
len, en op ailes een vaft gedelde Prys,
die men by Gnox, in zyn derde Boek;
en agtde Hoofdftuk <, nevens de Mun-
ten, hier gebruykelyk, net aangetekend
ziet.
Hunne Men heeft onder hen ookzekei evade
Wetten. Land-Wetten, o f oude gewoonten,
volgens welke de meefte. zaaken , ten
waare den Keizer daar verandering in
maakt, gefchikt werdem
De vade Goedercn erven de Kinderen
j dog juift niet de oudfte Soonen
alleen, o f , zoo dit gebeurd , moet hy
zyn Mocder en de Kinderen onder ho u-
den.
Alle Schulden verdubbelen om de z
jaaren, cn die geen middelen heeft om
te betaalen , vervald met zyn Vrouw
en Kinderen, in Slaverny.
Niemand mag een anders W y f , dat
van hem geloopen is , trouwen , voor
dat haar Man met een ander getrouwd
is.
De Kinderen van een Vrye , by een
Slavin gewonnen , vervallen in Slavern
y , gelyk in tegendeel de Kinderen van
een Slaaf, by een vrye Vrouw geteeld,
daar door vry zyn , zoo dat de Vrugt
hier gemeenelyk de Staat van de Moeder
volga.
Een Dief, d ie’t gettolene niet zeven-
voudig wederom geven kan , vervalt
mede in Slaverny.
Ouders, in Schulden rakende, ver-
panden, en verkopen hunne Kinderen.
In duidere Saaken moeten beide de
■ verfchil-hebbende Liedenin hunneTem-
pels voor hunne Goden zweeren , waar
van hier na breeder gefproken werd.
Die de Wetten overtreden , werden
o f met eenBoete, o f met de Gevankenis
gedraft, en zo zy de boete niet ten eer den
opbrengen, neemd men zulk eenen zyn
Zwaard, Mes, Hoed, en Wambais af,
en moet daar Gevangen zitten. Betaald
hy nog n ie t, zoo moet hy een zwaare
Steen zoo lang op de Rug dragen , tot
dat hy betaald heeft. Buy ten deze hebben
zy nog meer andre gewoonten, om
de Schuldenaars tot betaaling te dwin-
gen, van welke geenzins eene de min-
de is ,dat de Schuldeyfchers den Schulde-
denaar dreigen zieh zeiven te vergcven,
waar voor hy dan zou moeten boeten.
Guyche- Men vind veel Guichelaars en Potze-
laarson- makers onder hen , waar by zy hun
der hen. ycrdand , gezwindheid , en raddigheid
van Leden, mitsgaders hun moedigheid
doen uytblinken , vcrfcheide dingen
doende , waar over men moet verbaad
daan.
Taalcn, De Taalen, in dit Eyland onder de
hierge- inlanders gebruikelyk , zyn o f Cinga-
bmikc- lees, ofMalabaars.
De eerdeTaal is de regte Land-Taal,
en ook een-Taal op zig zelven,die met
de Malabaarfche geen gemeénfchap 9
heeft , gelyk ook de een den anderen
ganfeh niet verdaan kan.
Zy is zeer Hoflyk , o f vry aardig, en
zeer ryk, om verfcheide Saaken onder-
fcheidentlyk, beleefd,en byzöndernet,
uyt te drukken. Dus können zy io a
i l derley Titels o f eernaamen, aan een
en de zelyeMan, of Vrouw, na dat hun
Staat, o f rang is, geven, hoewel zy ’er
meer voor de Vrduwen, dan voor de
Mans, hebben.
Gelyk wy tegen imand G y;en Ü E .,
o f 1/Ed., zeggen, zoo hebben zy wel
zeven a agtderley woorden , om deze
verfcheidene Titels van G y , ider na zyn
rang, uyt te drukketi j dog aah den Keizer
geven zy den Titel van Dionanxi,
die (zo zy willen) nog hooger, dan die
van God , gaat , dienv zig Raja Singa
voor den Oprocr nog liet aanleunen,
dog na den zelven verbood h y , dat men
hem dien geven zou.
Wannecr zy tegen den V o rd , of tegen
een Grootcn van zieh zelve, in de
eerftc Perfoon fpreken , zullen zy nöyt
ik zeggen , maar gemeenelyk zieh ’t
duk van een hond noemen , en op dier-
gelyken wyze ook van hun verdreHuis-
genooten Ipreken.
