
10 ß E S C H R Y
De br'and-vrye Pakhuizen , degrootiê
Waterpoort, delieeríyke Timmer-wetf,
de prägtige wÔbrimg van den St’advoogd,
h.çt< aanzienelyke Hof met Zyn çierîyke
Torèri, het ongémëén koftelyk Keizer-
. Iÿk Luiï-huis, de. verwonderens*Waldige
én menigvuídigeTempelen met de af-
fc$UWelyke afgoden der in dit iluk.zecr
blinde JapandërA, mitsgaders de trotfe
Kloofters vanhunne Prieiters, gevenaan
deze Stad èen ongemeene luifterenheer-
lÿkhéit, gelyk men dit allés by dp Heer
Montanas in ft brèede befchreven. ziet.
Zy is, hoe groot zÿ ook iri haaren omtrek
zoùdé înogen zyn, cgter zonder
muùren of eénige. wällen. ,
De Stad Ê " »»S myJ Bezuiden Oíacca, (en geen y,
Saccai* gelyk de Hecr Mont anus fchryft, altoos
na zyn kaârt en myl-fchaai te oordçelen,)
ontmoet men de fchoone Stad Saçcai.
Deze aanzier.elyke Koopftad legt in , het
Zelve Kôninkryk van Quio, behoevende
in macht eiï pracht voor geene der Ja-
panfche Íleden te wyken. Qok rekenen
zig geen Japariders zoo hoog van Adel,
als deze, tewezeh,. zynde de minfte hier
(na zyn z.eggep) van een Vorft of Ko-
jiing gefproten. De Stad legt$eífin’t
hangen van ’t gebergte.
* !Men ziet daar vencheide heerlyke floten,
het Vorftelyk Paleís van den Ko-
ning van Quio met zyn fchoone Torens,
éen deftig watép-K^fteel, cen zeer fraaije
Haveñ , diè tot tégen de fteene muur
der Bmnen-ftad loopt, rondom weíke
muurook eén diepe water-gragt, die
óok ovéral ínét water in de laagte, dog
niet aan de Berg-zyde,daar medevervuld
¡s. Ook heeft dé Stadsvoogd hier een
jtreffelyke wooning, die voor ’t Paíeis
dès Konings iiiet behoefd te wyken, be-
halvén dat by *t zelve noch een difc-
ke hoógé Toren is, die zeer verre in Zee
kan gezién werden.
De meefté huizen hier zyn, gelyk des
zelfs walleñ, van zwaare graauwe ileen
. gebouwd, oók zyn alle de, ftraaten hier
hiede (gélyk, ganfeh Japan dpor) met íla-
ketzels, en poortén, ’s nagts, afgefloten,
Waar door alié ontaat aanïtorids geftuit,
de Roervínk, Dief, of Óproermaker,
aánftonds geyat, en geftraft w;erd.
_ Men ziet daar ook vecl fchpone prag-
tige Tempéls, zoo in ajp voor al een buiten;
de Stad , - door zekcren Dairo, of
JaparffcheáPáus, gebouwd,, en buiten
zyne ongemeene koftelykheit en Konink-
Iyke cieraaden, met eén jaaríyks inko-
irien van’wel y á 6 torinen goúdsdoor
hem begiftigd.
Tuflenen Saccai, en Oíacca legt ook
*t vlek Gafaki, dat van zeer weinig be-
I lang is.
* Ais men nu Yan de Stad Saccai verder
Zuid aan gaari wíl, lírekt zieh deze
bogt. recht zuiden aan nog Wel 4 a f itíy-
len uit , - draaijende dan met cen uitpui-
lenden hoek wcer wat wcftelyk, dan weer
zuid aan.
Wanneer men ñu van de Stad Oíacca,
ten Ooftenvan welke zieh een zwaar gebergte
vertoond, voor eerft de Rievier
i volgd, die N. O. aan draaid , komt
men, na een reis van f a Ömylen, eerft
by ’t ftedeken Achas, dat beweften deze
Rievier, gelyk het vlék Firiskatta wat
bpopften de zelve aan een ander kleen
ípruitje gelegen is.
T wee mylen van Achas 3 pas beweften *t Stede-
deze groote Rievier , die daar O. aan ^en
draaid 3 pntmoet men’t ftedeken Jodo,
alwaar deze Rievier ontrent 3 mylen vàn
daar van ’t ooften met z byzondre tak-
kenkomt afftroomen,'waar af zieh de
eene tak by Jonda, en de andre t myl
Noordelyker, by’t vlek Fiffima vCrtoont,
ten Ooften van’t welke men, 5 mylen
’eraf, opk’t vlek Tananuzu in ’t mid*
den van een zwaar gebergte heeft.
