
A. K ' f f i t nazyne vyanden yerddgd te "heb- I
ben, A. 1587 ftierf.
Behalven dat het Chriftendom nu in’t
,R y k van Bqngo, door den dienft van Capra
lis, en Lodewyk Almeida-, zeer toe-
nam, zoo natnen 00k verfcheide andre
Japanders het Chriftendom aan.
Tenbe- En om te meer b'ewyzen tegeven/,dat
wyze dat de zaaken hier zeer /wel voortgang hadlift
filini» filiti nnnyi ■ » , .X ni Invi V niai»«.. - - n ■ n n
Ë Z A A K E N
■panfeh -geloove hen niet zaalig maaken t
het Chrif-Jen, zond men, al by Xaviers aanwezen,
hier d o o r - twe e JaPanders, te weten, eenen
brak. Mattheus, en eenen Bernhard (door Xa-
. vier als Jefuiet aangenomen) uit-Japan na
Goa, om van dààr na Romen te trekken,
en den Paus , aïs cerftelingen van dat
Heidendom, te gaan begroeten; dog de
eerfte ftierf te Goa, maar de andre heeft
de voeten van den Paus -gekuft, wäar na
. hyt te Conimbrica ftierf.
f Gelyk nù Xaverius kort voor zyn cloocl
Baltbafar Gagus, Eduard Sylvius, en
Pieter Alcaceva zond, alzoo zyn ’er na-
derhand nog verfcheide andre (gelyk wy-
uit de Portugeefche Schryvers, en 00k
uit de byzondre brieven van verfcheide
dezer zendelingen zien) hier gekornen.
Men teld onder de zelve Cafpar Ville-
la , Lodewyk Almeida, Gonfalvus Fernan-
. dez, François Cupralis, Lodewyk Frojus',
Joannes Baptißa Mont anus, Organtinus van
Briieia, Pieter D ia z, Arias Blandonius,
Andrias Sanftius, Eduardus de Sylva, Melchior
Naamea ■
der Je* h
fuieten
hiertoe
Nugnez, François Perez, en meer
andre , door welker dienft het werk der
bekeering van tyd tot tyd zood^nig tot
Amanguci, onder grooten en kleenfen
toenam, dàt de Jefuieten aldaar, en elders,
verfcheide Kerken bouwden, onder
welke die van de Steden Facata,
Cangoxuma , Saccai, Ximabarra, en
Nangafacki, boven andre uitftaken.
E'en groote luifter gaf het aan deze on-
dememing, dat de Koning van Ömiira,
Xumitanda genaamd, en Bariholomeus ge-
doopt, Chriften wierd.
rf_r Hy quam A. 1587 te fterven $ dogliet
Köningen de J.eiiiieten 40 Kerken na, zonder dat
bekeerd. »er in 5t Ryk van Omura nu een Heiden
meer te vinden was.
Japanfche.
Hunne Niet lang ’erna volgde hem de Ko-
Gezanten ning van Arima, die nevens de Konin-
A. 158z. ; gen van Bungo en Omura \ Japanfche
naRo- ..GczantenA. i f 82 afgevaardigd, en die
zoo grooten roep van dit werk der be-
keëririg in Japan tot Romen en elders
(gelyk men in ’t werk van de HeerMw-
tanus zien kan) gemaakt hebbem
Gevolgen, Wa t verfcheidene wyzen van îeerèn
van dir .Xaverius, enzynenavolgers,gebruikten,
-erkder Wyft de Heer Montanus mede Fol. 221
aan j maar toond te gelyk 00k, dat niemand
hen beier leérde, dan de jefuiet
Joannes Êaptifta Montanas, zoo met ge-
makkeiyke gronden voor hen te leggen,
als met hen te toonen, dat het Ja-
bckecring.
kon. " . - * - 0 :A. isgi.
Door deze zyne leerc, en die van andere
zyne medgezellen, kregen de zaken
der bekeering, niettegenftaande zy hevig
van de fcherpzinnige en ichrandere Japanders
over hunne geloofs-ftukken be-
ftreden wierden, zulken voortgang, dat
men veel redenen had,öm ’er zieh over tc
verwondererr.
. Indien men dit egter wat-nader, eniri
de grond befchouwd, zoo waren ’er weer
verfcheideredenen, die dezenGodsdienft
fmakelyk, en de zelve den Japanders aan-
genäam maakten.
Voor eerft :, om dat de Jefuieten veel
armen goed deden % waar door hen meer
armen , dan hen juift aangenaam was,
aanhingen, hoewel hun geloove zoo ras
pphield \ als de Jefuieten de beürs flo-
ten.
