
,{20 Na dat nu de Koning van Atsjeh die
alles zoo liftig en zoo gclukkk verricht
A°. had, zond hy A°. 1519 een Gezant aan
iokthynogden Landvoogd van Malakka, Garfias de
.tugcczcn1 Sa, vervanger van Pieter de Fär, om de
in ’t net. vrede te verzoeken, die, meenende dat
het zyn oprecht voornemen was, hetn weder
een Gezant met eenig volk toezond,
die hy alle zeer liftig vermoorden liet,
zond er dat deze Landvoogd vernatn, waar
zy gebleven waren.
Derhalven zond Garfias eenen Manuel
Patieco, die zeer goed Maleits iprak,der-
waards, om na hen te vernemen, enom,
zoo hy hen daar niet vinden mögt, de
vrede met dien Koning te fluiten.
Hy gaf hem een ander nieuw gallioen,
met veel volk, van het welk de voor-
noemde Sanaje Raja den Koning weder
kennis g a f , waar door deze Vorft ’er
weer ten eerften, zonder veel moeite, mee-
ftejr af wierd, en het volk 00k vermoorden
liet.
Hy kreeg door ’t nemen van beide deze
galliöenen niet alleen veel gefchut; maar
liet 00k Garfias zeer fchamper voor de
galliöenen, en voor ’t gefchut ,dat hy hem
zoo onvoorzichtig toegezonden had,door
een vloot, die hy hem zeerfchielyk enon-
verwagt op den hals zond, bedanken; dog
zy regtten toen niets uit.
De Verra- Eindelyk kreeg Garfias een net bericht
¿er Sanaje van de te zamenfpanning van den voor-
noemden Sanaje Raja met dezen Koning,
dies hy dien verrader door lift tragtte in de
Vefting je krygen, dat hem kort ’er aan
gclukte, dien hy daar op van een tooren
te pletteren liet werpen 5 dog zyn wedu-
we, en vrienden namen de vlugt na een
naburig Koning.
DezeKo- Hoe 'lang deze Koning, na 't plegen
iiingvau van deze moorderyen, leefde, is my on-
Ä “ bekend; maar hy is de dogters zoon van
dien Vofft geweeft, die als een vrygege-
ven .flaaf, te Atsjeh ’t gezag gegeven, ente
veel tocvertrouwd siynde ,den rechten Koning
van zyn leven en kroonberoofd, en gSHjE
’er zieh ingedrongen heeft. .
Zoo ras hy dit alles wel befteld had,
ging hy Malakka, A°. iy 47. den 9 0 £fco-jakka ao.
ber, ’s nachts ten z uuren belegeren; dog 1547. w
hy wierd van den Landvoogd, Simon devctßccis*
Melo ( die noch z fchepen tot zyn ont-
zet kreeg) zoo welontfangen, dathy ge-ki0pt. "
noodzaakt was fchandelykde vlugt te nemen
, na dat hy wel xooo van de zynen,
behalven noch 500 van zyne hovelingen,
verloren had j 00k waren ’er veel van de
zynen gevangen, veel verdronken, en zeer
veele gequetft, waar tegen de Portugee-
zen maar 4 mannen verloren hadden.
Na dezen tyd heeft deze Koning wel
lang geregeerd; dog zieh ondertuflehen
zoo ftil gehouden, dat ikby geen der Por-
tugeefche Schryvers iets verdere van hem
vernbmen hebbe.
Alleenlyk verhaald de Jeiuit Jarricus Andre»
/. z. c. 38. dat Andrea Furtado de Men- “®
dola, na dat Iw Jafnapatnamveroverd,en Atsjeh en
den Roover Cunhal gevangen genomen Sund» een
had, den Koning van Sunda (o f Jakatra)^cft,nS
en 00k dien zelven Koning van Atsjeh , ouvrcB»
Ao. 1601. ftrafte, over dat zy hunne. vy-
anden, de Holländers, op hun land ont-
fängen,en als vrienden gehandeld hadden,
om het welke hen in ’ttoekomende te be-
letten, en hen een bril op de neus te zetten,
hy in beide die fteden een Vefting
bouwen liet; doch het hielp hem weinig ,
alzoo hy kort daar na in ’t laatft van Ao.
