Lands, hem van de Hovelingen fterk
afgeraden wierd, die hem aanmaanden,
dog te voet te gaan, alzo zulk een wy-
ze van Intreede hier niet alleen onge-
woon j maar ook volflagen ongeoorloft,
was} maar hy,zulks niet agtende,reed
tot voor dePoprt van het Paleys.
Dit verdroot Raja Singa heel zeer;
dog hy liet het voor dien tyd niet bly-
k cq , fchpon, de Gefant nog tot,voor het
aangewezen huys , daar hy zyn verblyf
hebben zoude, reed, alwaar hy met de
genen, die hy by zig had, zeer welont-
haald, en driemaa.1 daags van alles uy t ’s
Vorften Paleys verzorgd wierd.
Hy wierd eenigen tyd daar na ter Ge-,
hoor geroepen, en met groöte prägt ’s
nagts van veel Qrooten na ’t H o f geleid,.
zynde dit de ty4 , .die de Vorft tot het
geven van Genoor uytkieft, dog moeft
daar ontrent 2 uuren wagten , ’t welk,
hem als een onlydclyken hoon voorkomende
, hem bewoog, om zig aan te ^
ftellen, o f hy aanftonds weer van daar
wilde vertrekken.
Eenige Grooten ^ dit ziendej wilden
hem dit dbor eenige Olifanten , die zy
ontrent deHofpoortplaatilen,belettenj-
dog hy , zieh daar aan niet kreünende,;
greep met de eene händ na zyn Degen;
even als o f hy zieh , in weerwil van.allen;
die herb dit zouden tragten te be-
letteh, den weg wilde baanen; waar opi
het volk , zig voor zyne Härdnekkig-
hei,d niet willende bloot ftellen, o f zieh
moedwillig na zyif yoorbeeld in gevaar
begeven , heni liet begaan; en weg-
liep. ., . V, ..I J '
Z o ras Raja Singa berigt hier af bekämen
had , gaf hy laft , om den Gefant
; en allen die by hem waren,.wak-
ker a f te roilen, cn hen aan Ketenen te
leggen, dat oök aanftonds aan hen allen;
uytgezondert de 2 eerfte gezondeneGc-
fanten, in ’t Werk gefteld wierd.
Egter geräakten daar na die, yan zyd
Gevolg, op vcrtooniöjg van hunheori-
fchuld , weer ontflagen van den Keten,
maar de Gefant bleqf nog 6 maandca
in dien zelven ftaat, en geraakte toeh
eyndelyk door voorbeeden der zynen
weder op vrye vocten; maar alle de-zy-,
nen verlieten hem,alZo zy enkelykdoor .
zynen hoogmoed,, en halfterrigheid in
deze ongemakken bedraid. waren, gaan-
de nu met ’s Keizers vergunniqg,: hier
en daar in de Stad woonen. Dit is de-
zelve Gefant waar van wy hier na bree-
der onder deSaaken van denGodsdienft,1
İ. i S j i . handelen , waar aan Wy .pns
verder gedragen.,,
De Ketzer heefc üaderhand hen wel
zoeken te verzoenen j dog zy. wilden
nog liever. ’s Vorften Toorn afwagteny
als zig weder onder dien trotzen 'Gefant
begeven. Deie allen zaten hier nog
zeer lan g, zonder dat ik oit gehoora
hebbe , dat zy hier,van daan verloft
zyn. 'Ook hebben ’t zommigen van hen!
hier -redelyk weli dbg anderen, die h y
tot ,’deze. en geene Dienften gebruikte,
en die. daar in , niet tegenftaande hunne
aangewende neerftigheid, by toeval on-'
gelukkig wierden, het alhjer zeer qua«!
lyfe.gehad; dog İ.’idBo.. zat. die Gefant!
zelf nog in . Yzere Boeijen, Zo
de gerügten toen liepert. Dit nu zyn
w'el de vöornaamfte Saaken, die onder
bewind van den ouden Heer van
Goens. zyn voorgevallcn , die . van, A°.
iSÖ/f tot A®. 1 dyy. Ceylon beftierd
heeft.,en toen .(gelyk wy i® ’t volgen--
de.Hoofd-Stuk zien) door zynen, Soon
veryangen is. 1./::
v V f -
A. i i j s: À
VYFTHIENDE HOOFD-STUK.
À °. 1^7f . verlangt de jonge Heir van GòenS zynen fader hier als Landvologd.
• Confideratien van din Ouden Hier van Goens over Ceylon, in September 167 f .
Des zelfs Greotè. De Bovenlanden. Tfer en Koopir-Mynen. Geiteenfeh ; hier
vollende. En andie Mineraalen. Adàms-Piek. Oeva. Landen van Candr, öV.
Peper , Gember , &c. hier. Wcddas, en Malabaarén hier ontrent. Bintenej
i f V intana, en Gefteenten hier. Waaren hier getrokken. De laage Landen.
