
168^. den 2 0 May r68z hier te fterven,diehen
Die a®, waar/choude, dac de erts hier flegt, de
i48iftierf. a(jeren 2eer ongeftadig, en dat ’er raeer
•pont cd
Palim-
bang.'
Ao. 1685
de Heer
Cocper
Opper.
fchade dan voordeel van te wagten was,
het geen in deze zaken weer een groo-
tc ftremming g a f, hoewel men nader-
hand met in die mynen te werken voort-
gevaren heeft. Het meefte goud komt
egter van binnen uit het land aan de on-
zen.
Moejelyk- Ontrent dezen tyd heeft men nuendan
00k moejelyk heden tuflcheii die van Pa-
van'um- h^hang, en Lampon gehad, dog het is
van weinig belang geweeft
Ao. 1687 wierd de Heer van Leenen
van hier opontboden, en de Heer Bevel-
hebber Jacob Coeper in zyn plaats gezon-
den, die het tot Ao. 1686 bleef, en toen
door den Heer Joannes van Mechelen, die
hoofd hier, in dit jaar hier fchynt overleden’ te zyn,
16 M door S B ö K K , t ", T
van M c- A°. 1686 itonden de Lamponders techelen
ver- gen den K oning van Bantam op; dog wier-
vangeu. den ten eerften tot ftilte gebragt.
Ao. 1687 quam de fleer Jacob Lobs
Ad. im . hier als Commiflaris, en toen is 00k de
Ao. US7 Heer Salomon le Sage hier als Opperhoofd
d« Heer en Bevelhebber- aangefteld, die het tot A0.
de Heer le In dit zelve jaar kregen wy 00k moeje-
Sage bier lykheden met den Koning van Djambi,
pHj?" zoo dat wy genoodzaakt wierden hem met
Djambi in- wapenen aan te taftten, en ons meefter
van die ftad te maken.
* A®. 1686, 1687, en 1688 kregen wy
«.wjwy«.- moejelykheden met de Engelzen over de-
de Engel- 2C en g ene zaken ontrent Bangkoelo, en
zen over Batangkapas voorgevallen, in Engeland,
Bangcoelo, en Holland klagende, als o f w y hen het
en Batang- g rootfte ongelyk ter wereld aangedaan
eapas‘ hadden.
Bevorens hebben wy reeds klaar getoont
dat,gelyk de landen bezuidenSillebaron-
der den Koning van Bantam ilaan, dat al-
zoo alle de landen van daar a f tot aan Ba-
ros toe, door de onzen met het zwaard
gewonnen, behalven dat hen die 00k by
meenigvuldige verbonden, met deze Inlanders,
als hunne overwonnen onderdaa-
nen, gemaakt, eigen geworden zyn. Daar
beneven moet men wel aanmerken, dat
00k van den beginne af, en al zedert Ao.
1667 ons Opperhoofd alhier,de Heer Pits,
door den Keizer van Maningcabo (die door
ons als titulair Keizer der ftrandvolkeren
gemaakt was, alzoo de landen ons toequa-
men) als zynen Stadhouder der beneden-
landen aangefteld is.
De Koning van Bantam, die de En-
gelzen uit Bantam verjaagt had , verjaag-
de hen 00k uit Sillebar, als behoorende
onder de landen van Sumatra, die onder
hem ftonden; een plaats, hen, zoo zy
zeiden,door denouden Koning vergund,
maar daar hen de jonge Koning niet dulden
wilde.
genomen«
A o . 16 8 S ,
Zedert hebben zy zieh op Bangkbelo 1-688.
vaft gezet, en daar een fterkte opgewor-
pen, gelyk zy daar nog, hoewel tegen alle
reden, blyven poft houden, alzoo de
peper, die zy ons daar onttrekken, den
Koning toekomt, en die Koning de zelve
weder aan ons by een verbond fchul-
dig is 5 en fchoon men daar al afftapt,
zoo is ’t bevorens reedsklaarbewezeh,dat
alle de landen, van Sillebar af, tot Baros
toe, ons zelfs toekomen, en eigen zyn ,
vermits z y , of door ’t zwaard, b f by eigen
overgave der Inlanders, volgens ge-?
maakte voorwaarden en accoorden, zelf
nog Äo. 1686 den 17 Maart, weeraange-
gaan, de onzen geworden zyn; hoedanig
de zake 00k met Batangcapas, een van
die dorpen, en landftreken, al m’ede gelegen
is, die, Ao. 1686, tegen ons oorlo-
gende, by ons overwonnen, en by ver-
drag van den 17 Maart de onze geworden
zyn, eer de Engelzen zieh hier hadden
vaftgezet.
