
70
zoo flecht ftonden , dat de fqheepsva-
rendc. vrienden , op Batavia körnende,
hune goedeten mec 20 ten honderd verlies
ieder een aanboden.
Men hee^c daar na den tyd van
Die geen de Heer Laurens Pit wel Brave Land-
vooeden voogden, als de Heeren Komans, Stehebben
land, Bernard, en Vifleher (nu door de
können Heer Weftreenen alzo hy op ontboden
hcrftcl- vvierd, gevangen) gehad i maar die zyn
met al Hunnen yver en* verftand niet
in ftaat geweeft, oni veele wan-ordens,
in hupnentyd voorgevallen, te verbete-
ren, o f w eg te nemen.
A°. itfpi. den 1 7 . -November ichre-
ven de Golcondaiche Opper-hoofden,
de Heer Joannes van Stecland , Koop-
man,en de onder-Koopman, Joachim Co-
ly ns, aan den Gezaghebber van No'or-
der Choromandel, de E. Heer Bruy-
ning Wildeland, en den Raad tot Ma-
Een zulipatam , dat zekere arme Moorze
Moorze vrouw aldaar pas 6 dagen geleden, kort
na den anderen , van 2.0 levendige
i691;zo zoontjes, ieder eengemeene handlang,
zooa- bevallen was > dog dat de zelve een
kens. weynig daar na alle overleden zyn 5
welk zeldzaam geval wy egter weerdig
gekeurd hebben hier mede aan te haalen.
Meer zaaken van belang zouden wy
wei weten te berde te brengen, die
hier nu en dan voorgevallen zynj maar
kotm.cn niet geraden vinden, alles, ’t
geen wy wel weten, hier ter nederte
itellen, alzoo wy niet anders genegen
zyn te verhaalen, dan ’t geen ieder eenßeflUyt
weten mag, en daar wy niemand me-: der Kuft*
de benadeelen. zaaken.J
W y keuren beft het met de Kuft-
zaaken hier by te laten, om nu tot
J die van den Gods-dienft alhier over te ,
gaan.
Munten, Maaten, en Gewigten. Munten,
.Maaten,
1 Pagood doet 6 gülden. ’
i Dito doet itf .grootc, o f 24 klee-
ne Fanums.
1 Groote Fanum doet 7 ! , ecnkleene
y ftuyvers.
1 Ropy doet 24 Laryns, a y ftuy-
vers ieder.
40 Kopere kailen doen 1 Fanum.
1 Bitsgans doet 12 ftuyvers.
1 Bahaar, o f een Candil , doet 480
pond 5 dog van Minerael, yzo.
pond.
1 Cantulam doet 240 pond.
1 Man doet d8 pond o f 40 C e e r ,
en op Nagelwanze , Tegenapatam >
Sadraspatam, Nagapatam, Palicol,
en Daatzerom 24 pond.
1 Ceer doet 12 pond.
20 Maaten doen 1 Candil.
1 Parra doet 41 pond.
1 Patsjeri is 2. ftuks o f een paar.
2 Cobidos doen 3 eilen.
Van C H O R O M A N D E L . 71
Van den G O D S D I E N S T der K U S T
Van
CHOROMANDEL.
D E R D E B O E K
E E R S T E H O O f D - S T U K ,
H Oe Veelerley Godsdtenßen hier zyn. Pan de Heydenfche Godsdienß alhier.
JVaar over Rogerius en Baldeüs zeer wel gefchreven hebben. Dog daar aan ont-
bree kt de kennis van 7 Sanfcrits, en van den Vedam. Men behoorde de Predikanten
tyd gtyvw i om de taalen der Inlanders, te leeren. Voor al Sanskrits , en den Ve-
dam te vertaalen. De Deelen, en naamen des Vedams. Wat zaaken men voor a f kennen
moet. De vyf geflachten der menfeben. Het geflacht der Bramines. Straf van een, die
een Bramine dood. Na wien zy zoo genaamd werden. Hunne zesderley Señen. De
Weiilnouwa’s. En hunne Tweederley zoorten. De Seivia’s. De Smaerta’s. De Schar-
waeka’s. De Pafenda’s. De Tfchedtea’s , andre zoortenvan Bramines. De Wanprafta*s.
