
omloopcnd Leermcefter, welke z katfte
hunnen dienft in *t Portugeesdcden, ver-
mits *c grootfte deel der gemeente uyt
lieden beftaat, die niet als Portugees
können verftaan.
op alle buitçn-gemeene tyden) in de boven
Kerk in de Veiling, en ’s middags, in de
benedcn-Kerk (die om haren gemakke-
lyken ftand wel de mecfte toeloop heeft)
en dus altyd vali twecmaal in *t Ncder*
dûy ts te prediken, zonder dat ’er in eenige
andre taal openbare dienft gedaan werd.
Ook plagt men hier nu en dan don-
derdags nog wel eens te prediken * dog
dát fcheen nu afgeraakt te zyn.
Men heeft daar ’s maandags ook een
Catechizatie voôr de jeugd, en eenige
fchoolen, over welke ook de Predikant,
eneen lid uyt den pohtyken Raad , op-
zienders zyn.
Hier was ook een Hollands krank
bezoeker, nevenseenlnlandfche, en een
Hier mede zouden wy nu het Hek
der Malakfe Kerk-zaakeri, en dus alles,
dat wy van Malakka te zeggen had-
den , können fluyten j dog zullen tot
gemak van den Lezer (even' gelyk wy
over al bevorens in de andre Kerken
gedaan hebben) nog een L y ft van de
Predikanten hier byvoegen, uyt welke
men met eenen opilag der oogen
zien kan 9 wanneer imand hier gekomen
iS, en hoe lang hy hier gelegen heeft.
Lyft der X - , 1 J X
Malakfe • , .... • v- V-V.......
Predi- ■
kanten. Der
PREDICANTEN van MALAKKA.
Joannes Loosveld. Van 1541. tot 1545.
Antonius Hilarius. 1642. 1544.
Gulielmus Pantherus. 1646. 1548.
Balthafär Obie de Meter. 1548.
Gualtherus Bakker. itfjo.
Joannes a Breyl. X5f 8.
Theodoras Zas. x573.
Geraraus Sem. I 55p. 1.67ft.
Jacobus Maxwel. 1570. 1572.
Hubertus Leydekker. 167z. iffSz.
Rudolphus van Varik. 1<y74* l ^77*
Bernhardus Koop a Groen. | *^77* I(*8i.
Lucas Boich ab O s , nog geen maand hier. 1^77. 1577.
Bartholomeus Grouwels. id 8 i. 1582.
Cyprianus Sibenius. 1582. 158p.
Philippus Goting. 168p. 1700.
Joannes ßartou. f 700' x7° 4*
Joannes Stampioen. <0 1704. 170p.
Jacobus van der Vorm. I 7° 9* 1712.
Jacobus van Spyk. 1712; 1716.
Godefridus’t Hoen Hoogendorp. 1 7 1 6 .1 7 1 9 .
Henricus Mylsus. 171p.
De meefte dezer Predikanten zyn van Djoehor, dat een peerelbeteekcnd, ge-
hier weer na Batavia vertrokken, daar naamd) het naaft by Malakka leg t, cn
men hen weder zal können vinden, en deze Staat o f dit Ryk als uyt den Staat vaa
alwaar men dan ook verder zien kan j Malakka, na dat de Maleytfe Köningen
waar zy gebleven, o f geplaatft zyn. hier uytgedreven. waren , operezeii is ,
Waar mede wy dan van de Malakfe; alzoo können Wy, die in deze ftad ook
zaaken ons affeheid aemen , om egter j een Comptoir gehadhebben, niet nalaten
nog een woordie van Djohor, als 't naaft hier van mede onder dit hoofd-ftuk iets
te zegeen.
De ftad legt op z\ graad benoorden den:
Eveuaar, dicht by de Straat Singapoera ,
Van ^ ten aan ’t einde van de Maleytfche kuft,
Djohcr. Gelyk de ftad Djohor ( eigendyk o fo p den O . hock des zelfs.
I W y
h icr byleggende, te ipreken, en dan tot
die van ^tEiland Sumatra over te gaan.
Van D jO H O R .
W y hebben uyt de aloude befchry-
ving van de Malakfe zaaken gezien, hoe
die Koningen, orttrent 1711. door de
Portugeezen uyt Malakka verd re ven .zynde,
zieh daar na, daar nu Djohor legt,
begeven, aldáar die ftad gebouwd, en
weer cen nieuw Ryk opgericht, gelyk
hunne Vorften zedert ook geeh anare
naam, dan die der Koningen van Djohor,
gevoerd hebben. -
Gelyk zy nu doodvyanden der Por-
tugeeezen waren, alzoo zyn zy i t cer
onze vrienden geworden.
Een van de eerftc Nederlanders, die
hier quam , is de Zee-Voogd Jacob
Heemskerk geweeft, die 1602. o f daar
entrent, eenen Jacob Buyfen hier als
hoofd gelaten heeft, om onze zaaken, en
Comptoir, waar tc nemcn.
Deze wierd van den Koning, en van
des zelfs broeder, Radja Bongfo, zecr
bemind, en men mag zeggen , dat ’er
onder alle d e s Koningen van Indien
geen geweeft is, die ons zoo oprccht in
alien deelenbehandeld, cn zoo veci ge- i
negenheid bewezcn heeft.
