
in ccn tamelyke Karrawanfera, daar van
alles te koop is. Daar gingen wy onze
vermoeide leden met een goeden teug
warme wyn zalvcn: want men de zclve
hcel weinig te koop kan krygen op de
wegen. Dit dorp is Majien genaamd.
Majien. Den 31. quamen wy tot Abigerne,
Abi- namen ons verblyf in tenten op de weg
gerne, tuflehen ’t gebergte» ln een Valley ftaan
twee bergen, in fatzoen als de Tafelberg
aan de Caap de goede Hope, dog zoo
groot nict. W y moeften door een rievier,
reden mede over een fchoone brug, ejaar
een fnel vliegend water doorloopt, dat
by Gamron in Zee ftort. Voorts was de
weg hcel goed, hier ftaat een redelyke
Karrawaniera, daar een rievier voor by
fpruitende uyt een ro ts , zoo
af körnende, zagen wy in een fchoone
Valley de wydberoemde en vermaarde ftad
Sjiraas, eertyds Sufan genaamd, alwaarSjiraas.
de Koning Ahafuerus zyn Hof gehouden
hcefc. In het inryden zagen wy als in
een aards Paradys heele Boomgaarden van
Cyprefien en pyn-appel-boomen , 00k
allerley zoortvan vrugtboomen, cicrlyke
gebouwen, en koftelyke groote graf-
fteden, benevens treffelyke Luft-hoven.
De verdere gebouwen van deze verma-
kelyke plaats zyn niet als huizen van
Kley, ftroo, en andere vuiligheid, op->
gemaakt.
Hier heeft men de ftapel van de befte
wynen, die zecr lekker om te drinken
zyn. Zyn Ed: gaf een gebod uyt, dat
niemand 1 eenigen •loopt ,^ , - w draqk zou möcg en b.y ons
natuurlyk, als o f ’t een gewelfde brug j brengen} dog was wel ligter te bekomen
was# alzoo wy ons verblyf hadden ten huize
Perfepo- ; . Hier groejen in ’t inoras biefenen riet, van de E. Maatfchappy’s wyn-Makers,
« cn aan »c gebergte Calaminta mowtana , en konden zoo veel wyn bekomen, als
Verbafcum & c : vier a vyf mylen van hier wy begeerden. Men zegt 00k, dat hier
{fear nog ccn gedeelte van Paleis des) de fchoonfte vrouwenvandenaardbodem
lis over-
bly freien,
Koninks~Darius} :dog wy moeften dat tot
ons leetwezen aan de linker-zyde laten
leggen.
^Wy hadden geerne de overblyfzelen
van Perfepolis willen bezigtigen , dog
alzoo ’t van de weg af was, wilde zyn
E d : de reyze daarom niet verlengen. Alliier
ftaañ twee. vlakke bergen, daar nog
cenig metzel-werk aan te zien, was, alwaar
eertyds Katteelen hebben opgeftaan,
om voornoemde Paleis cn de ftad tegen
den aanloop der wederfpannigen te beichermen.
Op deze tyd hadden wy weer
fnedige koude, maar goed water.
Bafigaar. Den 1. N ovember zyn wy tot Bafigaar
gekomen. Daar is een flordige Karrawaniera.
Voor den ingang ftaat een Vierkante
watertankj dog ten deelen vervallen.
Digt daar b y , daar zyn E d : tent ftond,
was een fontein, door de rots opborleride,
dat aangenaam om te zien was, cn diens
water koel om te drinken was. t
W y trokken voorby een fchoone
Karrawanfera by een dorp, hadden veel
moeras onder weeg, en reeden over een
fteene gemetzelde brug, die ruim een my l
lang is, met veel bogen daar verfcheide
rievieren doorloopen. W y zagen veel
putten, daar *t Zaey-land mede bevogtigt
werd: want het hier heel zelden regend.
Digt aan de voornoemde Maniel reeden
w y over een hoogen b e rg , genaamd
Cötali Bafigaarj zagen een groote menigte
van Kraanvogels , en verfcheide
Arcndcn.
