
SjwMt zenden, gelyfchydaar na ookzynenweg
derwaarts genomen heeft.
Z y waren hier by eenige Hottentots,
die hen wel geen quaad deden j maar die
hen, alzoo zy malkanderen niet verftaan
konden, ook geen hulp konden toebren-
gen, en tegen de welken, alzoo zyvoor
hen vreesden , zy zieh in ’t eerft, voor
al ’s nachts, zoo veel mogelyk was, be-
fchanften.
- Daar na zyn zy längs ftrand gegaan,
in hoope van dat zy , na een tbgt;van
ontrent zoo mylen O. aan, de. rivier van
den H. Geeft ontmöeten, en daarPortu-
geezen van Mozämbike vinden zouden.
Hoeveel redenen nu de Sou/a, envoor
al zyn fwakke gemaalin , hadden , am-
zieh over dit beklagelyk ongeval te be-
droeven, hielden zy egter beiden zieh hier
in zeer kloekmoedig, temeer, omandere
kleinmoedigen, welker hulp zynaderhand
kohden van nooden hebben, hier door
een hert onder den rieni te fteken. Zy
waren toen ontrent nog zoo zielen fterk,
van welke zommige de kinderen, en andere
de gemaalin van Sepulveda in een
draagbaar, doch bybeurten, droegen.
•. Alles ging nog wel, zoo lang zy eenigen
voorraaq en fpyze by zieh hadden, maar
toen die begon te ontbreken, en zy door
den honger en de wilde dieren te gelyk
befprongen wierden, zoo waren zy ge-
noodzaakt . zieh eerft eenigen tyd met
moflelen , en daar na met eenige wilde
vrugten,te behelpen. Eindelyk dwong hen
de honger de doode lichaamen van wilde
beeilen, die zy onder weeg vonden, op
te eeten. Hier by quam groot gebrek
van drinkwater , en meer andere onge-
makken van den weg , waar door zy in
körten tyd zoo veel volk verlooren, dat
Sepulveda’ s gemaalin niet meer gedragen
kon worden 5 en zy daar en boven nog
genoodzaakt was, by beurten haare hinderen
mede te helpendragen, dat zy met
een wonderlyke kloekmoedigheid , tot
aanmoediging van veel anderen, volbragt,
en zoo lang uithardde tot dat zy , na
verloop van vier maanden, aan de rivier
van den H . Geeft quamen, zonder egter
nog. eens, te weten , dat zy by de zelve
waren, alzoo zy geen goede tolken hadden,
die in ftaat waren, om hen net be-
rigt. daar a£ te geven.
Z y meinden , dat het een zeer groote
rivier zou wezen , en zy bevonden dit
maar een kleine, die in drie takken ver-
deelt was, te zyn. ,
Hy vont hier een landheer, die nu en
dan wel met Laurefis Marcheje , Antonio
Caldeira, en meer andere Portugeezen,
gehandelt had,,en die hem raadde, om
daar te blyven, tot dat ’er eenig Fa&oor
van hen van Sofala komen mögt 5 en voor
al raadde hy hem af van niet verder landwaart
in te gaan, alzoo hy daar menfehen
ontraoeten zou , die hem bedriegen en
van alles berooven zouden > al ’t welke
hy hem egter meer met teekenen en door
wyzen, als wel door klaare woorden, te
kennen g a f j doch al zyn raaden was
vrugteloos, alzoo hy hem niet wel begre-
pen had, en daar beneven dezen landheer
zeer miftrouwde , hoewel hem die niet
dan alles goedsdede, enhem nog eenige
ichuiten, om de rivier verder op te raa-
ken , leende.
Hy vernam eindelyk , dat hy nu 500
mylen van de plaats, daar hy fchipbreuk
leed , en dat dit de’ regte rivier van de
H. Geeft was.
Nu waren zy nog maar 110 zielen
fterk, die alle z?er fwak waren, en bevonden
daags na hun vertrek van dien be-
leefden landheer, die hen zoo wel geraa-
den had, dat zy onder een troep van 200
fwarten vervallen waren , tegen welke
zy vreesden te zullen moetenvegten, en
waar toe zy zeer weinig in ftaat waren.
