
iöSö r*v‘er °P breedte v*n 31— 3 min., en
léñete van 37— 40î min. Hun cours en
verheid van deze plaats tot aan de zee-
kant was W. N. W. 1 graaden, Noor-
delyket 8* mylen,
Donderdag den 3 dito.
’s Morgens ten 6 uuren veitrokken wy
van deze plaats , en vervólgden ons oud
Î>ad, en na dat wy z\ myl van deBakke-
ey-plaats afwaren, befloot de Ed. Heer
Commandeur dat wy ons hier zouden ter
nederflaan, zyndeontrent i myl van ’t ri-
viertje, dat wy den zoftcn September ge-
pafleert waren, ter oorzaak van ’t fchoon
gras, *t welk wy hier längs de rivier von-
den. De gegifte cours Z. O. ten O. De
gegifte breedte 31— zo min. De lengte
van 38—z6 j min. De vertrouwde breedte
31 —z$ min. De behouden cours en verheid
Z. O. tenO. z graaden, Zuidelyker
z j mylen -, behouaen lengte van 38— 26
min.
Vrydag den 4 dito.
’s Morgens ten 6 uuren vertrokken wy
van deze ruftplaats , marcherende voor
eerft door het bovengedagte riviertje,
’twelk wy op de uitreize met loopent
water hadden bevonden , maar *t geen
nu t’eenemaal droog was 5 en vervolgden
alzoo wederom ons oud pad tot * myl
De Bavi- voorby onze ruftplaats aan den Baviaans-
aansberg. berg, daar wy ons ter nederfloegen, en
gras vonden wy mede als boven gedagt.
De gegifte cours en verheid Z. O. z gr.
Zuidelyker 3 mylen. De gegifte breedte
van ,31—3z min. Lengte van 38—36 min.
bevonden breedte /van 31— 30 min.
$ ater dag den f dito.
Des naarmiddags ten z vertrokken wy
van deze ruftplaats, nemende onzen cours
De Door-na de Doordrift , alwaar wy tegen den
Ö f avont aanquamen*. Hier bleven wy legfen,
en daar wiert befloten , om ’s an-
erendaags over te marcheren j waar toe
dan een bequame plaats wiert uitgezogt,
de diepte van ontrent 1 \ voet water heb-
bende.- De gegifte cours en verheid Z.
P graaden Ooftelyker 3 mylen} de gegifte
breedte van 31— 40 min. Lengte van
38— 37 min. Vertrouwde breedte van
31— 41 min. Vertrouwde cours en verheid
Z. ten O. zj mylen.
Sondag den 6 dito.
’s Morgens met het aanbreken van den
dag zont de Ed. Heer Commandeur een
De Das -Sergeant met 4 karren , en een party
senberg. beeilen voor uit na den DaiTenberg, om
aldaar de fonteinen, die wy vreesden toe-
gegroeit te zy n, op te graven, en fchoon
te maaken. Op den namiddag ten z uuren
v.olgde de Ed. Commandeur met de refte-
rende trein , en quam alzoo met des zons
ondergans aan den Daflenberg vooriz,
daar wy den Sergeant vonden, en ons ter
nederfloegen, fchoon gras en water von- |
den wy hier in overvloed. De gegifte 1<58ö>
cours en verheid Z. W. tenZ. z graaden
Weftelyker 3? mylen. De geeifte breedte
31—46 min., en lengte van 3ö—zp min.
Maandag den 7 dito.
Bleven wy hier leggen, om onze beeilen
met dit fchoon gras een weinig te laaten
vèrquikken.
Dynsdag den 8 dito.
’sNamiddags ten 1 uur brakenwy op,
en ftelden onzen cours na de brakke valey 5
verlieten ons oud pad, om dat het zelve
zeer krom loopt, en namen onzen cours
Z. ten W. 7 graaden Weftelyker , en
quamen alzoo ’savonts ten 7 uuren in’deDe g .
brakke valey , alwaar wy 6 Olifanten ke Valey.’
vonden, die wy met fchreeuwen en fchie- enOlifonÎ
ten van daar joegen. Water vonden wy ten hier
hier redelyk j maar gras fober. De ge- ontmoet
gifte cours en verheid Z. ten W. 7 graaden
Weftelyker 4^ mylen. De gegifte
breedte 3z— 1 min., lengte van 38— Z4
min. De vertrouwde breedte van 31 —f p.
