
Cammo- en wrikten door ’tnaauwvanGammono-
nofeki.
1 3 2 B Y 2 0 N D E R
aanquamem, ziehde ontrent halverweg
een klip, waar op een gedachtenis-pilaar
ílónd.
u Tegen de zelve liep zeker Schipper
zyn bark in ilukken, hebbende den Kei-
zer inj doch hy fneed zieh zehren aan-
llbnds den buik op.
W y bleven, terwyl ,’tgoed in de groo-
te bark gefcheept wierd, aan Land, en
wierden van den Hofpes, na ’s Lands wy-
z e , wel önthaald, waar op wy naboord
voeren. Men heeft hier een Tempel)
en daar in een trap * foo tredendiep, na
zeker water gaande, dat eens in ’t jaar,
daags voor 1S1 ieuwe-jaar, van een fcheid*
daar dan een Paap in gaat, en'cenig ge-
luk-verwekkend kroos van de grond
haald, dat hy die bygeloovigen, zoo dier
alshy kan, aanplakt* en ieder -moct ’er
wat a f h ebben. En- dat moeten wy al
mede veinzen te gelooven.
. • De onzen zagen ook een Tempel zon-
def eene fpyker, gemaakt door een Tim-
merman* die eénigen tyd in een Kraani
vogel veranderd zynde, om vreetnde landen
te bezien, hier weergekomen , eh
weer een Tim merman geworden was.
Den 1 7 ,1 8 , 1 p ,cn zollen dito moe-
lten om de tegen-wind blyven leggen.
Den z 1 ilen dito lichteden w y , alzoo
de wind nu goed was, ’t anker met den
dag, en yerlieten de Rheede van Simono1
feki, van waar ons de N . W . wind Qolt en
O. N . O. aan zoo fterk voortzettede,
dat wy _’s avonds voor het Dorp Cammo-
nofeki even na f uuren ten anker qua-
men j en bleven (vermits een krommé
bogt om moellen, en de wind té fcherp
was) tot ’s morgens leggen.
Den z 2 lien dito lichteden w y ’t anker,
£eki de bogt om, daar wy\yeer ten anker
quamen j doch moelien weer na onze ou-
de plaats, uit vreeze van hier te veel te
zullen flingeren, weshalven wy hier 00k
tot den zjlten dito den ganfehen dag over
bleven leggen.
Den Z4ften difo ten p uuren wrikten
wy weder door deze engte,, en zetteden
m.et een Wellen wind Ó. N . O. onze
cours door.
Het Ópperhoofd íiet de Tolken (na
gedaane reekening van de ongelden des
körten Land wegs) net opgeven, waar aan
,de ,dj* Goeli’s (of Lall-dragers) gebruikt
zyn, van Nangafacki tot Jangami den
■perlten dag, en verder 30 op alle de andre
plaatfen, welke laatlle beftaan in:
.4 Stux geld-Comptoiren van den Heer.
4 . . . tot de Medicament-kift.
4 . . . ’t zilver, dito. r
. 4 . • . de Fhaflembak van *t Opper-
hoofd. : 'TT;
i T o t de Hollandfche Combuis goede-
Z A A K E N
3 . . . Japanfche dito.
4 . . . de Norimonidragers van den
Opper-.Banjoos,
1 . . . de Fhaflembak van de Opper-
Banjoos.
3 V . . de Norimon van deOppertolk.
1 . . . de Fhaflembak, o f langwerpi-
ge Vierkante doos, van dito1,
die boven overdekt-, en als een
valies tot ’t bergen, van ver-
fchooning, linnen , enz. ge-
. bruikt werd.
j . . . *t Comptoir van de Schryvers.
30 Dragers ten dienlle van de goederen
der E. Maatlchappy.
35* Stuks dito maar den eerlten dag op-
— — gebracht, fpruit uit de betaling,
6y die in het diihi&vanNangalacki
moet gedaan werden, daar men
in tegendeel op de wegen van Fi-
• fleh, i en Suckilien, bevryd blyft
van die meerder dragers te betaa-
len , alzoo de Landsheeren tot
hulp van ’s . Keizers fchenkagie
hünhe onderdaanen zonderbeloo-
ning te werk llellen.