De handel, die de Portugeeien in de
landen van deze en gene Vorftenbragten,
en de winften, die zy ’er aftrokken,be-
gunftigden al mede dit werk, te meer,
alzoo het ten gröoten deelen van de Je-
ifuieten afhing, voor welke Eilanden o f
Steden, de fchepen zouden ten anker
komen.
. „ W^ar üit men daü bok zeer wel be-
fcfFen kan, dat het van ’t belang dezer
Köningen zonderling was, de Jefcieten
te vriend te houden, en ze aan hunfnoer
te krygen, en om hun gunll niet te ver-
liezen, denChriften-Godsdienft in allen
,deelen te begunftigen, o f altoos niet te
beletten, ten wäre men de Koopvaardy-
' fchepen met zoo veel koftelyke waaren
van de Rheeden afjagen wildew .
De onkunde der Japanders in de ge-
heimeniflen der natuure, endebequaam-
heit der jefuieten, om van alle de verhe-
velingen en de natuurlyke uitwcrkzelcn
in Valgemeen zeer grondig en klaar te
Iprcken, leidden mede een zeer goedeii
grond, om agting voor deze Vaders te
krygen, en dus verder geloofaanhunnen
nieuwen voorgeftelden Godsdienft, hoe
wonderlyk en onbegrypelyk die hen 00k
voorkomen mögt, te geven.
Hier by quam nog, dat de Godsdienft
, by de Bonfes aan de Japanders
voorgefchreven, niet alleen zeer befpot-
telyk in zig zelven, enongcmeehwfeed,
maar dat 00k het leven der*zelven ten
uiterften godloos, daar in tegcndeel dat
der Jefuieten (altoos voor het uiterlyke)
vry Zedig, eh hun y v er, om hun ge-
looVc dbor allerley wegen voort te zetten,
zeer groot was.
Alle deze ten goede werkende midde-gegin yan
len wierden mede met weinig gefchoort ¿e ver-
en onderfteund,, oin dat ’er tuflehen deji volging
Japanfchen en den Roomfchen Godsdienit ^er
zoo veel overeehkömft is, en om dat ’e rtcnen*
Voor
Ä. i6 ii. voor 200, weinig te leeren, te be»
grypen , en (^|toos in die eerfte tyden)
maar weinig te onderhouden viel.
Hier door nti zyn met ’er tyd onnc^-
mclyke duizenden van Chriftenen in ja-
’pan voor den dag gekoipenj maäf na dat
ac Japanfche Keizers (zoo men .zegt uit *
een brief van een Jefuiet, door een Bruf-
felaar aan den Keizcr vertoond’, en zeer i
onregtvaardig ons ten lafte gelegt), begon- *'
nen te ontdekken, dat het ,de< Portugee-
iehe Priefters niet zoo zeer om. het ge**
loove, als wel öm het land y en om de
fchatten van Japan (dat zy door hulp der
Chriftenen voorgenomen hadden; in te
nemen) te doen was, begonnen zy niet
Weinig dpor allerley.middelen tegen de
zelve te woedeo , en het Chriftendom allen
afbreuk tc dobn. ,
De Keizers Nobünanga \ Ctaic<jfama,
en Datfufaiba'y so f Goyßo Samma, hadden
daar ccfn groot begin af gemaakt, hoe-
\yel zy door geduurige oorlogenbinnens-
lands zeer Veel daar Jn belet; wierden j
maar Cdmbofamma begon hen A. 1617 nu
anders a^n tetaften. * Veele, duizenden
der zefö; waren reedsallacchende enmct
• vreugde ter dood gegaan, achtebde het
Cen groote ehre. voor hun gelöovcf ont-
.Jialft, o f gekrbieigd tc werdenj maarnh
vond men menigerley andere middelen
» !uiti om hen met traahen en droefheil
.ter dood te brenge’n. ... ;
Deze Keizcr was de eerfte ^ die de
Chrifteneh aan een paal verbranden, en
ze allengskcns dood zengen doäe.
Voor al zogt men alle de Roomfche
Priefters hit te rpeijen, die over alopge-
zo g t, en eerfc onthalft, en naderhand
(alzoo zy, vöor geen onthalzeh vreesden)
met langzaani vuur verbrand wierden.