1601. noch van Wolfert Hermanszoon,
onzen wakkeren Zeevoogd, zoo deftig
voor Bantam geklopt wierd, dat hy ge-
noodzaakt was hem die Reede vry te laten,
en de vlugt te nemen.
Uit het verhaalde tot dus verre dan,
zien wy het voornaatnfte, *t geen ’er met
dezen Koning van Atsjeh, ofin opzicht
van die van Sumatra j tentydevandePor-
tugeezen voorgevallen, en wat ’er op dit ■
Eiland al ontdekt, bevaren, veroverd,
o f beoorlogd is. 1
V IERDE HOOFDSTUK.
Z Aaken, tujfchen de Nederlanders en de Sumatraanen voorgevallen. Ao. 1596. de
4 eerße Scbepen, die na Indien voeren, voor bet Eiland Engano, op Sumatra. Als
mede op Lampon. Ao. 15-99. de Leeuw en de Leeuwin voor Atsjeh. Verfcbeiden,
waar onder Kornelis Houtman verraderlyk vermoord. Verzeilen van daar. Van
Kaarden Ao. 1600. voor Priaman, l ’icoe, Pajfaman, en Atsjeb. Hoe hy ’/ in die
plaatzen vond. Zend de Fogelaar en de JMeyer aan Land. Zyn ontbaal. Beloven
de gevangenen der % Zeeufche Scbepen vry te zullen geven, en bem zyn lading te befieL
len. Doch de Koning zoebt maar tyd om bem te overvallen. Waar van bem y gegangenen
ivaarfibowwen. ’r Konings vordere bedriegelyke bandel, in de gevangenen9
om Kapitein' Frederik Houtman met worden vry te geven; en bem, en anderen,
daar na weer te döen voegvoeren. En wat daar op vorder voorviel. Ao. 1601. die
von den Witteti Arend op Ticoe gevangen genomen. Ettelyke vermoord en goquetß.
¿0 . 1601. komt Blök voor Atsjeb en Ticoe. > Ao. 1601. deRoy en Bicker te Atsjeb
S U M A Ï R A» o i f
Ij-pfc wel ontfangen. Namen Ao. 160z voor S*. Hcleen een ryte Kraak. Waar van in
Zeeland penntngen gefiagen zyn. En V verdere met hen voorgevallen. Atsjeh Ao. 160z
in brand. De Atsjienze vloot van Schuurmäns j\°. 1602. Joris van Spilbereen
komt Ao. 1602 op Atsjeb. En zyne ontmoeting hier. Komt voor* Nicobar ten an-
her. À®. 1603 Zeebald de Weerd van Ceilon t en nog l fchepen uit Holland. Spil-
bergen, en dé Weerd nemen affcheid, en werden be/cbonken. Verf¿beide fchepen van
Ceilon op Atsjeb., Wederkomß van den Gezant des Konings uit Holland A°. 16o±.
A8. 1606. van Soit op Atsjeb. De Port;ugeefche vloot hier. Verhoeven A°*
1616 hier als Hoofd. A°. i6 i6 . ,t emptoir bier opgebroken. A°. 161.8. van den
Broek hier. ' Souri A°. 1616 Hoofd, en A°. ,1618. Öontekoe’s volk op Sumatra
mishandelä. Laß om de comptoiren van Atsjeh en Djambi A°. 1623 te lichten. A°
1693 Krook Commijfaris. A°. 1.641. Compoftel Hoofd op Atsjeb, Schouten hier
Gezant. A°. 1643, Souri hier Gezant. Moord door die van Peirah aan de onzen
A°. i6 y i. Welkers Reede, nevens die van Atsjeh A®. 1656, bezet is gehouden.
Moord der onze» op Palimbang A°. 16y8, en van Schoutens volk op Sillebar. A°.
165-8 belaßen haar Edelheden de moord van Peirah te wreeken.
