
SoHaaten ook hun gewcer fchoon, enjtoond Rogerius in zyn 14. Hoofd-
doen 'er offerhanden aan. ftuk , met eenen aanwyzende , dat de
In de raaand O&ober, agt dagen na opper-Goden over de eer, deze mindere
de volle Maan, werd het Feeft Dipawa- Goden aangedaan, nietjaloers zyn, als
l i ter eere van Wiftnoe gevierd; en in men , hen aanbiddende, hen maar niet
de maand Juli vieren de Malabaren
dat van Adi Panduga, gelyk ’er in No vember
ter eerc
der mindere
Coden.
nog een, Cartica Panduga ge-
naamd, onder hen bekend is.
Ook hebben z y , behalven deze Feeften
(by hen Trcnala’s , o f Panduga’s genaamd)
verfcheyde Sacramanams , o f Heylige
dagen. Een aalmoes, op zulken dag aan
een armen uy tgercy kt , isvan meer weer-
de en verdieniten by hunne Goden, als
een aalmoes, aan duyzend arme men-
fchen op een andren dag gegeven.
Feeften b. Behalven deze Feeften, die zy ter
anders aanmerkt, dan als die gene, die
de macht, om hen de verzogte goede-
ren te geven, van de opper-Goden ver-
kregen hebben.
eere van Wiftnoe, en Eswara, o f van
hunne vrouwen vieren, hebben zy
’er ook eenige ter eere der .mindre Goden
Het verdiend zy ne verwondering, dac
de Bramines voor hunnenBramma, daar
zy zoo veel van weten te zeggen, die zoo
veel gezag over de wereld, en alle de
zaaken der menfchen heeft, en die zy
zoo beminnen (behalven dat zy ook na
hem hunnen naam dragen) geen Pagode-
ken opgcricht hebben, en hem gcen
eere nog dienft bewyzen, daar zy zoo veel
andren en geringer Goden, zelf de die-
naars van Wiftnoe en Eswara, eeren, ja
zelf eenigen dienen (als den rooden Sper-
wer, ter eere van Garroeda, en den Os ,
(ter eere van Baswa , die een os is, en
en waarom zy ook geen offen flachten o f
eeten mögen) groote eere bewyzen-, ja
zy zullen het voor een Gods-dienftige-
zaak houden, een os van zyn dienftbaar-
heyd te ontflaan, en aan de Pagode toe
te eygenen, o f aan de zelve een aalmoes
te geven.
, o f der Deweta’s , zoo als zy hen
noemen. \
Aldus vieren zy den pjanuary het Feeft
Pongol ter eere van de zon. De Soedra’s
houden dit voor een Feeft 3 dog de Bra-
mine’s maar voor een H. dag. Her vieren
van dit Feeft werd door Rogerius in
zyn 13. Hoofd-ftuk zeer net befchreven.
Op het zelve komen daags ’ er aan de
K,oejen en Büffels ook, die dan kranffen,
cn koeken om hare halzen hebben.
Ook bidden de Bramines (gelyk wy
bevoren? al aangemerkt hebben) de zon
aan, als zy opjkomt,. en ondergaat, en
zy bewyzen haar ook de eere, om een
Pagoodje voor haar op te richten, een
lamp voor haar te ontfteken, en voor
haar te Sombayen.
Tempels Dat zy ook de andre mindre Goden
ter eere en Deweta’s , Garroeda , Annemonta
Het fchynbarc , dat men daar op vc/-
der zeggen kan, is , dat zy de plaats van
Bramma, om zieh zelve, in de plaats
van. hem , door ’t volk te doen- eeren,
zeer wel vervullen, waarom z y ook die
gene’, die voor hen, en-voor de Roejen
itryden , verzekeren , dat zy der pläats
van Indre, daar Dcwendre is , zullen
bekomen.
Behalven deze mindre Goden dienen
deze Heydenen den duyvel ook. Daar
Vicgneswara, en Vierrepadra met het zyn ’er veel onder hen 5 dog de twee
den. oprichten van kleene Pagodekens eeren, voornaamfte onder de zelve zyn Ganga,
hebben wy bevorens al gezien.
