
deel aarihaalen, dat’er verfcheyde Vene-
tianen , Genueezen , en Portugeezen,
by hunne reyzen over ./Egypten en door
’ troode Meir genomen, lang van te vo-
ren, eer de Kaap recht ontaekt is , in
Indien geweeH zyn, zonder dat die daar-
om de allerminfte kennis nog van dezen
Zuydelyken uythoek van Africa gehad
hebben. WiH men dat toen nog niet,
doen men’er reeds zoo na by was , wat
üchyn van waarheyd is ’e r , dat men dat
in Salomo ’s tyd al geweten , dat Land
200 dikwils bevaren , en omvaren , en
dat’er niet een menfch nog geen een ge-
denkteeken , ofte eenige aanteekening
daar atvoor denakomelingen, zouovei-
gegeven zyn.
Alles derhalven, ’t geen men daar van
opgeeft, kan de proeve van ons onder-
zoek niet uytflaan, en ik ben van oor-
d eel, dat allen, die dit Hellen, door
2uy vere onkunde het fpoor byfler zyn,
en elendig miftaften, hoewel ik zeer
geerne beter bewyzen dien aangaande,
dan my tot nog toe voorgekomen zyn,
hooren, en over wegen w i l, om, zoozy
my beter können leeren, myne gedagten
dan tegen de. hunne te verwiflelen , al-
200 myn Helling alleen op de klaare be-
vinding der ervarenAe zee - verHandigen,
en niet op myn bloot zeggen, o f op
eenige lofle giffingen van deze en gene
misleyde fchryvers onder de ouden , o f
hedensdaagze navorfchers van deze duy-
Hre zaak, gegrond is.
D e eerHe, die dezen barrenhoek ont-
dekte, was eenPortugees, Bartholomaus
Dias genaamd, die 1493* dit Land, na
zeer veel tegenfpoeden , eerit opgedaan
liebbende, en weer in Portugal by Ko-
ning Johan deTweede gekomen zynde,
verklaarde noit diergelyke zware flor-
men en bulderende winden , als ontrent
dezen hock, gehad te hebben, waarora
hy den zelven 00k den Storm - hoek ge-
noemd had> dog deze Köning , nu dit
Land zoo verre ontdekt was, hoope
hebbende , dat het dan 00k verder wel
gaan zoude, was van oordeel, dat men
den zelven liever den Hoek o f ’t Hoofd
der Goede Hoope zou mögen noemen,
alzoo hy nu vaHflelde, dat ’er wel mid-
del wezen zo u , om dien eens te boven
te komen 5 gelyk de volgende tyd dit
00k kläar geleerd heeft.
Vafco De eerHe, die voorby dezen Hoek na
Gama ’t OoHen gezeyld heeft, is de dappere
zeild ’er Portugeefche Zeeheld , Vafco Gama,
“ 1 eeweeH , die 1497. den zoßei> Novem-
Joorby! ber daar voorby liep , en eerH aan St.
Blazius Water-plaats , en daar na den
2yßen December voor Zanzibar quam,
door hem Terra di Natal genaamd, om
dat hy dit Land op Kersdag ontdekte.
Hoe hy St. Heleens - baay, en des
zelfs Rivier St. Jacob toen al mede ontdekt,
en diebeydezoo genaamt, enwat
moeyelykheden hy met zyn volk , eer
hy dezen hoek te boven. geraakte, gehad
heeft, hebben wy iri ons eerHe deel
breed genoeg aangewezen.
N a dezen tyd plagten dePortugeefen,
uyt Indien gekomen, en dezen hoek te
boven of voorby geraakt zynde, malkan-
deren met de reyze, .die zy dan voor ze-
ker hielden, en zoo 00k als zy uyt Portugal
daar boven flevenden , geluk te
wenfchen3 waar van de reden was, om
dat men die reyze, zoo uit Indien, alsuit«
’t Vaderland , wel menigmaal had on-
demömen, maar altydvrugteloos te rüg
gekeerd was s waar voor zy nu, zedert
men daar eens voorby zeylde, niet meer
bekommerd waren, zoo dat het 00k
dan in die beyde opzigten, zoo ten aan-
zien van de tochten uyt Portugal na Indien,
als uyt Indien na Portugal, zeer
wel ’t Hoofd der Goede Hope mögt genaamd
werden.