Weddas, of Beddas. En hunne Bofch-Wetten. Hun voyze van den Boog te
fpannen. Wat Waàren hier getrókken vJerden. Hun Godsdicnft. En Zeld-
me wyze van Klagen. Weten van geen Cafta’s. Zeldzame Lift van den Heer
de Grauwe om hen tot ’1 Werken•, en Vßeepen van Balken te brengen. O’orfprong
der Cingaleefen. Van een Prins Van T anailèry, en ivaar die hier Landde. Die
'een Tooveres met drie Borfien öntmoet; welke hy Trouwd. Zyn Soonen Uyt haar.
Zyn tweede Vrouw.. Vérdeeling der Landen, tujjchen hem en zyn eerfte Vrtiuw.
Gelykheid dei Siamfe en Cingaleefe Àfgoden. Wetten in Steene Tafelen den
Cingaleefen door Rudhuni nagelaten. Verder verhual van de Soonen der Drie-
borftige Vrouw. De Malabaaren hier van zeer oude tyden lekend. ' Aard der
Malabaarén en Cingàleefen. Wànneer de Malabaaren hier, zieh na JafFanapat-
ham begeeven hebben. Éen Bramine hier Kóning. V Kafteel der Pbrtugeeften
hier eèrft een Kerk. , . De Mooren hier befchreeven. Vir die Volkeren hier.
Magt en Bezit der Nederlandfche Maatfchappy alhier. Driederley wyze van
Regeering 'op Ceylon. Jaffanapatnam. Nuttigheid dir nietiwe Vetting by
Cangie'ntüfe. Hammenhiel. Jaffanapatnain zeer wel na Holland gelykende.
Dieren iti Vogels hier-. Het Landfchap Wanny. Wat verder onder Jaffana-
patnanl behoorä. Man-Aär- Wel èer aan de vaft 'e Kuft van Indien vaft geweeft.
En nader Befchreeveh. Eylànden hier ontrent. De Commandery van Batticalö.
Trieöenüiale. *t Fort Ooftenburg. V Land van Tammelegamme. 7 Land
van Cotjaar. 7 Eyland Calpentyn. 7 Verder Land van Cotjaar. En *t
Landfchap Tambancarrewarrie. De Juriidiétie Batticalö. Hoe verre de Porr
tugeefen hier hunnen Rechtsban hadden. Veel Wild en Vogels hier. Als ook
Cancel, Peper, Gember; Cardamom; &c. Hit werd in verfcheide DelTave-
ryen verdeeld. Het Eyland Polian. Pagode van Tricoeh. Grenspaal van 7
Gebied der Oude Malabaaren hier. Panoa., De Lage Landen. Nigombó.
Gcvogelte hier. De Poft van Alauw. En des zelfs groote Aangelegenheid.
De Poft op Ruarielle; Waaren hier tegen den Areek getrokken. Sitavaka.
Oude verblyf-plaats van den Colombofcn DefTave. Godin.Sitta. De Poft van
Hangwelle; Colombofe Jurisdi&ie. Saffràgam. Grenspaal van Colombo's
Rechtsban. Jurisdiétie van Gale. Grenspaal des zelfs. Raja Singa vernederd.
Tansjaocr. Portugeefche Stad htir by Gbiormandelan. Welke laatfte Stad door
Qns is ingenOmin. Geregtigheden, die wy daar by genieten. 7 Land van den
Teuver. Cofta d’Infiado , en 7 Eyland Rammanacoil. Waaren hier vallende'.
Grenspaal des Tcuvers. Madure. Waàren hier vallende. Toetöeciöryn. Zeer
nut voor Ons; , Klagte van de Heer Van Goens over onze Predik anted daar:
Uytgemrmjt D. D. Clavius; en Specht. De Trevancotter. Malabar. Cóilan.
De Heer Commandeur van Rheede niet weynig ten Toon gefteld. Cranganoor;
De Prmszen Mötavilc , en Ramormo. Zamoryn. Groote Magt der Mooren
hier. D i Fortres Cananoor. Verval van Màlabar met de Redenen van dien.
. Waaren, die 7 zelve uytleverd. En trekt. Canata.. Mangaloor. Malabar’s
af 'zondering van Ceylon mifprefen door den Hier vàn Goens. De jonge Heer van
Goens zend A°. 1677. etnen Bucquoy Met een Le'eüw aan din Keifer. Hoe die.
gevaren is. De Heer van Rhede’s Confideratien over Ceylon A°. * 677. Zeer veel
i van die van den Ouden Heer van Goerts verfchiilende. Een Commfflaris op Ceylo
n hoognoodig. Verfcheide Saaken by -Artykilen voorgefteld: Bericht .over deh
¡Staat van den Naik van Madure , en zyne Nazaaten. ■ Regeering der zelve.
Madure in zyne Strekking befchnven. tiunne Finantie. De Krygsmagt.
Hunnt Regtspleging. Hürme Erf-Rech ten. Hun Gòdsdiénft. Hun woefteh
Ommegang. A°. 1578. komt *s Keizirs Veldheer tot ons over. Waar op hy't
Beleg van Maluwane opbrak. Een Prins van Candì tot ins overgekomen ; onivlugt.
A°. i 6js>i Zend de Heer Van Goens een Heerlyk Gefchenk mn den Keifer.
G è z Ons