Den 2. November trokken wy over
een hoog gebergte, en op de weg vernamen
wy veel klippen en Key-fteenen ,
00k verfcheide cierlyke graf-fteden cy-
presboomen, en rievieren. Van ’t
te vinden zyn} dog daar van kan ik de
waarheid niet zeggen , alzoo de vrouw-
lieden met een kleed van ’t hoofd tdt de
voeten bedekt gaan , ten anderen zoo was
myne nieuwsgierigheid zoo groot niet,
om dat te onderzoeken. Men heeft hier
veel loopende rievieren uyt *t gebergte
vportkomende. Ontrent een myl yan deze
ftad ftaat een groote berg van Klip-fteen,
daar men | uurs over bezig was, om die
met onze paarden te beklimmen. Daar
was een uitgehouwen pu,t, 20 votten
lang, 118 breed, en meerals400 vadem
diep , welke gezegt wierd , door den
Koning Darius, als hy voor Alexander
de Groote vlugtte, en geen water wegen«
de groote droogte voor zyn volk bekomen
kon, gemaakt te zyn.
Drie mylen verder zoude ’ereen, nog
grooter en dieper, dan deze, zyn} dog
heb de zelve niet gezien. Ontrent een
half myl van deze ftad heeft men een
vervallen gebouw, en mede een zeer diepe
put} dog zoo groot niet, daar nevens
ftaat een tamelyk gebouw , daar een
Moorfche heilig in begravenlegt,zynde
geweeft een van hunne Propheten. Hier
ziet men cierlyk gefneden w erk, als 00k
Ichilderagien (na hunne manier) benevens
een boek,door den voornoemden Propheet
befchreven.
Ook ziet men onder de aarde huizin-i
gen als Karra wanfera’s , alwaar Darius
volk zig zouden verborgen gehad hebben.
Deze ftad geeft alle jaren een ongemeene
menigte van allerley koftelyke vrugten,
als Druiven,Perfiken, Abricoozen, Ap-
pelen, Peeren, Kerfen , Morellen ,
Kismis, Amandelen, Niooten, Vygcn,
Liraoenen, Oranje appelen. Inzomma,
tis
t -is een plaats , waardig om van alle
Keyzigers bezigtigd te werden. Alhier
bieef zyn Ed: den 3, 4 , y , en 5. ne-
mende onderwylen het vermaak, om
eenige der voornaamfte Luft-hoven en
oude gebouwen te zien.
Den 7. dito vertrokken wy van Sjiraas
, hadden een goeden Weg, en rondom
ons veel dorpen. In ’t dorp Oefiwat körnende,
nam een Pater Carmeliet, benevens
eenige andere (zyn E d : uitgeley ge-
daan hebbende) met alle bcldfefdheid af-
fcheid. Zagen ter linker zyde van ons
een groot beiloten Meer, körnende van
alle kanten van ’t gebergte als in een kom
daar in vloejen. W y reeden over een
fchoone lange fteene brug, daar een fnel
loopende rievier onder door lo opt, en
wy namdn ons verblyf in tenten by een
Karrawaniera Babaghafi, zeer eenzaam
in ’t gebergte ftaande , ndvens klip , en
net land.
Dit is een redelyke groote Karrawaniera
} dog een gedeelte is ingeftort. ß y
zoodanigen verval van de huizen en gebouwen
der Periianen ftaat aan te merken,
dat zy ganich niet van verbeteren
houden} maar liever naaft een vervallen
huis een nieuw bouwen*
• Deze , en meeft alle Karrawanfera’s,
en water-tanken zyn van Keyfteenen en‘
Kley gemetzeld. De Keyfteenen zyn hier
in overvloed, leggende groot en kleen
op de wegen, tQt groot ongemak voor
de Reizigers, zoo wel te paard, als te
voet. W y vernamen hier weder groote
koude.
Den 8. dito namen wy onzen weg over
een redelyken grooten berg, Cnonebande
genaamd , zynde nict als klip-key-en
hart-fteen, en op veel plaatzen zeer glad,
dat paarden en muilen veeltyds dde glib-
beren, zoo dat wy niet zonder groot
gevaar over de zelve geraakten. Wy
zagen een ontelbare menigte van fchaapen
en bokken op dit gebergte. W y quamen
doen in een luftige Valcy, daar on
moejelyken weg over klippiggebergte ,
vol Key-fteenen, en quamen tot Pajera.
