
1704. of 170^. Landwaard in gedaan, is
1 fo mylen verre geweeft, daar men wel
15 of i4derley Natien ontdekte , die
toenvan de onzenzeerqualyk gehandeld,
en onder welke 00k de kleine Namaquaas
waren, die 1707*., (wanneer ik h§p met
veel verwondering gezien hebbe) de vrede
quamen verzoeken. Deze ftoute Borgers
waren eyndelyk door de Cawoequaas,
de dapperfte van adle deze Volkeren, voor
welke 00k zelf de kleene Namaquaas
fchrikken, en die fchilden van oflen-
huyden hebben , daar meenige kogel op
afftuyt, geftut.
Ook zegt men , dat ontrent 1706. of
I707r eenige burgers , buiten weten der
Regeering , 50 of 40 fterk , yder met
een Hottentot by zieh , wel 180 mylen
landwaard in geweeft zyn.
Daar ben even heeit de • Landdroft
Starrenburg een tocht na* de voornoemde
zwarte rivier gedaan j dog Icon toen zoo
verre niet komen, en had ook een Hollander
verloren , die , in ’t midden van
ettelyke Hottentots zittende , door een
grooten Lecuw alleen befprongen , uyt
*t midden vn hen weggefleept , zon-
der dat zy dit beletten konden, in eene
flag dood geflagen, en verfcheurd wiert.
De Hottentots bezetteden hem egter na-
derhand in een laagte , doorregen hem
met veel hazagaayen of werppylen ( zoo
dat hy toen beter een yzer-verken of
Egel, dan een Leeuw, geleek) en wier-
den hem eerft, na’t af gaan van z Snap-
haanen te gelyk, meefter.
Om nu nog een beter denkbeeld van
zulken tocht te hebben, zullen wy hier
een zeer net bericht van een reyze landwaard
in, 170c. door den zelvenStarrenburg
gedaan, aenLezer, te meer, alzoo
zig daar in een zonderling voorval met
een Leeuw opdoen zal, voor oogen Hellen.
MEMORI E voor den
E. Lapddroft, Johannes Starrenburg
, als Hoofd dezer Expeditie,
en verderen Raad , om haar in
dezen Togt te dienen tot narig-
tinge.
vsm ^deif Ademaal de E. Compagnie door fchaars-
Land- heidvantrek- enwerkbeeften in groote
droft Star- ongelegentheid zoude komen, en om daar in
i?tjaar ' S fyds te voorzien > hebben wy dan gued
1705. gedagt UE. deze CommiJJie, en Expeditie,
aan te bevelen.
En op dat UE. van onze intentie te beter
mögen worden geinformeert, hoe, en in
welker voegen deze Landtogt, te facielder
zal können worden bereikt, zoo hebben wy
noodig geagt, ons daar op in dezen kortelyk
te verklaaren.
Zoo haaft UE. dan van de vereißhte pro- I70,
vifien, koopmanfehappen, ammaniti en, en
materialen tot de reize en handel noodig, zyt
voorzien , zu lt, zonder eenig tydverzuim
UE. op weg hebben te begeven na de maß
hier om 'heen leggende Hottentotze Natien,
met dewelke de E. Compagnie tot nog toe in
een goede vrede en alliantie is levende , ne-
vens de manfehap, en verdere train, onder
UE. commando gefielt. Wy zeggen eenelyk
naar de naafi heen leggende Hottentots, om
dat hooger op, of na andere Natien te trek-
ken, veel gevaar en perieülen, na alle ver•
moeden onderworpen zoude wezen, ten aan-
zien veele van die Volkeren, mits de groote
hoftiliteiten door verfcheide quaadaardige in-
gezeterten , onder pretext van vry ruilen,
('twelk UE. niet onbewufitkan zyn) ontrent
dezelve gepleegt, niet alleen door het verfoe-
jelyk geweld, haar vee voor Vgrootße gedeelte
zyn quyt geraakt s maar ook gewißelyk te
dugten ßaat, Indien men weder by dezelve
quam, niet tegenßaande uit vriendfehap {en
met een goed opzet) datze , in plaats van
minnelyk te handelen , niet anders dan op
middelen vanweerwraak zouden denken, en
UE. ten argfien alle lißen enlaagen leggen 5
onaangezien zy door de E. Compagnie, nogte
der zelver Dienaaren, nimmermeer zyn beledigt
, of te kort gedaan.
