
Bloede-
Jooze
Dierkens.
duiven, Meefcn, Snippen, Swaluwen,
Mullchen,en een zoort van Vogelkens,
die gewoon zyn hare Neften aan de ein-
den der Takken te maken, waar aan zy
ais een rauts met een lange tip zeer won-
derlyk en aardig blyven hangen.
Ook zyn ’er veel Zang-vogelen , als
Nagtcgaalen , veel Leeuwerken^ veel
Meeuwen en Poelfnippen > maar Krae-
jen by duizendeii.
Binnen in’t Land heeft men verfcheide
andre fraeje Vogels , eenige die Spier-
wit zyn , hebbende een Staart van eçn
voet lang, dog de kop pik-fwart, met
een kuif , als een bos pluimen ’er op.
Men ziet’er mcer van die zelve gedaante
, dog van een aniire Verwe, te wee-
ten , rood o f Orangieagtig , dog mede
met een zwarte Veder-bos op de kop ,
mogelyk dat dit wel de Wyfkens van
de andre zyn.
Men heeft ’er in ’t Land ook een Vogel
, Cardo genaamd , van groote als
een Deen o f wilde Zwaan, en die, noit
beneden komende, zig altyd op de toppen
der hoogfte Boomen houd. Hy is
zwart van verw, kort van Pooten, lang
en rond van bek, aan weerzyden van de
kop een witte lap hebbende , en boven
op zyn bek met een hooge uytwafch,als
een Hanen-kam. Gemeenelyk ziet men
’er eenige by een , die van de eene tak
op de andre huppelen, en dan een groot
gefchetter en gefchreeuw maken , dat
men wel een halve myl verre hooren
kan, ’t geen wel wat n a ’t gequaak der
Endvogels gelykr. Z y zyn ongemeen
goed van fmaak*
Men heeft ’er ook Vogels , als onze
End-Vogels , maar Pik-zwart , die
zeer lang onder water können blyven,
en dan zeer verre van daar weer opko-
men.
Daar zyn nog veel andere zoorten van
Vogelen, veel grooter als een Swaan,
die by de itilftaande Waters zieh ont-
houden , en op Vifch aazen 5 dog die
zieh byzondcr wél voor de Kaymans
weten te wagten.
Men heeft hier ook veel Sprinkhaa-
nen , Vuur-vliegen , Byen, Velerley
bloedelooze Dierkens, wel v y f a zesder-
ley mieren, als roode , kleene fwarte,
zeer groote dito, die uytnemende groote
Neften op de takken der Boomen
maken, nog een groote zwarte zoort,
die zieh in de aarde onthoud , en een
vierdc zwarte Zoort , die ongemeen
iterk glinfterd, zig ook onder de aarde
verbergd , en ongemeen fel b y t , even
als de roode vuur-mieren. De zelfde
zoort heeft een'roode kop , en een w i t ,
gat, zynde een zoort van witte Mieren, j
die alles in een zeer korten tyd dooreeten.
Z y noemen die Vaeos, en de Cin*
galeezen werden ’er fchrikkelyk van
geplaagd. Men heeft ’er Bloedzuigers,
vloyen , Muggen , Vliegen, allerley
fraeye Capellekens, Scorpioenen, Dui-
zendbeenen, Padden, K ik vorftchen, en
ook zeer vergiftige Spinnekoppen.
Daar zyn ook Rotten en Muyzen,
als mede Mufcus-Rotten*
Onder de Zee-Vifch heeft men Zee-
Verkens , Haeyen, de Zwaard-vifch,
Jacob Evertszen , Cakab , Schollen,
Scharren , Konings-vifch , dc Zeyl-
vifch, Peylftaarten, GoafcheCabeljauw,
Gallioen-viich, Harders,Dorados, gro-
te Spiering , Zee-luyzen , Vledermuy-
zen-Vifch, Kreeften, Crabben,, St.Pieters
, o f de v y f vingers Vifch (die wel
z eilen lang is , en y witte vlekken als
menfehen vingeren heeft) Tongen, Oe-
fters, Moflelen, Garneei, Pampus-vifch,
Corremans , Babara’s, Bonitos, Corcu-
ados, Schildpadden, en meer andre van
die zoort.
Men heeft hier ook verfcheidencrley
Zee-Horenkens , en onder deze ook
voomamelyk de Sjankos, o f Offerhoo-
rens , met geheele fchoolen 5 die ook
een Koning by zieh hebben ,de welke,
zoo men ’er een vind, voor veel Geld
kan verkogt werden , en zommige In-
landze Vorften geven’er 7 a 800 Ryksd.
voor.
Men heeft hier ook Peerlen, die by
Manaar en Toetecoryn in zekere Paarl-
fchelpen, die men daar duikt, gevonden
werden.
Hier valt in Zee ook zeer goede grau-
we Amber, waar van men nu en dan
al goede ftukken gevonden heeft.
In de groote Rivier van Mawiellegan- ’
ga,heeft men als een zoort van Salmen,
en zoo in die Rivier, als in andre, veelerley
zoorten van Rivier-Vifch 5 dog
de meefte zoorten zyn dit Land zoo
niet eygen, o f men vind ze ook op, Batavia,
in Amboina, en elders.
Kaymans zyn ’er ook met jnenigten ,
en op ’t Eyland Manaar veel zwaare
Zee-verkens met zwaare Slag-tanden,
welker Vleefch zeer goedisomteeeten,
en welker Wyfkens groote Borften voi
melk.hebben. Ook komen de zelve nu
en dan wel op Land om groente te
eeten.
