
en verdre nooddrafc van de ftad mögen
laten haalen.
3. Alle Vafallen van de Heeren Staaten
hunne fchepen en goederen zullen in de
ftad zonder eenigen toi te geven mögen
■loflèn.
4. Geen andere Hollanders o f Europeers
zullen in ’s Konings landen, zonder
eerft verlof ván onzen Land-Voogd van
Malakka te hebben , mögen handden,
o f zullen die anders voor vyanden gehou-
den werden;
f . Zyn Majefteit zal de afgebrande
voorftad, Campo Clin genaamd, weder
bcvolken, en regeeren , zonder dat de
Heeren Staaten daar op iet zullen te
zeggen hebben. Ook zal zyn Majefteit,
indien het mogelyk is, daar zyn verblyf
nemen, en die verfterken 5 waar in hem
de Heeren Staaten behulpzaam zullen
wczen.
6. Na de verovering der ftad zal zyn
Majefteit al ’t gefchut, dat ’er in gevonden
werd, genieten, waar af hy de helft na
zig nemen, en de helft in de ftad tot
verdediging der zelve laten za l, ter tyd
toe dat de Heeren Staaten die van ander
gefchut zullen voorzien hebben.
7. \ De koopmanfehap, geld, en andere
goederen, die men in de ftadvindenzal,
zullen half en half aan wederzyden de helft
door de Heeren Staaten, ende helft door
zynM a jt., gedeeld werden.
8. Alle koopmanfehappen, de Vafallcn
der Heeren Staaten niet toekomende ,
zullen onder ’s Konings gebied in de
voorftad moeten gelo ft} dog zullen ook
daar door de Vafailen der Heeren Staaten
vry mögen gekogt, en in de ftad gebragt
werden.
9 . Beloven ook malkanderen getrouw
tegen de Portugeezen en Spanjaarden te
zullen byftaan } dog geenzins zoo een
Van beide tegen andre quam teOorlogen,
ten ware alleen om hemteverdedigen.
10. Geen van beiden zal met den Koning
van Spaanjen ook vrede, dan met,
beider toeftemming, mögen maken.
1 1 . Die van wederzyden eenig fchan-
daal aan malkandren in zaken van Gods-
dienft geeft, zal aangeklaagd engeftraft
werden by die overheid daar hy onder
ftaat.
12. Indien eenige perzoonen van de
eene o f de andre zyde iet op malkanderen
vän fchuld,^ o f anderzins, te zeggen had-
den^' zoo zal de verweerder voor zyn
overheid geroepen werden.
13. Indien eenige Holländers overlic-
pen by den Koning} en wegens eenige
bedrevene misdaden zieh daar wilden
verbergen, o f zoo ook eenige van ’s'
Konings volk by de Nederlanders quamen
over te loopen, zoo zal men aan weerzyden
gehouden zyn diewegloopers, ieder
aan zyn eigen overheid, weder over
ce leveren.
Welke Artikelen aan wederzyden ,
ieder volgens zyn ’s land w y z e , pleg-
telyk beiworen en onderteekend wier-
den.
Daar na heeft de Zee-Voogd aan den M ..
Koning den brief van zyn hoogheid Prins leverd de
Maurits, en de gefchenken, ’er byge- brief en
gevoegd , die in een lang roer, een Sefchen- ■
dubbel piftool met paarlemoer ingelegt, ^ ^°°r
twee andre pilloolcn, een Ry-iwaard,ningvaa
en in een Pertifaan beftonden, benevens Djohor
de gefchenken der Heeren Bewind-heb-over*
beren, zynde een Hamas, twee Perti-
faanen, en zes witte harnaifen, aan Radja
Sabrang overgeleverd.
Daar op is de Heer Matelief den i8.Treed
Mey tegen den avond met zyn volk 700 voorMa-
manfterk, geland} alwaar zy 400 Por-J^j?*®
tugeezen en fwarten met roers en fpieflen an *'
op ftrand vonden, die zy ten eertten in
de voorftad dreven.