Het oogmerk dezer Landtogt en expeditie
H > gptyh vooren gezegt., om by de gezeide
maß om heen leggende Hottentotze Natien
voor de E. Compagnie, op dezagtße en min-
nelykfie wyze, een goede party runderbeeßen
in te ruilen en te handelen , wyl men hier
thans van goede werkbeeßen niet veel meer
is voorzien. 'Ten welken einde dan, wanneer
UE. aan [de Kraalen van de meerge-
zeide Natien zult gekomen wezen, zult UE.
aan der zelver opperften Capitein hebben over
te geven, alzulke kleine gefchenkjens als voor
dezelve door ons daar toe zyn verordineert,
en mede gegeven , en verder onder het doen
van een maatelyk traftement aan dezen en
genen, die het zelve onder haar meriteren ,
in de civielße termen aan den gezeiden opperße
Capitein bekent te maaken, dat onze intentie
daar heen is tender ende, omme voortaan
met hem, en dezynen, in alle goede vr¿enden
nabuurfchap te leven, en daar in te con-
tinueren, met bygevoegt verbaal, dat UE.
ten dien einde, en ook ten principaale aldaar
zyn aangekomen , om eenig Beefiiaal van hen
te troequeren , aan welkers goed fucces wy
ook niet können twyffelen ; verdagt zynde 9
wanneer de ruiling aangaat, dat UE. niet
anders, dan offen, in troequering komen aan
te nemen9 en wel inzonderheid, dat het alternaci
zy jong goedy om dezelve des te be-
quamer onder ’tjok te können brengen, om in
der tyddaar goede en langwylige dienften van
te hebben, tragtende daar van ook zoo veel
te troequeren, als gevoegelyk en op dezagtße
wyze zult komen bekomen, opdat men voor
langen tyd van goede trekbeeßen voorzien
mag blyven.
■ Doch de zelve Hottentots haar tot de rui-
lihg ongenegen toonende , 't gene wy nogtans
anders denkeny en hoopen , zoo zult UE.
vorder alle bedenkelyke middelen van vriendfehap
en perfuafie aawwenden, omme, zoo
immersdoenelyk y haar daar toe te zien ie bewegen
, al zouden UE. zieh in den handel
ontrent deze'Natien wat fptendider toonen,
als men wel niet gewoon is aan de Hottentots
te doen , zonder dat UE. nogtans niet zult
vermögen ( zy om te ruilen onwillig blyven-
de) eenige de minfie feitelykheden van vyatid-
febap tegens haar te begaan, maar in zulken
geval liever getrooßen onverrigter zaake van
dßzelve weder te keeren, hoe wel wy ons daar
vafi wat beters a f beloven.
Maar zoo het quam te gebeuten, ’twelk
wy voor at anders wenfehen, en hoopen, dat
UE. in de heen- of weertogt van eenige Hottentots
, het zyvan wat Natien die ook werten,
vyandelyk wierden bejegent, en aange-
daan , zullen UE. als dan ook Vermögens
wezen de zelve met gelyke munt te be-
talen , alzoo de zetak in dusdanigen geval
van zelfs fpreekt, dat geweld met geweld
fegen te gaan wettelyk toegeßaan is j ofte ten
ware ook dat UE. vaßelyk wiß , en voor
oogen zag, dat UE. en zyn byhebbende volk
en goed, van eenige der gezeide Hottentotze
Natien lagen wierden geleid , omme UE.
vyandelyk te befpringen, en door haar groote
meenigte van volk te overrompelen , zult
UE. in zoodanigen geval tegens dusdanige
Natien , omme u zelven , en volk en goe-
deren te redderen , en behouden, wel eerfi
offenfive mögen ageeren, omme, zoobefidoe- ,
nelyk, hen te verjagen , zoo de noodzaake-
lykheid dat quam te vereißchen, maar anders
niet; hoewel wy vertrouwen, dat alle de
zelve hen zoo rekkelyk zullen komen aan te
ftellen, dat zoodanige proceduren niet noodig
zullen wezen.