30 Paarden, teweten,
3 voor de Nederlanders.
4 voor de Banjoozen.
2 voor de Tolken-.
2 voor de Koks.
2 voor de Schryvers.
1 voo r’t Kombuis-goed.
14 Paarden tpt dienft der E. Maat-
I Ichappy.
16 Dito voor de Landvoogden.
30 te zaamen.
Onder welke bpgcying mede qflam te
blyken, dat de Tolk , Fatßzemon de
ongelden, door zyn Broeder (een leer-
ling zynde, en voor yermaak medegaan-
de) gemaakt, wel geerne op derekening
der E. Maatfchappy gebracht zöü heb-
ben, onder voorgeven, dat over 2 jaar
een Kind van Brasmän mede geweelt,en
dat toen die onkollen door den Heer de
Vos betaald warenj doch, om hier van
geen gewopnte te maken, wierd hem
dit plat afgeflagen.
N a dat wy nu ontrent i uur onder ’t
Zeilen voortgewrikt hadden, draaide de
wind tot ons nadeel, keerden aanllonds
te rüg, en bleven tot ’s nagts (wanneer
de wind goed wierd) leggen, waar öp
w y toen Weer voortzeilaen, en den 2 f
dito, even na zons opgang voor ’t Dorp
Camro ten anker quamen, daar w y » om Camro.
’t veränderen van de wind, als om de
zware travaaden en val-winden, moelien
blyven leggen, en zelf noch eenige 5tn-
kets
,; v a n . J m A ’-i .
kers (alzoo digt by de klippen lagen) uit-
brengen.
Den 16 dito moellen, ömden door-
koelen oollen-wind, noch in de Baay
van Camro blyven leggen, doende pns
bell,, om een groote bark, die gilleren
op den hoek dezer Baay in ’t inkomen
aan ftukken, en vol water geraakt was,
binnen te llcepen, die daar met 30 killen
Tsjineefche zyde van Nangafacki quam,
en die byzondre Kooplieden van de Tji-
neefen gekogt hadden.
Soa ^ en 27 dito bleven wy noCh at voor
BLag0110'*^ an^ers j alzoo ’t nog llerk waaide,leg-
'thomme. gen, doch räakten ’s namiddags met een
goeden wind buiten j maar voor het Dorp
Joe k'omeride, fchraaldde de .wind , dat
wy tot Voor het Dorpje Coddamay mobilen
te rüg zbilen, daar wy ten anker
quamen. , ,
Den z8 dito met den dag vertrokken
w y , liepen voor by Soa, en meer andre
Dorpen, en geraakten ten 4 uureu vpor
by Bingonothomme', dat volaanzienely-
ke huizeh, en van een net Kalleel ver-
zien is. Ook liepen w y , om ons voor
Fannagodri, (daar zy Zieh met het marken
van zout geneeren , en daar veel
gröote Zee-honden vallen). wegens de
llerkb ihaal-ftrdom niet op te houden j
agter eenige Eilanden om.
De Oppertolk , Iprak hier ’t Opper-
hoofd aan, omtenvoordeelevandebark-
lieden te verganzen; doch hy kreeg tot
antwoord van ’t Opperhoofd, dat, vermits
’t voör de E. Maatfchappy hier hoe
langer hoe meer, zoo met het Hegt geld,
als met ’t weinig koper dat zy kregen,
en mits veel zwaare kollen, verefgerde,
van Batavia wel lall körnen zou, om
die, en veel andere ongelden af tefchaf-
fen j doch de Tolk gaf hope, dat alles
verbeteren zoude, dat hy almeergezegt
had.W
y quamen ’s avonds ontrent 8 uuren
fcumotfoüvoor fchoon Dorp Sumptloi (daar
fchoone vifch is) ten anker, alwaar men
zeer licht änkers entoiiwen, diegellolen
werden, quyt raakt, dat onze Matroo-
fen door hun ichreeuwen tegen dezen en
genen, met hunne vaartuigen ’er ontrent
körnende, zogten voor te komen.