Zy vonden daar een vaftigheid, ofeen
dikke muur van den vyand, daar zy.een
befchanfling tegen maakten, en van waar iDgCfio-*
zy hen zoodanig befchoten , dat die yanten,
de ftad de voorftad daar op in brand fta-
ken.
De Heer Matelief, die de ftad zclf in
perzoon bezigtigen ging, vond ’er een
heele groote rievier b y , die niet wel over
te komen was, behalven dat hy ook zoo
veel torens en vafte muuren rondom de
ftad zag, dat de Portugeezen maar ftilte
zitten, en zomtyds eens te fchieten
hadden, om hem te beletten die ftad te
veroveren, alzoo hy veel te weinig volk
daar toe had} cn reeds veel van de zynen
ziek waren, en op de Maleycrs zeer weinig
ftaat te maken was.
Hy liet daar ondertuflehen door zyn
volk, die van de Maleyers zoo wat gell
olpen wierden, een Batery maken ,
bragt ’er 2 ftukken op, die 17 ponders
fchoten, en ’t gefchut der ftad haaft
onbruikbaar maakten.
Ondertuflehen mérkte de Heer, Matelief,
dat, hoe menigmaal hy volk van
Radja Sabrang eifchte, ’er wel volk be-
loofd, maar niet gegeven wierd} waar
uyt hy begon te merken, dat de zaakeri
tuflehen den Koning van Djohor en dezen
zynen broeder niet recht gingen, en dat
hy dus voor een doof mans deur klopte,
alzoo ’er jaloezy tuflehen hen gerezen
was, ook zag h y , dat het hem onmo-
gelyk was, door dit beleg, met zoo
weinig volk , meefter van de ftad te
werden, weshalven hy goed vond op te
breken, en zyn volk weer na boord te
brengen,alzoo hy merkte} en van den Ben-
dahara, o f ichat-meefter j klaar hoorde,
dat
Verdre
vooral-
len al-
daar.
Naamen
vän Ma-
teliêfs
fchepen.
De groote
Portu
geeze
vloot
ver-
fchynd
hier.
dat zy ’tganfehe werk maarop ons wilden
Jaaten aankomen, ?onder hun volk ’er
eens voor te wagen, voorgevende, dat
i, j rnate cn Amboina w e l, zonder
Auto der Inländers, gewonnen hadden.
De Heer Matelief, dit vernemende,
oegraeutvde dien Bendahara niet weinig,
en dreigde hem, zoo de Koning hem dat
belafte, aanftonds wel té zullen d wingen,
om volk te geven.
•Naderhand is Matelicf, wannecr de
Koning nu 1200 man beloofde te geven}
nog eens met 300 man van de zynen, en
000 Maleyers geland, heeft zeker pannen-
huis verfterkt, een brug over de rievier
geilagen, en ’tklooftcr ingenomen} naderhand
krcee h y , als hy ze van nooden
had, in de piaats van 1200pas200man,
dierhalvendeedhy maar zyn beft, omde
ltad uyt te hongeren , doende meer ge-
lchut aan land brengen, om de zynen die
eenige houte befchanflmgen maakten,
allengskens de ftad te doen naderen, alwaar
dePortugeezen hen niet weinig uyt de bol-
werkenSt.Domingo,MädredeDeos,St.Ta-
S°9 -en uyt ’tkloolter S.Paulo befchoten.
Hier op liet hy nog eerft 2 en daar na
nog 4 halve kartouw.en aan land brengen
om ’t bol werk, de elf düizend maagden
van de Zee-ßatery te befchieten.
OndertuiTchen kreeg de Land-Voogd
Andrea Furtado nu endan eenig volk van
buiten in de ftad, die’erftillekens wiften
in te raken, gelyk ’er ook 2 Galeyen van
Pahang voor ’t landen der onzen met 60
blanken inquamen.
Aan de andre kant wierden ’er veel van
de onzen , zoo door ’t arbeiden, als door
2ich zelven met Arak drinken en ’t fruyt
eeten te verwaarloozen, ziek } dog zy
kregen ontzet van 2 fchepen uyt de Maas,
te weten de vereenigde landen enErafmus,
died1en 14. Juli voor Malakka quamen.
