
b e s c h h y v i n g e
I— —
Fortugcezen, die *t aan bflord had , jn den
brandgefteta* dog ’t volk V W 3» op
$ man na, die in de flag dood blcvep,
geborgen, en de Portugeezen raakten ’er
aoor de Galeyen af, en zouden anders
ook verbrand hebben»
Beider P e onzen verloren in dezen flag,ontrent
verlies Cabo Rachado gefchied, z fchepen i dog
hierby. niet boven de 2,4 man, hoewel ’er veele
gequetften waren*
De Portugeezen hadden mede 1 fchepen
verloren> d o g , nagiftiog, wel f a
600 inan, onder welke dezeEdellieden,
en Hoofden van de vloot: de onderzee-
Voogd Alyaro Carvalho, en Fernando
de Silva, zynen bloedverwarn:i Duarte
de Guerra, Capitein van een Gallioenj
Diego Örtez da Tavpra, Don Manuel
Mafcarenhas, Manuel d’Albukerke, Se-
baftiaan de Mirandi, Antonio de Silvei-
ra , Don Enrique de Caftro, Manuel de
Mello, en nog z Spaanfc Dons op ’t fchip
van den onder*Koning, zy hadden veel
voordeel door de Galeyen, die, byftilte,
hunne fchepen redden konden.
Devloo- Den ip . dito befloot Matelief deze
fengera- yloot weer aan te taften , ging den zo,
aan^en!Vzeyl, en geraakte den z z . dito weder
in gevecht j dog zy liepen zoo al ruym
YQQr henen. Mauritius, de witte Leeuw,
de fwartc Leeuw, Erafnaus, en de groote
Ttqn vielen ’t zelve fchip weer aan, dat
den Zee-Voogd in de vorige flag aan
boord geweeft was j dog de onzen konden
tuen niet veel uytreqbten.
Den Z4. dito quamhemdePortugeeze
vloot zeer fehielyk op ’ t ly f, dat de onzen
een groote ontileltenis gaf» waar door
eenige hunne touwen moellen kerven,
te rneer, alz00 *t nacht was, waar door
opk onze vloot zeer van een yerfpreide,
Loewel zy kort daar na weer by een
raakten, loopende alle voör de wind van
den vyand henen, die tenlaatften na Malakka
liep.
D e verdre fcheeps-Hoofden der Portu-
geezen, en de groote van hunne fchepen
vind ik aldus aangeteekend.
Naamen Don Paulo de Portugal, groot fo o. Laft.
der Por- Don Martin d’AlphonfojQnder-
tu«eez® Zee-Voogd. ffO.
Don Pedro Mareoara. 400. Laft. Hoof_
Raftiaao Soares. 3J*o. den, en
Don Franeiice de Norinha. 3fo. degroo-
Don Fiancifco de Sotomajor. jy o . tehun-
Antonio de Souiä Falcon. zjro. fchepen.
Nog 3 Galeyen, en i z Fuften.
W a t nu onze fchepen cn hunne groo- van
te betrof, hec wäre dezen, die ’er nogoverge_
overeebleven waren. blevene
fchepen.
Orangie, den Zee-Voogd ,
groot 3fo. Laft.
De groote Zon. zyo.
Erahn us. 300.
De vereenigde landen. zyo.
Mauritius. jyo.
Arafterdam. 400.
De fwarce Leeuw. 300.
De witte dito. 300,
De kleene Zon. 100.
Met de zelve liep de Heer Matelief den
14. dito, volgens ’t befluyt daags te vo- Matelief
rengenomen, naDjohor, gerakendedennaDjo-
Zf. de Portugeeze vloot, aie na Malakka .{JJ
ftevende, uyt het gezicht.
Hy geraakte den 13. September in de
rievier van Djohor, alwaar de Koning
hem te gemoet voer, en vcrwelkom-
de,
De Heer Matelief voer den 18. dito
na Batoefawer, otn daar verfcheide nood-
zakelyke dingen te bezorgen 5 als , om
i den Koning aan te zetten, om zyne ftad
(dat gemakkelyk gefchieden kon, als de
Maleyers maar werken wilden) te ver-
fterkea j ten andren om levens-middelen
voor zya vloot te bezorgen.
Ten derden, op dat de Koning eenige
Prahoes na Atsjien en Malakka zenden
z q u , om te vernemen, o f daar Hollandfe
fchepen gekomen waren, eneindelykom Slofheid
te zien, o f men hier o f daar niet eenig
kruyt krygen kon 5 maar de Maleyers Djohor.
wilden w e l, dat wy zclfs hunne ftad fterk
gemaakt hadden. Kruyt was voor geen
geld j en dan nog zeer ondeugend, te
bekomen 5 en van ’t verdere quam even
'zoo veelj zoo dat het maar talmery met
dezen Koning, en met de Maleyers,
was.