Behouden cours en verheid Z. Z. W. 6
graaden Zuidelyker 4 mylen. De behouden
lengte van 38— Z3 min.. .
IVoensdag den p dito.
’s Morgens vroeg zont de Ed. Heer
Commandeur een Sergeant na beneden,
om te vememen , of aldaar geen water
was, de wylhy befloten had omde ftrand
hier mede te vifiteeren, die, na verloop
van z of 2 uuren , Weer te rüg qiiam,
en berigt dede, dat hy op 1 myl weegs
3 kuilen met redelyk goed water gevon-
den had } waar öp w.y ’s namiddags ten
y uuren derwaarts nlarcheerden. De gegifte
cours en verheid N. W. y graaden,
Noordelyker 1 myl. De gegifte breedte
van 31— f6 min. , en lengte van 38— z
den io dito.
’s Morgens met het aanbrek£n van den
dag zont de Ed. Heer Commandeur een
Sergeant met eenige manichap na de zee-
kant, om te vernemen , of daar eenige
bequaamheid was, om derwaarts te körnen
5 die tegen den middag wederquam
berigten , van na 3 mylen marcherens
aan de zee gewecft te zyn , maar geen
water gevonden te hebben, als op 1 myl
weegs na by de zelve, alleenlyk om 30
of 40 beeilen te können drenken. Ook
mede, dat hy een Eiland in zee had ge-
zienj waar op de Ed. Heer Commandeur
befloot met z wagens , benevens de
fchuit, en eenige manichap derwaarts te
gaan ; en vertrok, alzoo ’s naarmiddags
ten 1 uur, en, na 4 mylen marcherens,
quamen wy aan ’tgedagte water, alwaar
wy ohs vaatwerk vulden , dat ten dien
einde mede genomen was, en gingen
verder, tot dat wy ,, na 1 uur märcne- Körnen
rens, aan de zeekant quamen, d aar wy aan de
kampeerden. De gegifte cours en ver-Zeekanti
ljcid
1886. ^eid N. W. 6 graaden , Weftelyker zj
mylen. De gegifte breedte 31 —4p min.,
■en lerigte van 32s— pl min.
Vjdag den 11 dito. ¡¡g
, ’s Morgens met mooi weer , bragten
Vinden het fchuitjen in zée, omde baay onirent
«¡Ugö het eilandje bovengedagt af te looden,
<n ’en bevonden tuflchen het Zuideindc en
. de vafte wal z o f 3 vadem water, en al- !
daar is-een zandflrandje, bequaamom met
eenfchuk, af en aan te vaaren. Het eiland
is längs heenen met klippen bezet.
Benoorden het eiland en de vafte wal
vooriz, ontrent een gooteling-fchoot van
de meergemelde wal , is 6 of 7 vadem
water, zandgrond met kleine fteentjens.
Een fchoot weegs verder, alwaar men de
.rivier o f valey regt inziet, was 8, p, en
10 vadem water , de grond fyn zand
- onder met fchelpen. ■ Het gedagte eiland :
legt meeft Q. en W . Tuimhen het zelve :
en de-vafte wal is een gat ; maar onbe- :
quaam, alzoo het zelve vol blinde en uit-
itekende klippen legt.
De bevonden breedte van 31 —4y min.,
de behouden cours en verheid N. W. 4
graaden , Noordelyker 3j mylen , zoo
dat wy 4 min. Zuidelyker waren, als wy
gegift hadden. Behouden de lengte van :
38—-pl min.
Saturdag den, 1 z dito.
’s Morgens vroeg ordonneerde de Ed.