De fchepen , die hy by zieh had,
waren elf in getal, te weten Orangie,
Middelburg , Mauritius', de fwarte
Leeuw , de- witte Leeuw , de groote
S on , Naflau , Amfterdaoi, de kleine
zo n , waar by dan nög de 2 voornoemde
fchepen uyt de Maas quamen. Behalven
deze had hy nog 7 kleene vaar-
tuigen by zieh.
Z y deaen nu en dan uyt de ftad wel
eenige uytvallen} dog dit kon hen zeer
weinig helpen} hoewel de onzen mede
met veel vorderden, en dagelyks veel
zieken kregen.
Dit duurde zoo tot in de maand Au-
guftus, wanneer de Heer Matelief door
zyne brand-wagt bericht van ’t naderen
der Portugeefche groote vloot kreeg.
Zoo ras Matelief dit vernomen had,
heeft hy ’c gefchut, dat te Campo Clin
lag , en ook al de Bagagie weer doen
t’fcheep brengen.
V y f a zes dagen te voren had h y , zyn
volk eens naziende, bevonden, dat hy
nog 1200 eeters, en daar onder 22 ge-
quetften, en 16z zieken had.
Egter ging hy hier mede den 17. Au-
gulty t zeyl, en quam ontrent ’s middags
by de Portugeeze vloot, diehy tot ind?n
donkeren avond befchoot.
Hy bevond dat zybeftondin i«groote
Galltoenen , 4 Galeyen, 1 Carvell, en
uyt 14. andre vaartuigen, w a a ro p ry«
blanken,en wel tweemaal zoo veel (warten
waren, waar mede zy Atsjeh, Malakka,
Djohqr, Pahang, Patani, Bantam, en
nmboma dochten te veroveren.
Den 18.dito geraakte eenvan’svyands
fchepen ’t fchip NalTau, eer ’t zyn anker
gchcht had, aan boord; waarop de
lchepen Orangie en Middelburg wel toe- Met
ten» °nt ’t zdve teontzetten; dop
zeer ongemanierd , geraakten die o fk Ä f
malkanderen aan boord; waarop terftond dans
de onder Zee-Voogd der Portugeezen-TOku
Alvaro Carvalhovolgde, die Middelburg
aan boord klampte, gelyk ook’tGallioen
van Don Enrique de Norinha ’t fchip
Orangie van de eene zyde aan boord raak-
te , terwyl van de andre zyde het Gallioen
van Don Duarte de Guerra hem vlak
voor den boeg quam; doch ’tfchip Mauritius
, dit ziende , quam terftont op
Don Duarte a f , ’t geen • toen aldaar
een hevig ge v eg tg a f, alwaar zig de Portugeezen
zeer dapper met het werpen
van vierpotten, en de onzen niet weinig
met fchieten verweerden.
, Eindelyk fchoot Mauritius Don Duarte
s Gallioen in den brand, enontfloegzig
van den zelve; maar Middelburg en Alvaro
Carvalho , nevens Don Duarte hieven
aan malkandren vaft, waar door zy ,
alzoo Middelburg zig van hen niet redden
kon, alle drie verbrandden, hoewel het
meefte volk van Middelburg behouden
wierd. 11
Ook geraakte Alvaro Carvalho' in de
lloep van Middelburg met 40 a yo man,
die alle door dievan’tfchipOrangiedopd
geflagen wierden , zonder Carvalho f’t
geen Matelief, wat hy ook dede, niet
beletten kon) zel£ te verichooiien. -
Don Enrique de Norinha bleef aan ’c
fchip Orangie , en wierd van de Heer
Matelief, die zyn fchip z vlaggen ontnam,
ge'vj1 tc Etyken, cn zieh gevangen tej
J* hy meende hem al in zyngeweldte
hebben, alzoo hy zyn vlag al geftreken
had; dog door lilt ontqnam hy hem, en
ook ’ t fchip Mauritius , dal hem anders
nog zou veroverd hebben.
Hy was wakker doornageld, en had
zeer veel volk verloren.
Her fchip Naflau wierd door de twee
T t J Portu