
38 B E S C H R Ÿ V
A. 1641.by ook de graven der Japanders ftaan, '
die een zeer fraai gezieht van verre geven.
Zoo ras het ànker gevallen is, gaat ’t
Opperhoofd na boord, om zynen ver-
vanger af te halen, die, zoo wel als de
nfïndren, zonder pragt, en zonder degen,
aan land komt $ dog alvorens werd ’er
door hem, met de Banjoozen, Tolken,
en een menigte van Japanders in vaartui-
gen zynde, ontrent onze fchepen ordre
gefteld, om aanftonds de fchuiten, en
boots tedaten dryven, die dan met een
kleen fchuitje in een waterken, ’t geen
’ t Eilànd vàn de Stad affeheid, sefleept
werden.
Het bos-kruit werd wei geheel afge-
vôrderd 5 dog maar ten deele (dat zy
ook wel weten, en by oog-luiking laten
doorfehieten) aan hen gegeven, *t geen
daar na, nevens ’t boeken-vat, met ftrôo-
touwenomwonden, en door de Japanders
vcrzegeld werd, al waar ’t dan, zonder
het té kéerén, in een Pak-huis tot het
laatftë oôgenblik des vertreks geborgen
Werd. Men geeft hen wel magt om in
’t kruit-gat te gàan3 dog geen japander
is daar toe te brengen.
Óndertuflchen werd de monfter-rol
vertaald, waar in de naamen en de ou-
derdom der perfoonen, man voor man,
uitgedrukt itaan, en die ook net nage-
tela werden, gelyk mede van ’tv e e , en
gevogelte , alzoo dat zomtyds van de
LanaS-grootèn gevorderd werd.
Daar na werd ’er een Placcaàt aan de
maft geflagen, en *t Volk voorgelezën,
Wat zy op lyf-llraf, en verlies van hun
leven, hebben na te komen, zoo aan
boord, als aan de wal, alzoo de Opper-
hoofden, na ’s lands wetten, voor aile
de overtredingen der mindre moeten vèr-
antwoorden.
Daar ña werd alles zoo fpbedig, als ’t
mogelyk is, na ’t Hof bekendgemaakt,
en de lyft der Koopmanfchappen na de
groote Koopfteden gezonden, van waar
dan Gecommitteerde groote Kooplieden
afkomen, die jaarlyks de prys op qe waa-
ren ílellen,, én de zelve onder ’t oogder
Nangafackife Borgermeefters waardee-
xén, én ópnoemen, wat bezwaríng op
iéder foort van goed als een toi, o f regt
van den Keizer, en van de Gouverneurs
gefteld werd 3 één záak, voor de Ê.
Maatfchappy zeer fchadelyk, aizoo zy
op de grove waren dikwils 60, 70 ja 100
. ten löp tot eeri toi o f belafting ílellen,
Waar van de Stad Nangafacki, diealleen
vari ónzen Koophándel, én die derTsji-
neczén, beftaat, eén groote fomme tót
haar ondérhóud, en, tot dat der Tempels,
trek t, behaíven dat ook de vier andre
Keizerlyke Steden, Jedo, Ofacca, Mia-
co , en Saccay, daar mede hun déel van
hebben.
I N G E v a n
Als nu de fchepen loíTen zullen, z'oo ¿
komt er een Schryver, diedenGouver- ^
neur verbeeld , met eenige Opper-en
Onder-Banjoofen op ’t Eiland , die aan
de Water-poort zitten. Deze Schryver
nu fteld op alles ordre , en is van zoo veel
aanzien , dat ieder Jäpander vbor hem
met *t aanzigt voor over op de mat ne-
derlegt, zoo lang hy tegen den zelven
fprèekt, terwyl hy alles met een groote
deftigheid, en volgens hunne naauwb'e-
paalde ordre beftierd, blyvende daar te-
genwoordig, zoo lang ’er gewerkt werd.
