
x°4®niçtcn tot betaling van onze Oorlogs-
koften } dog zo zyn Majefteit dit zelf
doen kon, waren wy gereed, om daar
van af te ftaan. Ook namen wy God
tot Getuyge, dat no ix de intentic ge-
weeft zy na eenig bezit in dèze Landen
te tragten, maar alleen om zyn Majefteit
AfTiftentic te doen , en daar voor de
Vrugten zyner Landen tot een redely-
ken Pryste ontfangen, volgens ’t Con
traft met PVeßerwolt gemaakt , wen-
ichende dat zyn Majefteit een plaais be-
liefde te noemen, om de Geichillen te
vereffenen.
Ondertuflchen wierd het Hoofd on-
zer Krygs-troepen van der Steif , de Heer jfdriaan met eenig vqlk na Hege-
ri gezönden (gelyk men dat breeder oy Georg Andrietzoon, Fol. 71. nazien kan)
door de Gingaieefen overvallen, en met
alle de zynen , op vier na , dood geilagen.
Hier over fchreef de Heer Maatfuy- ker den 20. dito, van Gale aan den Keizer
; dat hy met droefheid had verftaan,
dat den Commandeur van der Steif afge-
zonden om ons Leeger volgens zyn Ma-
jefteits believen ordentelyk af te voeren,
van zyn Majefteits Volk befprongen,
en, om dat hy volgens de Ordre hem
tot onderhouding der Vreede mede ge-
geven , zieh niet behoorlyk dorft ver-
deedigen , met de zyne byna alle ge-
dpod , en van al het Geichut, cn de
Bagagie, die hy by zig had , berooft.
Dat onze Vyanden hier over maar
zouden gloriëren, dat de geichillen tus-
Ichen ons zo hoog gekomen waren, dat
zyn Majefteit zelf het volk, tot zyn dienft
overgezonden, liet dood ftaan. Derhal-
ven verzogt hy dat zyn Majefteit zieh
geliefüe te verklaaren, o f hy genegen
was de Vrede te onderhouden, o f niet 3
hoewel hy hoopte , dat zyn Majefteit
wyzer wezen , en geen Oorlog zocken
zou tegen die gencn,die hem uyt
het geweld zyner Vyanden verloft,
nog 4 Fortreflen in handen , en magt
hadden , om hem nog meerder dienft
te doen.
Mair Raja Singa , nergens na willen
de luifteren, ging voort met ons alle
afbreuk te doen , zieh niet ontziende
ons Volk al verder dood te ftaan.
Men ziet dit klaar uyt dezen volgenden
Brief van de Heer Maatfuyker aan dezen
Keizer den 31. Mey , A°. 1646.
gefehrccven.
A . 1646.
BRIEF van de Heer
J ö a n M a a t s u y k e r , Landvoogd van Ceylon,
aan den Groot-Magti-
gen K eizer, R a j a S in g a
R a jo e .
I Joan Maatfuyker, Landvoogd van
wegen de E. Maatfchappy op
! Ceylon, wenfeht Majefteit
allen bedenkelyken Zegent en IVel-
vaaren.
IN plaats van antwoord van zyn Ma-Briefvan
jefteit op myne vorige Miftiven te den Heer
krygen, ontfangen wy dagelyks tyding,'^aatfuy-
dat hy ons volk , aan ’t welke verboo- ■jjJjJ11-
den is vyandfehap te pleegen , ontrentzer. C,r
Nigumbo laet doodftaan,en alle Vyandfehap
bewyzen.
Daarenboveii had zyn Majefteit Am-
baftadeurs in Colombo gehad, om hulp
van de Portugeeien te eysfehen , waar
uyt te befluyten is , dat zyn Majefteit,
niet tegenftaandc önze billyke aanbie-
ding van genoegen te geven, tot een
volflagen Oorlog met de E. Maatfchappy
gezint is te komen , weshalven wy,
volgens ’t recht aller Volkeren , befto-
ten hebben van önze zyde ook geweld
tegen.geweld te zetten.
Ten welken einde wy ook 4 fchepen
en eenige Chaloepen laten gereed ma-
k en , om Baticalö j Cotjaar , cn Tri-
kocnmale te bezetten , en weer in bezit
te nemen de plaatzen, voorhenen den
Portugeefen ontweldigd, ßcc.
Hier mede bezig zynde, hebbe ik zyn
Majefteits Brief van den z i . dezer ontfangen,
waar in hy. zyne genegenheid
tot onderhoud van’ t Contraft, met Wes-
tfrwolt gemaakt, te kennen gceft,waar
toe wy mede gezint zyn.
Zyri Majefteit heeft eenigzins gelyk,
zeggende , dat wy te onrecht bezit.van
zyne Landen genomen hebben.
Daar is noit ordre toe gegeven 3 maar
de Gouverneur Jan Thyszoon heeft zig
ingebeeld alzoo beft aan de Caneel te
zullen geraaken 3 dog over ’t uytwcrpen
van uwe Majefteits Deflaves zal hy na-
der aangefprooken, en daar over berifpt
werden.
De Raaden tot Batavia zyn bereid u-
we Majefteit met de voorfz. Landen te
laten geworden,dies Laft gegeven hebben
om de koften te verminderen.