Uiq al ’t welke dan klaar blykt, dat wy
niet de Engelzen, maar zy ons,grootongelyk
daar aangedaan heboen.
Z y geven wel voor, dat de Keizervan
Maningcabo hen dat lapd zou opgedragen,
en dat hy ten dien einde twee Princen,
zyne zoonen, aan hen afgezonden had,
maar, indien dat al waar was, hebben wy
egter klaar genoeg getoont, dat het niet
des Keizers, maar ons land, en, ten uit-
terften genomen,*tland van die volkeren
was, die dat land den 17 Maart 1686aan
ons opgedragen hebben, na welke op-
dragt’ergeen tweedeaan de Engelzen kon
gefchieden.
En wat de Princen zyne zoonen belangt
, die de Vorft aan hen gezonden
zou hebben; wy hebben wel sehoort,
dat ’er zoo twee borften, die zieh daar
voor uit gaven, in de bcneden-landen geweeft:
, en den Inlander tot oproer aange-
zet hebben; maar gelyk die by veele voor
Falfariften gehouden wierden, alzoo hebben
wy aan dien Vorft over de zelve 00k
geklaagt: en genomen het waren zyn zoonen,
deze ftonden by ons voor oproer-
makers te boek,die ftraffe daar over waar-
dig waren, enin een anders land niet te
zeggen, veel min magt hadden, om dat
aan imand anders op te dragen.
Ook blykt,by fchryvens van de onzen,
en ook van de Engelzen op Bangkoelo
aan de onzen op Sumatra, dat de Inländers
ons zelf aangetaft, ja op ons zelf geicho-
ten hebben, en dat ons Opperhooft, de
Heer van Mechelen, hen nog gewaar-
fchouwt heeft, om ten eerften van daar
te wyken, o f dat de Inlanders hen zou-
den doodflaan.
Wel is waar, dat de onzen toen, van
deze Inlanders eerft aangetaft zynde, weder
op hen hebben geichoten, maar dit
is
1688. is een zaak^rdie hen vry ftond, en waar
toe zy aan de Engelzen geen verlof be-
boefden te vragen. En zoo de onzen het
niet belet hadden , zöuden zekerlyk ver-
icheide Engelzen daar gefneuveld zyn,
, hoewel ’er nu geen een dood gebleven is.
«y ons veel • Senomen hadden de onzen toen
'ongelyk ®e ^eftmg der vyanden ingenomen, zoo
aangedaan zouden wy maar een Vefting ingenomen
hebben. .van onze vyanden, en de Inlanders toeii
verdedigd hebben, behalven dat de Engelzen
die ook in ons eigen land gebouWt,
en wy dierhalven ook *t recht hadden, Om
hen als menfehen, die ons in ons eigen
land; geweld aan deden, weer van daar
te jagen, dat immers maar billyk is, te
meer, dewyl w.y hen van te voren wel
tweemaal hadden laten waarfchou wen, dat
zy daar geen Vefting tegen onze Vefting
aan bouwen moeften, waar na zy niet
hadden. willen luifteren.
En men had veel meer reden, om ons
voor de dienften, die wy toen daar aan
de Engelzen gedaan hebben. (gelyk ook
döor huri Hoofd aldaar, Samuel Pats ¿ en
Jan Bekton gefchied is) te danken, dan
om over ons, als had men hen veronge-
lyk t, nog te komen klagen; en dus zal
men bevinden, dat alle de klagten daar,
en elders, zonder eenige grond Zyn; dewyl
het onze gewoonte niet is iemand, veel
min hen, aldaar, o f elders in Indien, te
verongelyken.
Pöo3 der . Dat de qude Konihgin in dit zelve jaar
toade Ko- o ver leden, en dat zy toen weder door een
B M e S m W Koningitl vervangepis, hebben wy
Ao. i m bevorens, van Atsjeh fprekende, al aange-
«p Atsjeh. merkt.
De Heer . Ao. 16pö ging de Heer Izaak van Thye
vanThyc als Commilläris na Palitnbang ; en 1692
Commif. Hecr Abraham ßoudens in de plaats
läris van van de Hegr le Sage, hier Opperhoofd,
Paiim- en Bevelhebber geworden. Die van Djam-
Ao"^' ^ hadden toen ’t Opperhoofd aldaar, Sy^ |
iBoudens1 ^ranci Z wart, die als Hoofd na Palimbang !