Het is zeer waarfchy nelyk, dat in de
volgende tyd nu en dan wel Portugeezen
hier aan land geweeH zyn. Dog
vind daar van in huune fchriften ( be-
halven.dat Antom Saldanha , die i f o j .
uy tzeylde, aan de Zaldanha - baay haaren
naam fchynd gegeven te hebben ) maar
twee zeer merk-weerdige en ongeluk-
kige gevallen aangeteekend.
Het eerfle is van den Onderkoning
Francifco d?Almeyda, en ’t ander van Manuel
de Souza de Sepulveda.
De Onderkoning d'Almeyda ifo p .D ’Al-
zyn beflier van Indien aan Alfonfus A l- meydas
bukerk overgegeven hebbende , vertrok d.ro®vig
weer na Portugal} dog gitfrde aan
Land van'de Kaap der Goede Hoppe,in’tjaar
ontrent d'Agoada ai Saldanha, of in de 1509.
Saldanha-baay , aan , om daar water
( dat’er egt er niet v alt) te halen, euzyn
volk wat te ververfchen. Oforius zegt
dat een van zyn volk, die te land getre-
den , en met de inwoonders reeds in
eenige kennis geraakt w a s , alle vreeze
re zyden Hellende, na hunne Had, 4000
fchreden van daar leggende , gegaan is ,
daar zy hem zeerminnelyk onthaald, en
met een grooten ram , ten teeken van
vriendfchap, te rüg gezonden hebben.
Hv, by de zynen weer gekomen zynde,
fprak van deze Volkeren met veel lo f,
befchreef die als zeer beleeft en eenvou-
dig , en getuygde verder van hen, dat
zy ontelbare kudden vee bezaten.
Derhalven zond Almeyda met nog 1 z
mannen weer na die plaats , om Schapen
en Offen, voor de vloot te koopcn,
met laA , om deze Barbarifche Volkeren
met giften , by hen van weerde gehou-
den, te meer tot hen te lokken.
Deze inlanders noodigdep hen ter maal-
tyd ,
ty d , onthaalden hen na vermögen met
de vrugten hunnes lands , en lieten hen
daar op met ’tvee , dat zy g'ekogt had-
den, onder *t geleyde van eenige van
hun volk, vertrekken.
Onder tuffchen deden zy een Inlander,
die hen met eenige rammen ontmoette ,
ge weld aan , voorgenomen hebbende
hem in weerwil na' Almeyda te voeren,
om hem (zo o menvoorgaf) cierlyk uyt
te doflen, en dan weer tot de zynen te
laten gaan , in hoope dat hy daar over
zeer zou te vrede zyn.
Deze man , niet wetende , wat zy
met hem voorhadden, fchreeuwde, alzoo
zy hem met geweld aanpakten,
luydkeels,' waar op ten eerHen eenige
tot zyn hulp toefchoten a hem uyt hun
handen rukten , hen met Heenen wier-
pen, en hen, na al hun veeweggeroofd
te hebben, op de vlugt dreven.
S y , by Almeyda gekomen zynde, ver-
haalden hem de zaak geheel anders , als
zy voorgevallen was, en wel zoodanig,
dat deze Hottentots hen het uyterfle geweld
aangcdaan, hem van al hun vee
beroofd, en hen weg gejaagd hadden.
Indien zy de waare reden hier by ge-
voegd hadden, zekerlyk zou’er een ander
befluyt opgevolgd hebben 3 doch nu
oordeelden veelen der voornaamHe Portugeezen,
dat men dit niet ongeAraft be-
hoorde te laten , zoo men niet hebben
wilde , dat alle de fcheepen , die daar
aangieren mogten, dit zelve geweld
zouden te wagten hebben, en dat zy
00k van alle ververfching daar zouden
verHeken zyn.
Anderen egter waren van geheel ander
oordeel, zagen het voor gcvaarlyk aan,
over zoo een gering voorval met die
Wilden in een openbaren oorlog te tre-
den , die zaak als een geval, dat meer
veragting, als wraak, verdiende , aan-
ziende.
