
_gg . niets ter wereld 3 maar wel van anderen,
het zy by oorlog of by vrede, dewyl zy ,
gelyk bevoorens verhaalt is , niets heb-
ben , als ’t gene zy pp den roof haalen.
Maandag den 17 dito.
’s Morgens met het aanbreken van den
dageraad, namen de Vrylieden, die ons
tot dus verre met haare wagens gecon-
De Vry-voyeert hadden, hun affcheid, en, op
ma^hier hun verzoek, gaf hen de Eid. Heer Com-
hun af- mandeür ■verlor, om tot hunne behoefte
fcheidvante mögen fchieten zeekoejen , elanden,
zyn Ed. en rhinocers , en vermits de geduurigc
regen, die tot den middag bleef aanhöu-
den, konden wy onze bagagie dezen dag
maar ten deelen overbrengen ; hadden
’savonrs de breedte van 31—--17 min., en
de lengte van ^8— 13 min., de verbeterde
cours en verheid N. O. ten N. 6 graaden
Ooftelyker 3j mylen.
Dynsdag den 18 dito.
Met mooi weder bragten wy onze
refterende bagagie aan den overkant van
de Olifants - rivier , vertrokken des na-
middags ten 2 üuren van de Doordriften.
Stelden onzcn cours N. O. ten N. i jmyl
tegens een hoogte op , na het gebergte.
Deze hoogte tot aan de bergen was ichoone
iavelagtige grond. Van däar gingen wy
Wüde ® tot *n een $&&& aan rivier,
Haver, en alwaar wy weder kampeerden. Het veld,
een zeld- daar wy ftonden, was een knie hoog met
zaame gras en wilden haver bewaflen. Dezen dag
^ fchoot een van ons volk een haas, deEuropifche
zeer gelyk, behalven de lepels,
die Zoo groot waren , als de ooren van
een gemeenen ezel.
Woensdag den ip dito.
’s Morgens met miftig weder , vertrokken
wy van onze ruftplaats, en Helden
onzen cours tegens een hoogte op N. aan
} mylj van daar N. ten W. \ mylj toen
N . i myl, tot aan een fpruitje, • ’twelk
zyn water quam te loflen in de vöoriz
rivier. Van daar veranderden onzen cours
N . O. i myl 3 toen N. N. W. aan % myl,
met een bogt om de rivier. Pafleerden
nog een 'fpruitje , als ’t voornoemde.
W y waren aihier op een vlakte, die zieh
N. ftrekte j myl, de zelve was overvloe-
dig , en zoo digt van wilden haver bewaflen
, dat men niet anders zoude ge-
oordeelt hebben , of het was eenEuropi-
aanfehe bouwakker. Toen Helden wy
onzen cours door een Heenagtige kloof
N . ten O. tegen een hoogte op * myl 5
boven op was een vlakte , mede met
ichoon gras bewaflen. Deze hoogte af-
gaande , Helden wy onzen cours N. ten
W. $ myl door een kloof je j toen was
onze cours N- N .O . ri myl, tegen een
bergje op ; van daar quamen wy in een
De Ba- laagte aan de rivier N. W. \ myl tot on-
viaans- der den Baviaansberg, alzoo genaamt om
Ijerfr de Baviaanen , die zieh in de fpelonken
van dit gebergte onthouden. Aihier
floegen wy ons ter neder. Deze ruft-
plaats was een kleygrond , wel van gras
en hout voorzien. Hier leggende , be-
vonden w y , dat haar in deze landflreek ^eel .
een menigte van quarteis onthielden, van ^er,
flaan,veeren, engrootte, deEuropifche
t'eenemaal gelykende.
De Hottentotten , welke wy by ons
hadden, gingen daar op ter jagt, Hellende
haar zelven in een re i, yder met
een kerri in de hand , zynde een fwaar
wandelHokje , jagende het veld längs,
en zoo ras zy eën quartel opdoen, weten
zy de zelve met een ongemeene groote
vaardigheid in de vlugt te goyen 3 op de
zelve wyze jagen zy patryzen, haazeu ,
en allerlei klein wild.