Jpnda is inaar een klcCne Stad, i n ’t
Lwdfçhap Jamayfiro , ontrent 8 myl van
Olacca gelegen.
Het pronkt zeer wondertyk met Zyné
Witte gebouwen 3 groote Torens, prag-
tige en zeer hoog alomme boven uitfte-
kqnde Tempels 3 en. daar nevens met het
heerlyk Hot des Keize^ dat met eeri
fteenç wal uit de grond Opgchaald, met
een diene gragt omringt 3 en'van een
groots Paleis, wiens hooge Toren bo*
vep alles uitkykt, voorzien is.
Ook ziet men hier het féhoohfté
Bofch , heerlykft wild, vanHerten , Wilde
Varkens, enz. mitsgaders van allerley
zeldzame Vogels 3 die men ergensin Ja*
panyind,: want men heeft’er veci Kman*
Vogels, Swaanen, Ganfen, Faifanten,
Endvogels, Duivcn, Quartels, enalleï-
ley andre vogels in groote menigte. Dus
geeft dç Rievier ook fchoone Zalm,
(hoewel’t hoofd wat koorts verwekt)
enkeurlyke Snoek, Baarsen Voorn, die -
voor de .befte Hollandfe niet behoefd te
wyken, behalven dat al deze Vifch hier
vry beter, als teOlàéca,is.
• Men verhaald van deze Zalm als Wat
ongemeens, dat ’t hert der zelve, uitde
viiçh gefneden zynde, noch een etrnaal
’er, na, en dat de Zalm zelf, na’t uitfny-
den van ’thert,noch ettélyke uuren in -t
leven blyft..
Van Jonda gaat men längs een fpruk
van deze Rievier, latende ter linkerhand
den zwarcn Berg Dubojamma, en ten
Ooften mede veel zware Bergen leggen,
na de groote Stad Miaco, ten weften van
de welke zieh het fchoon flot Juraiii vertoond.
Deze Keizerlyke Hoofdftad Miaco, De groote'
legt in ’t KoninkrykMido, i i aizmyr^d»
J A P A N . , i t
To Montanus, zeg- ten Ooften van ’t zelve gelegén is 3 waaf
gen wel 18 dito) van Ofaccá.
Het Werd ook wel Cabucorna, na dien
Berg, ’er ontrent gelegen, genaamd,en
werd in hoog en laag Miaco verdeeld.
Z^y prorjkt met veci heerlyke gebouwen,
een.menigte van koftelyke Tempels,
heerlyke Paleizen, (voor al die van
den, Keizer Cubus , envan den Dairo) een
menigte van hooge Torens , behalven
dat alle de Japanfe Köningen hier ieder
een byzonder zeer prächtig Paleis hebben
3 en dat men hipr ook 1 z byzondre
heerlyke Vrouwen-Timmers vòor de by-
zitten yan den Dairo , en zoo^veel andre
.fchoone gebouwen. heeft , dat
men, ’er een geheel boek alleen af zou können
fchryven, waar van men by deHeer
Montanus maar een kleen gedeelte, en een
zeer fraaije afteekening ziet.
, Aan de voçt van de berg Dubojamma 1
heeft men ook een Dorpje , Dubo genaamd,
enten ooften van Miaco heeft
men de ftedèkens Qets, Frenoiama, en
Jefij. 4 a f mylen ’er a f , b y ’t groot
Meir, dat wel 18 mylen lang, en in ’t
.N. O. wel fj dog in ’t Z. W. pas z mylen,
en in ,’t midden 3 a 4 mylen,breed
is , zieh zelyen meeft N; Ò. en Z. W.
uitftrekkende: .
Ontrent z mylen benoorden Miaco,
Jegt de Bèrg Cabucorna , en j a 6 mylen
noordelyker de zware fulfer-berg
Siurpurama i zonder dat men daar, wer-
waard men ook verder henen ziet,
-pf zieh zeiven keçrd, iet anders, dan een
digt en zwaar gebergte, ontmoet 3 dog
,wat ten ooften de groote Rievier van
Oíacca, die aan ’t Z. Weiler einde van
’t Meirj aan .de zuid^-ooft-kant, haaren
oorlpronk heeft , ontrent i a 1 mylen ’er
af, heeft men ’t vlek Cuiàts, en z mylen
N. ooftelyker pas ten Z.. Weften van
een nieu we Rievier , die uit het Meir
voortkomt, en welke JammaGauwage-
naarnd werd, het Dorp itzibc.
t Tuflehen dit Dorp en de zuîder-zèe
legt niet anders , dan een zwaar geberg-
te, en giflé dat. dit Dorp ontrent 9 myl
.van ’t ftrand gelegen is.
