
alwaar veel zout-makcrs woonen 5 ook
loopt men hier al meeft: N . O. aan, bo-
halven dat men na de Baay van Moero
loopt ; want dan moet men zoo lang
Noordelyk afhouden, tot dat men de
wal na genoeg komt, om ’er in te kon- ;
acn loopen.
Dit is een kleen Stedeken, waar in
veci Leer-touwers woonen, ’t geen zy
hier ongemeen wel wcten te bearbei-
den.
Het heeft ook een zeer bequameBaay
voor kleene vaartuigen, legt 40 mylen
van Thomme op de N . breedte van 3 5
graaden, en is het Noordelykfte van de
ganfche w eg , die men te vaaren heeft.
Hier moeten alle vaartuigen , die na
Oiàcca willen, vertoeven, tot dat weer
cn wind hen komt te dienen , om na
Fiongo te vertrekken, ten ware dat zy
door nood genegen waren de Eilanden .
Jefemi om te loopen} hoeweldateigent- jj
lyk hün regte weg niet i s , en zeer ge-
vaarlyk, vermits deze weg van daàr na
Fiongo 18 mylen lang is, zonder dat ’er
onderweeg eenige Baay, o f Haven , daar
in men zieh, by voorval van onweder,
zou können bergen, te vinden is.
Van Moero buigd zieh de wal weer
na ’t O . S. O. tot aan den hoek van
Äkays.
De eerfte plaats pas beooften de Baay
van Moero is het vlekjen Aboes, alwaar
by na met anders, dan Reeders van Vragt-
barken, woonen.
Daar na volgd een ander v lek, Cika- !
macka genaamd, en eén weinig ’er a f, 1
tegens het gebergte, j ’t Kafteel Fimeis, ;
waar in zieh een groote toren vef-
toond.
-. Noch z a 3 mylen Ooftelyker ziet men
Aids ** Tackaflanao, en danvolgdop den
hoek het voomoemd Kafteel, ende Stad
Akais.
Hier werdeh-de befte Catabers , o f
Kennepe Vrouwen-rokken gemaakt.
Het heeft grootelykszynreden, waar-
om de Japanfche Schippers met hunne
Vaartuigen, zoo wel dit rak, als dat van
Cammenofeki, niet anders, dan met het
allerbequaamfte weder, willen overvaa-
ren, alzoo het hier zeer wyd is-, en hunne
barken geenzins ’er na gefteld zyn,
om eenig geweld van de Zee te können
uitftaan.
Daar beneven de ftroomen tuflehen Awa,
en Kinökouni, van buiten beooften en
beweften Awaiima orriloopende, ont-
moeten malkanderen om de Noord tegen
over Akais, waar door aldaar dan gemee-
nelyk, met het allerminfte hard weer o f
wind, een zeer leelyk en byzonder hol
water konat te ftraan , ’t geen een ie-
gelyk, die zieh daár daninbevinclj'nood-
aaakt, om een goede haven, en wel die
vari-Fiongo, te zoekeb , die 3mÿlènN. £)e otSfj
Opitwaard van den voornoemden hoek , Fiongo.
achter een zand-punt gelegen, en door
arbeid en konft (vermits hier entrent
geen andere havens Zyn) gemaakt is.
Onder de gemelde zand-punt zyn 30
vrywillige menfehen bçgraven, om dat de
¿elve bevorens geduurig affpoelde , cn
. alles, hoedanig zy dit werk ookmogteti
aanleggen, gedurig te vergeefs en ydel
was , daar het egter, na dat mèn ’er die
menfchep-lichamen onder gelegt had,
beftendig en een vaft werk geworden en
gebleven i’s;
Ook zyn de Japanders, en naeer andre
Heideniche Volkeren.met hen, van oof-
t le e l, dat alle gebouwen, die op de
lichaamen van levende menichen ge-
grondveft zyn, zeer vaft, duurzaam, en
beftendig zullen wezen.
» Alle vaartuigen vàri eenige grootheit,
die uit hetVeften kotaen, tooeten hier
voor de Stad Fiongo haar ganfche. vragt
iri kleener vaartuigen overfchepen, oin
dat de Rievier van Ofacca zeerdröOg is,
waar door men onmogelyk na die Stad
met zwaar-gdadene barken, ten waare
aan by het allerhoogfte ipring (dat dan
noch by de minfte wind uit den weften
met zeer veel gevaar vermengd is) kan
gevoerd werden.
