
¡|U X632. voor den Koníng van Denemarken ver-
Met de
Weduw
e , en
beurd.
Daar op beftelde hy den Vader zeer
flecht, dog den Soon van de Prins
van Mingonne zeer hecrlyk , om dat
Koning Chriftiaan de IV . daar over ten
Doop geítaan had, ter aarde.
Hy liet aan de Weduwe van dezen
Prins zeer weinig Goedpren , overbly-
haaíege-ven? hoewel z y , by oogluyking, nog
.vallen, al iets geborgen had , waer na zy met
3 Staat-Dogters , en een oude Dienft-
maagd, na Candi gevoerd wierd, terwyl
hy alies voor zynen Koning naderde.
Z y blecf daarruim 7jaaren, en wierd
naderhand op verzoek van den Deenzen
Zee-voogd , Roelavd Carpe , met haar
gezelfchap , by toelating van den Keizer
, na Trangebaar gevoerd.
Guie N a dat deze Vrouwen na Candi ge-
Geddcs zonden waren, vertrok Guie Gedde uyt
vanCey- ®aey vanCotjaarna Baticalo, daar hy
Ion. ’s keizers nader befluit afwagtte.
Ondertuflehen liep het vólk, dat nog
in de Baey van Trikoenmale gcbleven
was, in zyn afwezen een yan de fehe-
pen af, ’t geen in het uytzcilen op een
klip in duigen ftiet, waar van het volk
met kleene Vaartuigen op de Kuft van
Choromandel, en in dienft der Neder-
landers, o f der PQrtugeefen, geraakte.
De Por- Qyk Gedde, dit met vecl droefheid ge-
tugeezen hoord hebbende,en nog erger in ’t ver volg
bouwen vreezende, vertrok weder na Denemarken
, tot grootc blydfchap der Portu-
geezen, die,om alle andren vah daarte
weeren,een Vefting op de Noordweft-
hoek der Baey van Trikoenmale , van
de Steenen en overblyfzelen van de be-
roemfte Pagode op Ceylon geboud , en
Ao. 1611. daar een.begin af gemaakt
hebben, zettende dit in ftilte fterk
voord , hoewel de keizer , met wien
z y nu in Vrede waren,dat eenigen tyd
’er na vernam.
Z y voegdendaar nog een andre Sterk-
te op Baticalo b y , waar na de keizer
een Leeger op hen afzond , vermits zy
gen oe *nu aj ^ gterkten hadden op alle plaatzen
van ’ t Eyland, daar men aankomen moeft,
en den keizer dus allen handel met vreem-
deVolkcn zogten af te fnyden, waar tegen
die Vorft met eenige Cingaleefen,
die hy in Colombo had, zeer ftil en behend
ig werkte, tragtende maar om den
Landvoogd der Portugeefen op Ceylon,
C onßantyn de Saa , in ’t open Veld te
krygen.
Kort daar aan, in Auguftus, A°. 1630.
Snde Wanneer Micbiel de Noronha , Co»-
de de Ltnhares , Onderkoning van Goa
was, quam Conftantyn de Saa , mét een
groot Leger tegen den Prins van Oeva,
Cgmara Singa Haftana , oudften Soon
een
.Veiling.
W a t de
Keizer
hier te-
Saa.
I des keizers Cenuwieraat (oí Zentrat A -
daflyn) te veld, die van zyne Broeders ,
de Prinszen Vifiapalla , en Maheftane,
(o f Raja Singa) trouw geholpen zynde,
een magtig L e g e r had by een gebragt.
Conftantyn de Saa plunderde Oeva, al- Werd
zo hy de zynen,die hy daardagt te vin-elendig
d en, mifte * dog meinende te fug t e ^ J Í
keeren, kreeg hy bericht, dat alle deiecfen"
Cingaleefen hem wilde verlaaten, gelyk geftagen.
zy in ’t voomrekken ook deden.
Daar op taftten de 3 prinszen hem aan,
hakten hem in de Staart, en verfloegen
zeer veilen van zyn volk.
De wakkerc de Saa zou ’er zig egter
doorgered hebben 5 dog van een zwaa*
ren Reegen overvallen , en zyn volk
daar door buiten ftaat gebragt zynde, om
hun gewecr te können gebruiken, vielen
de Cingaleefen met pyl en boog,en met
hunne picken ’er op in , floegen de Portugeefen
op de v lu g t, en een van de o-
vergeloopcnc Cingaleefen kapte de Saa
’t hoofd af, en bragt het op een Trommel
voor Raja Singa , terwyl hy in de
Riyier zat om zieh te waffchen.
