
Winden,'
Lugt-
ftreck,en
Saifoe-
nen hier.
De ftad
Cananor
afgebeeld,
neveus
het Ka-
flcel.
die w y , alfoq difLßog zeer weinig by de
onfen bckend zyn, voörbygaan.
Ook zyn de zelve zoövcrre, als-meri
wel gemeind heeft, niec onder den Ko-
ning van Coetsjien, hoewel zy hem ee-
ren, eh achten, als een Vorft, bbvcn
lien verheverij dog ieder is een Heer op
lieh zelven.
Schoon al defe Ryken hunnebyfonde-
re Köningen nu hebben, ftonden egter
de meefte vanouds onder eenen Keyfer,
gelyk zy nog meeft doen.
In de alleroudfte tyden was het ook,
om zoo te fpreeken, maareen Ryk ; dog
de Vorft, na Mekka vertrokken zyn-
de, om Mahhammcds graf te beiien ,
cn op de te rüg-reife overleden zynde,
is zyn Ryk in drie deelcn gedeeld, waar
van het eerfte aan den Koning van Ca-
nanor, (zyn wapendragcr geweeft zynde)
het tWeede aan die van Calicoet
{zynen fwaard-dragcr) en het derde aan
den Koning van Coetsjien (wel eer zynen
Seepter-drager) gegeven, hoewel
'er tuflehen defe drie Vorften naderhand
altyd dit onderfcheid gebleven is , dat
men dien van Calicoet altyd boven de
twee anderen geagt, en aan de zelve ook
een veel hooger Titel , te weten die
van Samoryn, of Keifer van Malabar,
gegeven heeft.
Dit landfehap is zeer water-ryk, en
vol Ri vieren, waar van demeefr** vppr
ondiep , dog de voornaamfte die van
Bergera (het gemeene roof- neft der Ma-
labaarfe Vaartuigen en Roovers) dievan
Banane, Cranganor, en Coetsjien, zyn.
Op deze kuft paft mede *t geen wy
bevorens over het Landfehap Canara, in
opfigt van de faifoenen, gezegt hebben.
By dag is ’t hier zeerheet , enbynagt
door denfwaren dauw, zeer koud. Men
heeft hier ook Land- en Zee-winden,
van welke de eerfte fich van ’s morgens
ten p ä io uüren, en de laatfte van ’s a-
vonds even na Zons ondergang den gan-
fchen nacht over laten voelen. Ook be-
gind de Winter hier in Mey, en de Zo-
mer iniOdfcober, of November.
Dog laat ons nu treden tot het bcfchry-
ven der voornoemde zeven Koningry-
ken, ol wel van hare aan Zee-gelegene
Hoofdfteden.
De naafte ftad aan Goa is Canfcnoor.
Zy legt van Goa wat meer als 40 my-
len , io a u van Mangaloor aan de
Noord-zyde; dog Calicoet legt p a 10
mylen in *t Zuiden ’er af.
Het is een ftad, die open legt, dog
anders al fraei groot envolk-ryk,. zynde
van een fchoone Vefting (door d'Almti-
d& gcbouwd) hooge boiwerken, encen
vry diepc gracht voorfien , leggende
meer dan half in ’t water, zonder dat’er
egter eenig Vaartuig, wegens de menigte
klippen duar rondom leggende, by
of ontrent komfen kan.
De gracht, die aan de andere zyde
legt, is uit eeiidleen-klip gehouwen,en
wel 100 voeten diep.
In de ftad heeft men verfcheide Moorfeen
Hcidenfe Tempels, en veel deftige
huifen, een bewys en overblyfzel ,
dat defe ftad in öude tyden zeer gebloeid,
en een groote handel op deze en gene
geweften van- Indien ( en voornamelyk
op ’t Roode Meir, Suratte, Cambaja,
Choromandel, en meer andere landftree-
ken) gehad heeft, waar toe ook haar
fchoone Baey, de welke aan de Zuid-
zyde der ftad, en waar by nog een andere
Vefting der Mogolders legt, zeer
dienftig geweeft is, waar in men eertyds
20 a 30 geladene groote Schepen plagt
te fien ankeren; dog dat is, b y ’t ver-
loopen van de zaakenderPortugcefen, al
mede vermindert.
De meefte ingefetenen der zelve zyn
Mooren, Perftaanen, enHeidenen, onder
de welke egter nog al yerfeheide
Kooplieden van vermögen zyn, en die
grooten handel landwaard in met Cat-
toene-,en Zyde kleeden dryven, waar
tegen zy van daar weer Cardamom, Pe-
per-, Cattoen, Klappus-nooten, en veel
Olie, vervoeren.
Wy beeiden die ftad af N ° - 17., en
her Kafteel lST0. 17. A., Zoo als ons dat
door den Heer Adam v/mder Duyn, Com-
mandeur van Malabar , is ter hand ec-
fteld.
Onder defe ftad behoord nog veel land
benoorden, bezuiden, en beooften de
zelve, dat onder den Koning van Cana-
noor ftaat, die zyn H of 3 2 4 mylen van
Balipatnam houd.
Zyn Ryk begind by Montedelli, en
eindigd by Bergera.
Het was nog, al een Koningje van ee-
nige magt, en dat nog al eenig volk ,
en byzonder een deel Musquettiers en
Boogfchutters, te vclde brengen kon ,
waar onder ftch ook eenige baejevangers
met zware houw-meflen, wel een duim
dikaanderug, bevinden; dog zyn magt
is jegenwoordig zeer Ideen.
Wanneer hy plagt ilit teryden, zat
hy gemeenelyk op een grpoten Olifant,
hebbende hy een goudeKroon, die foo
ducaaten zwaar was, en die ’c fatfoen
van een muts had, op zyn hoofd.,
Hy is een bondgenoot van ons, van
welken wy hier na; breeder zullen fpreeken.
is ook Koning over eenige der Mal-
divife Eilanden, welk recht hy verkre-
gen heefc, door een van defe Köningen,
die van zyn eigen volk overvallen wierd,
te helpen.
y a 6 mylen bezuiden Cahanoor, heeft
men