De Opperhoofden, en hun tweeden,
moefcn die Heeren, daar zy zitten; körnen
verwelkomen, ftaande een weinig
gebukt, en verzoekende met ’t werk der
E. Maatfchappy te mögen voortgaan , gelyk
z y , na de ontloflüng, ook op de zelve
wyze hen moeten komen bedanken j
het welk zy zoo ook met ieder fchip in ’t
byzonder moeten doen;
Het tweede fchip werd door den Ge-
heimfehryver en Gedeputecrde Banjoozen
, enz. van den tweeden Gouverneur
geloft 3 het derdé wéer door volk van
den eerften Gouverneur, en zoo vervol-
gens by verwifleling;
Op ieder fchip, dat geloft werd, zie
een Onder-Geheimfchry ver, o f Banjoos,
die by alle voorvallen ordre aan bòord
geeft, depasjens der na land varende tee-
kend, o f merkt, en de te ruggekomene
nazieq dqet, o f aanteckend , om dan ’s
avonds, by ’t teilen van ’t volk, geen
mifllag te begaan.
Agter ieder fchip werd ten eerften een
wagt-bark geplaatft , waar in 10 a 11
man, nevens een Banjoos, zyn5 dieby
beurten waken, om den fluikhandcl der
onzen te beletten} dat éven zoo ook aan
de Jonken der Tsjineefen gefchied.
Niemand mag, zonder verlof der Lánd-
o f Scheeps-Overheden, na ó f van boord
varen, en werden van ieder fchip de mee-
fte Officieren aan de wal geordonneerd,
om met de borften van de pen, als Ge-
committeerden, inde Pakhuizen dienft
te doen.
Als *t fchip los i s , mag niemand
meer van o f na boord varen-, en’tgemeen
Volk hóud men, zoo veel als ’t mogelyk
is , van de wal} te meer, alzoo alle de
Europiaanen aan de tafel der E. Maatfchappy,
diens ongelden egter zwaar ge-
noeg vallen, gefpyzigd moeten werden.
De Schippers, Ónder-Kóopiieden, en
eenige der.oudfte Boekhouders, eten by
’t Opperhoofd op de boven-zaal}dogde
Affiftenten der fchepen, Opperftierlie-
den, Opperwondheelérs, en mindren, eten
beneden by den Difpenfier, die daar
Hoofd is. De Boots-fchic-lieden, Kon-
ftapels, Botteliers , en andre kleene
hoofden , eten onder opzicht van 'dén
Bot-
W. J A P
1641- Bottelier. En ’t verder overfchot kry-
gen de Matroozen,
De pQtlofling der ichepen gelchied met
4 Tsjampans der E. Maatfchappy, en alles
werd net geteld, en aan land herteldj
ook alles na de lofling, om te zien o f ’t
pvereenkomt, weer opgenomen. . En
hoe wel ’t ’er vry lchielyk en ruw toegaat,
werden ’er egter geeñ zaken Van belang
'overgellagen.
De goederen van byzondre perlboilëîi
gaan met ’t goed der E.Maatichappyaan'
de wal, en, daar ng.geforteerd zynde;
ê werden die in een byzonder. Pak-huis
gebracht, van . waar alles ; . dat g¡feen
Koopmanfchap is; na ieders kamer door
byzondre arbeiders gebragt werd} maar
alle handel-waaren blyven onder’tbeftier
van ï z T olken ; en eenige mindre be-
diendèn, die buiten ’t 00g van onze bc-
dienden dien handel beftierën, dog onder
’t hóoger gezag van d’opper-Tolken
der E . Maatlchappy j die, zop men zegt;
. van alles altyd aan de Opperhoofden ken-
his geven, hoe zy de 40000T h a y l, die
de Japanfche Regeering tot den handel
aan de byzondre bedienden van ons toe-
fiaat, hebben verdeeld; fchoon deze noit
weten willen,? dat zy zieh daàrmedebe-
moeijén y en hoewel dit by de hooge Regeering
van Indien, en ookx in ’t Va-
derland wel zeer qualyk genomen -vyerd;
¿00 is daar in niets te veränderen, onder
voorgéven, dat de Japanders dit zoo ver-,
•’•ftaan , bm veelehuishoudens in de, Stad
hier door te onderfteunen. v ^ >
De prys der particulière goedérèn is
doorgaans w e l} minder;als die vandeE;
Maatfchappy, om dat de bezwaringzoo
veel hooger wbrd gefteld tot voordeel
Van zoo veelen, die ’er van trekken moeten
5 ook moeten alle particulière ongelden
hier uit betaald werden;
Ook werd door de Gouverneurs (tot
feen zoetigheid voor de Dienaárs die op
de kamers der Nederlanders paflen) aan
die Dienaars der Nederlanders töegeftaan,
het overfchot van de Koopmariföhappen
hunner tneefters, op den naam van een ge-
fchenk, by accoord te mögen koopen;
dat in zieh zelven iioch Zoo al iets be-
loopt, en waardig is.