Verfchei- Men had cerft Pieter ab Afcenftone, eeft
dePrie- Francifcaner, Joannes Baptißa Mctchado'i
fters eien- een Jefuiet^ Alfonfus Navarette, een Do-
jJI^^nge* mimCaan , en »Ferdinand a Santa Jofepho,
een AÄguftyner, binnen Qmüra onthalfti
maar n» dät men befpeura had r dat zy
dit yoor een grooteecre, inpläatsvaneeh
zware ftraf^ aangenomdn , enblymoedig
ondergaan hadaen j vond men goed
de Priefters fce verbranden, te blakeren,
en hen by langzame vuuren te^braadeni:
, Men nam daar de preuve af ihet Pieter
de Zuniga, een Atrguftyner, en Lodewyk
Flores , een Dominicaän, beide An^wcr-
pers, nevens welke nog 12 andren onthalft
wierden L. dog men vond daags daal
aan zeer weipig van hunne tyken ^ alzoo
de Portugeeien met de half*gebradenfe
lichamen der-zelve zeer veel ftukkeri ge-
fiieden hadden^ om die als Heiligdommen
tot hürine1'gedägteiiis te: bewäa-
ren. % - >
De Japanfche overheden Van Nangafacki,
die zefer qualyk nemehde ,' dfoe-
; V . D e e l .
i x,^ ©
gen daar iè ’t 'vervo% ¿órg Voof^ wannecr
in Septeriiber A. 1622 de Jefuiet
Kam Spinola, en de.Ddmihfcàanéri Fra»-
fois de Morales , Hyacinth TÖtybanel, èn
Alfonfus de Mena y -geblakerd wierdch^,
alzoo zy hutìiie lykéh'in diepé'puttèn wierpen
, aie tot aftehe verbranden’, !deaiTche ,
in Zce brengen , er^in de wind verftrooi1
jen.dedeöy om alje overblyfztls van deze
gcblakerdeft weg tenehaeii. ....
-. Wat vordere woedè men toen • en À;. Door
162.$ ', te Jcdo inet verfcheide van deze
Priefters aartgerefeht hceff, kan mèn al
mede by àentìeerMontdnus en àndren^ieni, gerncld.
gelyk ze de Jefuiet Antohiüs Frantifch
Cardin in zyn bundpikeh met Japanfche
blóemen , A. 16^6 te Ronjenrri ’t Làtyn
gedrukt, nevens de wyze op welke ic-
dèr vàn hen geh.or\ren » , tot ‘87 toe,
aibeéid.;, W
Behalven etn grobte menigte Van Prie5- <
fters (by den Heer Montànus verder gd-
meld) wierden ook- ÖuiZehdeftvanJaparii
ders j oude en johge 'bp eeri‘ jàmmerlykc .
wyzc vervpigens aan hün dood gebragt '^
en door de pyrielykife middelen, die men
üityinden kon j gedwongen:, om , o f hun
gfeioove te veriaten j d f elfendig te fterven..
S , ... . -, » . (
. AÌeii ga f 00k bpéhbaaie gfefcfiriften, Niefewe
die men aànplakkeh dede, uit y waar b y vonden * J
hem i ,die een Ghriftéi,. o f een Chriften- chriftc-
huidiefef aäi^vy'zen 'fiSohy ’t htiis, dat den nen te
eigenaar tortàuam, èn nög eeh gefchenk ontdek-
bovCiVciien, beloofd Wierd. 1 ! 'ken.
! i Noit ging dir Wferk zoo fPreng iàan, Kau.
als Ay 1626 - onder Kanwaytsdo, Stads- waytsdo
voögd1 van hiängaiacki , f die wel alle^yrife ' . 1
voörzäaten in ’c jammferlyk pmbrengeri
dfetet elCfidigeii verre öveiftfof J màarhoc ]aarder
hy *er tnèef doodeV hoe ’er meer Chrif- Chriftc^
teheh ^obr den dag quamen. Zelfs deIm
jonge Rinderen der Chriftenen wierden
hifet veifchpond^ fchoon zy al Zop wein%
v än ’t als de meefte
bejäarden j V^iftfen.
Ja ’t is bnbegrypelyk f hofe bui
deh en johgen zoo ftahdvaftig, alleri
lei’'';ih^tel-döpden'•; ".BV/zop weinig
»kbhhis äls Zy van het Roomfche ge-
loof . hadden, hebben können lyden, en
ebhtér is fe t zekef^ dat zy by 'diiizenden
op dfe aHerel’endigfte wyze Ì en zeei*
langzaaih ¿ah hun einde gébragt zyn.
Het bleéf nifet bv Branden .en blake- Nieuwe'
jfettf'iriaärj b f ^di? opg te gering* was,wyzen
ftien dwbng de Oiicfers de Kindcren j en v.an Py^’
db Kihdèren hunne Oüders j -, inet de zie-®1115’
deride wäteren vàri Singok (by ,de Heer
MonÌanus nader Fol. 238 befchrCven) oj>
déf tiäakte huid te begieten.
• jiVfeeieh hebben 3it Üitgehard^ en zyn
’■flfcftorven, nioedigende malkandren ten
einde töe tòt ftpidvaftigheit aanj dog ve-
Jeri^ ditnict kÖnnendeuitftaani vielen äf. •
V Bili