Deze fwarten verzogten zy , na hen
hun wedervaaren door tolken verhaalt te
hebben, om eenige levensmiddplen, die.
zy , zieh tot hen genegen veinzende , zei-
den niet by hen, maar wel in hun lladt,
niet verre,van daar gelegen, te hebben.
Weshalvenzy, hoe vermoeit ook, be-
fluiten moeften om derwaarts te gaan 5
doch de Prins dezer fwarten wilde hen in
de zelve, niet ontfängen., maar wees hen
een plaats daar buiten aan , däar hy hen.
vleefchj.en andere levens- middelen toe-
zont, ’t geen zy tegen fpykers, en andere
inuiileryen, inruilden.
Sy verzogten dezen Prins naderhand
om beter wooning, die hen zeyde, dat
hen niet te können toeftaan, voor en al
eer zy hunne wapenen aan hem overga-
ven, alzoo zyn ingezetenen daar voor anders
te bevreeft zouden, zyn.
Hoe hard dezen eyfeh voor de Portugeezen.
was, zy moeften egter eyndelyk
of hier toe komen , o fz ic h zelven de
keel toebmden.. Het eerftewas zeer ge-
vaarlykj dog ’tlaatfte doodelyk.
Eleonora , die zoo grooten belang als
yemant hier in had , raadde dit eerfte
egter haaren manaf, met alledebeweeg-
redenen en klaare. aantooning van hun
aller uyterfte gevaar 5 doch tegen "dezen
goeden raad van zyne verftandige en kloek-
moedige Gemalin , en van zoo veel anderen
van zyne goede yrienden , vond
Manuel de Soufade Sepulveda egter goed,
om alle hunne wapenen aan dezen loozen
bedrieger over te geven , waar op deze
barbaaren hen wel in hunne ftadt lieten
komen 5 maar ’t gefchiede alleen., om hen
eerft zeker en wis van alle het weerdige,
dat zy nog bezaten, td berooven, enhen
toen naakt en van alles ontbloot met ftok-
1553-
ken van daar te flaan , en na ’tboich te
jagen.
Dus zag Sepulveda nu te laat zyne on-
bedagtzaamheyd , en dat hy veel beter
gedaan zou hebben , met de goede raad
van zyne Gemalin , en goede vrienden,
te volgen, en ’t uyterfte te leydenj dog
dit lach’er nu toe , en was niet te her-
doen.
Het bleef hier niet by j maar z y , van
daar nu voortgetrokken , en onder de
handen van nieuwe roovers geraakt zynde 5
wierden van hen zeer vyandig en oneer-,
lyk aangetaft, zonder zeit ook de Vrouwen
en Rinderen eenigzins te verfchoonen.
Daar zag toen Sepulveda de eerbaar-
heyd van zyn kuifche en dappre Gemalin,
die zieh tegen haare Scnenders , niet
weynig met haare vuylten verweerde,
het uyterfte lyden. i
Na dat nu deze roovers hen verlaten
hadden, trokken zy nog eenigen tyd in
de grootfte armoede, en met een onuyt-
drukkelyk gebrek van alles, voort» maar
toen deze kloekmoedige Vrouw z,ag,
dat zy ’t niet verder brengen kon , liet
zy voor zieh een graf in ’t zand graven
kroop daar in met haar lichaam, deed
voor haar eynde een deitige aanipraak
van dankbaarheyd tot allen, die haar tot
dus verre geleyd en gezelfchap gehou-
•den hadden, biddende, dat, zoo yemand
van hen levend in Portugal komen mögt,
hy aan den Koning , en aan alle haare
vrienden, kennisvanhun ongeval, ’tgeen
zy door haare zonden regtveerdig op zieh
gehaald hadden, geven wilde.