Gelyk zy nu in hun Taal menigerley
zeer beleefde uytdrukkingen hebben, al-
zo hebben zy ook veel aardige en krag-
tige Spreekwoorden, waar door Zy hun
meining zeer Idaar, zin-ryk, en fraey,
weten uyt te drukken. ;
De Malabaarze werd hier mede ge-
bruikt, dog daar van zullen wy onder
de Stoffe van Malabar breeder fpreeken.
Geleerde Lieden vind men by henHunne
niet, alzo zy daar toe geen gelegenheidweten-
nog Schoolen hebben , leerende nietfehap*
anders dan Leezen en Schryven , welkPeä*
laatde zy op een Tallipot.blad met een
yzei Griffie doen ,• en dan rollen zy dit
toe.
D it Blad is zomtyds een v o e t, o f
ook wél 7 a 8 duymen lang,en ontrent
3 vingers breed , waar van zy geheclc
Boeken , op eene maat gefneden , ma-
ken , zeer weinig van Papier wetende.
Zulke Boeken fnoeren zy met 2 Koor-
den aan een , cn dekken die met een
Plankje aan weerzyden, die zy dan toe-
binden. Ook hebben zy nog een fleg-
ter blad , waar op zy gemeene dingen
fehryven.
De weinige Boeken, die zy nogzou-
de mögen hebben, handelen o f yanhun-
nen Godsdiend, o f van de Geneeskonft,
maar in een verhevener T a a l, dan de
Gemeene.
Dat
Hunne
freeze
V o o r de
Dood;
Verbranden
, of
Begra-r.
vencen
Bewee-
nen hun-
he Doo-
H ö ed e
L yken
dérEde-
len , en
¿ o k die
derGe-
ftorvene
■van de
Pokjens,
fcehan-
deld werden.
, Dât zy ¿ich op de Toovcrkonft derk
ketten, is , uyt het gene wy bevoreos
reeds gezegt hebben , genoég áf te nè-
men j ook heeft men ’er onder hen, die
zig , hoewel zeer gebrekkelyk i in de
Ster-kunde oeffenen. Dus malien.zy
ôok Almanachen,d'og die maar.vooreen
maand duuren, en wàar in hunne goede
en quade dagen aangeteekend daan. Zy
vermeten zig wel, toéjiómende dingen
uyt de Sterren te können, voorzeggen ,
maar gemcènelyk hebben die geen.grondj
en kan daar de Sterrekyker mede fpee-
len ¿o hy wil. Dezcn Raàd gebrüiken
zy egter over Ziekten, Huwelyken, en
wat dies.meer; om te wcten, o f zy van
¿ulken Ziekten Stcrven, en in zullten of
zulken.Hüwelyk gclukkig,of ongeluk-
kig zullen zyn.j welkeSterrekykers dan
yoorgeven eerd de nette Geboorte- tyd
van zulk eenen te moeten weeten.
Niets in de Weereld vreezen zy meer
àls de Dood j om welke te ontgaan, zy
allermeed de Duivël j om dat zy dien ¡
nog meer vreezen aanroepen ^ cn bid • '
den j om daár á f gered te werden.
Kôtiiën Zy hu, tegen vferwagting, te
derven, zo werden z y , van een grooté
rang zynde, verbrand , dog de mindere
in de bofTchen Begraven ; daar toe maar
. de noodige Bedienden gebruikende j die
’t lyk in een M â t, en op dokken ; ’er
fia toe dragen.
Zy.beweenen Ook,hünn6 Doodeh; ’t
geen hier mede de Vrouw.en met los-
hangertde hairên j en een yffelyk gebalk
doen, houdende de handen, als midroo-
d ig e , boven ’t hoofd , vcrhaalende te
gelyk ook den lo f des Overleedenemal was
hy zelf eeri groote dèugeniec geweed.
D it doen zy 3 a 4 dagen aan een ,
’s morgens en ’savonds, terwyl de inans
*er maar bydaan en zugten. Egter moet
men zeggen, dat de. Vrouwen dit meer
uyt gewoonte.en wel daans halven , als
uyt droefheid doen , ,alzo zy door de
bank kloekhartiger en hart.vogtiger, àls
de Mans^ zyn. Zo ras haàr Man Dood
is , zoeken zy weer een anderen , zig
weinig over den Overledenen ; en veel
meer over een nieuwen Man., dien zy
niet wel miffen können , bekommeren-
de.
