
Sjaron.
oudcrs ongehoorzaam zyn , werdende de, noemde, welker trappen byduifter weder
zelve met een touw na boven gehaald, met wolken bezet waren,
en dan op de fpitze klippen te pletteren Den iy . dito na middernagt braken
eefmeten. De ftigter hier af heeft zyn wy ten z uuren weder op , trokken over
foon den eerften hier a f - laten werpen. een klynen berg, dog heel elendig in ’t
Hier ftaan eenige huizen b y , voorts is afklimmen, zynde niet als |jladde ldm,en
het al te maal klippig gebergte. W y K e y - fteenen van ongemeenegrootte. W y
quamen in een plaats genaamd Sjaron ,. moeften van onze paarden attreden, en
een vermakelyk ge weit, vol dadelböo-lklautcrden met groot gevaar den bergj
men, hebbende een zeer groote Karra-!Cotal Hafani genaamd, af. Ontrent 10
wanleraj 00k heb ik ’er op de geheele uuren voor de middag quamen wy tot
reize geen grooter gezien , als mede ! Moefoer, en namen ons verblyf in tenten
een groote Tank en water-put. Hier by een beek y o f rievier daar een kofteheeft
men veel begraaf-plaatzen van
groote Heeren.
Den 13. d ito , ’s middernagts, zynde
’t laatfte quartier maans, namen wy de
reize weder aan.
Het ging niet weinig hier op een
klimmen, om over ’t gebergte van Sja-
ron te komen. Dit is ’t vervaarlykftc
gebergte van geheel Perfia, ten deelen
door zyn hoogte, en {teilte. Ten drie
uuren ’s morgens, o f daar ontrent, waren
wy op gladde Klipfteen, daar maar
lyfce plantagie van Dadels, Limoenen, ■
Orangien , en andere' vrugt - boomen
ftond.
Hier is een zobere Karrawanfera. W y
hadden de e e r , om zÿn Ed : geluk te
wenfehen met ’t intreden van het z. jaar
van zyn Ed: jongfte zoon Jonker Johan
van Leenen .de Jongen i waar over wy
met een goeden dronk Sek wierden vér-
eerd, die ohs wonder wel qaam: want
men alhier voor geld niets te koop kon
krygen, en waren zeer vermoeid.
z man nevens malkanderen kon ‘ryden,
alwaar aan de eene zyde de berg een
zeer hooge klip: heeft, eil aan de andre
kantecn zeer .{teilen en verfchrikkelyken
afgrond 5 dog hebben de 1 nwoonders daar
een muuttje van i voet hoog tot bevry-
ding der Reizigers opgehaald, door dien
dieverfe ongelukken daar zyn voorge-
vallen.
Deze elendige' plaats overgetrokken
zynde, moeiten wy nederwaards af' klimmen
Den 16. d ito ’s morgens ten z uuren
zaten w y weder op, hadden een goeden
w e g , recden voorby een Karrawanfera
Teduba genaamd, en lloegen ons neder
in een vermakelyk groot dorp , Benaroe
genaamd, alwaar zyn Ed : in ’t huis van Benaroe
den Calenter zyn verblyf nam, zynde een
fchoon gebouw. Hier llaat een fchoone
Karrawanfera , hadden op den weg veel
tankken en verfcheide rievieren, dog liegt
van water, en vernamen ook toen groot«
koüde.
längs een zeer gladde {teilte van de
Klip 5 hadden onze paarden niet voorzig-
tiger en zulke wegen gewoon geweeil te
gaan, daar zouden zekerlyk ongelukken
voorgevallen hebben. Zyn Ed : ginguyt
de Palankynen voeteerde wel y a 6 uuren:
want het ©nmogclyk was te fwaejen.
wy moeften al rond, overdwars, en als
een flang voorttrekken j dan over groote
Key-fteenen, dan klip o f Marmer.