Onder de Berg-ftoffen , hier vallen- Berg-
de, teld men Yzer , en Cryftal in gro- Stoffen,
ten overvloed, w it, zwart, geel, bruin,
en rood van verwe.
Daar werd ook Salpeter, Swavel,en
Spiesglas gevonden. Men wil dat ’er
binnen in ’t Land ook Goud en Zilver
valt 5 dog dat de Keizer hier niet wil
gegraven hebben.
Hier
Gcfteenteii.
•
Waaren ;
hierge--
trokken.
Baarentegeii zyn dé vòornàamftc
Waaren, hier vallende, deze:
Caneel.
Peeper. g j f Öfittdi
Cardamòni. 1 . Sollende.
Olifanten j ert Hunne Tänden.
Ebbert-Hout.
Caliatoer-ttout.
Zwartfe Suiker.
Spies-Glas.
Sout.
Ryft;
Oude Pinangj anders Àreek getiaamà.
Peerlen. ,
Sjangkòs.
Wafch.
Muicusj dòg niet Veel.
Velerley Gefteenten, als : Ì
Ròbynèfl.
Zafieren, witte cn Blauwe;
Smaragden.
Topäazen.
Spiriellcn.
Granaateri.
Firmament-ftéerieii.
Katteh-Oogen.
Cryftal i'van by na allerley zoörten.
Uyt de Maldives vervöerd men Cauii’à l
tn Sjangkòs. 8
Behalven de Munten * Maaten 3 Eilen:
en Gewigten, die nien byCnox zien
kan 3 agten wy nog dienftig deze
hier by te voegen.
Muriten.
Hi’er groêyen ook zeer fchöone en dier-,
baare Gefteenten ; als Robynén, witte
en blaauwe Zafyeren, Töpaazen, Spinellen,
Granäaten, Smarágden,Firma-
inentfteenen , Kaftén-oogen , en meër
andere fVaayigheden , die men in ’t'Ge-
bergte en in de Rivieren vind.
De Röbyn groeyt in een Roodagtige,
half-fteenagtige , en half-zandige aarde,
omtrent i j vadem diép, looperide gelyk
als uit aderen voort. Indien de fter-
ke vloed van een Rievier zulken ader
treft , voerd zy nú en dan wel bròk-
kels ’er af na beneden , alwaar die ftee-
nen , zoo lang als zy met water bedekt
zyn , haaren gians nogvolkômenbçhoû-
den} dog zoo zy blodt geräken ¿ en ee-
uige dagen in de zon lbggen, werden
zy koolfwart } en als verbrand.
De Zafier groeyt in eén blatiwè harde,
dog de witte in een graauwe gro'nd, pas
i vadem diep , al mede met aderen , en
Werden ook zoo door de ftrooöien na beneden
gefleept.
De Waaren, die van Ouds her
hier al getrokken waren j
zyn deze:
• Verfcheide geverwde Lakenen.
•Fluweelen, van verfcheide Verweil:
Allerley Droguen.
Verfcheidenetley Zyde Stoffen.
Ploeg-OiTen.
Roode Mutzen.
Porcelyn: ,
Amfioen, ò f Opium¿
Speteryen.
Staal.
Radix China.
Tabak.
Camfcr van Baros;
Cattoen.
Mufcus.
Sandel-Hotit.
Vzer.
Agel-Hout, dat dè Javaanen eh lVÍaíey-
ers Cajoe Garoe -, de Portugeezen
Pao d’Aquila j eii de Chineezétí,
fen die van Cóet^jfehtèjina j'Calim-
bac noethen j hoewel Caliiübac
nog een zoòrt 6p zig zelve 3 en
wel ’t uytgelezenfte vail ’t Agel-
hoiit is.
Salpeter: v
Swavel.
Vergulde Spiegels.
G lazè FleiTen.
Allerley gezortêerdè Klécdén j èh Lÿ-
waaden j Van dé Küft , en van Sú-
ratte.
-In de Mafdives trekt fnen Koper, Am-
i fioen* &opyen , Kleeden, P.yft,
§ | | ¡|
De Muhten, hier gáánde, zyri Ryks. Muhtet
daalders, à 60 ftuivers.
Ropias ^ ä 24^ ó f 30 ftüivers.
Períiaanfc grooté ÁbaíGs tegen i Rÿks-
daalder de i\ dito, en van de idee*
he 3f dito,
i gróote A baffi dòet z i ^ i kleéne doeé 18 ftuivers: ¡
Dücaatenj à '6 gl. i z ftiiiv.idër.
i Coper Casje* i ftuiv.j en 60 dito id
i Ryksd.
Proyintie-daaldëràj a Ryksd. ider.
i Goer Sjangkòs doet zor ftuiv.
Pagoden, a 120 ftuiv. o’f t f gl. idcr.
i Faftum f ftuiv.
i Mòorzè Ducaat doët 10 Fantims » ö f
z¿ Ryksd. 9 *
i Xerafyn i gl;
Maaten j en GewigieH.
i Leggèr W ÿn j gelyk dp andfë Comp-Sitten3
toii'ên. 3yo" kann, a to Miitsjens,Gc-
dog van Jnlandze Dránken 3s>6 kan- wiSterí*
- nën , a i i MutSjèns, en na hrnte
van dien, i Aam, &c.
I ä ü