Na dat dan alles Wel overgéfcheept is,
vaart men längs de Noord-wal Ooftelyk
henen, eerftvoor by ’t vlek NifTenojen-
na, o f Niflenojena, alwaar éeri zeer ver-
maarde hoewel geen zeer groote Tempel
van denBroeder van hunnen grootften heilig
, Iffie genaamd , is.
Daar na loopt men voor by de Stad ,
en ’t Kafteel Ammakafadd5 en als men en’tKa-
recht voor een van de middel-ipruiten ftee l Am-
van Giacca is, zoo kan men drie fteden ro alw & o
te gelyk zien, teweten, delaatftgemel- ^
de, in ’t midden Ammakafacki in ’tN .* Oikcca.
en Sackaÿa in hèt Zuìden.
Na dapt men m de Rievier gekomen
is, werden wy van onzenhuiswaardmet
t toegemaakte fpeel vaartuigen ingehaald,
cn in onze herberg geleyd , daar de
Stads-vopgd terftorid door onze Tolkeri
van verwittigd werd.
De ze w eg uit de Haven van Fiongo
to t hier toe is 1 3 , en' de ganfche vaar-
w e g van Seminbfekii(of Semonofekijtot
Giacca to e , is op zyn allerkortfte 23c
mylen verre j (want anders is z y wel 24«
dito larig) gelyk men op het blad, daar
alle de plaatfen, en mylen, opgebracht
werden, klaar zieri kan.
Het is ook veel beter,' dat men, in 1t Aanmer-
afkomen , de groote bark voor af na king over ;
Fiörigo laat gaari, en dat de trein over j¡?reize»
Land door Ammakafacki en Niflènojen- m^ ene"
na (daar het zeer vermakelyk en gemak- •*
kelyk te reizen i s , en ook beft gelegen
gen komt) na Fiongo volgd : want anders
moet men met grpot, verdriet met
de bark in de Rievier na’thoogfte ipring
blyven wachten j gelyk da,t beyorens
meeft altyd zoo (uitgenomen dat nu 2
jaaren herwaards de bark voor afna Fiongo
vertrok) ondervonden is. ■
Hier in Ofacca doet men voor de eerfte
m aal fchenkagien aan de, twee Stads-
voogden, buiten de wéíke hier ook nog
een byzonder Gezaghebber over hetKa-
.iteel is , door den Keizer daar over ge-
fteld j en die hier Ook niet dan by uit-
drukkclyk vcrlof van den Keizer uiitgaau,
en zieh ook tact geen andre .zaaken
bemoeijen mag.
Het drinkwäter in deze $tad (ten zy
men dat van ’t-gebergte haalen laat) is
^doorgaans zeer flecht, en ongezond.
Deze Stad legt op 34 graaden. en 4 f
minuten ,N. breedte , en is ongemeen
groot in haaren omtrek#
Nader be- ^ ^ee^C een menjgte gjóote huizen
fchryving*van Landsheeren, veel fpruiten ,en wyde
Van deze gragtenj die uit het MeirO.ots, i y my-
Stad. len opwaai'ds gelegen, door eeri Rievier
hier geleid 3 en ontlaft werden , waar
.door deze Stad eèn .zeer groot, ja onge-
loofelyk getal van hruggen, die wy in
menigte zien können ^ moet hebben,
Allé Lands-grooten, die om de Weft:
. leggen, hebben hier hun volk, en woon-
plaatfen, op dat zy hier aankomende,in
*t oprçizen te Hoof, des te eer, en te
zekerder, met al hunnen toeftel vaardig
en klaar zouden wezen, en zieh in ftaat
bevinden mogten , om hunne reis, ten
eerftën na Jedo voort te zetten, alzoo
zy ’er maar een etmaal nfogen vertoeven,
en buiten ’c gezicht des Kafteeîs (uit in-
zicht, om dat het èen aanmerkcnswâar-
dige plaats j. en om dat zy midden op den
reis-weg gelegen is) moeten omgaan. .