De waaren, om welke wy hier ons
Comptoir hadden, waren al meeft de zelve,
die in cn omtrent Malakka vielen, waar
tegen wy dan weer onze waaren, hier
getrokken, verruylden, o f anders de zelve
met gereed geld betaalden.
Deze menlchen wierden zeer van dê
Portugeezen geplaagd en vervolgd ,
gelyk ook Don Andrea Fiirtado dé
Mendolà 1504. deze ftad belegcrd ,
en zeer naeuw bezet heeft 5 ook is
ftad Djohor 1607. door de Portugeezen
verbrand, en naderhand herbouwd.
W y hebben haar nu en dän tegen
de zelve ook na vermögen .geholpen,
en dc Portugeezen wel eens wakker
hier ontrent klop gegcven, gelyk dit
1603.door onzen Zee-Voogd Wybrand
van Warwyk gefchied is, die ’er ook
1607, nevens den Zee-Vòogd Cornells
Sebaftiaanflboii met de fchepen ^miler-1
dam en Dordrecht geweeft is.
Behalven de Portugeezen leefden
zy met die van Atsjicn en Patani ook in
vyandfchap. Buiten Djohor had deze
Vorft nog een ftad wat mcer Land-waard
in , Batoeiauwer ofBatoefabar genaamd,
daar hy zieh, alzoo zy redelyk fterk was,
meeft onthicld ,en onder den zelven fton-
den van ouds ook de dorpen Calca, Se-
ribas, en Melanoege op ’teiland Borneo,
zynde van den Koning van Borneo afge-
vallen, en benoorden Sambas gelegen.
Ons vorig opper-hoofd Buyfen lehynd
hier tot ontrent 160 f . gelegen te hebben,
en door den opper-Koopman Cornfelis
Francx vervangen te zyn.
.. Wannccr i 5o5. de Heer Matclief met
zyn vloot hier ontrent, en voor Malakka
quam , lag hy ’er nog, gelyk die den
tiscaal Maarten Apius ook herwaards
gezonden heeft, om zyn gqdrag, alzoo
’er over hemgeklaagd Wiúrd , ña te vor*
fchèn.
Ook zien w y , dat die Zee-Voogd io
dit zelvé jaar den Í7. May eeri verborid
met dezen Vorft,.die zig Jang de Per-
toehan hoémen lie t, opeerecht, en ’t
zélve dën 23. September nog naderúyt*
gëbreid heeft, gelyk men dap fol. 13.
en 14. in de Heer Mateliefs reys zien
kan.
A°. töo5. is hier Abraham van den
Broek, zynde door de Heer Matelief hier
toen gelaten, öns opper-hoofd geweeft,
die ‘er 1609. nog lag, hoewel het 1608.
zus o f zoo ftond, of die van Djohor zouden
zieh, en dus hem mede, aan de Portugeezen
hebben moeten overgeven, om
welke reden de Heer Matelief ook ’tfchip
Gouda al herwaards gezonden had, ora
ons Comptoir te lichten.
Hy wierd door den opper-Koopmart
Jaques Obelaar hier vervangen , die den
onaer-Koopman, Abraham W illemflboA
de R y k , en den Diamant-kenner Hcdfcor
Roos nogby zieh had, enikzioookdat
in ’t jaàr 1609. de Zee-Voogd Pieter
Willémífoon Verhoavcn den 7. January
hier verfeheeii, cn dat hier ook Adriaan
ílfévier als opper-hoofd gelegen heeft ,
zonder dat my blykt wanneer, o f hoe
lang hy hier geweeft is.
Ontrent dezen tyd ftond de Koning
der Sambas op ’c Eiland Borneo, gelyk
mede ’tEilandLiñgá (dicht ontrentDjohor
gelegen , eri dat dezen Vorft i 5o5. vero-
verde) mitsgaders ’c Eiland Bintam, daar
ontrent, al mede onder dezen Jane de
Pertoehan.
De Vorft, die in Mateliefs tyd iff od.
leefde, was AlaWoddien Sjah de III. ge-
riaärad,eeri vadzigPiins, die zieh met geen
Rykszaaken bemoeide, en alles màar op
zyne Edclcii, en op zynen broeder, Radja
Bongfo, o f Radja Sabrang genaamd, ftaan
liet, zynde gewoon lang tc flapen, dan
te eeten , zieh, te waflehen , en zieh
dan dronken te drinken.
Zyn vader, cen groot Krygsmaa geweeft
zynde, liet4zoonenna, van welke
de een o f de oudfte deze Jang de
Pertoehan was. D e T weede (die hy by een
andre vrouw had) was de Konink van
Sjaak o f Siaca , een Leen, dat mede onder
de kroon van Djohor ftaat, welke Vorft*
met een dochter van de Koningin van Patani
getrouwd, en meeft altyd in de ftad
Sjaak was. Zyn derde zoon is Radja Sabrang,
dat is, dc Koning aan de over-
zyde, omdat hy tegen over Batoefabar,
aan de overzyde der rievier, een V eiling,
met