Hier vonden' wy een icorpioen , van
groote als een Rhynkreeft in E u r o p a ,Groote
groen van couleur,'enhaare fchaaren met “ P10“
lange hairen bewaflen , gelykende zeer
fenynig, envinnig. Dezen dag was onze
gegifle cours en verheid N. p graaden
W eflelyker 3 mylen. De gegifle breedte-
31— 3 min., de lengte 38— 37 min.,
bevonden breedte 31— 1 min.
Donderdag den 10 dito.
’s Morgens met miflig weder vertrokken
wy van den Baviaansberg , Helden
önzen cours N. ten W. i myl, en over-
mits de menigvuldige heuvclen, die wy
moeflen paflèren, waren wy genoodzaakt
vericheide maalen van cours te veränderen,
als W. ten N. £ myl, N. W. ten
W. \ myl, W. i myl, en N. f myl.
Gedagte heuvelen waren zandige en 00k
klipagtige gronden, bewaflen met ruigte
en kreupelbofch. Hier beneden gekomen
zynde, vonden wy buiten verraoeden ,een
riviertje met aangenaam water, ’twelk,
ten zy met overgrooteregentyden, t’eene-
maal droog is , daar ’er ter contrarie nu
wel 3 voet water in was. Het is längs Doom-
heenen meefl met doom geboomte , en geboora-
den oever längs heenen met fchoon gras ^ hier,
bewaflen. ’t Heeftzyn uitwatering in de
Olifants-rivier, en flrekt zieh Z. Z. O.
en N. N. W. marcherende längs ’t zelve
ontrent ^mylZ. Z.O. om bequame plaats
te vinden , dewyl wy genoodzaakt waren
daar door te trekken. Hier over zynde,
Helden wy onzen cours N. W. ten W.
j myl tegen de hoogte opgaande. Van
daar W. ten N .f myl. ToenN. W .\ myl;
over een vlakte, * zynde meefl kleygron-
dèn, en quamen zoo weder aan de Olirants-
rivier , daar de zelve- tuflehen hooge en
klipagtige heuvelen door flroomt, en haar
Z. W. heenen flrekt. Volgens onzen
cours van deze plaats een zeer hooge
zandberg opgegaan zynde , ltelden wy
onzcn cours N. W. i| myl, tot in een De
laagte, genaamt de Bakkelyplaats, heb- Bakkely-
bende aan de ebne kant de rivier , en aan PIwts*
de
1685. an^ere t o i gebergte, waar in mineraal
valt, daar wy ons nederfloegen,. De
zelve was maar redelykvan gras voorzien.
Onze gegifle cours en verheid N. W. 8
graaden Weftelyker yj mylen. De ge-
gifte breedte 30— 78 min., en de lengte
van 38— 14 min., de gèmarcheerde weg
6 mylen 21 min.
Vrydag den 21 dito.
Bleven wy nog op de ruftplaats leg-
gen , om het volk , dat afgemat was,
wat te laaten bekomen, en alle, die Zieh
eenigzins quaalyk bevoelden, tedoen cu-
reeren , gelyk men voor dezen op deze
plaats gewoon is te doen 3 nademaal de
Ed. Heer Commandeur berigt was, dat
zieh hier een kraal van Hottentots op-
hielt, zynde de Gregriquas natie, wiert
GreS?V daar 3 man na toe gecommandeert, om
quas hier. zejye Qp te zoet en ÿ en hen te bewefen
, dat zy met hunne huisjens en vee
y ons zouden komen 3 maar, daar körnende,
waren zy (Gregriqua’s) dien
àvond te vooren vertrokken , uit vrees,
dat men hun vee hen afnemen zoude, om
dat zy tegens hunne Capiteinen, die van
de E. Compagnie aangeftelt waren , en
des zelfs ftok met een kopere knop,
waar op des Compagnies merk ftaat,
voeren, hadden opgeftaan, en der zelver
vee ontnomen, omdatde zelve geen vee
wilden ruilen 3 maar dat het uit vrees
was , dat wy hun vee zouden nemen,
bleek daar u it , dewyl zy zelve in getal
ontrent de. 30 perioonen met eenige
ichaapen dien eigen avont nog by ons
quamen, na ’tfcheen, om te vernemen,
of op hen iet quaads zou ondemomen
worden 3 en dewyl zy niets konden bemerken
, nademaal hen alle vriendfehap
betoont wiert met ’t vereeren van tabak,
en ’t fchenken van brandewyn , re-
iblveerden zy dezen avont nog eenige
yan de hunnen heenen te zenden , om
hunne vrouwen , huisjens, en vee her-
waarts te haalen. Bevonden breedte 30
graaden 76 min., en lengte van 38— 17
min., de gebeterde cours en verheid N.