Alhier is een redelyke Karrawaniera} dog-
namen onze ruft in tenten. Het is hier
zeer eenzaam zonder eenige huizing} daar
loopt een fnelle rievier voorby de Maniel ^
val lende met een groot gedruis op eenige
klippen. Aandekant vond men een ftroo
hutje.
Hier onthoud zig op de weg , by ty*
den van fneeuw, veel ongedierte, en dan
is ’t voor de reyzendo gevaarlyk} maar
anders kan ’t wild vee genoeg krygen,
dat zal dan geen mehfehen aandoen, o f
I befchadigen. Hier ziet men in een berg*
van blaeuw Marmer uitgehouwen , een
wooning, ruftende op pilaaren en ver-
welfzelen, en is na de Perfifche manier
wel gefchikt, en moet daar aan een zwaren
langen arbeid gedaan wezen. W y
hadden hier zeer koude en onguure winden;
Den io. ditö hadden wy ruim een half
myl weegs weder een elendigen weg , als
de voornoemde, daar na een vermakely-
fcen vlakken weg met-kleine Key-fteenen ,
zagen veel dorpen, daar de melt hoopen
van huizen ftaan tuflehen vermakelyk
geboomte in, en daar ook Dadel-en andre
fruyt boomen in groote menigte ftaan.
W y reden voorby een Karrawanfera *
genaamd Chaffert, en iloegen ons neder
in een Karrawanfera Asmogeert genaamd}
zagen nog ver van ons af cierlyk geboomte
i en veel dorpen, hadden lydende
koude, en begonnen van nu a f aan de
wärmte op te loopen.
. Den 1 1. dito trokken wy over een
fteenagtig gebergte, zagen geen dorpen j
maar eenige veehoeders-huttenen quamen
tot Mochai Sugta. Hier ftaan z
Karrawaniara’s 4 een koftelyke groote
nieuwe, en een oude vervallenc.
Agter deze Karrawanfara’s ftaan twee
koftelyke nieuwe overwelfde Tanken.
W y quamen ontrent midder nagt in de
Maniel} na by zynde ontrent 1 uur ont-
moetten ons eenige Soldaten, Perfianen,
vers daar op hielden } dog wy waren zoo
wel voorzien, dat wy de zelve niet van
nooden zouden gehad hebben, dewyl de
Perfianen een zeer vreesagtig volk zyn.
Ik zou niet twyffelen, dat 100 Hollandze
Soldaten, een goed Bevelhebber by hun
hebbende, meer dan 1000van dchunnen
als ftof zouden verzayen.
trent in d e midden een fchoone tank ftaat, i “ ««tenons een ige Perfianen.
overdekt met een zeer hoog rond gewelf, en ging de fpraak, dat zig ettelyke roo-
Vvaann tKveeyv--fitteeeennfeinn onpngoepmmaaaaikrtf. u- u _ , 0 J
W y hieldcn ons verblyf in een goede
Karrawaniera Moefafari genaamd } dog
eenzaam} en zagen in de voornoemde
Valey veel dorpen en geboomte. Hier
heeft men moeraffiee rievieren , alwaar
eenige Carpers, reaelyk groot, met een
angel-roede gevangen wierden. Ook
ichoot onze Sergeant verfcheide tortel-
Den 12.. dito trokken wy längs een
duiven 4en patryfen , welke alle tot een
redelyken weg , door eenige rievieren ,
gefchenk aan zyn Ed : wierden opgeof-
voorby een kleyne Karrawaniera } reden
ferd.
over een fteene brug , tamelyk ' lang ,
W y hadden’s nagts groote koùde, en
Vorft.
en zagen aan de weg een fteene gemetzelde
Colom, ontrent 30 voet hoog4
Den p. dito trokken wy over een
zynde geftigt voor kinderen, die huni
ouders