Dien zelven dag des avönds vertrokken
wy weder, hadden een tamelyken w e g ,
en quamen ontrent middernagt bv een
elendige Karrawanfera, genaamd D era,
hielden ons verblyf in tenten, en vonden
alhier redelyk water; Ontrent \ myl van
hier legt de Heer J oannes Key ts, gewezen
Dire&eur van Perfien, begraven, gelyk
in den optogt vcrhaald is , 00k g a f zyn
Op deze wildernisvind mennog eenige Ed : bevel, om een Tombe , hem ter
watertanken met goed water voorzien. ¡eere, op te regten
Saithal.
W y quamen dan eindelyk ontrent een uur
na de middag (zoo wy giften) op den 14.
dito tot Saithal. in een goede Karrawan-
fera, leggcnde in een Valey, niet verre
v an ’t voomoemdgebergte. Hier heeft
men z nieuweenvexfeheide oude T anken,
00k een Vervallene Karrawanfera.
Den 17. dito rèden wy over vcel ge-
bergte van kley en key- fteenen, quamen
in een fchoone Valey, en trokken ‘door *t Dorp
een groot dorp, Biries genaamd. In ’t Bines,
inkomen zag men een vierkante gemet-
zelde pilaar ltaan, zynde ontrent 7 voeten
hoog, alwaar voor eenigen tyd een per-
zoon levendig is ingemetzeld. Hier ltaat
ook een cierlÿke Piramide, zynde een
grafftede, daar onder een fchoone kapel,
metTapyten belcgd, is, in welke 90k
eenige lampen brandden, en werd daar,
dagelyks voor de verftorvenen, gebeden.
Hier is een koftelyke nieuwe Karrawan-.
iêra met veel overdekte water-tankken
en putten. Regt voor de Karrawanmfereat
’ T is belachens waardig ,.dat zommigen
verhalen van hunne handen-inde wolken
gewaflen te hebben y w y zouden dit ter
halver weg wel hebben können doen, had
de lugt met wolken bezet geweeft; maar
in tegendecl wy hadden ’t fchoonfte weder
, dar men zou können Wenfehen.
Ook hebben' wy wel gebergte gezien,
maar vierdepart zoo hoog als ’c voor-
ftaat een uitftekende ichoone verwelfde
watertank, zynde wel 100 voeten over
t Kruis, en 200 voeten in ’t rond. Dit
is een van de opmerkens weerdigfte
metzelwerken, die ik in Meden en
Perfen heb gezien, hebbende 4 Konink-
lyke ruime poorten o f ingangen om
water te fcheppen. Men heeft hier veel
begraaf-fteden en eenig geboomte. W y
hielden ons verblyf in een ander dorp,
’t Dorp Dehacoe genaamd. Daar is een redelyke
coe3" karrawanfera benevens een oude vervallene
j namen ons verblyf in een koftelyk
gebouw, over al met lof-werk, gevogelte,
cn fnakery geichilderd, enverguld, den
Calenter alaaar t'oebehoorende, die ons
heerlyk onthaalete. Hy had te voren
belaft, dat niemand in ’t dorp de waar-
dye van een penning aan ons zou mögen
verkoopen; alzoo hy zyn Ed : cn zyn
volk ten vollen wilde onthaalen. Digt
aan *c voornoemde huis ftaat een tombe,
vry g ro o t, daar veel groote Heeren ,
vrouwen en hinderen, in begraven leg-
gen, welke graven meteierlyke uytge-
houwe fteenen bedekt z y n , alle zeer
net na de Perfifche wyze gefchikt: ook
heeft men ’er daar nog veel andere 5
maar zoo pragtig niet.
Den 18. dito hadden wy weder de
eer van zyn Ed: geluk te wenichen op
zyn E d : y i . jaar} trokken dien zelven
dag weer op reys, voorby een goede
Karrawanfera, Pakoetel genaamd, reden
weder over eenen ongemakkelyken berg
van klip en Key- fteenen, zagen van de
hoogte vervaarlyke fteile diepe afgron-
den, dat een yder dee vreezen na om
laag te zien. Van dien berg a f zynde,
quamen ons ontmoeten f Perfianen, körnende
van Lhaar zyn E d: verwelkomen.