Niet lang daar na, te weten, Ao. 1632.* Centi»
quam keizer Ctnwwieraat te fterven, d ie ^ ^ ats
het R yk onder zyn 3 Soonen verdeeld, A.1932*
en Qeva aan den Prins Gomara Singa Ha- Zyn
ßana, Matule aan den Prins Viftapalla, Ryk on-
en Candi aan de Jongften , Maheftane , der zyn 3
naderhand Raja Singa Raja genaamd,
toegelcgt heeft.
Na ’s Keizers dood zettede zig de jong- DogRa-
fte zyner Soonen, met de T itel van Ra-ja Singa •
ja Singa Adajfyn , o f Raja Singa Rajoe ^t.zlSa^s
(gelyk hy meeft zyne Brieven ondertec- 0p|“
kenac) als Keizer op den Throon van^hroon.
zyn Vader.
De oudfte ftelde zig hier wel tegen j Neemt .
g Raja Singa veinsde dit niet te mer- ° cvain*
ken, houdepde het zo dragcnde,totdat
die Prins Ao. IÍÍ37. ^uam te fterven,
waar op hy Oeva , in weerwil van den
Prins Pifiapalla, na zig trok.
Viftapalla was na de Dood des Prinszen
van Oeva , alzo Raja Singa alles na zig
trok , niet wel te Vreede dog wierd
egter toen Prins van Oeva gemaakt,op
dat hy , die wat zimpcl en flecht was,
met de Portugeefen niets zou können
aapvangen ; ook liet men hem verder
maar begaan. Eindclyk wierd hy ge-
vangen, om dat hy altyd met de Portugeefen
wilde handelen, waar toe hy
nog eindelyk gekomen is , alzo hy tot
hen overlicp , zynde nu in Colombo 5
dog zeer weinig by hen gezien.
in Febr. 1643. vcrfchecn in Punto
Gale van de kuft Choromandel een
Tsjampan, waar in waren twee K ö n i ginnen,
Doehters van den Konink van
Carnatica, en alzo zv door de fterke
ftroom
Kt 1Ó36.
B e Portugeefen
inaaken
fcenbe-
driegely-
keV rea e
inet hem.
Raja Singa
roept
A . 1636.
de Ho l-,
landers
to tzyn
hulp.
Schiyft
een
Brief aan
de Land-
Voogd
van
Chorcmandel.
HaarE*
delheden
zenden
Sehepen
naCe ylon.
Schipper
-Jan
T hyszoon
Payarti
ftrootn Baticalo niet hadden können'
aandoen, zyn zy in Gale gekomen, en I
hebben aldaar verzocht een Jacht* om de |
zelve weder na Batiealo te hrengen.
Daar Waren ook Ambafladeurs b y , zoö
Mooren , als een Cingalees ,die zeiden
dat zy wel drie jaaren hadden gezogt, en
tuflchen de 4 a yooo Pagoden gefpen*«
deerd. Deze zouden met Raja Singa, Koning
van Candi} trouWCnj en wy heb-
ben daarom dadelyk haar een Jacht ver3
leend,en Radja Singa fchreef dat hem daar
door een grooten dienft van ons gedaan
was,en beloofde het zelve te vergelden»
Ondertuflehen wapenden de Portugee -
fen,nieuw ontzet gekreegen hebbende,
zieh tegen Raja Singa, liepen zeerfchie-
lyk een groot ftuk Lands in de zeven
Corlas a f ; dog wierden kort daar aan
van dien Vorft op de vlugt geflaagen}
en daar uyt gejaagt, zo dat zy weer na
Colombo moeften keeren j weshalven zy,
ziende niets meer uyt te voeren , beft
keurden Vreede tnet hdm te maakem
Z y verkregen die van hem 5 maar
braken de zelve kort daar aan, zo raszy
Zagen eenig vöordecl daar by te können
doen.
Raja Singa , uyt deze Portugeefche
ftreken wel merkende , dat het noit
met hun gaan zoude , nam voor ceni-
gen tyd te veinzen, hen ondertuffchcn
eenig werk tc geven,en op dien zelven
tyd de Nederlanders op Ceylon tot zyn
hulp in te roepen..
