
Men heefc dac gezien, en ziet het nog,
aan de Oyerzetting des Ouderr Tcfta-
ments in ’c Portugees van D. Ferreira ^
en aan myne Overzetting des Bybels in
de läge Maleytze T a a l, die , daar ik
zo veel jaaren in die Taal niet zonder
L o f en' Vrügt in myne Gemeynte (gc-
lyk uyt myne Dimiffie, onder Amboina
gemeld, te zien is) gepredikt heb, eg-
ter, om een verkeerde bevatting van haar
Edelheden voor ’t Hoog Maleyts (op ’t
bloot zeggen van D. Leydekker ¡en zyne
twee ZWägers, de Heeren D e Haas y en
van Riebeek , toen Ordinaris Raden van
Indien, dog niet in ftaat zynde, om o-
ver dieTaalen te oordeelen) en uyt een
ongegronde drifc voor de Overzetting,
van de Heer Leydekker, ter gunft van die
Heeren , in de Hooge , dog onder ’t
Chrillendom alomme: onverftaanbaare,
en onleesbare Maleytze Taal , hebbe
moeten agter ftaan , terwyl zo wel het
werk van de Heer Leydekker , als het
myne j daar maar zo ongedrukt, en e-
ven als. of al dien arbeid niets weerdig
was, leggen blyft,daar dit immers voor
God , nog voor de Wereld , met geen
fchyn van reden te verantwoorden is,
alzo men , o f een van beyde die werken,
tot dienft der Chriftenen , en der Hey-
deneq, daar, en elders,of wel die beyde
te zamen (gelyk ik , om den arbeyd
van de Heer Leydekker volflagen zoo
veel eere als de myne te geven , altyd
beft geoordeeld hebbe) behoorde al o-
ver lange gedrukt te hebben.
Dit is ’t L o t van mynen Bybel, en die
van den overleden Heer Leydekker, waar
van men mogelyk zeggen z a l, dat die
niet gedrukt werd , om de gefchillen ,
over beyder Taal gerefen j dog ’t is immers
buiten tegenipraak,dat de Heer Leydekker
zeer weerdig Nederduits Predikant
was, maar die geen Talent had om
Maleyts te Prcdiken, en die ook de Maleytze
Taal-, die alomme in de Land-
voogdyen der E. Maatfchappy verftaan-
baar yoor den Inlander gepredikt wierd,
niet verftond , en nooit gepredikt had ,
•immers niet kon,no g mögt vergeleken
werden by my, die zoo veel jaaren aan
een, met veel lo f, vrugt, en zeer ver-
ftaanbaar gepredikt had , en op welkers
Maleyts de Heeren Zeventi&nen dier-
halven ten vollen behoorden geruft ge-
w eeft, en nog (zo zy dit maar eens on-
zydig geliefden te overwegen) geruft te
zyn, of anders behoorden nog zy , nog
haar Edelheden in Indien , toegelaten;
te hebben, d a t, o f h y , o f eenige andre
Predikanten , wel ioo jaaren bevo-
rens a l, in die quade Taal (zo men zeer
ongegrond zegt , want dan is ’t Neer-
duits , in opzicht van de zuivre Hoogduytze
, ook een quade Taal) Prcdik«
ten , o f niet te dulden , . dat het zelve
nu nog omdei-Qoft , en op Batavia,
gefchiede , gelyk alomme daar bekend
is.
En is ’t om dat geichil over die twe-
derley taal ? wat is do.eh de Reden, dat
het Oude Teftament, door D . Ferreira,
in ’t Portugees vertaald, en daar niet
het minfte gefchil over is, niet gedrukt
werd? niet anders, dan een groote lief-
deioosheid , en kleynagting , voor den
arbeid van neerftige Predikanten , ileg-
te yver voor ’t werk derBekeering onder
de Heydenen , en (in de plaats van
Loon voor den Arbeyder) een bittre Nyd
van zommigen,die, zulkewerken lie-
ver in den Brand,dan Gedrukt, wenfcli-
ten te zien, fchoon zy ten vollen van de
vrugt des zelfs .overtuigd waren, en dat
alleen maar,om dat zy aan zulkeen ive-
rig Man de bloote e e r , die hy daar
voor gehad zou hebben , benydden, en
zy zelf onbequaam ,'o f niet genegen waren,
om zulk een werk waar onder zy
gefmoord zouden hebben , te ondernee-
men.