Die van dp Hoogde Rang werden in
een uy tgeholden Boom , na dat ’er ’t In-
gewand uytgenomen,- en ’t Lyk gebal-
zemd is ,gelegt, en met Peper bedroid,
en moeten daar,ôf wel buitens huis; zo
lang blyven leggçn , tot de.Keizèr lad
g e e ft, om hen te vçrbranden, en dat
gefehied dan gemeenelyk onder een zoort ’
van een Eeren-Boog , die met Cocos-
nooten , en andre V rügten , met veel
fraeje groente verzierd is , hoewel dat
voor geringe Edelc met minder Lof-
V i D e el.
werk,, en met minder beilag, geichicd j
dog 200. imand aan ,de Kinder-pokjens
byerleden is j. die moet,. al was hy nog
zp edel; op Doornen , en zonder eeni-
nige Staiie.begraven werden.
Behalven de Cingaleezen heeft men Van de ,
hier onder de Inwoopders ook Malabaa- Malabaa-
len, niet alleen .hier en, .daar oyer ’t E y - ren’
land verfpreid, maar die ook. een zcckei^
Ideen d.eel Lgnds, dicht, by Jaffanapatnam
in.’t Noorden als bezitten , ep bewoo,
nen , tulTchen ’t Land van den Reize*
en van Ans gelegen., en- van ’s Keizers
Lapd dopr de Rivier Corundä Waye
gefcheiden^ .. . , . . .
. Zy waonen hier Vry-willig opdereep
byzonder Pri.ns,die npg onder ons, nog
onder, den Keizer„.daat, hoewel, hy aan
ons een kleine fchatting van eenige O-
lifanten Jaarlyks geeft.
Met den Keizer van.Candi houd hy
ook eenige Vriendfchap.
.. Zyne Opderdaanen daan zoo flaafag-
tig opder. hem , da.t zy hem veel meer
dan de Cingaleezen ¡¡p> bunnen iVorft;
moeteil. opbrengen J hoewel hy hen be-
ter, dan dh Keizer van Kandi dezynen f
handeld, betalende zyne Krygaknegten’1
daar de Cingaleezen den Keizer op hun
eigen bcurs moeceo dienen. .
Hun Landfireek geeit ..Olifanten,
Koebeeften, allerlei wildbraad, wafch
honig , boteren melk , weinig R y ft ’
en geenCattoen, dog zy weten,’pgeen
zy gebrek hebben , jaarlyks met groote
kudden Cocbeeften tegen Lywaaden te
verruilcn, die zy din na Neyrecalawa
brengen j ladende htin Beeden met
Cattoenj dat zy tot kleeden., beter als
de Cingaleelep i weten te verwerkeu, en
met R y d , die zy dan na hunLand voe-
ren. . Even zö weten Zy hun zogt," zou*’
te Vifch, kopere Bekkens, en ’t verdrq:
dat zy noodig hebben,’ van de Holländers
in te ruilen , dat zy dan weder, aan de
Cipgaleefcn,di.e met de Holländers niet
handelen mögen j tegen ändere Göede-
ren verwifleiehi. , .. .
Men heeft hier ook Bedas. 3 anders DeBe-
Wedäs genäamd, o'f een, zborj van wil- das. '
de Bofch-menfchen. Deze zyn de Oud,
,de Inwoonders van ditEyland. Zy zyn
zwart van Verwe , brandend van Oo-
gen, niet groot yän Geftalte, maar ge-,
zet en rad van Ledeii. Men.vind.die'
veel in ’c Landfchap van Vintana j
Hoerli, en dat der BedäS, nog Noor-
delyker als Trinkenemale gelegen. Zy
hottden, z.ig gemeenelyk in het digtftc
der BoiTcheu. Ook ipreken zy Cinga-
leeä.-. Z y Jagen ’t Wild-braad,- droo^
gen ’t over [l vycr , en verkoopen o f
verruilen het dan aan andre Cingaleezen,
Zy leven van ’t Wildbraad, zonder daat
Rv d j p f iet anders toe te eeten. .Z y
G heb«