Hy zond den p. Septemb. A°. 1636.
door een Bramine een Brief aan onzen
Landvoogd op de Kuft van Chofoman-
del, den Heer Garei Reynierfloon, dog deze
, te Jaflfanapatnam zes maanden met
gevaar van zyn Leven door de Portuge-
zen opgehouden, geraakte eindelyk met
een Tsjampan over ,'en gaf dien aan de
Landvooga, die dien Brief terftont na
Batavia fchikte, om daar op nadere Laft 1
van haar Edelheden a f te wagten , die
deze Saak aan den Landvoogd van Choromandel
geheel overlieten, en herri
bevel gaven, om na te vorfchen, of wy,
nevens de Portugeefen , geen deel aan
de Cancel Zouden können krygen.
Eer egter de Jagten de Valk , Voor-
burg , kleen Hollandia , en de Fluy 1 1
Rutcem , na Choromandel vertrokken j
waren, vond de Opper-Landvoogd, de
Heer Antoni van,Diemen, met zynen Raad
goed, hier over eerft met Schipper,Jan
Fhyftoon Payart, die grondige kennisvan
Ceylon had, alzo hy daar Gevangen gc-
weeftwas, te fpreken.
Na dat haar Edelheden hem daar o-
ver gehoord hadden,met denKoopman
Andries Helmond , zonden zy hem A°.
1637. den 31. Juli met die Schepen na
de Kuft,om hem tqt uytvoering van h u n - 1 6 3 &}
nen toeleg op Ceylon te gebruiken.
Hy quam ’er den 31. Augufti, alwaarOpCey*
de Landvoogd , de Heer Reynierfloon, |on Se“
hem’t befluit van haar Edelhedcn vöor~komm'
laS.
Daar op vertrok hy den i i.O ä o b e r ,
Over Tegcnapatam na Ceylon , quam 7
dagen er na te Calmoni (anders Calar-
me genaamd) ten anker j zond z zwar-
ten van Tegenapatam aan Land, die hem
s nagts , by een teeken van vuur , bc-
kend maakten, wie daar ’t gezag had.
Dit alles na wenfeh bevonden zynde,,
dedd men den zwarten, met een praeuw Yolkn*.
weder aan boord gekomen , ten eerften ier,om
met een Briefjfe na den Keizer opreizen, Baticaloi
mits befprek , dat hy binnen id dagen aante
weer afkomen moeft; taftcöi
.Nevens hem quanl öök een Neder-
lander, ’s Keizers Hofmeefter, (Jan A l-
bertzoon van Embden, die van de Heer
Caan weggeloopen was) die in 4 dagcri
met eenige Gccommitteerden weer na
boven keerden, körnende dien zelven a-
vond by den Keizer , die op een Hof-
ftede over deRivier Mawielcganga zieh
onthield , alwaar zy onder ’t flikkeren
der Flambeauwen en Toorflen gehoor
by hem kregen.
De Vorft den Brief geleezen, en uyt
den yerderen omilag van de fchepen der
Holländers wel gezien hebbende , hoö
verkeerden berigt hem de Portugcefeö
van ons gegeeven hadden , onderzogc
naeuwkeurig na onzen ftaat,en bevond,
dat wy zekerlyk een vcel magtiger volk
waren, dan zy hem van tyd tot tyd had-1
den te kenaen gegeven.
Hy fprak den t weeden dag, na dat deze
Gccommitteerden wat uytgeruft hadden
, van het leveren van Caneel, eri
Wafch, en ook van’t innemen van Baticalo.
Na dat zy aldus 8 dagen aati een,’
tweemaal daags met hem gefprooken
hadden, vertrokken zy weer nevens 3
keizerlyke Gefanten, die na Goa rnoc^
ften.
i t 1?!6 ? örtüßcicfetl i hoorende, dat ’erDePofd
Hollanders met den Keizer gefproken, tugeefert
en dat zy te zamen befloten hadden, Plunde“ .
Baticalo aan te taften, Wierden ¿eer ont-
fteld. Zommigen Waren van oordcel,
dat men ten eerften behoorde op te kramen
3 dog andren, die kloekmoediget1
waren , meinden , men behoorde na
Candi op te trekken, en dien Keizer td
belctten, zig met de Hollanders te vereinigen
, een zeer goeden Raad , die
hen van den Grondvefter dier Sterkte,
Damijao Bottado, gegeveri wierd.
Z y vergaderden daar op ten eerften
ihun Volk , en trokken met den Land-
3 Voogd,