.¡Heer. Commandeur een Sergeant, den
Stiermanj en eenige manfchap, om van
hier N oordely ker aan, tot aan de Olifants
Rfvier , de ftrand te vifiteeren. Van des
. gelykeh ook den Stiermans-maat, om
jzuftcs om de Zuyd te doen, die dan van
hier vertrokken , om te verrichten , *t
geen bevolen was , waar van- de Stier-
man.s - maat tegen den avond wederquam,
en rapport dede, dat hy .Z. Z. O. \ myl
de wai fchor on met klippen bevonden
had. Toen was bun cours Z. ten O.
z mylen , en bevonden aldaar een vlak
en zandig ftrand, tot-dat zy dwers voor
een .valey, de zee- koejen- valey, na de
zee - koejen,-diemen’er m vind, genaamd,
quamen , ,al waar zy ook hooge'zand -duy-
nen yopden. . De coursvan Z. tenO. nog,
z mylen gevorderd hebbende, hadden zy
bevonden het land met een bocht inwaards
. te iqqpeu, zynde zand - ftrand. Voorfz
bocht ten eynde zagen zy een rif van klippen
, flrekkende ontrent \ myl N. W.
in zee,; en na zynpbrdeel bequaam, om
des noods j een gemeen Vaärtuyg onder
’t zelve te können bergen , en voor den
Zuyden wind ’teenemaal bevryd te zyn,}
dpg vermits het dy zig weder had hy geen
hoogte können nemen.
- /Sondag den 13 dito. .
Bleven wy hier noch leggen, om den
v... Sergeant en -den Stièrman in- te wagten,
die tegen den avond wederquam , en!
berigtte aan de Olifants - rivier geweeft I(5gß. ■
te zyn , zynde.hun cours voor eerft ge-
weeft N. W. zj mylen längs:ftrand, die
zy zandig vonden. De zelve ; cours een
myl vervolgende, bevonden de wal fchor
en klippig , tot wel op zo roeden in zee.
Toen was hun cours N. N. W. myl,
pafleerden een groote inbocht ; dog on-
bequaam, zyn3e zandig en klippig. Voortfaande
, quamen zy aan een rif met ge-
roken kftppen, flrekkende Zieh N. ten
W. ontrent ¿myl in zee, enagter *t zelve
een inbogt als een Jialve maan , lang \ Een In-
myl, aan de overkant mede voorzien van
een rif, dat zieh eenigzins in zee ftrekte^ oraler1
en vorder rondom zandftrand was. Dier- een fchip
halvenr door hen bequaam gepordeelt omin tc
’er een fchip in te können bergen ,1 1^- ^erêen*
génde op de breedte van 31— z8 min.,
en lengte van 37— f6 min. Van daar
was hun cours N. N. W. 4 myl längs
zandftrand. Toen N. ten W. j myl tot
aan een hoek met groote hooge klippen.
Van hier N. N. W. 3 mylen de wal längs
heenen zeer hoog, flyl, en klippig} en
quamen aan den hoek van de Olifants-
rivier , van welke zy dien eygen avont
weer te rüg gingen, tot dat zy zieh ein-
delyk ’s avonts ten 1 r uuren daar neder-
floegen.} en quamen dushy ons, gelyk
voorzegt is. Hunne gegifte cours en verheid
van hier tot aan de Olifants - rivier
vooriz N. W. f graaden Noordelyker 13
myien.
Maandag den 14 dito.
7 Tegens den middag braken wy op, en
marcheerden weder te rüg na onzen trein }
daar körnende, wiert alles klaàr gemaakt,
om gezamentlyk te vertrekken, ’t welk*
aldus gefchiedde, en quamen tegen den
avond op onzen ruftplaats van den pdcn,
daar wy ons ter nederfloegen.
Dynsdag den 1 f dito.
’s Middags vertrokken wy van de
brakke valey na de Olifantsjagt } ftelden
onzen cours Z. O. ten Z. en quamen ’savonts
ten 6 uuren daar, alwaar wy kampeerden
, en .hadden verfcheide ontmoe-
tingen met de Olifanten gehad j *t welk
nog alles ¡wel afgeloopen was. -De gegifte
cours en verheid Z. O. ten Z. zf mylen.
De gegifte breedte van 3z—6 min.,
en lengte van 38— 31 min. Vertrouwde
cours en verheid Z. O., f graaden, Ooftelyker
zf mylen, vertrouwde breedte van
3 z— 4 min.
IVoensdag den, 16 dito.
Ten 6 uuren vertrokken wy van de
Olifants -jacht , en ftelden onzen cours De 01^
längs ons oud- pad , tot dat wy aan een fiints-jagt,
valey met water quamen , alwaar de Ed.
Heer Commandeur een halte maakte, om
de beeften wat te laaten ruften, en ’s na-
Jöiddags weder te vertrekken} dbg ziende,
dat de zelve het niet , zouden können uyt-
hou