
B E S C H R Y V I N G der K U S T
Kuft gezeyld is , ontdckkcnde in Maart
1606. op Atsjien dat eenen Pieter W il- j
lemfloon als onder-Koopman van wegen
onze Maatfchappy zyn vaft verblyf in
Mazulipatam had.
Hy was van voornemen, om eerft op
Nagapatarö aan te gieren , dog vond den
ip April goed dat voorby te loopen, en
maar ten ecrften Palleacatta aan te doen,
alzoo hy vreesde, dat hy deze Reede
anders, om de fterke weftelyke winden,
niet zouden können bereyken.
Hy quam den z f . dito voor de Stad
St. Thome , o f Maliapocr, ten, anker,'
alwaar hy drie ledige Portugeeiche iche-
pen in brand ftak.
Den z6. dito van daar vertrokken zyn-
de, quam hy ontrent den avond ter ree-
de van Palleacatta, alwaar henj op den
27. dito eenige ververfching van den
Hawaladaar aan boord gezonden wierd,
die vragen deed wat volk zy waren,
waar op gcantwoord zynde, dat zy Holländers,
en daar alleen maar om te han-
delen gekomen waren , ga f hy hen ver-
lof, om aan Land te körnen, en daar te han-
delen, mits dat zy 4 ten honderd aan T o l
van inkomende en uytgaandc goederen
betaalen zouden.
Hy vond die aanbieding zeer wel j maar
▼erzogt verzekering, dat zy ons volk,
na vertrek van ’t fchip, aan de Portu-
geezen, daar woonende, niet zouden
overgeven.
Z y verzogten dit te meer, om dat zy
daar 3 Portugeefche fchepen op de Reede
zagen leggen, en om dat zy hoorden,
dat ’er 4 aan land waren.
Men ga f aan de Heer van Solt dien
aangaande volkomen verzekering ; dog
alzoo hy van ter zyden van een Moor bericht
kreeg, dat *cr wel haaftmeer Por-
tugeezen van St. Thome ftonden te ko-
komen , dewyl zy uytdrukkelyk door de
drie fchepen, hier leggende , ontboden
waren, die hier toen 00k al eenig gebied
Tchenen te hebben , befloot hy hier
niet lang te blyven.
Zeker Bramine verzogt hem wel ern-
ftig, daar eenig volk aan Land te laten 5
dog om de voornoemde redenen konde
hy dat niet goed vinden, ten wäre hy
z a 3 Portugeezen by hem in gyzeling
laten wilde 5 ’t welk hy zeggende niet
Vermögens te zyn om te open, verzogt
h y , dat hy dog na een brief van den
Koning wagten wilde ; maar na dat hy
hem reden gegevenhad , waaromhy niet
langer wagten konde, is hy den 30.
Als 00k van daar vertrokken , en den 3.
te Peta- May te Pctapoeli ’s avonds ten anker
podi. gekomen, daar zy die nagt door de
harde wind een anker verloren.
Men ftond hem toe daar aan land te
komen, en ’er tcmogephandelen, wes-
halven de Koopman, Dirk van Lceuwen
en Pieter Warkyn, een onder-Koopman,
den 4 dito na Land gezonden zyn 5 om
te vernemen, wat voör Kleeden nu hier
te bekomen waren, en o f ’er de plaats
na was, om daar volk aan land te laten,
als mede hoe *t daar met ’t betaalen van
den T o i gelegen was.
Deze nu daags ’er aan, o f den f . te
rüg gekomen, en de Heer van Solt nu
van alles net onderricht zynde, is hy zelf
den 6. dito aan land gegaan, daar hy
’s namiddags ten 2 uuren door den Heer
Landvooga, van eenige Perfiaanfche
koöp-lieden verzcld, zeer vriendelyk en
beleefd ontfängen, en in ’t tolhuys gebragt
is,metbetuyging, dat hy over Zy-
ne Somit zeer verblyd was.