Sy bleef zoo nog eenigen tyd , dek-
kende haar hoofd metde lolle hairvlegten,
terwyl zy metde traanen in de oögen,
en met een bitter zugten en fnikken nu
en dan haar lieve kmderen, die zy nu
niet meer helpen kon , en welke zy wel
haaft verlaaten zou , van ter zyden aan-
^Dus hield het die grootmoedige
Vrouwe nog 5 dagen zonder eenigvoed-
zel eaande, waar na haar man, doodelyk
bedroefd om zyn vrouw enkinderen,
uyt het bofeh by haar quam, zonder dat
hy haar iets tot verquikking had können
medebrengen, zoo dat z y , door den
honger ten uyterften geperft , en door
de aood van naar kleenfte kind tot aan
’ therte geraakt, maar voor al nu door
’ tgezicht van haar man , die nicts mede
bragt, t e n uyterften getroffen zynde, in
traanen hoe grootmoedig en kloekhertig
zy ook tot nu toe geweell was , als
wegfmolt.
Sepulveda , die door alle deze doode-
lyke voorwerpen als van den donder geilagen
was, en eenigen tyd als zonder
beweging ftok-ftil op zyn elendige gemahn
en dood kind had ftaan ftcroogen,
V . D s e z9
wierd eyndelyk uyt die zwaare bedwel-
ming als wakker , begroef zyn kind
ze lf, en keerde weer na ’t bofch , in
hoope , dat hy wel ipts, ’t geen zyne
zieltogende gemalin, en zyn byna reeds
ftervend ander kind zou mögen verquik-
ken , hier o f daar vinden zou. Dog na
dat hy nu wedergekomen was, vond hy
zyn weergadeloos getrouwe gezellinne
in alle zyne elenden, en ook zyn zobn-
ken, beyden dood, terwyl zyne dienft-
maagden de fmercelyke dood van haare
vriendelyke meefterefle, en van dit kleen
kind, ’t geen zy zoo lang opgequeekt
hadden, met bittere traanen beweenden.
Hy belaftte in ’t eerft , dat de dienft-
maagden wat ter zyden zouden gaan,
wierp zig daar op ter aarde by ’t lyk van
zyn gemalin , en ruftte voor een körten
tyd met zyn hoofd op de rechterhand
van de zelve 5 dog eyndelyk overwegende,
dat zy dood , en aat hier in niet anders
te doen was, dan dat hy haar lyk tegen
,’t wild gedierte verzorgde , floeg hy
kloekmoedig handen aan ’twerk , riep
zyne dienftmaagden weer by zieh , en
begroef toen, van haar geholpen zynde,
beyde zyne gemalin, en kind, zoo diep
hen mogelyk was , in ’tzand , zonder
dat men hem egter eenig woord hoorde
uy ten j maar men zag de dood, de droef-
heyd, en de woede zoodanig in zyn wezen,
dat men geen ftaat maakte, dat hy
lang daar na leven zou.
Zoo als dit werk nu verricht was,
ging hy alleen , zonder dat hy yemand
met zieh hebben wilde, weer na ’t bofch ,
en men heeft zedert taal nog teeken van
hem vernomen 5 weshalven men vaftlteld ,
dat hy door eenig wild gedierte verilon-
den is , zoo hy van droefheyd zieh zelven
niet op een andre wyze aan zyn eynde
geholpen heeft.
Na lang omzwerven in dit bofch zyn
’er van dien grooten hoop nog 28 afge-
komen, die, eyndelyk gevangen genomen
, en door een Portugees fchipper
gerandzoeneerd zynde, na Portugal zyn
gevoerd, en aldaar onder een verhaal van
hunne aaneengelchakelde rampen , een
omftandig bericht van ’t beklaaglyk eynde
van Sepulveda, en zyne onvergelykelyke
brave gemalin, gegeven hebben.
Van andre gevallen der Portugeezen
op dit Land , o f van dat zy zieh op het
zelve hier of daar zouden vaft gemaakt
hebben, komt my niets van belang voor,
dan alleen, dat men daar na hier endaar
wel eenige overblyfzelen van Reduyten
en Vellingen gevonden heeft, waar uyt
men eenigzins vait zou mögen Hellen,
dat zy zieh daar in tegen de Hottentots
verlier kt hebben.
De naam der Saldanha - baay , is een
yan de voornaamfte overblyfzelen der
0 Por