Ontrent een vierendecl uurs van de ftad
quam de Wazier, o f Land-Voogd, met
een groot gevolg ons te gemoet ryden,
en, na een beleefcle ontmoeting aan weder
zyden,, reden gezamentlyk na de
ftad, en zagen op ’t Kafteel een groote
menigte lampen branden , ’c welk zig
zeer cierlyk in de hoogte vertoonde.
Zyn Eid: benevens zyn gevolg wierd
daar heerlyk onthaald* Deze ftad Lhaar
legt op en tufleheft het gebergte, is
tamelyk bebouwd, en vertoond zig door
’t geboomte zeer vermakelyk. Het
Kafteel legt op een b erg, en is vry
groot. De Wazier woond op een andren
berg in cen treffelyk gebouw.
Hier heeft men een uitnemende fchoone
Bafaar, o f markt, met zeer nette ge-
welfzelen overdekt. Hier zyn ook veel
Jooden.
Den 19. dito wierd zyn Ed: weder
onthaald j dog daar geichiedde cen kleyn
affront aan de lyfwagten met ’t opbrengen
V . D e e l .
Lhaar.
der fpyze, welke op ftoaden, en alles
lieten ftaan, zonder iets te willen nutti-
gen. Alles ging zonder woorden o f fchel-
den toe, bly vcndezy zoo alheenen weer
wandelen; Dien zelven avond onthaalde de
Wazier ons allen heerlyk in de verblyf-
plaats van zyn Ed: met koftelyke toege-
gemaakte fpyze.
Den 20. dito liet aynEd: ’t affront ,
aan de lyfwagten geTchied, den Wazier
bekend malten, die aanftonds de daders
het ftraffen, en wel met zeer zware
ftraffen, cn nieuwe bedrygingen daar
nevens, zoo iemand de Europianen maar
eenig misnoegen g a f '
’s Avonds wierd zyn Ed: weder onthaald
, en hadden zy beide een geruime
tyd t’lamenfpraak alleen, zonder bywezen
van eenige grooten.
Onderwylen kreeg zyn E d : gefchenken
van veel perzoonen, als Paarden, Schaä-
pen, Bokken , Fruiten , Roozewater,
Limoenen-zap, Brandewyn &c. Byzyn
E d : huis aan de regter zyde ftaat een be-
quaam gebouw, welkers thuin met da-
de/s, Limoen, Orangie, en veel andere
vrugt-boomen beplant is. Deze twee
plaatzen behooren de E. Maatfchappy
toe, en zyn zeer vermakelyk.
Den z i . dito nam zyn Ed: de reize
weder aan. De Wazier met een groot
gevolg, alle pragtig gekleed, deden zyn
E d : uitgelei ontrent ^ üurs buiten de
ftad, rydende te zamen, en na een teeder
aficheia vertrok hy (Wazier) weder, en
ging zyn E d : weer in zyn Palankyn zit-
ten. W y trokken voorby de Karrawanfe-
ra’s Bafiga, en Sargab, en bleven tot
Pariaap, zagen veel dorpen enzaey-land,
ook veel putten en fchoone plantagien van
dadelboomen. Deze Karrawanfera is
goed 5 dog ftaat zeer eenzaam , ook
heeft men hier nog een zeer zobere Karrawanfera.
Den zz. dito vertrokken wy weder *
namen ome reize na Samfamge, trokken
voorby een Karrawanfera, Waflelee genaamd
, hadden#obk een redelyke weg
door verfcheide rievieren en verfcheidenc
vlaktens, met Salpeter, en wel zoodanig
bedekt, dat het fcheen o f het fneeuw
was, daar benevens ook met eenig geboomte
gelyk als zeven-boomen, daar’t
zout als gecandalizeerd op de bladeren zat,
*t geen zeldzaamte zien was. Ook zagen
wy bergen als van ys , in fchyn, t’eene-*
maal met Salpeter bedekt.
Alhier wierd onze Sergeant ziek. Men
heeft hier z bequame Karrawanfera’s cn
goed gemak 5 maar brak water. W y
vonden hier een looper van Gamron met
brieven voor zyn E d :, als ook andere.
Den Z3. dito trokken wy voorby twee
eenzame Manfels, ieder z Karrawanfera’s
E l en