W y gingen voor zons opgang w^er
bnderzeil, liepen ten 7 uuren voor by
Fibi ter linker-,,en voor by.TaGcamats
(dat een Kalleel nad, en Wel 1 myl van
ons lag) ter rechterhand.
Ten 11 uuren quamen wy oy de Stad
Cjefima-Oeflmada, daar ’t van Koopvaardyvaar-
jda. Moe- tuigen krioeld 5 zagen na de middag ’t
to. Acas. f^aj^eei A k o , en ’t Dorp Moero , als
mede. *t Kalleel Fumits, ende Stad Acas,
met des zelfs Kalleel, zynde een groote
plaats, die net en vermakelyk gelegen
Was, en die een kleen Haventje aan
Fibi,
Taccamats.
P A . N. 133
ilrand had, dat aan weerzyden¿eühoom
had, ’t welk in Zee voor uit ilafc , ei?
waiar op de Zee brak., Wy liepen d^ar
heel na by , om dat wy door, .een ilerkc
^ee» uit den N . Ö. aanrollende, geb
nobdzaakt wierden ’t meelle voor de wind
af te höuden, om door de Zee,die zeer
verwoed tegen malkandren aanbrandde,
en zeer hoog opliep, niet in gevaar gebracht
te werden van, ons vaartuig, dat
al yjy. afliep^ te. verliezen, gelyk
wy ons rinkelwerk aan weerzy den öok
quyt raakten. s
W y kregen hier ook veel Water over,
en alles kraakte en beeide, niet anders,
dan o f wy alle oogenblik fchipbreuk zou-
den lyden, waar aoor alles in aljarm raak-
te , te, meer, alzoo de Japanfche . vaartuigen
zeer zwak zyn; en wy noch wel
2 myl?n van een goede ankerplaats waren;
.W y quamen echter, na veel gevaar
geleden te hebben , ten 8 uuren voor
Fiongo ten anker, een fchoone plaats* Fiongdi
waar op, zeer groote vaartjs, et) daar
veel., barken gen^aakt ^werden. Indien
ons vaartuig met ’s Keizers gefchenken
hier fchipbreuk geleden had, zoo Zou
dit het leven der Regenten gekoil heb-
ben.
Den 1 Maart wierden wy dporGinne-
mor gewaarfchouwd, dat ’er buiten aan
de lucht Jet zeldzaäms gezien wierd, *t
geen wy bevonden een Haart-llar, dieal
zeer lang was, te zyn. ;Zy liep, ofwas
geftrekt van ’t Z . W . , en draaide zieh
met haar einde na ’tZuiden. Dejapan-
ders zeiden, dat die gilleren al gezien
was., doch dat zy toen duifterder en
lmallerj en dat zy ten 10 uuren onder
gegaan was , dat zy heden: ten 9 uui’en
aede. Hier over waren de Japanders zeer
verllagen, geloovende j dat dit een quaad
voprteeken is..
Den ¿den dito ontrent 8 uuren gingen
wy över in 2 barken, en geraakten met
een fchoone wind al vroeg in deRievier
van Oläcca, die zoo vol vaartuigen was,
dat ’er in ’t midden maar eenkleeneope-
ning bleef, om tegen malkandren te können
wiflelen. Wat. verdfer kotnende j
zagen 2 piayflerfchuitjens met Prinpen-
vlaggetjes, uitdrukkelyk door denOfac- ofaccai
calen Holpes (die zelf in ’t een, gelyk zyn
Broeder in ’t, ander was) gezonden, om
ons in te haalen , en ons daar mede na
zyn huis te geleiden.
W y . vqnden overal een öngeiooflyk
groot getal van vaartuigen, en menfehen.
Over de Rievier, die zieh inet ver?
fcheide armen in Zee Hort, leggen veel
ilerke houte bruggen, die aan weerzy-
den met houte deuren können afgelloten
werden.
W y quamCn noch op den middag (dat
zeer voorfpoedig was) in onze herberg *
R 3 ver