V Y F -
Van : M A L A K K A. 335
V Y F D E H O O F D - S T Ü K ,
B Atoefawer hfehr even. De Koning ftaat den onzen in Djohor een plants toe Zyn
tyfib er legen. AnPwoeri van Matelief. Don Andrea Furcado 1606 in October
vervangen. Door Ant. de Menefez. Matelief vertrekt van Djohor, komt voor Malakka
, en ziel er 7 fchepen. D u hy levegt. 's Zyands verlies. Negen Galiioenen, en
een Galey door de Portugeezen verloren. Mateliefs aanbieding aan den onder-Konimr
Die dat weygertdog Matelief dwingt 'er hem tue. De Heer Matelief kemt 1606
voor Ketdah. 1507. Francx hier. En de Fifiaal Apius. Djohor door de Portmetzen
verbrand. iio S . lag hier van den Eroek, die 1609. vervangen is door Obelaar &c •'
Alawaddien de 3. overleden. i « i o . vervangen door Abdullah Sjah 17. Malevtfe en
f . Ujohorfe Koning. Zyn roem 1616. vervangen dWMohhammed de z i f i i i ’ i»
Maleytfe, en ff. Djohoreefe Koning. itfz4. AbduldjalielSjah de z . , ip. Malevtfe’
en 7 . Djohoreele Komng.Munwgabo onder Djohor. Peßing den onzen hier altyd
gewetgerd. 16Z3. laß der Zeventienen, om Malakka to belegeren. 16Z7, KarelLie-
ven zoon na Malakka. * n
Batoefawer
befchrcven.
W At de ftad Batoefawer betrof, die
lag y a 6 mylen de rievier van
Djohor op, die zeer fchoon, breed,
diep, en voor de ftad zoet is. Het land
aldaar is meeft laag 5 en de huizen ftaan
iangs de rievier op ftaaken uitgebreid.
Daar zyn twee Vellingen, de eene, Batoefawer
de andre Kofta di Sabrang ge-
naamd. Batoefawer is ontrent 1300 fchre-
den in ’t rond, zynde meeft een Vierkante
plaats , met Palliflaaden van 40 voe-
ten hoog, die zeer dicht aan een ftonden,
verfterkt, en verder van eenige flechte;
flankeeringen voorzien. Zy legt op een
eilen veld , dicht by de riever, en de
naafte bergen leggen ’er een vierde van
een üur afj en daar was zeer licht kans,
om de rievier daar rondom te brengen.
Z y is van binnen zeer dicht bewoond ,
vol A tappe huizen} dog dat van den Ko-
ning, en die vau eenige Hovelingen, zyn
van hout. KotaSabrang is ontrent 4ayoo
treden in ’t rond, zynde meeft vierkant.
In Batoefawer, en Kota Sabrang, zyn,
na giffing, wel tuflchen de 3 a 4000 weer-
bare mannen} dog ’t meefte volk woond
buiten de fterkte. Het geheel land komt
den Koning toc} dog dit is weiniggeacht,
200 dat ieder, die ’t van den Koning maar
eifcht, ’t zelve bekomen kan. Egter
fchynd het zeer vrugtbaar en boomryk te
zyn.
De Zee-Voogd Matelief ga f hen wel
goeden raad , en verfcheide beitekken
over, om de ftad re verfterken} dog ’t
volk was niet aan denarbeid te krygen.
Wanneer men nu zag, dat men, na alle
DeKo- vergeefle aangewende moeite, Malakka
ningftaat niet veroveren kon, en dat daar by ’t I.
de onze ]jd Van ’t verbond verviel, en deHollan-
horeen ^ers ondertuffchen een plaats tot hun ver-
plaats blyf noodig hadden, zoo flond de Koning
toe. hen to c, een plaats in zyn land, daar ’t hen
geliefde, te verkiezen, mlts dat zy dan
00k verplicht bleven de verdre leden van
’t verbond na te komen.
Daar wierdby den Koning 00k een pJaats
in de ftad, als zy gewonnen zou zyn, verzo
gt, dat hem op een billyke wyze toege-
zegt wierd j dog dat was de huyd declen,
eer men den Beer had.
Ook verzogt de Vorft, dat men hem eenige
honderden Ryxdaalders tot duizend Zyn
toe, leenen, en dat hy die in waaren na on- cifch ’er
ze zin voldoen, en niets weder vorderentesen’
fou,voof dat de eerfle leening voldaan wasi
Ten andre eifchte hy,dat de Heeren Staaten
hem tegen alle zyne vyanden, *t zy
vegtender ofverdedigender wyze, helpen
zouden.
Tenderden,datzyhem ook raetfehe-
pen, volk, gefchut, & c :.op zyn verzoek 1
helpen,en datMatelief met de fchepen daar
tot dekomft van andre uyt Holland bly ven
zou. • i
De Heer Matelief gaf dezen Koning hier
opcotantwoord, dat het de Holländers op
geen 1000 Ryxdaalders aanquam, endat Accbord
dit in ’t accoord niet behoefde in te vloe-van Ma-
jen , dat hy meer agting voor ’t verbondtclief-
met deHeeren Staaten toonen moeft,alzoo
hy, maar een dienaar van hun hoog M o g: ,
zyn Majt. wel 1000 Ryksd: uit zyn beurs
fchenken, en die aan geweer na zyn zin in
Holland befteden wilde, en zoo hy de H olländers
maar in zyn land wilde laten hande-
lcn,zoo zouden zyne voordeelen,zoo groot
zyn, dat het op geen 1000 ryxdaalders aan-
komen zou.
Dierhalven flond^ de Vor ft van dat
eerfle verzoek af.
Op het tweede fluk zeide hy , dat de
HeerenStaaten nietgewoon waren iemand
een onregtvaardigen oorlog aan te doen,
en dat zy dierhalven hem wel wilden ver-
dedigen tegen zyne vyanden, maar tegen
geen