Om nu nog een Woord van ’t. leeren
der Taalen hier aah te laflen j onder de
Kerk-ftoffe van Batavia , können wy
zien , hoc haar Edelheden aan de Heeren
Op den Akker en I'bornton, (die zieh
beyden reeds wakker in ’t aanlecren der
Portugeefche Taal geöeflfehd , en een
menigte van jaaren daar in Gepredikt
hadden) uytdrukkelyk belaft hebben,
dat zy voortaan ook in *t Nederduitfch
zouden hebben te J?rediken, fchoon zy
beyde verklaarden, dit hen (en voor al
was dat den zeer ouden Heer Op den A k ker
, een man nu van in de 7 0 jaaren
niet te vergen,) onmogelyk geworden
te zyn , alzo zy zieh zelven geheel en
al aan de Portugeefche Ta al, zoo veel
jaaren aan een, overgegeven, en ’t in hun
vermögen niet meer hadden, om dat zo
veerdig , en met zulke fpreekwyzen in
t Nederduitfch te zeggen, als zy dat wel
in / t Portugeefch konden uytdrukkeni
dog alle hunne betuigingen hadden geen
ingang , en de Hooge Regeering bleef
onveranderlyk op dat genomen Beiluit
ftaan, weshalven zy (tegen alle Reden
aan) gedrongen wierden, zig daar na te
fchikkem Een Zaak, waar van ik in de
7 vereenigde Landen, o f elders , noit
eenig voorbeeld gchoord heb , dat de
Hooge Overigheid oit aan een Engels,
Franfch,of Schots Predikant (by voorbeeld)
belaft heeft, om, buiten die Taal,
waar toe zy gefchikt waren, en waar in
i zieh zedert langen tyd geoeflfend,en
epredikt hadden 5 nog in ’c Neerduits,
o f in een andre Taal tc Prcdiken , een
L a f t
L a ft, die zekerlyk veelen ook niet zouden
können opvolgen,om dat ider Taal
zyn Man volkomen vereifcht.
Veel beter , en befcheydener zouden
haar Edelheden gedaan hebben, de Za-
ken dier Taalen , zo als die nu waren,
te laten, maar aan alle Landvoogden te
belaften, voortaan alleen de Duitze Taal
in te voeren , en dan was ’er een veel
groter vrugt van den dienft der Dienaren
alomme te hopen, dan öit te voren, en
dan zou ook het Drukken van alle Bybels
j als onnoodfcg , van zelfs vervallen,
en dus zouden dan ook die ; en alle de
onkoften , zoo van dien Druk, als van
zo veel Inlandze Meefters in die byzon*
dere Taalen, können gefpaard werden.
. Na dat wy nu deze Aanmerking tus-
Ichen beyden gemaakt hebben , zullen
wy weder vöortgaan met het jaar van
isanwyzing , wanncer hier deze o f gene
Predikanten gezonden zyn.
A°. i 660. den ^o. Aüguftus.
Is D. Ludovicus Bogaard, op Batavia,
na Ceylon beroepen , cn in dat zelve
jaar als eerftc Predikant op Colombo, j
1h ¡eplaatft , zonder dat ik zeggen kan,
ioe i
lang zyn Ecrw. daar gebleven, o f
waar hy verder verfonden is: want daar
Van is geen nette aantcckcning gehou-
a c t i i
A ’ . 1660. den t8. Octob.
