
152 B E S C H R Y V I N G der K U S T Want door rood verftonden de Duden
heet, brandend hiet dat gloejend is , ge-
Ivk zy daarora de verzengde lugt-
ltreek, en de landen daarondergelegen,
met de naam van rood en gloejend al
mede uytdrukten } en dewyl de zon ook
geftadig op dien Oceaan brandde, hebben
zy die Zxc doorgaans de roode Zce ge-
naamd.
*t Verdre, dat men van de roode Co-
raal en roode zanden (die nog maar hier
en daar in de zelve, buyten aut ’er meefl
wittc kraal-boomkens in vallen) verteld,
is wel eenigzins waarj maar gecnzins de
wäre reden van hare benaming, waar
by men nog overwegen moet dat deze
Arabifche Zee-boezem nog maar een
kleen deel van de roode Zee dcrOuden,
hoewel ’t waar is , dat w y dezen Arabi-
fchen Zee-boezem voor de rechte roode
Zee houden, en door dien naamgeen andre
Zee verftaan, welke ook by de Arabiers
met den naam van Bahär Colzum,
dat is de Colzumze Zce (na de ftad Colzum
, daar in gelegen) bekend, gelyk
des zelfs water over al zoo helder als
cryftal (wel verre van daar dat het Rood
zou zyn) hoewel ’t buyten die Zee of
buyten de ftraat Baab el Mandel, na den
grooten Oceaan wat troebel is.
En daar hebt gy de wäre reden van de
benaming, en van deuytftrekkingenge-
legcnheyd der roode Z c e , zooby deOu-
den, als nuby ons.
Na dat men nu die Straat ontrent zo
Franfche myleningeloopenis, komtmen
aan de Arabifche wal by de ftad Mocha.
Z y legt in een dor en oDeffen land niet
verre van een zwaar gebergte, dat zig
in het Noord-Ooften tot aan ’t gebergte
van Aden uytftrekt.
De ilad is al zeer groot, na de andre
ileden van Jemen gerekend, en ontrent
van uytgeftrektheyd als de ftad Dordregt;
dog drie-hoekig.
Men ziet ze in de reyze van den Zee-
Voogd Verhoeven fol. $3. in prent gebragt
j dog zy verfchild zeer veclmctde
vertooning, die zy zedert vry heerlyker
doet, alzoo zy merkelyk door den handel
opgeloken, en verbeterd is.
gefchut voorzien zyn. Harevoornaamfte
fterkte nogtans beftaat in twee Veftingcn,
aan wederzyden1 van de Reede, die als
een halve maan van ontrent een myi
maakt, en die den ingang aan alle fehe-
pen können beletten. Ook legt hier een
bezetting van f a 600 geoeffendeSbldaa-
ten j aan de land-kant legt zy geheel open.,
en heeft geen fterkten o f Cafteelen , dan
2 Torens aan de N . kant, met gefchut
voorzien, die ten tyde van Jafär Dafla
gebouwd zyn , toenzy met de Engelzen
gefchil hadden.
Men heeft in de ftadt vier Markten,
daar allerley waaren verkogt werden.
Z y pronkt ook met een menigte van
MoorzeTempels, heerlyke huyzen van
blaeuwearduyn-fteen en eenige fraeje Pa-
leyzen, orider welke dat van den Land-
Voogd boven alle andren uy tfteekt5 hoew
e l’er ook veelflegte huyzen zyn,op de
wyze van Indien van Bamboezen cn kley
gebouwd, en dan wit gemaakt.
Al hunne huyzen zyn boven ook plat,
om dat het hier zeer heet is , en om dat
zy tegen den avond boven op de huyzen
Zy plagt in Oude tyden vaneen fteene
muur omringd te zyn } dog nu ziet men
daar maar eenigebrokkenen puynhoopen
a f, van welke men egter, tot verfterking
der ftad , eenige ouderwetze muuren,
half van fteen, en half van aarde en Pal-
lifladen gemaakt,hceftjdog zonder gracht.
