
der zelve) vol fpykers te doen flaan. I Meropius, zyn luit met deze landen te
Men w il, dat deSt. Thomas Chrifte-I bezien geboet, en uu genegenheid heb-
nen van ouds ook een jongeling, op een I bende, om na zyn land te keeren, wierd
Afiiodifche wyze ter eere van dezen Hei- in zyn fchip van dcCafubiers (zekervolk
lie opeeofFerdhebben,die in ’t nieuwge- in Bengale, dat toen nog onder Pegu
kleed 7 met wortels gezuiverd, voor *t I ftond),voor de ftad Cafubi overvallen, en
graf van dien Heilig gebragt wierd, en I v.vnen vermoord.
nadat zy een drank v an ’t bloed van een
onfchuldigen gemaakt, gedronken had-
den, wierd hy i n ’t wit gekleed,• ipet
pypen en fluitèn door de ftad, en van
de Priefters na zekere plaats geleid, daar
zy hem, na verzogt te hebben van dan
harer te willen gedenken , gekceld
hebben, waar door dan zyn geflacht edel
wierd. Een vuile gewoonte, die einde-
' lyk afgeraakt , en nagelaten is.
Andre
verhaa-
len »
hier af.
Andre gevcn v o o r , dat St. Thomas
niet alleen door de Brapaines, maar ook
met toeftemming van den Koning Sagam
(dien zy daar toe hebben weten over
te halen) vermoord, toen te Maliapoer
begraven » en dat zyn gebeente van daar
na Edefla in Melopotamien , en van
daar na Europa en na Orione in Poville
vervocrd is. De Jcfuiet Maffæus z e g t ,
dat het in zyn tyd van St. Thomé na
Goa zou gebragt zyn. Toen hy gedood
wierd, bad hy voor een kruis, ’twclk
te Maliapoer in een kleenebid-plaats van
St. Thomas in een fteen gegraveerd was
welke plaats i f 47. afgebroken is.
Anderen weder zyn van oordeel, dat
St. Thomas hier wel geweeft is, en de
grond van de Chriftelyke leere hier gefegt
heeft j maar dat ettelyke jaaren ’er
na egter de ware leere weer verbafterd
wierd, tot dat ontrent na twee honderd
jaaren de Griekfche Wysgeer, Panthe-
nus , gekomen is , die op die gronden
voortgegaan, cn waar door 'de kennis
van deze Heidenen in den Ch ri ft cn- Gods-
dienft merkelyk vermeerderd is.
Andere fpreken ftérk van een Syrier,
Mar Thome, die hen Leeraars uyt Syrien
zou befteld, en die op Granganôr, en
op andre plaatzen van Malabar, veel
dienft in ’t verbreiden van de ware leere
gedaan zoude hebben 3 hoewel andre meinen,
dat hy de eerfte was, die gelegen-,
heid gegeven heeft tot verbaftering der
zuivre leere, met Priefters uyt Syrien en
Babylonien (daar niet dan Neftoriaanen
zyn) derwaards te ontbieden.
N o g veel meer nam dit to e , na dat
(ontrent 300 jaaren ’er na) een ander
Chriften-Wysgeer, Meropius genaamd,
en eeu Tyrier (zoo Euzebius zegt) van
f eboorte, met twee jongelingen, neeven.
rumentius en Edefius genaamd , na Indien
getrokken was, alleen om die vreem-
de landen, na *t voorbeeldvanden Wysgeer
Metrodorus (die dat kort te voren
gedaan had) eens te gaan bezien,
jammerlyk met alle de zynen vermoord,
dog die tw e e Jongelingen alleen wierden
verfchoond, en voor den Koning van
Cafubi gebragt, die een byzonder wel-
gevallen in hun wezep vindende, hen niet
alleen ’ c leven fchonk, maar van Edefius
zyn fchenker , en van Frunjentius den
opfiender van zyn huis, o f zyn Hof-
meefter, maakte.
Het verdre m e t hen daar voorgevalfen»
kan men al mede in oris eerfte Deel van
dit werk fol. 7 f . zien.
