
Ä. x<5oi. vcrzekerende , .20 de Koning maar Peper
en Caneel,dat hy ove^vloedigG°edeKo
ning.
deren genoeg had, om die hem te beta-
len.
Een ern- Hy gaf den Vor ft daar in 00k te kennen,
ftige, dat de reden van het aanhoudenderCin-
Briefaan g aleefen aan boord deze was , dat men
van hem zo onbezohnen geeilcht had,
het fchip en de Goederen aan de W alte
halen, zonder dat zy hem eenige Caneel
o f Peper, om die te betaalen, vertoond
hadden. . .
Het was hem 00k zeer vreemd voor-
gekompn, dat men hem, en zyn volk,
voor Portugeezen, tegen alle zyn betui-
gingen aan , gehouden had , waar uyt
het fcheen, als o f zy maar voorgenomen
hadden, zyn Schip en Goederen, onder
zulk een voorgeven, zoo ras die aan de
\val waaren, verbeurd te verklaareu.
Eindelyk zeide h y , dat, zo de koning
in ’t toekomende genegen was opregte-
lyk met hem te handelen , hy 00k. van,
zyn .zeide genegen was den koning alle
eer en vriendfchap te bewyzen. Daar
mede zond hy hen, met eenige Gefchenken
weder weg , latende al zyne Vlag-
gen en Wimpels waejen, en al het Ge-
fchut ter eere van den Koning los branden,
hoewel deze cere den Vorft zeer
ontftelde.
, Op dien zelven dag zond de Koning
een Praeuw met den T o lk , die Spilbergen
veel ververfching van herten-vleeich,
hoenderen , boter en veelerley Frui-
ten uyt *s Vorften naam aanbood , daar
byvoegende,dat hy zyn Land overal tot
zyn genoegen gebruiken mögt. Ook
zond hy zyne drie mannen weer aan
boord j verzoekende , dat hy dog niet
1 vertrekken wilde, alzo hy hem in körten
tyd zyne Ladingbefchikkenzou,en,
tot zyne geruftftelling geerne 3 of4Cin-
galeefen by hem aan boort laten wilde,
zieh zelven wegens den eifch, van ’t fchip
en Goederen aan de wal te brengen, op
’t hoogfte verontfchuldigende , alzo hy
geen quaad daar mede in den zin gehad
Eadde , verzoekende nogmaals, dat hy
maar geduld wilde hebben, alzo hy be-
zig was, om Peper te vergaderen5 hoewel
daar na bleek , dat alles maar in
goede woorden zonder eenig gevolg
beftond.
Den 7. dito zond hy egter een mon-
fter Peper, die hy zeer dicr loofde,en
ook cen weinig Wafch 5 maar Spilbergen
■wilde op zoo weinig van elks geen bod
doen.
Den 8. dito vertrok de Koning van
Strand , alzo hy zag, dat hy zyn 00g-
w it niet konde bereiken , nog zynen
aanilag doen gelukken.
Den p. dito om Water ria de Wal
gegaan zynde , verftonden zy van
nig volk, 4at Portugees fprak, dat de-A-
ze Koning.aan de Portugcefen fchatting
betaalde.
Den 10. dito beloofde de koning
weer,hem zyne Lading te leyerenj dog
zy moeft vandetiKeizer van ditEyland,,
o f anders van Don Jany(xai Fimala Dar-
ma Soeria genaamd) gehaald werden,,
waar toe tya en geduld van nooden was,
biedende hem aan eenig Volk met een
van Spilbergens Commiefcn derwaards
te zenden.
Na dat dan Spilbergen.vernoraen had,
dat hier een Keizer van Candi was,eifte
h y , genegen zclf derwaards te gaan, j*
Cingaleefen van den Koning van Bati-
calo aan boord, als Gyfelaars , die hy ten
eerften zond.
Een der zelve was een van zyne Raads-
heeren Panneka genaamd, nevens welke
2 Hoofdmannen o f OverftenderKrygs-
lieden, en nog z andre, wären.
