
A|;i.ö75. vvej veel gedaanten van Veldduivelen ,
.• ó f , anders na. waarheidj òngéregelde eil
. quaadaardige mehfchen vonden , die alles
verflondenpf doodiloegen, vvat daar
vanlmiten aànjquam.
Det;'Prins , en zyn pyergebleven
yolk , hier à f onkundig. eri uytgehon-
gerd , riain zyn Weg Landwaard in , 'Ì? ‘ .paar vond in ’t cerft niets t;ot zyh hul-
J ,,, pe j dog ejridely k: in een gfoòt Veld
i tiytkomende', .daar goéd water: was',
V zond de Prins (iq'o , van zyn; V o lk ,
- om ’t Land verder te bptdekken j dog
■ dezq-.'quaineri op den beftemden. tyd,
^öYeres n*eE" 1Daar pp ¿bfid hy nog equ
jjje^ri^andrc tróepuytydiéoòk nietweerqua^;'
Bbrfteu waar op hy, tpen inet de reft van zyn
OÄtmoet. volle dìe eeril zel fs gii% ppZòeken j dog*
|!i: vönch. ze tiiet j maàr wel een jonge
fchoone VrouW , die "drie Borften ne-"
| : vens malkanderen hadj.x Deze Was epn
-i Tooverès, o f , zoo de Cingaleefen dit
iijl • verklären , een heerfcheres-over deze
Landsdouvje, en aie door Toverkonft,
Spaoken, en Veld-duivelen‘wift te Reif
gecreri. Hy vraagdb dezelve na zyn
Volk , , dog zy zèide ; dat die ’er niet
meer waren , en dat hy en de zynen qok
5 . v ' ve^ ^aa^: zouden verdelgd werden 3
waar op de Prins zyn Zwaard trok (dat
hem door ’t Orakel gegeven, eh tegen
alle DuiVelfehe machten bezworen was,)
vattede haàr by de kop, en dreigde haär
- ,! te doodètì^zo zy hem zyn verloren volk
.ky n*et weer beftelde. D it ftond zy hem
S’rouwd.toe5 dat hy. haar Trouwen en nojt
verlateri, eh dat hy dan 'den grootfte
f: Heer des Lands , om zyne vroomheid ,
- |j groote kragt, en ora de deugd van zyp f ; zwaard , werden , en dan ook al die
Spooken èn Veldduivelen verdelgen
Ì ; . ZOU.
Deze ,yoor waarde nam opk de Prins
aan, en Trouwde haar onder diere Be-
| k loften van haar noit te verlaten , waar
op hy zieh in körten tyd meefter van alle
VynSoo-tta Contryèn maaktei; Hy teeldè by
fevuyt haar drie S5oohen 'j, dbg begeerde toen
fhaar. een andre Vrouw, diè de gtobtheid van
zyn Koniriklyke afkorpft beterpaftte,~én
Verzocht van den Naikvan Madure zyn
Dogter ten Huwelyk, die zc hem 00k
liwcccie
K Sm * mec e<nn groot gevolg van Dochte'reri
M ? . ' tòè^ond, waar òp die eerfte Vrouw van
hem affcheide, en haare drie Soonen mede
natn; 1
i Vcrdce- ’ V*** °P wierden; pok alle de Landen
verdeeld in yerfchéràe Partyfchappen,^
JnerLan- en de Prins met zyne laatfte Vrouw, en'
kyn volk,'verkoreh de Hooge Landen
Themen bevorens befchreven ,.en aan zyn eerfte1
; zyneer- Vrouw met haare' j>aponen liet hy alle
Vrouw. de Plàtt9 en heneden Landen , baaribè-
: Jv. . * nporden Riegen , die bm haare gröote
Boflchen tot nog toe Roene genaamdA*
Werden j en die zieh tot het Binnen-
water vgn Jaffanapatnam , beginnende
van Mangul Corje aan de ' Weft-kant
uytilrekken’ , gelyk zy zieh van Waluwe
aan de Ooffi-kant des -Eylands' ver-
toonen , ' en alle het Land jder Beddas
o f Weddas langs^de zee omcingelden. •.
Dus, bleef voor den Prins he^Jibog.
Gebergte , en de Landen van Wälüwe
We^waard, te . weten de La,ndeii van
Gale en Colombo , tot . aan de Landen
yan Anewodane en Bötelan over , wel-
kers oude Inwoonders'hy alle onder zyne
A?erfchappy bragf. .