, Ìs D. Ger Ar dus Holkcnburfa , mede na
Ceylon beroepen , en in dat zelve jaar
ook op Colombo gelegt, daar hy tot
A c. iddz. gebleven,op welke'tyd zyn
Ecrw». daar,pvérleden is: Hy wierd hier
toen door D. Henricus IVailuts, eenigen
tyd , na dat hy met de Heer v»n Gtms
eerft na Coersjien seweeft was,vervan-
gen , alzo die op de T o gt na Coetsjien
ziek geworden , en van daar na Ceylon
gezonden was. Hoe lang nu D. Wallms
hier bleef j blykt my niet klaär ; dog
wél dat hy naderhand op Goetsjien ge-
pkatft is.
A®. Ì Ì 6 Ì . den zz ; Aughilus.
Wieiden na Ceylon beroepen D. Jo-
Annes Natkanael Donker, cn nog een ander
Predikant » diens naam met uytge-
drukt vinde. D. Denker wierd op C o lombo
gelegt j eri is van daar A».ii54.
buiten Dienft, den z8.Januari, na Batavia
gezonden, en den zS. Fcbruari,
daar gekomenj
A°. 1661. den 24. Juli.
Qùamen hier D. D . Antonius ScbeH*
u s , cn Oo/iiinus Slipperius. Ly wierden
beyde op Cblömbo geplaatft, van waar
de eerlte A°. iödp. over wangedrag ha
Batavia, en van daar weef na Coetsjien^
verzönden is 5 dog de laatfle is in difi
zelve jaar van zyn komft op Colombo
geplaatft , cn ook daar na A°. iöö8.
overleden, dog waar de eerfte geblcven
is ,o f hoe ’t verder met zyn Eerw: daar
of elders ging, is my’onbckend.
Ook fchynd hier in dit zelve jaar D.
Cornelius Caletusgezonden te zyn , zonder
dat verder iets vän zyn Eerw. w«et
te zeggen.
A rt. 1 6 6
Is D Joannes Ferreira a D'AïmeiJà \
door haar Edelheden variToetoecoryn in
de Portugeelche Kbrk bp Batavia be-
roepeh, eh den eerft&n May aldaaf gc-
komeri.
Den p. Julius, is de pas weer in Indien
gekomen D. Balthafar Obie de Meter
, na Ceylon beroepen, bleef dat jaar
op Colombo, en vertrök A°. 1664. als
Predikant na Coetsjien, daar hy , gelyk
wy onder de Stoffe van Malabar zullcd
zien, overleden is.
A°. 1664. den i i . Aügiiftus.
Zyn door haar Edelheden herwaards
beroepen D. D . Jacobus Maxw'e!, en
D. Bartholomeus Heynen. De eerfte Is
op Colombo in dat zelve jaar geplaatft,
en ’er tot A®. 1668. gebleven } dog D.
Heynen is in dit zelve jaar voor
een körte tyd, op Galej en Jaftenapat-
naä» ; gelebt', ¿onder dat ik net wete,
hoe lang; Naderhand is hy weder op
Gale geplaatft , alwaar hy verdei töt
A®: 107^. gelegen heeft.
L Zÿn Ecrw. was tot Paraiba iri Weft-
Indiën geboren , en per de affende
Maan, A®. 16Ö4. uytgekomen.
A ° . 166 f . en A*. 1 ¿'66. den 1 1. Fcbr;
Quamen de Lederi der Kerken-V"er- Sfcldfijtfe
gadering op Colombo in de Kerken-ka- ingevocr-
mer, alwaar zy aan hooeer eynde dcrde TÄfel*
Tafel een Robd Scharlaaken K le cd J S r e f
twee eilen fang , vo'nden. Mén vraag-ken
de aan den Polityken Commifliris, c ?2\ .
den Heer Ifaac dé St. Martin, van wa ar^f
dog deze nieüwe gewoonte, en wyze
van handelen quam , waar op hy tot
andwoord g a f , dat de Heer Zecvoogd,
V : D s e l , * F f f