' Daar na quamen ’er weer Olifanten
aan ftrand 4 om den Zeevoogd af te halen,
waar mede hy na den Koning van
Baticalo toog , die hem de Reis na Candi
afraadde.
Men befloot dierhalven , alzo de K o -Zend een
ning zeide, dat de weg zeer verre , enCom-
moejelyk was, een Commies , met ee-^1^ 0
nige Gefchenken voor af te zenden , ZCr. \
waar op de Zeevoogd den iy . dito weer
aan boord quam, verwagtendc, wat be-
fcheid hem de weggezonden Commies^
brengen. zoude.
Ondertuflcbeu verruilde hy daaglyks
veelerlei Gefteenten, als Robynen,To-
paazen, Granaäten, Spinellen,Hyacin-
then, Zafieren (witte en blaeuwe) Kat-
ten-oogen , en Kryftal , tegen deze en
gene fnuifteryen , dog zy waren in zig
zelven van weinig belang, en van een
geringe prys, zoo dat zy de meeftc on-
koften daar aan de Gefchenken,hadden,
d ie zy geduurig aän den koning van Ma-
ticalo moeiten gceven.
De afgezonden Commies , den 3 . Juli
wedergekomen zynde met z Gefanten ,
cn een Brief van de Keizer aan Spilbergen
, getuigde, dat die Vorft hem zeer
wel ontfangen, en onthaald had.
De naamen der z Gefanten waren Gon- Die ver-
falo Rodrigos, en Melchior Rebecca, en de zoekt,
Kcizer zond nevens hen eenige Gefchen- sPil”
ken van Goude Ringen, en van gro o tcKw il
Pylen, Segonfios genaamd, ,en by hemkomen
vangroote weerde, en v.oof groote tee-bez°e-
kenen van zyn gunft gehouden. Hy be-kcu*
loofde ook alle Vriendfchap aan de Zeevoogd,
zey hem zo veel lading toe, als
hy Vermögens was te beftellcn, en verzo
g t, dat hy hem in Candi wilde komen
beioeken.
Op dien zelven avond verfcheen hier
Gujon U Fort ook met het Schip den Ram,
die hier.
En Spil-'
bergen
gaatna
Candi.
wedervaren.
V A N C E
A. 1601. die den 24. December ontrent de Caap
der Goede Hope van den Zeevoogd af-
geraakt, en zedert niet gezien, waar o-
ver groote vreugd onder hen was.
Men befloot zamen, dat Spilbergen de
Reis na den Keizer zou aanneemen , te
meer , alzoo hy daar toe Laft van zyn
Heeren en Meefters, en van zyn Hoogheid
den Prins van Orangie had, met
aanbieding van der zelver Vriendfehap
aan den Keizer, en om een Vriend van
zyne Vrienden , en een Vyand van zy-
nc Vyanden te willen zyn.
Hy vertrok den 6. dito, by zig heb-
bende vericheide Gefchenken , en iö
Reisgezellen van zyn volk, onder welke
eenige waren, die op deze en gene Speel-
tuigen zeer wel konden fpeelen.
Ondertusfchen quam ’t fchip de Ram
ter plaats , daar de Zeevoogd lag , ten
anker , en dede ter |eere van ’s Keizers
Gefanten eenige Eer-fchooten} dog alzoo
zeker ftuk gefchut overladen was,
quam het te fpringen, waar door de
Conftapel gequeft wierd , waar af hy
ftierf.
Guyonle Gujon le Fort, Onder-Zeevoosd, was
F o r t’s met zyn fchip op ’tEylandMadagafcar,
en in de Baey St. Auguftyn geweeft ,
alwaar hy door een Storm Maft enBoeg-
Ipriet verloren had , waar door hy in
gevaar van L y f , Schip , en Goederen,
geraakt was.
Terwyl de Zeevoogd na den Keizer
w a s , ruilden zy nog eenige Gefteenten
in, en zonden de fchuit na eenige andre
plaatzen , om na een beter Rheede te
zien } dog zy vonden geen beter, dan
daar zy lagen.