^■ tJyt hem , en uy.p,. deze Maduree-
fehe Prihces, zyn vervolgens de Köningen
en Rajas väii C o t ta , Sitta:väca,
O e v ä , Candi, Matale., Curnagel, eri
meer andre, voortgerproqten , die deze
Landen na hun zih verdeeld, en'metde
näamen, die zy nog voeren, onderfchei-
den , eh ieder in .’t zyne oppermagtig
beftierd hebben, zondei: dat de een o-
vei den anderen iets te zeggen had.-'
Deze Tanafleryfehe Prins, by veel
Vrouwen veelSooncn verwekt hebben-
de, ilelde de Zelve al by zyn levep in ’t
Söuverain bezit der j-iaadeh, die hyider
van hen toegefchWt häd. ' Äjj8
Wat men nu hier af te geloovon heeft, Gelyk-
is nog zeer onzeker 5 dbg licbb^!zelf5?ia ^
aangemerkt de gelegenheid van hunne
Äfgoden met die yan Siam', ( waar afgaleefche
Tanaflery wel eer een Provintiege|vcefl:Aigpden«
is) van welke’ zqp die van de m^ilyke “
als yrouwelykc Sexev ^en en. depelvc
aangezichten, en de zeive g r o b v ä - f 'z y
leggende, ’t zy ftaainde ö f zittfridM, heb-;
ben , terwy 1 pok dToikieener ^eTdekehf
al mede ontrent/e ?elve ftaano^itten,'
en by.de grooten veeltyds n^et OTgeheye^
bn t’ iaamg^oe^ei’h an ^ lt*^ ^ .- -
gerechte vingbren zich everi z ^ : , äfs ik
dat in /Siam gezieö^eb, yertpc$neri.
Odk zeggen dc-ühga\eeiche ;'^jäng Wetteri" ,
tärs jjl dat een zeer H, .Man , dicn| vpet- ^ j “ | t .
. ‘nog pp Berg.te^finden isjden-cS-# ,
uyt' het O. (öp< vyeik'e ftreelf:^änaflt^ygaleefe4p
in ppzicht vap Trjcoenmale ; legt j op%8ela' 1
Ceylon aangekbmèn is , h^i hunhe
Giiigaleeiche Wetten op SteeneVàfelen
in ! ’t Gejbbr^te'na gplaten, had, .
Dèze Heilig had de. leng^’ van
voet 5 zò groot als; .2 géme^iie Mans-Badhrnn-
ypèten, en de zelvc was ßedpn. E^tjpn
‘{Öf Budhucp) genaamd, .hoedah^^eT-V,
zierihgcn 'ilV al medè in 5iam geppprdj
gelyk ik rhy òok: Over; de grootneid
nùnner Beeiden vèrwondért heby dbg ’t
gèen bit weder fchynd tégen te fpreken,
is de gedaante, van die van Siam^Tanas-
lery en Pegü , dpVyelke alle, met de
Chineefen niét allecn eenerley ^fgoden,
A- .^7j.maar tezamen 00k, platte. N eufcn, en
kleeneÖogen, fluik-neerhangend Hair,
en idcle Baardpn , daar alle,de Cingalc-
fen in tegendgel verhevene Neufen,
llraffe groote pogen, meeft alle gekruld
.lchoon Hair en een dikken Baard hebben,
Zo dat het wel zou können zyn, en zeer
.waarfchynelyk is , dat de; Cingaleefche
Raja’s en hunne Geflachten ,uyt die
Landen ,en üyt de mannelyke Linie af-
komitig geweeft, maar .dät 00k dezelve
, door hun kleen getal onder ’t groot
getal der ouder Inwoonders van dit Ey-
land, der zelvcr Kirideren o f veraard,'of
zodanig¡ door de tyd veranderd zyn , dat
zy na die weinige uyt Tanaflery daar ge-
komen niet meer gelyken , en met de
oude en rechte Iriboorlihgen. dezes Ey-
lands in allen deelen o.vereen komen.
Hoe nu met de Drieborftige Vrouwj
Verhad en haare drie Soonen gegaan is , daar af
Soonen werd zeer V.erfcheiden gefprooken; dog 3er Drie- ’c komt meeft daar. pp uyt j dat de kloek
borßige fte en. de voprnaamfte dezer Soonen zig
das, Cingaleefen, en Malabaaren zien,A*
een klaare getuigen is jdat deze drie ook
byzondere V olkeren en van byzondere
afkomften zyn, gelyk ook de Malabaa-
ren op Ceylon de zelve Godsdienft en
Afgoden hebben , als die van Choro-
mandel, zonder eenige veranderingj en
de Cingaleefen weer andere Afgoden ,
die voor ’t meerendeel ook andre nai-
men hebben, en gelyk .die van Tanas-
fery, en Siam hunnen Koning als een
God eeren, en hem met gevouwen han-
dcn,plat op ’tiaangezicht ter aardeleggende
de Cingaleefen , daar in tegendeel de
Malabaaren , die Vrygeboornen zyh,
hunnen Koning al ftaande met de han-
den te zamen gevoegd, en zo voor het
Voorhoofd .gebracht' zynde , driemaal
grocten , en voorts met een vrymoedig
aängezicht tbefpreeken j om welke re- .