De Compagnie heeft ’er geen nadeel
b y , dan dat die goederen met hare fchepen
vracht-vry hier komen : want zoo
de Holländers deze 4°°óo Thayl niet
hadden, zouden de Tsjineefen daar
inede doorgaan , gelyk dat menigmaál
blykt, dat ’er zoo veel niet is, als datka-
pitaal' bedràagd, en zélf werd het te kort
körnende van de Compagnie (dat wel ge-
beurd) aan de Tsjineefen gegund.
Aan de Compagnie werd jaarlyks toe-
geftaan, om aan ftuk- en pónd-goederen
jooooo Thayl te yerkoopen, (mits dat
, a ^ 39 er voor 100000 aan Tsjinebfche; Ben- 4
gaalfçhe; en. Periiaanfche zyde zy) en
dan.nog daarenboven 80000 Thayl op de
naam van ruiling tegen ftaaf-koper-, dat
de naam van koop niet dragenmäg , mitö
het in voordeel aan Nangafacki is ver-
gund , .het welk dan te zamen 380066
Thayl , a 70 ftuivers ieder ; of/1330000
uitmaakt.
Als nu de fçhepen ontladén endegoé^
deren in- de Pakhuizen geborgen zyn 3
komen de voomoemde Kooplieden uit de
groote Keizerlyke Steden alles uitzoeken;
dat tot de Hooffche en Nangafáckifche
gefchenken dienen moet; dat tot ’t vertrek
der fchepen byzonder gehouden werd.
Daar na werd beraamd om den toon-
dag te; houden,, z dagen voor de eerfte
verkoopiñg. Deze beraming wérd onder
’t beltier der Stads Bófgermeefters
gedaan doór den Japanfchen Eilands-
Raad, die beftaat in z Qttona’s; -of op-
perfte zorgdragers , anders ; Eilands-Bor-
gempefters genaamd (die nacht en dag
beutx om beurt op Decima dewagthoii-
den; en ’t beftier hebben over de mindre
Japanders, om alle ongeregeldhcdèn tè
ftuiten, als ook om de brandgereedfehap-
pen in ordre en gereed, pok om de hui-,
ze en ftraaten net en wel te höuden) dé
Wächters die by nacht waken, om alle
uuren inet i langwerpigfe houte blokjená
de uuren te doen rond flaan , en na ’t vuuir
en licht laaten zien , dat de flaven s’avonds
al vroeg moeten uitdooven , om alle ge-
vaar vah brand voor te komen. Zoo ras
’t fterk begind te waaijen, gaan zy ge-
duurig rond; en op de galderyèn, daar
de Mktroozen flapen, yifiteren, gedoo-
gende geen licht by nacht ; als by de
voornaamfte menfchen£ die zy dan ook
de zorge äanbeveelen. ' •
. Zy werden verkoreh uit de eigenaarS
der huizen, en pakhuizen, kaireroflèn
geöaamd;; die m’cchün by beurten te waken
jaarlyks van ons voor ’t gebruik van
*t geheel Eiland ipjoo gülden trekken;
waar onder dan ook ’t Pak-hüis aän de
•overzyde van de Baay; ddar ’t kruit in
legt , begrepen is,
Twee d warc-kykers zitten mede in dich
Eilands-raad. Deze höoren' ënzien, eil
hun plicht is , om van alles aänteekening
te houden, en daar a f aän deGouverneurs
verilag te doen ; zoo wel vàn ’t gene die
vergadéring mede; als tegen gaat. -Ook
geven zy in de ordinaire záákeri van be-
ftierângraad, eheënvàn hün beiden moét
altyd in de npgotie-tyd;op ’t Èiland we-
zen, om det>rdre dci* Geheiinfchryvers,
ënz. gade te flaan; en op te volgen.
De verdre leden váñ aen Raad zyn de
4 opper- ,en de 4 onder-Tolken 3 dog de
laatfte hebben niet veel te zéggen 3 maar
de eerfte können goed en quaad doen.
• Deze