
rens i R dcrs en een fles arak op de once
gezet had j maar zedert de rleer Ld1-
motius y R deis op de once zette , kreeg
hy een ilerk van 6 pond , en naderband
verfcheide anderen, die al vry fwaar waren
j gelyk men toen ook met eertige
Burgers -van Compagnies wegen een ac-
coord aangegaan heeft, die tot ItâaVing
van dien, i pond voor niet aan de Compagnie
ichonken. Dit duurde i o f t
jaaren lang , dat zy aan de Compagnie
den Amber voîgens dit verdi ag levcrden ;
doch verzogten naderhand zelf hier yan
ofltflagen te zyn.
Men heeft hier, niet aile jaar ; maar Qrkaa-
op zomm ige jaaren, vervaarly ke orkaafien, nen>
en wel meeft in Fébruafi, én hoewef dié
(zoo men zegt) maar een half eiriiaal
lang duuren, zoo volgt daar egter gemee-
nelyk nog eerî fWaare florin van J o f 4
dagetï aan een op. Als zùïk een orkaan
beginf, zoo weetmen aan land zelf niet,
waar zieh te bergen} en men is génobd-
zaakt tegen de gruwelyke Woede van
’t on weder dan1 in holen en fpeioflfcen van
’t gebergte te kruipen, zonder dat yemaht
zieh in zyn huis zeker agt.
Egter moet men zeggeii , dat men ’er
nu in ettelÿke jaaren-die zoo ' menigvul-
dig, ofte fwaar niet, dan wel in de yoo-
rige tyden, vernometf heeft.
Men zei'ld noit voorby dit eiland , aïs
P men
Zeltxaa-
rae Vis-
fchen.
gevangen, jadevifch is ’er zooovervloe-
dig , dat men dikwils genoodzaakt is,
eenige daar van te laaten over de boorden
van *t net ipringen , alzoo ’t anders we-
gensdemenigte fcheuren zou. Daar zyn
Ook veel harders , rog, platte vifch, als
braaflem, en veel fchoone oeflers;
Zee- en landkrabben zyn ’er mede j
doch weinig j en in de rivieren, o f bin-
nenwaters, heeft men paalingen van y o f
6 voeten lang, endie een halve voet dik,
en zomtyds nog dikker, zyn.
Onder de viflehen , die men hier tot
fpyze heeft, zyn ’er ook veel, die we-
gens hunne fraaje verwen waardig zyn in
een kabinet van een liefhebber van dier-
gelyke zeltzaamheden bewaart te worden.
Ik heb ’er zyy van in ’tjaar 1714. by de
Heer Lamotius (wel eer hierOpperhoofd) !
aan Kaap der Goede Hoope gezien, die
ongemeen fraai door zyn E. geteekent,
nitnement van allerlei verwen döor mal-
kanderen , en veel van- ’t zelve fätfben,
als die zeltzaame vifchjens, diewy onder
Amboina ’s iloffe vertdonen, maar door-
gaansvan een geheet andere, hoewelon-
gemeene fraaje verwe waren} ook zag ik
”er verfcheide zeer fraaje zeepaardekens,
zeekrabben , zeeft'arren, enz. die verdienden
bewaart te worden.
Hier plagt ook veel graauwe fchoone
Amber te vallen , waar op* men bevoo