Z y is zeer voljc-en nering-ryk j ook
is ’er een zeer treffelyk Kafteel, dat zeer
hooge wallen, en diepe gragten heeft,
en is ofn des zelfs byzondqrc goede gele-
genheit alhier door den Keizer Tayko
. begrepen en gebouwd, gelyk hÿ daar in
pok eenigen tyd zyn Hofgehoadea heeft}
dog nu diend het zelve alleen, om’s Kei-
zers ichattcn , yàn de weftelÿke laage
Landen ingezameld, te bewaaren.
Volgeñs’t verhaal der japanders, was
deze. Tayko de eerfte Keizer, die door
den Dayto in dezen ftaat beVeftigd wierd,
en die hem ’t ryk ook uit eigen bewe-
ging opgedragcn heeft, dat wy bevorens
elders breeder toonen.,
Van Ofacca nu willende vertrefcken,
voorziet men zieh eerfl: van paarden ,coe-
lis (of draagers) en wat dies meer. is, en
nien vertrekt ’s morgens vroeg, zyn weg
hemende längs de N . zyde des Kafteels,,
tn ten Z . Ooften van de Rievier,gaande
daar längs tot aan het DorpFiraIcâttà(bÿ
Montanus Firaskàtta genaamd) rt welk f
mylen verrez en daar men gewööri is het
taiddagmaal te houdiçn.
.. Tullchen beiden ziet men j onderweeg
¿yráe, ter rechterhand aan de overzyde
der Rievier,verfcheide vlekken, mooije
Dòrpen, en ’t Kafteeltje Taifacki.
( Van Firakatta gaat men 24 myl ver-
der, en komt dan in dé Stad Jodo, een
yermakelyken zeer net ftedeken, in ’t
Landfchap jamayffirò gelegen, Het is
daar alles byzonder rein en zindelyk 5 ook
is daar een mpoi Kafteel b y , en de Rievier
van Öfacca loopt ’er benootden, en
bezuiden j voprbyj zoo dat men in ’t
inkomen, en in ’t uitgaan, over twee
lange bruggen, en door dit ftedeken heilen
trekften moet,
. Na dat men oVet de tweede brug
(daar men ter linkerhand 2 Molens heeft ¿
:dj^’f: wat,er geduurig in ’t Kafteel maa-
lep 5) gekomen is, gaat .men längs de
Rievier. aan de N oord-rzyde des zelfs, van
waar men ter rechterhand het viekjen
Occi,, daár de meefte en ook- van de aK
lerbefte T h e e valt, die ’er in Japan té
vinden is. ^
, Nog 3 mylen van daar komt men in
F utíiihi, cen plaats, daar layc'o-Sammá
voor dezen zyn Hof gehouden heeft.
. Çoor gemelde plaats trekt men 2 i myl De g-J
tuflehen een. ftraat van huizen henen ^en Miaco.
dus komt meri in Miaco.
Deze Stad, die van ouds her, enook
noch wel, Kio genaamd werd , is zeer
gropt., aanzienelyk, zeer net geregeld,
voi cierlyke huizen, (immers ria hunne
Lands-wyze) en alomme met zeer deftige
Tempels, en zeer luftige Hoven praa-
lende.
Zy legt op de Ñ . breedte vän 3 f graaden
en 8 minuten. Zy is vervuld met -
allerlei groote Konftenaars, Ambagts-
lieden , en met een zeer groote menigte
van vermögende Kooplieden , alzoo men
hier de ftapel van den handel heeft, ook
gaat men,naauwlyks een huis voor by ,
daar niet het een, ó f ’t ander, getaaakt,
o f verkogt werd.
, Het ,is de voornaamfte der bepaalde
Keizerlykc Koopfteden, hoedanige ’er
maar y , en welke dezc .zyn : Miaco,
Ofacca ? $ackaja, Nangafacki, enjedo.
Dezd zyn uitdrukkelyk ’er toe ge-
fchikt, ten einde zy eenige van hunnè
voornaamfte Kooplieden zouden afzery*
den, cn volmagtigen, om gezamentlyk
het beftier over den handel der vreemde-
lingen tè hebben, mits dat ¿y de zelve
zoodanig beftieren, dat haare ingezete-
nen daar door wel mögen bcvoordeeld,
maar dat ook de vreemdelingen niet ver-
kort werden j en behouden können biy-
ven.
i x De