
Dan heeft men noch een flaaûwe met eenige
klippen W. inj en verder veraeemd
men niets meer aan die kant.
Wanneer men nuvandenN. hoek van
Firando längs de wal aan de W. kant,
gaat, heeft men, daar in dediepe lange
Walvifch-baay z Eilandekens, een in ’t
Z. eri een in ’t N ., en noch een pas ’er
buiten aan den O. hoek der zelve enrioch
i i myl weftelyker ’t Eiland Ikitfiki,
dat i i myl lang, en i i myl meeft door-
gaans uitgenomen in ’t N. breed is. Benoorden
Firando’s N. hoek, legt i myl
yan de wal ’t Eiland Takisma, en*noch
i myl noordelyker ’t Eiland Woesmaa.
*t Eerfte i myl, en ’t ander i [ a z myl
in den omtrek.
Wat nu Nangafacki verder aangaat,
waar medewy nu weer zullen voortgaan.
Het is een groote dog open-leggeride
Stad, die geen wallen nog muuren heeft,
hoedanig de meefte Japaniche Steden
zyn.
Zy praald met heerlyke Torens (van
welke zommige y a 6 verdiepingenhoog
zyn) koftelyke Tempels, en zeer prächtige
gebouwen, die ’er zeer heerlyk, en
menigvuldig, dog om de aardbeving(die
Japan zeer onderheevig is) meeft van hout
en laag zyn, waar toe zy fchoon Grey-
nen-Cederen-Camfer- en ander hout heb-
ben.M
en heeft ’er 88 ongeplaycide ftraa-
ten, die met ftaketfels ’snagtsafgeflo'ten
"werden, en van een ordentelyke wacht,
die een lantaam by zieh heeft, voorzien
zyn, en zoo ’t ongeluk van brand hen
treft, moet ieder ftraat, en ’t volk
van dien, zichzelvenhelpen, zonderdat
deftaketfèls geopend, of zy van eenig
volk van een andre ftraat mögen gehol-
pen werden. Egter werden zy by zeke-
re voorvallen, die zulks vereiflehen, als
by ziekte van deze of gene ,of, by’t haaren
der Vrouwen,voor de Artfen, en
Vroedvrouwen, maár niet dan op ’t vertoonen
van een briefje, met ’t zegelder
Overheit verfterktzynde, geopend.
Rondom de Stad heeft men een groote
inenigte van Thuinen en Hoven, die
met allerlei fchoone vruchten, als Oran-
gie-Appelen, Peeren, Caftanien, Abri-
koofen, Pruimen, enz. pronken.
Van ’t Eiland Decima, dat ’er zeer
digt aan gelegen is, fpreken wyin’tver-
volg breeder , en daarom gaan wy dit
hier voor by.
Het is een zeer volk- en neering-ryke
Stad, waar in groote fchatten verborgen
zyn , en zy werd gemeenelyk door z
BorgermeefterSjdie eenV orftelykenStaät,
. en een groot ontzag by ’t volk hebben,
beftierd.'
Gelyk nu dit land van ’t vlck Nomo
af zieh met een grootè bogt N. O. tot
Nangafacki toe inbuigd, álzoo.loopt de
wal van deze Stad af tot aan Zetta toe
N. W. uit, terwyl het Land zieh be-
noofden den inham van Nangafacki met
een dikke ícherp-úitftekende hoek na ’t;
Zuid-Welten vertoond.
Wanneer men nu z mylen by na N.
W. aan van Nangafacki gaat, ont-
moet metí het ftedeken Faconda , dat
aan ’t ftrand gelegen, en niet veel inzig
zelven is j doch pas buiten de/i inham,
ó mylen van de Stad, ontmoet' men al-
lcreerft ’t Viflchers Dorp Duvosj wat
voor by Croofakje. .
Een en een halve myl N. weftelyker
heeft men wat dieper landwaard in een
Dorp, Omera genaamd, en twceencen
halve myl wel zoo N. weftelyk het ftedeken
Mongi, pas benoorden een kleen
Rieviertjé aan ftrand gelegen , zonder
dat men daar Yan Facunda af tot hier toe
eenig gëbergte ziet.