Zaaken % *TÜ zullen w y , maar eenige weini-
<Jc I N I ge van deze laatftgemelte. jaren te
dcrs“ ndc X g l f l fpringende, gaan zien, wan-
Sumatra- neer wy eerft op Sum’atra gekömen zyn,
nen voor- en wat tuftchen onsen die van Atsjeh,ol
gcvallcu. wel tuftchen eenige andere Vorften en
Ryken op dit land, tot deze onze tyden
toe,-voorgevallen.is4
A». 159^ Deeerfte Nederlanders, die op het Ei-
febepen * ^nd Sumatra quamen, zyn die geene ge-
▼oor *t Ei-weeft , die den 2 April met de
land Enga-4 eerfte uit ons lasd na Indien gevarene
no* fchepen, Mauritius, Hollandiä, Amfterdam,
en h Duifken (waar op de Schippers
Jan Janszpon Molenaar, nevens den
Commies Kornelis Houtman, Jap Di-
. gnumszoon , nevens den Commies Gerard
van .Beuningen, Jan Jacobszoon Schell in-
ger, nevens den Commies Reinicr van
H e l, en Simon Lambertszoon Mau, waren)
zieh na ’t Ooften begeven hebben.
Z y quamen in de tyd, dat Ibrahims Groat-
vader, dat is die voornoemde flaaf, regeerde,
die’er zieh met geweld ingedrongen
had.
Het eerfte.land, dat zy zagen, was ’t
Eiland Engano, dat op y£ graad Zuider
breedte legt,en dat zieh den 5 Juny 1596
opdede.
Den 6 dito zagen zy 6 o f 7 praauwen
onder de wal, daar de onzen t«n ichuitna
toezonden; dog konden met dienaakteen
kloeke Inlanders niet te fpraak komen,
alzoo de zelve hen zeer wild fcheenen.
Men fchokte dierhalven met de fchepen
al voort, tot dat men den .11 dito onder
Jt land van Sumatra, in de mond Van de
Straat Sunda, ten anker quam, en aan
land ging, ’t geen zy vol boflehen, zeer.
woeft en onbewoond vonden.
Zy zagen ondertuflehen onder ’t Hoog
land van Sumatra eerft 3 , en daar na 9
Zeilen, de eerfte, die zy beooftendeKaap
der goede Hoope vernomen hadden.
Men zond’er een fchuit natoe,preidde
hen, en bevond, dat zy 16 man fterk
waren, van welke’er 6 Ichcpten, ofroei-
V . Deel.
pen , en de andere onder een tent zaten,
niet anders, dan een veelverwig kattoene
kleed. om het ly f hebbende, en vorder
naakt, Zynde.
De onzen konden hen niet verftaan ,dan
dat zy hen van Bantam ep Japara hoorden
fpreken j dog zy fchenen Supda Calappa,
daar de onzen na toe .wilden, niet te kennen
; maai; zy wezen de qnzen na ’t vafte
land vap Sumatra, daar zy van alles, wat
zy begeerden, \ zouden können voorzien
werden.
Daär op zcilde de Pinas het Duifken,En ontren)
met 16 man,den 11 djto na ’tHoogland,’“ lorf
daar.eenige dorpen waren, waar van zy
het voornaamfte Dampin noemden. ua, l
Men zond 00k een fchuit na ’t land van
Sumatra, die tegen den avpod ontrenteen
Eiland quam, daar nog twee andere Ei-
landjes by lagen. Zy , hoorden ’tvolk wel
klaar fpreken, dog zagen niemand. Daags
’er aan zagen zy 4 fchepen ieggen, en
nog 2.partyen drie en drie Zeilen,daar zy
na toe roeiden. .
Dezen, de onzen ziende, maakren zich aan
malkanderen vaft, en, na water gevraagt
zynde, wezen hen wel na zekerc plaats;
dog de onzen, vreezende verzonden te werden
, verzogten hen, dat zy mede na dd
Pinas varen zouden, tredende daar op in ’
vriendfehap in hunne vaartuigen, alwaar
zy hen veel fraejigheden j en onder ander«
een vergulde kris, en een goude ring met
eenige flegte diamanten,toonden.
. De onzen, hier niet ziende te recht te
raken, keerden weer na de Pinas;, van een
praauw gevolgt zynde , van welke zy ee*
nige yifch, pifang, watermeloenen, zui-
ker-riet, calappus-nooten, ajuin, look,
en andere vrugten, voor roode en blaau-
wekraalen, inruilden, terwyl zyzamen
na land voeren.
Z y ontmoeteden 4 o f y andere praauwen,
waar in eenige lieden van aanzien
fcheenen te zyn, alzoo zy met fyn he-
meltf-blaauw lywaat (de dragt der Groo-
ten) bekleed waren, gdyk 00k hunne Tol-
ken. D Deze