
’&är
Heer van Aflenburg gelaufen. Zyn Edelh. van Hoorn in 'tjäar 1710. hier als Com-
miifaris. De Heer Chavonnes, Landyöogt in 'tjaar 1714.
•van Madagascar. Kaart van 'teiland Anfuani.
% "TA dat wy nu dus verre van ’taan
merkensweerdigfte, hier aan de
JL ^ Kaap, en van des zelfs Ingeze-
tenen geiproken hebben, zal *t 00k eens
tyd werden om te zien, wat Dieren,
Vogels, en Vifichen, hier al vallen.
Wat de Dieren belangd , die onder-
fcheyd men in wilde, o f tamme.
De wilde dieren, die men hier heeft,
zyn Olifanten , Rhinocers (met twee
horens op de neus , daar anders de Indi-
Iche maar eenen hoorn ’er op hebben )
Leeuwen , Tygers, Luypaarden, Lo-
fchen, de Ichneumon, Wolven, Tyger-
W o lv en , Tyger - boichkatten , mooye
gevlekte wilde Honden , die by nä als,
een Wind-hond van gedaante , en wel
zoo ftout zyn , dat zy met een troep
van 200 a 300 op een Schaaps-kooy
durven aanvallen , en ’tmeeftevee der
zelve verfcheuren ; 00k zyn’er groote
en kleene Landichildpadden. Wolven en
Tyger-Wolven zullen 00k menfchen,
en zelf wel een man te peerd, aandoen.
Ook is de Heer Henrik Bouman , eens
met een Tyger , uit welkers klaauwen
hyzichredde, doendegeweeft, dochhy
was deerlyk ’er van geteekent.
Zoo lang een Leeuw klein vee krygen
kan , zal hy zelden menfchen aandoen.
Egter weet ik , dat hy verfcheide menfchen
by myn tyd aangetaft, en dat ze-
kere Jan Grof eenen Leeuw, die op een
anderen borger , zynen makker , zat,
boven van den zelven afgeichoten heeft.
Ook is my bekent, dat zeker borger zynen
makker , terwyl hy de Leeuw by zyn
tong had , door een gelukkige fchoot
redde. Als een paard ’er den reuk af
heeft, is ’tonmogelyk om ’t zelve in toom
te houden. Men wort hem by nacht ten
eerften aan zyn brandende oogen gewaar,
en wanneer hy yemant , o f een dier, aan-
doet, zooflaathydat in eenen flagdood,
torilende een os op zyne ichoften , als
niet met allen, weg.
Daar zyn voorbeelden van, dat zy Holländers
uit ’t midden van een ganfehe troep
Hottqntots gehaalt , en die voor hunne
oogen verfcheurt hebben. , De Heer Gouverneur Willem Adriaan
van der Stel heeft een in Hottentots-Hollandjo znygne nk gnaephzaadk, odvieer,
dZoyno rh eoeonf dL eweiullwen bdeei phraoanlgeenn, wvaienr at,g twereeln
ken hy by de maauen Zoo ftyf navooren
tr'ok, dat hy weer van hem aifprong, en
na de fchaapen liepj hoewel hy door des
zelfe klaauwen zoo gewond was, dat hy
’er wel een half jaar ziek van te bed
Deze Heer heeft my ook verhaalt, dat
hy op zekeren tyd twee Leeuwen op een
zandige vlakte ontdekte , die , fchoon
zyn Ed. al vry fterk van volk was, geen
voetftap daarom uit hunnen tred , maar
zeer bedaart en langzaam al vooruit gingen;
ook merkte zyn Ed. dat zy ’tipoor
met hunne klaauwen gemaakt, met hunne
Haarten geheel toehaalden, en weer be-
dekten.
Van den Heer van Loon, in ’tjaar iöpy.
Predikant alhier , verftond ik , dat nu
en dan wel wagens met Volk na Stellen-
boich ofDraakeltein gaande, door Leeuwen
aangedaan , en door de zelve wel
menfchen uit zulk een hoop gehaalt zyn;
en d a t, als men op zulk een Leeuw te
dier tyd fchoot, hy dan doorgaans, zyn
prooi verlaatende, opdien genen, die na
hetn geichoten had, aanviel, zonderdien
troep, hoe grootoök, eenigzins te ont-
zien.
Capitein Olof Berg heeft my verhaalt,
dat hy eens een grooten Leeuw vlak in zyn
hert t ro f, die egter nog ettelyke uuren
daar na geleeft , en Zieh van de plaats,
daar hy eerft getroffen was, Wel 2, o f 400
tredenverder begeven, en daar eerft ’t le-
ven gelaäten , gelyk* die Heer ’tfpoor,
zoo veel mogelyk was, volgende, nader-
hand met hem op te fnyden , ontdekt
heeft. Der zelver vet is een heerlyk
geneesmiddel, en men zegt dat hun
vleefch , en van veel andere wilde dieren
(als dat van Tygers, Luipaarden, enz.)
zeer lekker imaakt. In de poort van
’t Fort hangt het vel van een fwaaren
L e euw , door een egel met y pennen
doorregen.
Hier zyn ook veel andere dieren , die
groote fchaade onder de fchaapen doen;
gelyk deaapen (die hier in menigte Zyn)
m de thuinen aan de vrugten , en in de
wynbergen.
Men ontmoet hier ook een dier , de
Papoagus genaamt, zynde de helft groo-
ter als een paard, waar van ’er Capitein
Berg een geichoten heeft in December
lyoy. doch hy was wat kleiner als de
^gemeene die hier vallen, en hy heeft dit
di,er laaten afteekenen.
Men heeft ’er ook veel yzere verkens
o f egels, die met hunne fcherpe pennen ,
waar van men hier allerlei nette koyen
maakt, menigen Leeuw, T yger , enz.,
om ’tleven brengen.
Daar zyn ook wilde ezels, enpaarden,
die zieh diep landwaart in houden , en
welke laatfte wonderlyk fraai, fwart en
wit geftreept van huid , welke ftreepen
ontrent 1 en ook wel 4 vingeren breed
P zynj