Na dat zy nu met den anderen gefpro-
ken hadden, en wegens den toi over
een gekomen waren, liet de Hawaladaar
ten eerftc daar eenige goochelaars
en dans-hoeren komen (want zonder de
zelve können de Inländers dog niet vro-
lyk zyn), om hem vermaak en eere aan
te doen.
Daar na deed hy den Heer van Solt
met een koftely ke Palankyn, terwyl zyn
ander gezelfchap hem te peerd volede ,
door alle de itraaten , die met bloe-
men behängen waren, omdragen , en
met een groot geluyd van Trommelkens,
en Schalmeyen over al , daar maar iets
te zien was, brengen, tei^yl die hoe-
renhem, dat een groote eere was, aid^osr
iende volgden.
Eyndelyk bragt hy hem in een huys,
dat hy hem voor een tyd tot zyn verblyf
vergunde.
Hy ging den 7. den Hawaladaar be- Alwaar
zoeken, bragt hem een gefchenk van 4 Q,mp-
ellen Scharlaken, 4ellenFluweel, eeniftoir op-
ge glazen fpiegels, Foclie, Nagelen, engengt
Nooten-Mufchaaten, dat hem zeer a*»"- wierd.
genaam was.
De Heer van Zolt verzogt een plaat?
te koopen, om hier een huys te bouwen,
dat de Hawaladaar hem toezeyde , belo-
vende daar toe een bequame plaats uyt te
zien.
Den 8. dito bezogt hy 1 Perfiaanen,
die daar wel ’t meefte vermögen hadden ,
deed hen 00k een gefchenk geven, en
kreeg daar op van hen de belofte, dat
zy alle de Wevers aldaar by hem ontbie-
den zouden, om hen zulke kleeden, als
waar van hy de Monfters mede gebragt
had, te'latcn namaken.
Den 8. dito is het Cargazoen, dat de
Raad beiloten had hier te laten, aan
Land gebragt, en de Koopman , Dirk
van Leeuwen, voorgefteld, om hier voor
eerft te leggen, gelyk hem de onder-
Koop-
Ko<
Van C H O R O M A N D E L;
)opmän,Pieter Warkyn,tot zyn hulp jder inkomende goederen tegen x\ ten v
Tweede bygevoegd is, om den han- honderd verliet , verklärende , dat hy
del van onzen ’t wegen daar waar te ne- ontrent de uytgaande gcen nader afflag
mehj ten welken eynde voor i z Pagoo- vermogfcns was tegeven tnaar rade hem
den 00k een fraey erf gekogt is. dit nader aan den Vorft des Lands , te
Na dat hy nu verfcheyde Wevers en weten den Koning van Biinagar, te vei -
Schilders ontboden, en d e vereyfehte zoeken.
kleeden aanbefteed had, heefe hy vanl Men bragt ondcrtuiTchen onze goede-
Lecuwen en Warkyn daar gelaten, na ren, en al ’t geld, aan Land , gevende Gefehlt,
hem van ’t noodige voorzien te heb- den p. Juni Pieter Izaakflbon’t bewind 27? ^
ben, op den 13. Mey alles ’er na ge-1 daar over, en daar wierd by den Raad
iehikt hebbende, om van daar te ver
trekken, dog een harde ftorm, op die
dag zig opdoende, en dcf Noordelyke
beiloten, dat de Heer van Solt zelf, ne-
vens den onder-Koopman van onze Log
ie , Pieter Willemflöon , 11a Bifnagar
wind, die alle jaar in Mey zig daar on- gaanzou, om den Koning over den afüag
trent 14 dagen lang voelen laat , en van den T o i nader yerzoek te doen.
zo ondragelyk heet was, dat zy venders Zy vertrokken den 10. dito derwaards
cn deuren op die dag moeften geiloten I in Palankyns, zynde verzcld van,40 Per-
Verhouden,
bclcttede hen dit. Hoewel
*t hem zeer verwonderdedat het water in
de Gorgelctcn, by deze zware hitte voor
al buytens-huys , kil-kout bevonden
wierd.