Z y heeft vierpoorten, en een groote me-
nigte vanTorens, die, vermitszyhoog.
en vah buyten (gelyk ookal hareMoskcen
en Tempels) gewit zyn , een zeer fraey
aanzien, en ook een groote fterkte aan
de ftad geven, alzoo zy alle zeer wel van
gewoon zyn hun uytvlugt te nemen.
Het is ’er onverdragelykvandevliegen
en muggen. Men ziet ’er loover nog gras,
dog hier en daar buyten de ftad eenige
Calappus-boomen, en daar is by na niets
dan vifch en vleefch.
Ook heeft men ’er fchoone fehapen ,
met welker reuzel men, in de plaatsvan
botcr, braad.
De Landt en ftad-Voogd heeft niet al- De magt
Jeen ’t bewind over deze ftad 5 maar 0°k ^ snd_
over Aden , Bctelfagi, en meer ändrcy™
fteden, en heeft nog wel 7 mindere o f
onder-Land-Voogden onder zieh.
Hy houd een zeer pragtige ftaat, laät
zieh dienen, als een Koning , alzoo zyn
magt zig verre uytftrekt, en zyne in-
komllen groot zyn.
Van alles kan men genoeg in deze ftad Water
bekomen 5 maar drink- watcr is ’er zeer en hout
fchaars, en flecht, filtig en Salpeetrig,^"8e"
behalven dat ’er dikwils in een jaar o f twee
geen druppel regen valt, *t geen in dit uy t-
nemend dor, droog, en by na ondragely k
heet land zeer ongemakkelyk komt. Qok
is ’er groot gebrek van brand-hout, dat
’er niet, dan zeer dier, te bekomen is, alzoo
*t drink-water en’t hout van zeer verre
moet gebragt werden. De Zee-wind
egter, die ’s morgens ten p a 10 uuren
doorwaeyd, geeft een groote verfriflehing
aan de ingezetenen dezer ftad.
De zelve beftaan uyt Perfianen , Ara- Wat Inbiers,
Türken, Abyfliners, (die’er twee) ^ et^1'cr
Armeniers, (die ’er een kerk hebben) ep2yn<
ook eenige Joden, meeft wiifclaars van
oude munten, die hier zeer weinig geacht,
en in een voorftadopzichzclvengeplaatft
zyn.
Van C H O R O M A N - D E L.
zyn.En men gift dat in de ftad niet boven
10 a 11000 Ingezetenen, van welke de
meeftc Mooren zyn, zy zien ’er alle vry
zwart en verbrapd uyt 3 dog zy zyn van
een zeer hupzen inbofft,en tegen de vreem-
delingen zeer beleefd, (hoewel ’er ook gelyk
over al wel booze liëden zyn) waar
door zy zeer veele der zelve herwaar-ds lok-
ken, gelyk hier een uytnemende toevloed
vankooplieden is,die hier met fchepen over
Z ee, o f met Caravaanen te landkomen.
Groote Deze ftad bloeid ongemecn door een
Jaart op groote mçnigte van fchepen, die hier jaar-
c«ad.jyjcs niet alleen van Suratte, van Goa,
van D iu , yan Goa, Daman, van Calicoet,
van Cananoor, van Dabul, van Mazulir
patam , van Atsjen, van Möiambique, en
Abyffinen, *t zy om ’er te handelen, o f
wel om verder na- Mekka in Pelgrimagie
te gaan, ontrent Maart, ofAprilkomen}
maar men ziet ’er ookveel Franfche, Engelze,
cn Hollandfche fchepen verfchy-
nen, gelyk deze ook daar hunne verblyf-
blyf-pTaatzen hebben.
Ontrent dien zëlven tyd van ’tvoorjaar
komen hier ook Caravaanen van Cairo,
van Alexandrycn, en van Halep, o f
Aleppo, in Syrien, die wel met 1 f a 1600
cn meer Cameelen, allerley zoorten van
Waaren hierbrèngen. Als iet zcldzaatns
merkt men ook aan, dat hier Paeuwen
vallen.