UE. zult, geduurende de heen- en weer-
togt, goede zorge moeten dragen, van altyd
op hoede te wezen , en in poßuur van defen-
ße , om van deze brutaale Landaart niet
verkloekt te worden, alzoo-het-hen aan geen
lifiigheid ontbreekt, om bunne deffeinen te
volvoeren , doch waar inne geen de minfie
fwaarigheid behoeft te worden gemaakt, zoo
UE. maar by dag, en inzonderheid 's nachts,
goede w> doet houden , ten welken einde
zullen VE. haar by nacht moeten legeren op
*tvlakke veld, van alle boffeben en flruiken
afgezondert, om hen daar door geen oeedfie
te geven; mögende het vuuren in de nachtruße,
.by UE. gedaan of gelaaten worden,
zoo als bet befl en dienßelykß zullen vinden
te behooren > ook by dag in het mar eher en
Zoo veel als doenelyks is, het volk in goede
ordre te laaten voorttrekken.
Om veel confideratien zal UE. zyn byhebbende
volk niet van malkanderen mögen
fepareren, maar altyd gecombineert blyven y
om, byaanvalvan eenigeHottentotsdes te
formidabelder te wezen , om hen te können
refißeren, ten ware dat UE. noodzaakelyk-s
heids baiven eenige manfehap daar af na de
Hottentots moeße zenden, omme hen tot het
ruilen tenooden, oj het ingeruilde vee te be-
waren, en te weiden.
VE . zult ook een dagger ißer moeten houden
, dat wy den Landdrofi zelve hebben■
aanbevolen j en daar inne in 'tbreede doen
verbaUferen, hoe verre des daags , zoo in
'theenreizen aïs wederkeeren , de mars is
geweefty doch zonder dat nogtans het volt
door het al te fterk marcheren, vermag af-
gemat te wordenen waar inne wy begee«
ren dat behoorlyke confideratie en inzigt zal
worden gebruikt. Mitsgaders van alle voor-
vallen , die UE. geduurende deze expeditiê
mögen voorkomen5 item, wat.vee in foorien
dagelyks, en by wat Natien der Hottentot
ten dat is ingeruilt, . en wat quantiteit en
qualiteio van IVaaren, Compagnies wegen ,
daar tegens in ruiling dagelyks weder is uit-
gereikt inzonderheid ook nduwe dgt ne mende
op de fituatie, gelegentheid , en vrugtbaar-
heid aller landeryen , die UE. mogten paffereni
en waarom wy den thuinier Jan Har-
tog expres mede laaten gaan , die daar af
insgelyks goède aanteeking zal moeten houden
. Belangende de provifièn , zoo voor UE.',
en de onderhebbende manfehap, als ook voor
de Hottentots, die U E. geduurende deze Lahd-
togt mede ten dienft zullen ftaan, hebben wy
voor den tyd van twee maanden ruim mede
gegeven : zulks het UE. daar aan niet zal
ontbreken met recommandatie de zelve zoo
fpaarzaam, als doenelyk is, te gebruiken.
Ende op dat alles met een goede en gefchikte
ordre mag toe gaan, willen wy UE. ook
gerecommandeert hebben , behoorlyke ordre,
en ’tvolk in een goede difcipline te houden f.
doch in alle voorvallen , als ook om eenige
zaaken van belang te ondernemen, zal noodig
wezen , dat zulks alvoorens in Raade
worde overwogen , wat ten meeften dienfte
van de E. Compagnie gedaan , of gelaaten
dient} gebruikende in alles goed overleg, en
niets onvoorzigtig ondernemende , gelyk wy
UE. dat gezamentlyk zyn vertrouwende.
Welken raad beftaan zal. uit de volgende
perfoonen :
Den Landdroft Johannes Starrenburg,
als Prèfident, die alleen den Raad beroepen
zal.D
en Corporaal Willem Brentgens.
Den baas Thuinier Jan Hartog.
En in cas van noodZaakelykhid, of dat
dezaak zulks quam te vereißchen, nog twee
van de bequaamfte perfoonen uit IJE. gevolg
daar toe te-aßumeren.
Wy zouden wel-gaarne zien , dat deze.
togt en commijße by UL. in den tyd van 6
weeken of z maanden wierde verrigt, en
M z LE.