Ook richten zy hunne gebeden tot de
zelve, en doen offerhande voor hen.
Voornamelyk egter bewyzen zy een
en. Goernatha.
Om deze Ganga van Ganga Nadi (dkt
is, deRievier Ganga);te ondcricheyden,
werd zy Ganga Gramma, o f de Hadgroote
agting voor Vicgneswara 3 Eswa- Ganga, genaamd. Zy is een v rouw,
ra’s zoon. zonder man 3 hoewel zommigehaar voor
Hoc zy Deze eeren zy als een huys-God, en;de vrouw van Eswara , en andre wcer
Vicgnes- dc vrouwen hoopen op hem, om be- Ganga Nadi daar voor houdfenv Deze Hoe die
wara ...... vruet ..... te . werden; 1_ waarom zy hem l---- -----ook 1. I e.Ganga nnA *’s c beeid nppln i vertoond'j p r f P A een A hoofd1 n Api
metGodin
ccrcn.
. 1 < r- -wr ^ — u J i. i lGanpa
offerhanden van gekookte ipys, Kalap-
pus, en bloemen, toebrengen.
Zy bewyzen mede. veel eere aan De-
w;endre,_ en aan de andre Hoofden der
onderhemelfche werelden, welke hoofden
zy A ch n i, Wäyoevia , Warrocna
Ifangga, Niruti, Cubera, en Samma noemen
j dog richten voor de zelve geen
Tempelkens op , bidden hen maar aan,
en doen offerhanden aan de zelve.
Met wat oogwit zy dit doen, en om
vier armen, houdende in de linker hand:^*°8^
een kopje, en in de rechter een vork met <jer
drietanden. Men vjnd- over al Pagoden velen,
voor haar opgericht, dog geene voorgcdien{i
Goernatha, hoewel (by de Scivia’s voorwc
al) voor groöter Mecfter, als zynde Es-
wara’s zoon , dan Ganga-,. gehouden j
maar, by dc Weiftnoewa’s ftaac hy- maar
vo®r een duyvel te bock.
Egter was ’er te Carmellön (te Pallea-
catta bekend) een Pagode voor hem ,
wat voorgaven van de zelve te erlangen, dog geheelbuytcnhunnegewoontcentegen
gen de gemeene ordre, opgcricht.
Als ook Men fteld alleen in ’t vpld eenige beel-
Goer- den ter eere van hem, daar hy dan ook
natha. wej een g ehec]en i^aad van gebakke duy-
velcn by zieh heeft. Zy dienen hem anders
gemeenelyk onder een boom, daar
zy malkandren wys maken hem gezien
te hebben.
HctFeeft T er eere van Ganga werd ’er tot Pal-
ter eere leacatta jaarlyks een Feeft, niet op een
van Gan-gezette tyd, maar na ’t goedvinden van
£*■ den Hawaladaar , o f Landvoogd , ge-
vjerd, hoewel men dat landwaard in op
een gezette tyd doet. Men noemd dit
ook Pongol 3 dog ’t verfchild zeer veel
van ’ t zonne-Fceft, gelyk dit de Heer
Rogerius in zyn iy . Hoofd-ftuk omftan-
dig toond, hoe zy op een hooge wagen
overal omgevoerd,en voor haar gefombaid
werd , hoe men op de ftraaten voor haar
nedervald, en wat ’er verders voor pynely-
ke dwaasheden ter eere van haar dan vertoond
werden, dat Landwaard in zelfs
zoo verre gaat,dat eenigen zieh niet alleen
(’t zy mannen , *t zy- vrouwen) eenige
haken laten in de rugflaan, om daar aan,
als aan een w ip, op te hangen, maar zieh
ook door deze wagen, om hare belofte
aan Ganga te voldoen , overryden laten.
In vorige tyden plagt ’er voor Ganga
ook een menlch opgeofferd te werden,
dog nu flacht men ’er ’ s nachts maar een
Büffel en eenige bokken voor. Wat
men daar mede doet , en hoe men diebe-
handeld , kan men daar al mede
zien.