Spflber- Den 28. dito, quam Spilbergen van den
genswc-Keizer van Candi weerom aan boord.
dervaren latCnde Capitein Jongerheld zedert 2 da-
E izS , gen agter, alzo hy onderweeg ziek ge-
enelders, worden was, en door vermoeidheidden
trop niet volgen kon.
Hy had hem 3 Olifanten, en 6 mannen
tot zyn dienft gelaaten, om hem, zo
veel ’t mogelyk was op den weg te hel-
pen,gelyk hy den laatften dito daar ook
aangekomen is. *
Na dat Spilbergen van den 6. Juli nade
Boven-Landen vertrokken was, was hy
cerft by den Koning van Baticalo geko-
men, die. hem, en ’s Keizers Geianten,
deftig onthaald , hem met eenige Goude
Ringen befchonken, van Olifanten,
V o lk , en Palankyns, om hem, zyn Goederen,
en eenige van zyn volk, die niet
volgen konden, te dragen , verzorgd
had.
Dit geleide ging met hem tot in des
Keizers Land , werdende over al zeer
treffelyk buiten zynen koften onthaald.
Zo ras hy in ’s Keizers Landen geko-A* l6oz*
men was , is hem een Modeliaar met
Trommelen en Pypen, o f met Gong en
Tifa, te gemoet gekomen, die hem in
een Dorp bragt, daar hy ook wel onthaald,
en in een vertrek, en Ledikant,
met wit Linnen behängen (een eere, die
men daar alle groote Gefanten aandoet)
geplaatft wierd.
. De Zeevoogd vereerde aan den On-
derkoning, en zynen Modeliaar, eenige
Gefchenken,die vriendelyk verzogt,dat
Spilbergen, by zyne, te rüg- Reize, hem
wilde komen bezoeken, belovende hem
te aller tyd alle Vriendfchap te willen
doen.
Daar op vervolgde hy zyne Reize ¿en
is twee mylen van daar in een Dorp gebragt
, daar zekere 'Koningin-, Dogter
van den voornoemdenOnderkoning ,die
nu een van de Keizers vanCandi’s Vrou-
wen was, woonde.
Don Jan had haär dit Dorp gefchon-
kenj dog zy was nu na de Stad Vinta-
(of Bintene) daar Spilbergen daags ’er
aan quam, vertrokken.
Z o als hy daar by naderde , quamen
hem wel 6 Modeliaars te gemoet., van
veel Volks, Pypen, Trommels, Hoorns,
en andere Speeltuigen, verzeld, die hem
tot aan die Stad , en de plaats , daar hy
zyn verblyf zou hebben, geleidden, alwaar
hy zyn Vertrek mede met Linnen
behängen vond.
Hy bleef daar 2 nachten, en vond
’er de voornoemde Koningin, die zeer
verlangde, om hem te zien, biedende
hem, by zyne te rüg-Reize alles , wat
’er in haar Land was , tot zyn dienft
aan.D
eze Stad legt aan de Ri vier van T rin-
kemale, anders Mawieleganga, genaamd,
alwaar zeer fchöone Vaartuigen gemaakt
werden.
Behalven een fraije Pagode, bevorens vjntana
by ons al befchreeven ,ontmoete hy hierbefchre-
nog veel diergelyken, en een Kloofter, ven.
waar in hy Monniken , in ’t Geel ge-
kleed, vond ,die met groote Sonnefcher-
men , en met Släven , längs de ftraat
gingen. Z y waaren kaal op ’t hoofd,
dog zonder kruin gefchooren , en hadden
Paternofters in de hand, waar mede
zy geduurig bezig waren teprevelen.
Zy wierden in groote agting gehouden,
en waren vry van alle werken en Laften.
Het Kloofter , daar in zy waren , ; is
even als de Kloofters der Roomsgezin-
den, met verfcheide Galderyen, Om-
gangen, en met veel Capellen voorzien,
iraei Verguld , en verzierd met de
Beelteniflen van verfcheide Mans en
Vrouwen, die, na hun zeggen, Heilig
geleefd hebben.
‘De