De Perma Ampafa’s , Jogi’s. De Avedoeta’s , voorreebten der Bramines. Het
Ampt der zelve. Plicht der Köningen ontrent hen. Wat de Bramines doen mögen. Hoe
lang hunne kinder en onreyn zyn. Wanneer\ hunne ooren doorboord werden, het ken-koorde-
ken der Bramines, op wat tyd zy dit aandoen. Het werd ook wel van andre gedragen.
De Bramines, leermeefters van de hinderen, hebben meeß geen kennis van de fl er-künde.
Wanneer zy hunne kinder en uyihuwelyken. Zy mögen aan geen andre dan aan Bramines
troüwen. Straf over bloédfibande , en boe zy den over¡Cpeeler firaffen, en weer voor eerlyk doen
verklären. Zyn flerké dag-verkiezers. Hun nieuiv jaar, naamen der maanden, en da-
gen. Naamen der Jentiefze jaar en, tyd-rekening. 7 Hooft van hunne brieven. Wat een
Bramine den ganfehen dag verricht. Wat de minft yverige niet mögen nalaten. Wat
fpyze een Br amine nooit eet , ais oook de Weínsja’s. Gefchillen hier over
tujfchen de Settreas , en Bramines. Hunne fpyze en drank. De vyf groote
zonden. Zeer weynig dronkaarts onder hen. Hunne Faßen. Wat zy doen als
een Bramine zyn dood nadert. Door wat middel hy ten bemel vaart. Hoe hy de vrouw
vraagt, of zy met hem flerven zal. Oudheyd van dezé gewoonte. Wat daar op volgt9
zoo zy 7 niet doet. Hoe 7 met de ziel na de dood gaat. Hoe zy den
overledenen bebandelen. _ Over welke , en hoedanig zy rouw dragen. Wie na 7
mans dood den boedel a a n v a a r twat ver der ten be fien van den overledenen
werd. o;. M met ordre van de zaaken, be-
I treffende den Gods-dienft ter dezer
K u ft, te fpreeken, moeten wy
voor a f zeggen, dat hier van ouds her
drie vcrfcheyde zoorten van Gods-dienft
Goit^bekcnd geweeft zyn , te weten:
dieniien De Heydenfche, de Mohhammedaan-
hicr zyn. iche, en de Chriftelykc.
De Heydenfche is de oudfte in. tyd,
en daarom de eerfte by ons in rang, en
van de welke w y derhalven ook eerft
zullen fpreken.
■ Hoe
Van de
Heydenfche
Godtdienft
alhier.
Van den GODS-DIENST der HEYDEN
EN alhier.
Die maar een weynig belezen is , zal
wel gezien hebben , dat D. Abrahamus
Rogerius, wel eer i o jaaren Predikant op
deze Kuft, en ook naderhand y jaaren
tot Batavia geweeft zyn, byzonderwerk
gemaakt heeft, om den Gods-dienft der
Heydencn alhier, by zyne gemeenzaa-
men omgang met den Bramine Padma-
naba, en meer andre, zeer naeuwkeurig
na te fpeuren, en die in zyne openedeu-
re tot het verborgen Heyaendom aan de
wereld mede te declcn.
Ook zal zulk eenen niet onbekendWswr
zyn, dat D . Philippus.Baldeus, welceroverRo-
Prcdikant op Ceylon, in zyne befchry- gerius en
ving van de Afgodery der Heydencn wel
ons veel licht ontrent dit ftuk reeds ge-gcfchrefeven,
en ook veele geheymen en vef-ven h?b-
orgentheden van hunnen Gods-dienft,ben*
door D. Rogerius maar met den vingcr- ,
aangeraakt, mcrkelyk ©pgebelderd, uyt-
voeriger voorgefteld, cn zeer nette af-
tcc