Zyne Majefteit gelieve zyne Deflaves
af te zenden 5 zy zullen na haaren rang
ontfangen werden 3 mits die voorwaar-
den
u n ayu majeiteit ordre ftellen zal,
dat alle de Caneel , nevens de andre
Vrugten van zyne Landen , volgens
Contrait ons gelevetd werden , tot be-
tahng van onze verfchotene pennin-
Deze voldoening kan binnen weinig
Jaaren gefchieden, indien zyn Majefteit
daar toe de noodige moeite eeliefae aan
te wenden.
Dit zy gezegt op ’t eerfte point van
Befwaartng.
Belangende Nigumbo , dat zyn Ma-
jefteit z e g t , dat tegen zyn dank by ons
bezet werd, zyn Majefteit heeft zulks
uytdrukkelyk begeerd by zyne Miflive
van den i i . Februari des voorieeden iaars
waar m gemeld ftaat, dat, om het be-
ftand met de Portugeefen, onze bezet-
ting daar in zou blyven , en by uwe
Majefteit bekoftigd en onderhouden
werden} zynde niet geraden die Veftine
te flegten , om dat de Portugeeien dan
terftond daar wederom zouden komen
neftelcn.
De nieuweFortificatie,die wy daar
aan hebben gemaakt , kan ter geliefte
van zyn Majefteit weder onder de voet
geworpen werden.
Nigumbo diend ten minften nog een
jaar ingehouden te werden , om te be-
zien, hoe de Portugeefen zig in ’t be-
ftand gedragen , daar zy als nog geen
goede Preuven van geven , ten aanzien
haäre trouwloosheid in Brazylgcpleegd.
En vermits nu hier by alle de ftukken
van bezwaring , by zyn Majefteit zyn-
de, voldaan zyn , twyffel niet, of zyn
Majefteit zal zieh nu voorder van alle
vyandlchap onthouden.
De Landen dienen met den eerften
yan Krygsvolk ontlaft te werden, o f de
Ingezetenen zullen t’ eenemaal yerloo-
pen , en naderhand zal ’er geen Caneel
te fchillen zyn, waar van de betaling
der onkoften komen moer.
Dus werd ook vertrouwd, dat zynMa-
jefteit zal wedergeven alle onze Gevan-
gens, dat voor al gefchieden moet, indien
de Vrede zal gefloten werden.
Zyn Majefteits antwoord hier op
werd met den eerften verzogt , om
ons daar na.te richten, protefterende,
gcbick van voldoening vooriz., on-
fchuldig te zullen zyn aan de bloed-
ftorting,&c. alzo wy gereed zyn, om
zyn Majefteit op alles behoorlyke voldoening
te geven , in die hope , dat
zyn Majefteit de Vreede aannemen
zal.
Wegens de Brieven der Heeren Raa-
den van Batavia, en de Geichenken
geliev« zyn Majefteit als nog ordre te’
itenen, om die eerlyk te ontfangen, ßcc. 5 *
wenfehende verder dat God uwe Majc-
fteit gelieve te bewaren.
Terwyl verblyve
Uwe Majefleits Ootmoedigt
Dienaar.
J o a n M a a t s x j y k e r ..
Den z i . Juni fchreef hy weder
aan zyne Majefteit , in dezer
voegen.
Z Yn Maj eil,eits Brief van den io. de-
zer is wel ontfangen ; dog van een
vonden ’ als verwagt hadden,be-
Zyn Majefteit zegt,dat het niet regt
is, Vrede van Köningen met ronkeryen
van Oorlog te verzoeken } maar zyn
j f e t f e g t a zo. ht° ° g . nog wy ook zo
laag, dat wy de Waarheid niet zouden
mögen zeggen.
Zyn Majefteit fprak zo A°. i<s4o.niet,
toen hy ons voor befchermers van zyn
R y k aannam. y
w Hcj , z?n ,g“ n Ronkeryen; maar
Waarfchouwmgen. W y yerzoeken
ook geen Vreede als onmagtige; maar
bieden de zelve aan, of, by weigering,
ook een regtyeerd.gen O o rlo g, zynde
m gemoede verzekerd, dat wy daar toe
geen fchuld hebbenwvNj.
S„Umb° wcder te geven, dat zyn
y genegen , en ook geordonneerd dit
te doen } maar in zulkcn ftaat, als wy
nu met zyn Majefteit ftaan , zal zulks
in der eeuwigheid niet gefchieden , o f
zyn Majefteit moeft ons met geweld
daar uyt dryven. 6
Heden is nog niet een Laryn betaald
voor de onkoften van Nigumbo’s ver-
ovenng, weshalven de wederomgeving
zonder reden gevorderd , en op een
wyze , voor zulken Koning onbetamc-
lyk , geeifcht werd.
, . Va" onzc Gevangens werd in zyn
Majefteits fchryven mets gemeld , en
zonder ’t wedergeven der zelve können
wy tot geen Vreede komen.
Ons voomemen is , 0m volgens ’t
Contraft van W e ftS k rß de Vredc en ’t
Verbond te onderhouden, mits zynMaj
voor eerft en voor al ons volk
“ - ^ M c . d a t ons dc
Caneel , & c . geleverd werde 3 waar van
ons voldoening gefchiedende, wy over-
W ' Rcg “ ri"g dor Landen ,an
zynMajelreit over te laten.
Q - * De