Na de tyd van Frumentius hebben de
Chriftenen in dit land hunne leere ijpg al
zuiver gehouden 3 maar zedert dat zy
eenige Lecraars uyt Armenien van tyd
tot tyd door bezorging van den Patriarch
bekomen hebben, is de zuivre leere verbafterd,
niet alleen in die landen 3 maar
de leer dezer Priefters , uyt Armenien
gezonden, ismettertydook na St» T h o mas
overgewaeid.
De leere nu dezer oudfte St, Thomas
Chriftenen, fchoonin hun begin zuiver,
verfchilde van ouds zeer veel van de
Roomfe, en quam t’eenemaal met de
dwaal-leere van Dioscorus, en van Ne-
ftorius (die wel eer Biflchop van Conftán-
tinopel was) over een.
Deze loochende de vereeniging der
tweenaturen in Chriftus ineenigbeid des
perzoons3 dog zyngevoelen wierd 431.
in ’t Concilie van Ephefen, onder Keizer
Theodpfius de jonge, gedoemd.
Eenige van hun gevoelens zyn wel niet
quaad 3 maar eenige helden gchecl cn al
na die van Griekze kerk, gelyk zy eek
de zelve wel meeft in hunne Kerk-ge-
baaren , en plegtlykheden , plagten te
volgen, en de dienft in de Chaldeefche
o f Syrifche taal waar te nemen.
Z y verwierpen den Beelden-dienft, *t
vagevier, en de transfubftantiatie, zy
ftonden hunne Geeftelyken ’t huwelyk,
dog niet ten tweedemaal, tp e , en bedienten
de MilTe op de wyze dçr Griekze
Chriftenen, met brood en wyn, cn,
by gebrek van ’t laatfte, met ie ts , dat
daar naaft aan komt, te weten, Rozy-
nen-water,zy doopten geen Chriftenen,
dan pp de 40. d a g , ten zy in tyd van
nood, en hadden meer andre gebruiken,
die Baldeus mede aanteekend.
Die van de Reemfche Kerk , en de
Portugeezen daar zynde 5< hebben yeel
moeite van tyd tot tyd aangewend, om
de zelve met hen te vereenigen , cn onder
de gehoorzaamheid van den Paus te
brenbrengen,
dat zy zeer dikwils geweigerd,
en lang tegen geftaan hebben.
Het zy nudaar mede verder zoo’t w il,
*t is zeker, dat zieh deze St. Thomas
Chriftenen in Indien, en vooral op Malabar
, zoo uitgebreid hebben , dat men
nu op die laatft gemelde Kuft alleen vyf
en zeventig Kerken h e e ft, zoo‘ zeker
geleerd Hoog-leeraar uyt hunne berigten
z e g t , die zieh St. Thomas Chriftenen
noemen, en voorgeven nog fchriften
van dien Apoftel onder zieh te hebben,
waar na zy hun leven richten.
Van den ROOMSCHEN^GODS-DIENST.
Linichoten zegt, dat in zyn tyd (wat
voor 1^83) een van hunne Biflchoppen
over land uyt Indien na Romen getrokken
was, en zieh aan de Roomie Kerk
onderworpen had, mits dat zy hunne
oudè Kerk-gebären (dat hen de Paustoe-
ftond) zouden mögen behouden. Dit is
eigentlyk i f dz. gefchied.
Wanneer dan de Aarts-BiíTchop van
Goa na die tyd een Kcrk-vergadering van
de ganfche Land-voogdy, o f van alle de
kerken onder *t gebied des onder-Ko-
ning van Goa, bcriep, wierd zedert ne-
vens de Biflchoppen van Koetsjien, Malakka
, en China ook den Aarts-Biflchop
van St. Thomas daar mede befchreven 3
dog deze wilde noit eenige verande-
ring van de Kerkelyke plegtlykheden ,
onder hen gebruikelyk, en die men dagt
metter tyd wel veranderd te zullen krygen
, dulden.
Na de dood van dezen Aarts-Biflchop
heeft men zynen vervanger in een Kerk-
Roomie verg»dering te Diamper, niet verre van
Gods- Maliapoer, o f St. Thomas, 1 fpp door
dienft, den Aarts-Biflchop van Goa belegt, zoo
hier verre weten te brengen, dat hy het ge-
aanvane* l°ove van Neftorius, mitsgaders de Pa-
triarch van Muzal, o f Ek-Miazin in Armenien
, volflagen verworpen, en zieh
geheel en al aan de Roomfche kerk over-
gegeven heeft, gelyk wy hier na breeder
zullen zien.