Den 14. dito vertrok de Heer van
Solt van hier, en quam den 17; dito
?.eyld na op de Reede van Mazulipatam ten
Mazuli- anker.
paam. Den ip. dito zond de Hawaladaar
eh Sjahbandar een Chaloep, met eenige
vlaggen , Trommels, en. Schalmeyen,
om dezen Heer in te lialen,
die ontrent de middäg, uevens zynen
Schipper, zeer vriendelyk van hen aan
land ontfangen ;isv ,
Men moet weten, dat te dier tyd
daar reädszeker onder-Koopman, Pieter
Willemfloon, nevens eenen Pieter Iiaaks-
zoon,als opper-Hoofden lagen, om den
handel aldaar van wegen onze Maat-
ichappy waar te nemen.
Den Landvoogd befchonk den Heer
van Solt, en den Schipper, ieder met
een verguld eeren-kleed, liet de hoeren
(na ’s lands wyze) voor hen danflen ,
en dede hen alle bedenkelyke eere aan.
H y dede den Heer van S o ft, alzoo hy
niet wel ter been was, in een fraeje.
Palankyn, onder *t geluyd van Trommels
cn Schalmeyen, terwyl de hoeren
voor uyt danllen , eil zyn verder ge-
zelichap, met de daar leggende opper-
hoofden, te peerd agter hem volgden ,
de ganfehe ftad door voeren, en eyn-
delyk in hun huys, dat wy daar reeds
hadden, brengen.
Den ¿0. dito ging hy by den Ha-
Daar hywaladaar* oni over den toi te ipreken,
vriends- die 4 ten honderd voor de inkomende
lykont- en 16 voor de uytgaande goederen vor-
wierd! en hoewel de Heer yan Solt
ioonen, ten deele Soldaaten, tot ver-
meerdering van hun ftatie , ten deele
dragers van de Schcnkagie. Ook hadden
zy 2 Tolken cn 4 bootsgezellen by zieh,
die op oflen reden, en zy quamen ’er alA
len behouden aan.
Maar den 30. Juli verftond de Heef
an Solt, dat ons volk tot Mazdlipatam^aat
eenig öngemak door een zware oploop
van water was overkomen, waar door die Koning.
ganfehe ftad by na als onder geloopen was j te ^Prc*
een ongemak, hier meer voorgevallen. ^cn‘
oordeelde, dat hy hier niet meer toi
als tot Petapoeli, bchoorde te geven y
kon hy hem echter tot gcen nader af-
flag brengen, dan dat hy hem de toi
Dit noodzaakte hem, na dät hy alles
daar ondertuflehen reeds op een goeden
voct gebragt had, en dat ’er maar na ’s
Koninks Firmaan, o f d’afiiag- brief van
T o i, te wagten was, om allcheyd van
alle grooten te nemen, en Pieter Wii«
lemfloon daar zoo lang te laten , om na
nog zulk een brief (alzoo hy ’er al een had),
te wagten , die hem, na ’t eyndigen van
zeker Fecft, onder ’s Königs zegel ge-
geven zoude werden.
Hy vertrok den 1. Augufti uytBiina-
g a r , quam den 8; dito tot Condapilli,,K«er^
iprak met den overfte van die Vefting,mctj..
en verzogt de vevlofiing van drie onzer fnt- ®
bootsgezellen, die 160f . by de Portu-woord
geczen meynden over te loopen , dog we(lo*
die door de Inlanders gevat, en hier ge-*rom*
vangen gezet wierden.
Hy verkreeg hun vryheyd, mits dac
hy aan hem 100 Pagooden voor een half
jaar leenen, en welke zomme hy hem
in kleeden volgens de gemecne prys aldaar
wedergeven zoude.
Den 10. dito quam de Heer van Solt
weer tot Mazulipatam, wierd door de
zoon dcs Sjahbandars (of Tollenaars) en
door meer andren zeer deftig ingehaald,
te meer f om dar hy van den Kdning van
Bifnagar zoo wel ontfangen, en zyn ver«»
zoek van afflag der tollen hem zoo gunftia
töegeftaan was, welke 2aak hem, en 3
de onzen, daar na hier zeer reel aanzien
gaf.
H i W y