W. 4 graaden Weftelyker 7! mylen.
Saterdag den 22 dito.
Waren wy genoodzaakt nog hier te
blyven, dewyl wy de gedagte Kraal waren
verwagtende, om eenig vee, als 60k
Van wel-melk voor tabak te ruilen, die dezen na-
en melk voor 0611 gedeelte aihier by ons
miien. quamen, en een Kraal maakten 3 waar
op zy eerlang hun melk , en eenig vee
by ons te verruilen bragten. Hier op
onthaalden hen de Ed, Heer Commandeur
met fchaapenvleefch , en ryft , en
beichonk hen met eenige brandewyn;
waar mede zy hen den geheden nacht
vrolyk maakten.
Sondag den 23 dito.
Stonden wy nog ter plaats voorfz, om
dat zy ons daags te vooren verzogt had- r68j,
den nog een dag hier te blyven, en be-
loofden nog eenig vee aan ons te verrui-
len, gelyk 00k tegen den middag ge-
fchieie.
Ondertuflchen tragtte de E. Heer Com- v
mandeur de queftie van de voorgcmelde
Gregriquas, die voor een eedeelte aihier hen en
by malkanderen waren , by te ieggen; andere;
*t welk, door veel onderrigting van den E .tiotten“
Heer Commandeur, hen zeer aangeraaderj mwtk^
wiert, te weten, dat zulks te doen beft '
was , dewyl zy een kleine natie waren',
en oorlog onder malkanderen te voeren
quaad was, en dat andere Hottentots hen
des te gemakkelyker van hun vee konden
berooven 3 waar op zy eindelyk beloof-
den, het vee, ’twelk de Ed. Heer Commandeur
tot meer voldoening fluk voor
ftuk met tabak nog betaalde , aan den
voorgedagten Capitein weder te geven,
en voorts vreedzaam met malkanderen te
leven.
Dezen namiddag ging de Ed. Commandeur
na de gedagte Kraal 3 aldaar körnende,
flagteden zy een fchaap tot een2®1***“
affcheidsmaaltyd van een hunner Capi- hi£C
teinen , en baazen , die met ons mede vee te
zouden reizen. Dit flagten ging op deze
navolgende wyze in zyn werk: voor eerft
leiden zy ’t fchaap op zyn rüg neder,
wanneer yemant van hen ’t zelve levendig
den buik opfnee, en zyn hand toen daar
in ftak, enhaaldehet ingewanddaar uit,
terwyl het fchaap nog leefde. Daar na
wieit het op een üordige manier het vel
aan de eene zyde afgehaalt, en toen het
vleeich van ’tichouderblad afgevild , en
de ribben aan de eene zyde van de rugge-
ftreng afgebroken 3 toen de zelve een
voor een uit het vleeich gefchild, het welk
zy aan de andere kant op de zelve wyze
handelden. De reden, waarom zy het
vee, dat door hen geflagt wort, den hals
niet affnyden, is, om het bloed te hebben
, dat zy. ichoon by een verzameien,
opkooken, en dan eeten3 ja zelfs in ty-
den van hohgersnood wort de huid mede
voor hen gebraaden, en van hen gegeten ,
zoo dat van een geheel fchaap niets weg-
geworpen wort, dan alleen de drek.
Maandag den 24 dito.
Met regenagtig weder ’s morgens ten
pl uuren vertrokken wy van de Bakkely-
plaats, en ftelden onzen coursN. N.O.
j myl, door een kloof tegen de hoogte
op. Daar boven körnende Helden wy
onzen cours N. ten W. f myl, over een
groote vlakte 3 de zelve over zynde, quamen
wy aan een fnel afloopend riviertje, .
daar by de voorige reizigers weinig <jf
geen water in gevonden is, daar het je-
genwoordig ter contrarie wel 3 voeten
diep was 3 doch brak water. Wy waren
hier wel 2 uuren bezig, omonze karren
eil