D ezeSt. Thomas Chriftenen woonen
in een groote mènigte op de ganfche Kuft
van Malabar, en voor al in Còetsjien ,
Cranganor, Coy lang , Trevancôr , en I
ook op de Kuft: van Choromandel hier !
en daar verfpreid. Schoon nude St. Tho mas
Chriftenen zieh aldus meeft aan den
Roomfchen ftoel onderworpen hebben,
zyn ’er egter nog veele van die oude N eftoriaanen,
die zieh een hoofd uytde Inlanders
verkoren , en die z i g , zelf tot
nog to e , altyd zeer bitter tegen de
Roomfch-gezinden aangekant hebben.
Om daar van een netter denkbeeld te
hebben, kan men dit verder uyt de gfond,
zoo als Pns de Heer de la Croze dit in
zyne Hiftoire du Chriftianifme des Indes
opgeeft, en tot welke wy den Lezer
wyzen, nalezen.
De Heer Baldeus verhaald ook een
geval hier a f, in zyn tyd nog met eenen
Biflchop der St. Thomas Chriftenen ,
door den Paus Alexander de V II. van
Romen 1660 den 16 Januavi derwaards
gezonden , enjo fefde San&a Maria genaamd
,. Voorgevallen, tegen den welken ^ oej te
zieh, zoo de Poitugeezen, als wel by4 iffchop-
zonder zeker Inlander, en Hoofd de-pen van
zer oude St. Thomas Chriftenen, die ’¿Romen
met Neftorius Leer houden, zeer drif-^ierheb‘
tig (gelyk wy gezien hebben) aankante- vonden r
den. Nadat nu de Patriarch der St, 1660.
Thomas Chriftenen op Malabar overle-
den was, quam zieh hier weer een Ne- .
ftoriaan, Hoofd-opziendef tot Ninive,
van den Patriarch van Bagdad gezonden,
indringen, waar tegen zieh de Biflchop
Maha Thomas zeer ieverig aankantede,
en brieven ’er over aan den Patriarch van
Antiochien fchreef.
Het heugd m y , dat ik tot Leiden
over eenige jaaren van zeker vriend, gelyk
mede tot Utrecht vanlden hoog-Lee-
raar , de Heer Reeland (Zalr.) verftaan
hebbe , dat' de laatft-gezonden en
op Malabar aangekomen Biflchop der
St. Thomas-Ghriftenen weder die zelve
moeite met die Néftoriáanze Inlander's
ontrent 170p. gehad heeft , alzoo die
hebben weten te bewerken, dat men
hem daar geenzins heeft willen erken-
Í nen.
Hier op is hy te rade geworden, dit
I by verfehéide brieven aan den Patriarch
van Antiochien (die alle de Geeftelykeh
herwaards zend, en hun Opper-hoofd is)
bekend te maken , om van daár te bewerken,
dat hy hier mogte erkend werden.
Eenige van deze brieven zyn over Per-
fien en Armenien te land verzonden, en
een der zelvè is met de Heer Adam van
der Duin, gewezèh Bevel-hebber van
Malabar (die 170p. n a ’t Vaderland ver-
tr®k) mede gegeven, om die uyt Holland
, na zyne aanlanding, te doen Voort-
beftellen daar 't behoorde. Deze brïèf,
inde Syrifche taal gefchreven, is in de
hand van vericheide Geleerden, en, na
verloop van eenigen tyd , 06k in hariden
van den hoog-Leeraar in de Oofteriche
taalen t otLeiden,de Heer Carolus Schaaf,
gekomen, dieden zelven in ander hai ven
dag uyt her Syrifch in ’t Nëderduitfch vöor de Heer van der Duin, en ook voor
andre, in’t laty n vertaald heeft,Voor wel- ,
ken dienft de Heer vânder Duin den Orr-
ginelen Syrifchen brief aan zyn Ed : ge-
fchonken heeft, dat zyn Ed:' ook verder
P 1 aan