Hoofd van ftond te gaan, vermoord. De oude Ko-
Sumatra.. ning van Djambi, Sulthan Ingelaga, was
Zaken van ^ een'geI? tyd, na ’t voorval met den ou-
Djambi. den Koning van Bantam, door de onzen
gevangen genomen, zedert welken tyd
zyn zoon, Kiay Gede, een verwyfd.jon-
geling , in zyn plaats op, den xhjoon
quam, onder welkersregeering, alzoo hy
zeer bloeddorftig was, de ganfehe handel
der E. Maatfchappy te niet liep.
Hy had* een broeder, Pringgabaja.ge-
naaflhd, die veel bequamer tot de Regee-
ring , en by alle de Inlanders; zeer bemind
was, die; dit leven niet»; könnende ver-
dragen, zieh hier tegen vaankantte, dog
genoodzaakt wierd nä ae boven-landen te :
vlugten, daar hy met de dogter van den
Keizer van Maningcabo troude, beletten-
de daar door zyn volk, dat ’er iets na bereden
quam, daar zy anders veel peper,
V . Deel.
olifants-tanden, benzoin, goud, enZ. na 169Ö.
beneden bragten.
Deze Pangerang Pringgabaja is eenige
jaren daar na geyangen genomen, en Ao.
1710 o f 1711 als Bandiet na Pöelo Ay in
Batida gezonden.
In dit zelve jaar is, ha dat het ichip W a- Het igriA-
veren in December te voren in zeegeber-van Wavi:‘
ften, en verbrand was, een t»oöt en eenrCD‘
fchuit met yy Holländers ( waar by ook
een Höllandze Jufffouw) eri eenige ilaven,
op ’t land van Sumatra aaiigekomen. Zy
| hadden 19 etmaal, eer zy aan dewalqua-
I men, op zee gezworven, en quamen iö
; dagen ’er na, den 18 January, op A-
tsjeh in een zeer elendigen ftaac,alzoo zy
gröot gebrek van levensmiddelen geleden,
eh befloteri hadden, een van de jöngenste
dööden, alwaar zy van deze Vorftin zeer
vriendelyk öntfengen; en zeer mildadig in
hiinnen nood, met ipys er? kleederen, eh
alles, wat zy van nooiden hadden, byge-
iiaan wierden,ter tyd-toe zy gelegenheid
kregen, om den 1 Maart op Maiakka,en
van daar verder öp Batavia te gemäken;
Jacob de J ong was Schipper, ep Joannes
Ens Boekhouder daar op gey/eeft.;
Ao. 1696 wierd de'Vaandrig, , ¡Govprt A°* *¿9* .
K-nol, dig,. zedert dfcv doojd van TQannes,.’1 con?P^
Reaal, j8 roaandenop Djambi alsHooft,!“^ “
by voorraad, gelegen had, door den twee-
den van Palimbang,de Heer Jacob Bot-
tendorp, nevens dit ganfeh comptoir yan
daar gclicht, zonder dat men hier weer
ipand, dan eerft 1 1 jaren daar na, ge-
zoriden heeft.'
. Adriaan Weyland heeft. bevorens hier Weituia
mede als Hoofd gelegen, dog ikweet niet daar
net wannefcr. Hoofd.
r Ook wierd in dit zelve jaar Pieter Dü- DaranfAoS
rant als tweede van de Weft-kuft, enif?Än*
Hoöfdop Poelo Tsjingko van Batavia ge- aisHoofd;
zönden j. dog lag daar maar 2 jaren, en
is töeh als Hoofd van Java’s Noord-Ooft-
kuft na Japafa gegaan.,
A°. 1697 wierd. de .Heer Kornelis Beer- Ao. 1697
nink Hoofd van de Weft-kuft, en quam ^eH“ r
Ao. 1700 met dien roem op Batavia, v an j^fd^f
daar zeer wel gcregeert te hebben.. Hy Weftkaffc,
wierd in dat.jaar door den Heer Andries du Ao. 1700
Garn vervangen, die, zoo als hy ’er ge- ^,cHccr
komeh was,’ moejelykheden met dezebal- M^jtlyk-
fturige Inlanders yan ’t dorp: jPauw kreeg, heden met
die h y , hoewel met veeL mpeite, alzoo hy vaQ
zeer zwak van .volk was, door hulp yanPauw*
den Schipper van Y fcliip dep Yiflel, N .
Langendam, :en van zeker. vrymap, .daar
met zyn vaartuig leggende, Jan Renax
genaamt, zoo als zy tegen .den Panglimä
yan.: Padang quamen aaütiekken, .in de
Vlugt Öoeg.
‘ Hy wierd Ao, 17Ö1, overleden zynde, Ao. 170k
door Jordaan Teding vervangen, ontrent“5 j*6“
welkers tyd hier N . Burgersdyk als Fiicaal e ,n®‘
gelegen heeft.
F Io