Van dit Dorp nii längs die Rievier al
na ’t zuid-ooften 3 mÿlen afzakkende,
komt men by ’t vlek Minacutz, ,en
3 mylen verder na ’t Z; O. by ’t ÿlek
.Zintzfamma , waar ontrent .de Berg
Coetfeka Jamma is, en al waar deze Rievier
wat na ’t N. Q., draaid.
Twee;mylen vanZintzikmma, bezui-
,den die Rievier , ven aan een andre nieu-
we fpruit, legt ’t vlek Sapea, en dan een
en eeri half myl vlak zuiden aan ’t vlek
Siccpnofiro, dat beweften dit ípruitje,
gelyk de vooitreffelyke yefting Cammi-
arpmi met haàre hooge Torens, en fraaije
tvitte muuren, een wejnig Noordelyker
na dan dit ípruitje ontrent y a 6 mylen
van daar in de zuid-zee zieh ontlaft.. .
Van Cammiammi nu Ooft aangaande,
komt men , na zmylen by.’t vlek
Ilàcutz, dat weer aari een nieuw fpruitje
legt i dat zieh al mède 4 a f mylen van
daar in die zelve zee onciali.
Nu verder N; O., aangaande j. komt
men eerft by de vlckken Zono , Ojeba-
kitz, Owaka 3 Jokeitz , en Tonuda,
welke twee eerfte vlekken bezuiden een
nieuw kleen fprúitjcn j gelyk de andre
zieh benoorden’t zelve vertoonen, leggende
ieder pas i myl van malkandren,
gelyk Tonuda van I&cutz ontrent y. mylen
gelegen is , waar na men nog 2 kleene
fpruitjens, pas 1 myl van een gelegen,
ontmoet i ■ na. welke men by de Stad
Quano komt,, die 1 i of 2 mylen van To- De Stád
nuc|a legt, , , ; +■' -, , . ' ¿ Quand.
Deze Stad heeft zeer hegte fchoone
wallen, een keurlyk.wit gebouwd flot,
met zeer verhevene Torens, en doetvah
verre eèn fchôone vertooning, behalven
dat zÿ oojc van zeer veel fchoone gebouwen
en prächtige Tempels voorzien iS.
Zy legt aan zee, en wel aan een zeer
groote wyde Baay, ofte inham, die de
zçffdaar maakt, en die wel y a 6 mylen
O. en Weft, wyd is. / Oók maakt de wal
al van Saccai af eerft een groote inbogt,
wel 8 a p mylen lang, eerft N ., daar na
N. O. én dan weer Ooft längs ftrand zig
draaijende, daar zig ¿an een kleene inham
vertoond, en dan fchiet de wal weer
met een grooté en breede üitpuiling Z.
O. en O. aan, en loopt dan zoo van de
eerfte RieviCr,_ die làngs ’t flot Cammiammi
in zee loopt, vlakN.op, naentdt
by Quano toe, alwaar iy , pas voor bÿ
deze Stad weer een kleenen inham maakt;
die pas cCh halve myl breed is, en na ’c
N. W . 10 mylen Lánd.waard in loopt.
. Hier ontrent. Quano heeft men een re*
delyke opene vlakte 3 dog tuifchen dezfe
Stad, en ’t voornoemd Meir, is het voi
gebergte, zonder dat men daar cenige
Steden,. Vlekken; o f Dorpen heeft.
Van Qiiano, of wel van die inbogt, DeStedcìl
puild het Land mét een kleene dikke hoek Mia * ea
wat na ’tizniden uit, loòpt dan weder N.
met een kleenen inbogt, en dah weer O.
aan tot de fráaije Stad Miá toe, die aan
’t einde van dezen inhain in ’t O. en vari
Qiiano 7 a 8 mylen lçgt.
Deze Stad is in een opene vlakte àah ó^átíi
zee gelégèn , zeer cierlyk opgebouwd,
van veel prächtige huizèn, eh andre gebouwen,
mitsgaders van een zeer fterfeé
Burgt aan zee voorzien 3 en drie mylen
benoorden de zelve legt de. Stad Owarri
ook in èen fchoone vlakte. J
Vah daar riu zuid-ooft aan, en over een
klcen Rieviertje gaande, koìnt men,
B z na