De andere hoofden , wat heeter dan
deze, wiAen Almeyda 9 nu reeds een man
van do jaaren , zoo verre tot hunne gedagten
overtehaalen, dat hy goedvond
met iyo Soldaaten aan land te gaan,
en deze Hottentots vyandig aan tetaAen.
Pieter , en Georgius Barret, die de
eerHe flagordre voerden , quamen voor
dendageraad aan de Hadt (hy wil zeggen
aan de Kraaldezer Hottentots, alzoo hier
geen Heden oitbekend geweeH, o f tot
nog toe te vinden zyn) en jocg hen,
alzoo zy hen zeer fchielyk op den hals
quamen, een groote fchrik aan dog zy
riepen luydkeels om hulp , waar op zieh
daar ten eerHen een gtoote menigte met
zakken van huyden, vol Heenen ge-
raapt, en met hunne körte werp - fchich-
ten met weerhaaken, en met hun ge-
kruld gezengdhair, en leelyke aangezichten
(klaare merkteekenen , dat het rj0^ -
Hottentots ge\yeeH . zyn ) vertoonden ,
gelyk zy de Portugeezen daar op verder
door hunne verfchrikkelyke gebeerden en,
ongeAuymig getier ten eerHen 00k op.
de vlugt dreven , daar. zy by Almeyda 9
die hen met de Koninklyke Handaard na
de Hadt tegentrok , quamen.
„Dit: hielp hen egter zeer weynig , alzoo
de Hottentöts, ophen los brekende.,
hunne flag- order ten. eerHen van een
fcheurden, en Almeyda met alle de zynetf
in die engte bragten , dat hy zieh :ger
noodzaakt vond , om den Koninklyken
Handaard aan Georgius Melo over te ge-
ven , gelyk hy 00k kort daar na door
eeji Hottentot met een Hazagaay - o f
worp-fchicht door de keel; gefchoten^
en zoo gevaarlyk getroffen is , dat. hy
fchielyk van pyn , en door verlies' van
kragten, quam te Herven, latende daar
in ’t geheel 6 f Portugeezen ( waar onder
elf overffen) het leven. De reff nam de
vlugt.
De dooden wierden daar na alle naakt
uytgetrokken gevonden , en door een
nieuw ontzet van Portugeezen begraven.
Dit was ’t beklaaglyk lot van dien
grooten Almeyda , die een beter eynde
en g ra f, dan hy hier kreeg , verdient
had.H
et tweede geval was van Manuel de |^anugj
Soufa de Sepulveda, ge wezen Gouverneur (je Soufa
van ’t CaHeel van Diu , een ongemeen de Sepul-
ryk heer, die met Eleonora Sala, Doch* Xe(*a/S.
ter van Don Garzias Sala , o f De Saa, pjfojr
Onderkoning van Goa, getrouwd was.
Deze ontrent i f f 9. met zyn Gemahn
en twee kleene kinderen , benevens
Pantaleon Sala , en eenige Edellieden,
huysgenooten, en flaven, te zamen 600
zielen Herk , van Goetsjien na Portugal
vertrokken , en ontrent het land van de
Kaap gekomen zynde , wierd daar van
een zwaaren Horm, waar onder donder,
blixem, en zware regen vermengt was,
zoodanig aangetaH, dat hy eerH alle zyn
maflen , en daar na 00k zyn ichip ver-
lo o r , rakende hy met zyn Vrouw,
Kinderen , en eenige der voornaamHe
egter nog zeer gelukkig in defchuyt met
hunne dierbaarite goederen aan Land.
Verfcheyde Portugeezen lieten daar
*t leven 3 dog 00k veele geraakten op
kiHen, planken, enz. nog aan de wal.
Sy dagten in ’t eerH van de Stukken
en Hollen van dit fchip wel een klein
vaartuyg te maken3 dog wanneer zy hun
fchip tegen de klippen tot kleene fpaan-
deren zagen flaan , ‘ viel daar niet meer
na te denken.
Hy fchynt Beoöffen de Kaap nog ver-
vervallen te zyn , alzoo hy voornemens
was van de plaats zyner fenipbreuk volk
met een klein vaartuig na Mozambike tc
zen