Ná dat men nu een Berg pas voor by
Mongi overgetrokken, en zoo N. W.
noch drie en een halve mylaangegaanis,
komt men by het ftrand-ftedeken Zotta.
Hier eindigd die groote bógt, die al
van Cangoxuma, of Nomo af begind,
en die zieh tot hier toe wel 7 mÿlen verre
uitftrekt.
Tuflehen Mongi en Zotta (pas be5*
noorden Mongi) legt ook een Eiland 3 dat
zieh N. W. en Z.tD. ontrerit 3 myletì
in de lengte uitftrekt, en ’t geen in *t
N. W. pas ¿ myl, en in *t Z. O.ontrent
een halve myPbreed, gelyk ’er ook pas
beweften de N. W. hoek noch een Zeer
kleen Eilandje by gelegen, dat ontrent
i j a z mylen in zynen omtrek , doch,
geen van beiden meç een byzondre naam
bekend is.
Als men wat verder Noorder aangaat,
buigt zieh de wal hier weer ontrent
een myl ini *t rónd uit, eerft wat N. W.
en aldus dan weer zoo door *t N. na het
N. O. loopende, waar na de wal zieh
weer vlak na ’t Noorden uitftrekt. «
Pas voor by Zotta heeft men een zwa*
re Berg, en dan komt men, na’taf leg*
gen van 3 mylen by ’t ftrand-ftedekeq
Nanatsjamma.
Twee mylen noordelyker komt men
by ’t ftedeken Omodaker, na dat men
een zwaar gebergte overgetogen, en als
men nog y mylen Noordelyker aan ge-
trokken is , komt men by *t ftedeken
Oyfinocubi, dat meeft ròndom na de
Land -kant van zwaar gebergte omringd,
en al mede aan Zee gelegen is.
Ter linkerhand ziet men hier eenige
Eilandekens zonder naam leggen. Ook
loöpt dê wal hier weér een weinig N.
W . uit, makende een weinig daar na een
flaauwe bogt. ten
De Stad
Fifeen.
Ten Ooftcn van Oyfinocubi, 6groote
mylen er af, hecfr men midden in *t
Land het Dorp Oriifimo 3 en een ffaaije
vlakte, hoewel men een zwaar gebergte
tuflehen beiden déze plaatfen leggen heeft«
Oriflimo legt 13 J myl van Nangafacki.
Van Oyfinocubi moet men Noord aan
weer een zwaren Berg, die zieh na ’t
Pöften zeer verre uitbreid, over,om na
t Dorp Agnora te reizen, dat ’er ontrent
z mylen van daan legt. Hier draaid
Zieh de wal-weer N. W. aan, en men
heeft daar een fraaije vlakte, zonder dat
men hier gebergte ohtmoet.
Twee mylen Noord-weftelyker legt
het Dorp Tabra by een fcherp uitftckcnde
punt des-Lands 3 van waar zieh de wal
N. O. aan geheel en al draaid.
Nog wat Noordelyker legt hetftede-
kën Tokits, 3 mylen van Nangafacki.
Vier a vyf myl beooften dit Dorp ont-
moet men het vlek Ornera, en noch za
3 myl Ooftelyker ’t ftedeken Senunge,
beide aan een fraaije Rievier, het eerfte
bezuiden , en *t ander benoorden de zelve,
doch beide by zwaar gebergte gelegen.
Beweften het ftedeken Tokits, dat 3
mylen gelyk ’t Dorp Senunge 10! myl
van Nangafacki legt, heeft men het
kleen Eiland, en daar op de Stad Firan-
dá,, daar wy van óuds her on$ eerfte ver-
blyf hebben gehad. Dit vlek is niet veel
in zieh zelve. Een Hot van de Heer van
Firando, enoijzeLogie,maaktehetbefte
daar van uit.
Als men nu van Tokitz, ofvan die
Rievier 3 y mylen N. Æ ten O. aangaat,
ziet men ’t Land eerft met een hoek ,
die,Z« W. aan loopt, uitfteeken,endan,
Zoo verder Noord Ooft aangaande, ge-
taak-t men voor by ’t Eiland Auwo, dat
in ’t weften wat biiiten de wal legt.
Twee mylen N. Ooftelyker ontmoet
men de Rievier Day , die haaren oor-
fprong uit het gebergte beooften de Stad
Figen heeft.