Zulke bloedige offerhanden doen zy
noit ter eere van Wiftnoe, o f Eswara
, keurende het met Porphyfius
ongeoorlofd te zyn, hen iets, dat leven
heeff, te offereni hoedanig dit plato in
’ t geheel afkeiirdc, om de Goden iets te
öfteren, maar wel om bloedige offerhanden
aan de lucht-geeften te doen.
1 Z y zyn mede van oordeel, dat men
dit voor de quade Goden doen moet, om
ze goed te maken, en dat het voor de
goeden onnoodigis, dewyl zyreeds doch
, al goed zyn. En zoo ras zy o f hunne beeften
maar 2iek werden, o f een fchip zullen
laten in ’t water loopen, ftraks moet ’er
een offerhande van bokken aan Ganga
gedaan werden, op dat hen de duyvel
geen fchade’ toebrengen zoude 5 want
als zy hem maar te vriend, en verzoend
hebben, zyn zy nergens bang voor ,
weshalven zy ook, zoo ras zy maar on-
heyl vreezen, gewoon zyn aan Ganga te
öfteren. Dezen dienft en eere nu mögen
haar de Soedra’s wel, maar geenzins de
Bramines, hewyzen, alzoo die dezen duy-
vels-dienft in zieh zelven quaad keuren,
hoewel zy die ’t volk niet afraden, nog
, die laken mögen.
D E R D E ; H O O f D - S T U K.
WjJtmiddel zyjebruyken, om tot een goed eynde te geräken. Hunne geäugten over
dit leven. fvie in den Weicontam , of bemel der gelukzaligen, komen. Hun
Surgam befebreven. Hoe zy meynen de vergeving der zonden te krygen, met zig te
•waj/chen , voor al, met water van de Rievier Ganga. Waar in zy het gebeente der doo-
den werfen. Fan de verhuyßng der ziele. Hoe diegeflraft werd, ofin deze wereld, of
buyten de zelve. Staat der gelukzaligen na hun dood. Het verdre over dezen Gods-dienß
kan men by'ßaldeus vinden.
Wat Elyk nu de Bramines, en veel anmiddel
^ ¿n , met hen, een leven na dit lebruyken,
vf n verwagten, zoo kan men wel
om tot bedenken, dat z y , en hunne aanhangers
een goed ook hun uy terfte beft (zoo zy maar eenig-!
geräken?zins Gods'dienft»g zyn) zullen doen, om
* dat goede eynde te bereyken. .
Z y ftellen vaft, dat men door goede
werken daar toe kan geräken, maar dat
de zonden dit beletten , en dat zy door,
de eerfte in denhemcl, endoordelaatfte
in de helle komen.
Hunne Vermits zy nu de verhuyzing der zie-
gedagtenlen, en daar nevens ook vaft-ftellen, dat
over^dit Zy , voor dit leven, nog in een ander
lichaam, welofqualyk, geleeft, endaar
op dit leven ten loon o f ftraffe van hun
vorig leven ontfängen hebben, zoo houden
zy mede ftaande, dat niemand, om
zyn goed dofen in dit leven, eenig goed
ontmoer, maar dat elk de ftraffe dan van
zyn vorig leven hier draagd, cn dat hy
in ’t ander leven eerft looh ovpr’tgoede,
in dit leven gedaan , bekomen zal.
Zy gelooren, dat de .getrouwe die-
naars van Wiftnoe cn Eswara alleen den
Wycontam können bekomen, zoo noemen
zy den heniel, ter eeuwige geluk- ^ atr
zaligheyd , en daar Göd met een lichaam Weicon-
verkeerd (zoo degeleerdenfpreken), dogtam, of
den Surgam, by ’t gemeene volk maar^emel
bekend , beftaat in o f begrypt de onder-
Hemelfche werelden, boven de welke zy gen, ko-
nog Bramma-locon ( o f de plaats daarmen.
Bramma is) gelyk zy daar nog boven
Kailaiöm Lila Weicontam,en Weicontam
(drie plaatzen, daar God verkeerd)
ftellen. Het is ook daaroro, datzy, zoo
N 2 ras