den ook de Maiabaarze Köningen meeft
altyd tegen de Cingaleefche Raja’s in
Oorlog geweeft zyn § om dat ze van
de zelve altyd door trotsheid eerft aan-
gevpgten, en genoodzaakt wierden zieh
te verdedigen. Ook zyn de Cingaleefen
in ’t Bezit der Wannifehc Landen, de
ander in die van Batticalo gefteld, cn
idat de derde den dienft der Afgode be-
Zorgd heefc, waar door hy zyne zBroe-
ders in Vrede, bield , en van hen zeer
hoog.geacht , en.^s. cen H. geeerd
wierd j dog nz de Dood dezer Broeders,
pn na ’t aangroejen dezer Volkeren,
maakte zieh de Wannifchcn Prins Heer
yan alle de platte Landen, tot de Landen
yan. pappa inkluis , na dat, h y tot!
en Oorlogszugtiger aard , dan de Ma-Aardder
labaaren geweeft; dog de Malabaren z y n ^ ^ aa“
daarentegen weer veel zedelyker , ver- aSga,
ftandiger, en ook veel meer tot denlcefen,
Godsdienft en ’c ’ bygeloove , dan de
Cingaleefen, geneigd, Zoo dat zy door
hun groot beleid en grooter macht van
volk, magtig geweeft Zyn de Cingaleefen
zyn hulp geroepen , en 00k gekregen’
had uyt de JPrpvintic yan Tansjaoer (ofj
Tansjpuwer) een groot getal van Kr.ygs-;
yolk,, die, daar na van hem rykelyk , by
uytdeeling van Landen onder hen be-;
lopnd,, en voorts by hem gebleven zynj
felyk ppk hunnpVrouyen,Kindcren, en
lavehjdaar op mede pvergekomen, en
daaij dppr aap die kant;zeer veel Mala-
baaren.yportgezetzyn , gelyk wy in.’t
verder Verhaai nader ’ zullen ontdek-
ken.
Het.is zeer waarfchynelyk , dat de
' haaren a"Malab$arfche Taal in ’t N . deel van
hier van .Ceylon zeer ’ pud , en ouder dan de
zeer Ou-Cingaleefche , om de groote nabyheid' teclbc- Man-Aar tot Rammanäcoil, en van;
kend. ’c ßyland Carredive. (np Amfterdamge-
, aanbidden , even zo doen ook
van ouds. her yan een hoogmoediger
altyd tc wederftaan,en Mceftersvan
de Landen, die zy bezitten y te blyven 5 ..
ook kan men ten deelen nogaan’tOude
Hof, eri aan de grooteonbemuurde Stad
Annaragiepoere, zien , hoe byzonder
magtig de Maiabaarze Köningen op
Ceylon geweeft zyn , als mede aan de
groote Tanken, (van de welke ’pr veele
met hard-fteen rondom bemuurd, en 5,
4, en f uuren gaans in ’t rond zyn; hoe
grooten magt van menfehen ’er aan de
Noord-kant van Ceylon moet gewoond
hebben. Ook is ’t onfeilbaar , dat al
het Land van Gotjaar in ’t O , en van
Calpentyn in -’t Weften dwers over, tot
het Eyland o f *t binneriw^ter van Jaffär
napatnam toe , dat voor een groot fluk
’t Landfchap van de Wanny in zieh be-
grypt, met Zaeilanden bebouwd, en vol
menfehen geweeft is , waar af de Malabaaren
naam,d ) tpt Caljemeer, is j en dat die al
yopr de komft van den Tanafleryfchen
Prins deze Landen ’er geweeft zyn,*t geen
te meer blykt, uyt degrote oyereenkonift
en gelykheid van der zelver Zeden,
!Taal, Schrift, en natuur.lyka, gedaante
van de Inwoonders dezer Noprdelyke
Provintien van Ceylon. , en der vafte
K u ft'j waar uyt wy dan niet anders| huizen
in de byzondere Befchryving van
de Stad Anaragiepoere zekere Hiftorie
verhaalen wegens een groote ftraf, dit
Land door de Rotten övergekomen,. die
in weinig dagen alle de Neli (of Ryft)
en alle den voorraad van ’t
können vaft ftellen , dan dat de v er-1 Koorn,en de verdre levensmiddclenop-
fpheidenhrid jdie wy tuftchen dieWed-1 aaten , waàr od een droogte van drie
P -4 5 ' ia^-