Waaren, De waaren, die hier gebragt werden,
hier ge- en getrokken zyn , zyn deze:
trokken. Allerley fynè en grove Indifche Ly-
waaaen.
Nagelen.
Nooten-Mufchaaten.
Foelie.
Caneel.
Peper.
Indigo.
Graeuwen Amber.
Slaven.
Olifants-Tanden.
Myrrhe, en meer andre Droguen.
Agel-hout.
bandai hout.
Goud-draad.
Civet.
Benzo’in.
Stik-en naey-zyde.
Allerley zyde kleeden, en Chineefche
waaren.
Zeyldoek.
Pqrcelyn.
Vermilioen.
Suyker.
Rood coraal.
R y ft:
Spiegels.
Tabak. ^
Zaffaraan.
Calappus-Nooten.
1 8 5
Fluweel, Damaften, Armozyn, Sat*
tyn, Laken,
Cayr-Touwen j van Calappus-bolfter
gemaakt.
Allerley Neurcpberger waaren.
Drooge en geconfyte Gember.
Lak, Quikzilver, Turkze goude Lake* F ...
nen, & c : Veneetze Ducaaten. hier vsü-
De Waaren nu , dieZy hier van daanlen.
voeren: zyn deze:
Carwe.
Arabifche paarden.
Witte Wierook van Doffer , en Caap
Guardafuy.
Coffi-boonen.
Myrrhe.
Roode > verw-wortelcn, alleen hier val*
lende,
Amber de grys. Goud, peerlen, Aloe,
Bezoar-ftecn.
Rozynen.
Arpbifche Goinme van Magadoxa.
î . En meer andre waaren :
Het Roode Meir is allereerft door de De Pof-
Portugeezen, die Ys-breekers, uyt Eu- ^geezeii
ropa bevàaren. ontdek-^
De eerfte,: die dit ondernemen dede, kcrs. Van
was Joannes de II Koning van Portugal, *t roode
die ontrent 1491. eenen Petrus Covilla- Meif.
nius met AlfonfusPaivaderwaardsgezon- Covilla-
den heeft. Z y verftonden beyde de JAra- p^ae/*
bifche taal, gingen na Alexandryen, en mci^
Meinphis, in Ægypten, en van daar ver-1491. te
der na ’t roode Meer na de ftad Elana , Elana.en
nu Torus o f T o r genaämd , daàr men wil_te Aden‘
dat de kinderen Ifraels over die Zee gingen.
Van daar gingen zy na de ftad Aden,
al waar zy van een fcheyden,. met verfprek
van malkanderen te Meinphis weer te zullen
vinden. Pgiva ging na Æthiopienj
dbg quam onder weeg te fterven. Van
Covillanius verdre reyze na Indien en na
Æthiopien, zullen wy maar alleen zeg-
gen, dat gelyk hy en zyn makker de cerltc
het roode Mpir zagen, hy ook alzoo de
eerfte wa s , die zyn Kqning een nette
Caart van de plaatzen, daar hy geweeft
was, overzond,
A®. ifo 6 . liep Triftan D.Cunha met Triftan
Alfonfus Albukerk, na dat ’t Moeffon,Da Cuö-
om na Indien te raken, verloopen was, > en
na ’t roode Meir, o f wel na ’t Eyland ker£“ A
Socotora, daar de belle, Aloë valt , natn t^C6:
daar een fterkte van den Koning van op 'tEy-
Kaxemopdat Eyland, o f van Fartaken,laml S(>‘
in, waar op hy Alfonfus Noronha tot 00ra'
bevel-hebber • ftelde.
A°« ifo8. Liep Alfonfus Albukerk,
hoorende, dat de Fartaken tegende Por-
tugeezen opgeftaan waren met eenig -
volk in Januari na Socotora , herftelde
alles, cn ley hen een zwaarder fchat-
ting op. À®. 1710«