Dandwaard in aan dezen ftroom, pas
benoorden de zelve , ontmoet men drie a
vier mylen van ftrand af’t Vorftelyk Slot
Daymats, en een half myl Ooftelyker de
groote Stad Fifeen, die zieh daar zeer
groofs vertoond.
De Heer Montanus heeft beide dit Slot
en de Stad zeer fraai afgebeeld, en dit
ook in ’t breede befchreven, als mede
een zeer fraai Lufi>huis, dat zieh hier
midden in deze Rievier vertoond.
Wat bezuiden den oorfprong van de
Rievier de Day,, ontrent 1 azmyl,heeft
men de heerlykheit Onnayt, ,en y myl
Ooftelyker ’t ftedeken Coyo.
Van de Rievier de Day z mylen meéft
Noord aangaande, komt men by ’t
Dorp Jobeco, dat. op. een hoek aan ftrand
le g t , ten Noord-weften van welke y
Eilanden z a 3 myl van dewalafleggen^
en buiten welke zieh ’er noch een wel
10 mylen van dé zelve in de Zee van Corea
vertoond.
Van Jobeco loopt de wal vlak N . O.
tot den inham van Cócora, die aan ’t
einde dezes Eilands in ’r N . legt.
Van Jobeco y mylen N . O. op heeft
men ’t Dorp Nangoya een weinig Landwaard
in ontrent 1 myl van ftrand leg-
gen.
Vier mylen verder legt het ftedeken Verfchei-
Facata, beweften het welke, ontrero^^deEilan-
een myl vari ftrand, het Eiland Fimiffi-den*
ma zieh opdoet.
Een myl N . Ooftelyker ontmoet men De Stad
de Rievier Douy, aan dé welke pas be-v9 n“c~
noorden de zelve, ontrent y mylen v an ^ *
ftrand na ’t Ooften toe, dé Stad Onne*
wari met des zelfs Kafteel ziph zeer ver-
makelyk opdoet, leggendénadeNoord-
kant 3 met zwaar gebergte, tot aan dé Stad
Aflia toe, bezet.
Ontrent z mylen N‘. ten weften van
de Rievier Douy ziet men, 1 myl van
de wal ’t Eiland Ginkay, en y mylenN.
weftelyker noch een ander kleener Eiland,
dat geen naam beeft.
Ontrent y mylen N . O. van Ginkay
legt ontrent i myl buiten de Wal ’t Ei*
land Aymiflima, en 4 mylen N . Öofte-
í lyker’ *t Eiland Simiflima , ook ontrent
zoo verre buiten de wa l, en nog een ’er
b y , van de zelvé groote, alle te zamen
kleene Eilandekens, gelyk ’er zieh noch
een zoo ontrent 6 mylen: ten N . W. van
Simiflima in Zee opdbet.
A f en aan Simiflima, aan de vafte wall De Stad
B ungo, 7 mylen N . O. van de RievierÁffia.
Douy, legt de kleene Stad Aflia aan ’e
ftrand , rondom na de Land-zyde van ’t "
gebergte omringd, en ontrent o f de
breedte van 34 graaden.
De Heer Montanus befchryft dieal s
of zy i z mylen ten N . O. yan Aymiflima
lag, en zy legt ’er pas 3 mylen van
daan;
Van deze Stad,- die van een zeer flegte
ftaat is , zynde maar een open vlek,
tot ’t ftedeken Jammagäno-Mifkcci, op
den Noord-Ooft-hoek van dit Eiland
Bungo, o f Saykok, voor aan den inham
van Cocora gelegen, heeft men 3 mylen
noodig , om ’er te komen , en men heeft
een zwaar gebergte daar tuffchen beiden
leggen>cn ook Landwaard in na het Oo- .
ften, tot tegén het ooftelyk zwaar gebergte
aan.
Hier nu gierd de wal met een inham, _
die ontrent ¿1 a 3 myl lang o f diep, en^n ° '
1 myl breed is, Ooft aan, aan *t einde^^
van de welke ontrent 3 mylen van Jam-
magano-Mifacci de Stad Cocora (cigent-
lyk Koefoera op zyn Japans genaamd)
Jegt,