
„ feankeren, als(God beterd) tôt leet-
, , wezen maar ais te wél geexpefimen-
„ teerd weitd<, dat met gèen andre weet,
„ door wat remedie en medecynón ein-
, , dclyk ‘wederom tot gezôndheit zullen
„ komen; noch mögen gebragt werden*
,, aan welkers voörkomen de Compag-
,, nie immers veel, en hoognöodig aan-
gelegen 'is!, ) dat uit vorige fchriften
,, blykt',dat Sr. Sandvoord ons, tot be-
vordering van den handel, aityd zeer
töegedaan is geweeft.
,, Dat nu den handel op deze en gene
,, plaatfen geftaäkt is, is niet gefchied
„ om de groote ónkoíien, op de goede-
ren vallendè, noch om de gèvaaren,
,, die wy in de barken op een weg van
„ 190 mylen tot Oiacca längs entuffchen
•„ de wallen, daar eén open op ’t Land
vallende Zèe ryft, en die met duizen-
„ den klippen legt, te ontmoctén heb-
,, ben, zulks dat om die öorzaak,nadat
0 weer en wind dienen wil, 10 a u d a -
„ gen, 00k wêl 1 a z , en meer maan-
„ den onderwegen können &yn| noch
,, om ’ t, weinig mèérgeadvanéeèrdepro-
„ fyr i, dan wel in Firando ; maar om
hët fterk tegenwezen, en *t veel loo-
„ pen der Japanfche Kooplieden, by
„ grooten te hove, als ondervindende,
,3 en genoegzaam ondervondeq, hebben-
„ de, dat de Compagnie met hunnean-
3, ders te bekomene profyten door- , en
S, ftrÿkeh ging.
3, Wanneer zulx niet geweéft Waare,
33 wat hinder zouizich daar tegengemo-
,3 veerd hebben. Geen Japanders aard is ,
3, haar iewérs in te fteeken; o f moeite
33 zonder hoope van profyt te aanvaar-
„ den; dat anders buiteri prykel, én icha-
33 de bekomen können, hoewel het juift
, , altyd zoo even niet lukt, nogte de na-
j3 gel op ’t hoöfd getroffen ' werd ; dan
hiér tot iüeerder beveftinge, wanneer
0 ’t zoo niet en waare (men d’onze ira-
;j mers op dato ; o f voof als noch daar
j, wel zien continueéren zou) zy de Com-
33 pagnie zulx te onderftaan, ofmenook
3, wederom wel d’ooren hen daar van zal
, , kbnrien volblaazen 9 al waar ’t flegts
3, met een ichyn, en in der daad con-
,, trarie, want loos en praéfcy kig genoeg,
,, om gewin, ofte haarder profyten aan
n te breiigen, zyn. .
, j, H eeft de Compagnie dan voren Zulx
onderftaan; ende hunne -profyten om
,, Firando’s onnoozelheit zoo weten te
,, zoeken, waarom nu nagelaten, is ’t
juift niet boven tot Ofacca, Miaco,
„ nogte Saccaya, zoo kan het op een an-
3, der nabygelegene plaatSj als Ñanga-
,, íácki, daar de' profyten niet min zoo
.3, groot, en in contra de onkoften als
3, 00k de perykelen veelenöngelykwei-
,, niger zullen zyn ; immerswelgefchie-
„ den : daar geen tegenloop van Koop-
n luiden 9 o f andre 5 nobic j nogte niin-
„ mer, als voren zal ervaard werden:
3, want nieïnartd zal daar medeeCnfteen,
3 , dan iimpd den Heere van Firando, een
3, weinig in de weeg gelegt zyn,omiy-
3 , ne zoo groote, dan anders wel is ge-
„ nietende; pfofy ten, niet te können m-
33 nen-, maar ter contrarie, dat een wy-
3, der aanzien heeft, zal ’t den Keizer,
,, zyne regbercnde Gouverneurs, ende
„ meeft een ÿgelyk, toiet aUeeiiCenwel-
, , gevalten, ‘maar ob's zelfs groote cére
„ en reputatie by hen aanbrebgen j höe-
,, wel de Nederlanders, wanneer *t be-
„ geerden, in ’t geheel zelfs hier wel
„ zouden können ordonneeren ; dat eg-
„ rer, zoo lang van ons onverzogtwert,
„ gejoove niet te zullen gefchieaen.
„ Nangafacki, zynde wfel 1 z a 1J
„ mylen zuidelyker, dan Firando gele-
,, gen, is om haar fchoone Baaybinnen,
',, als .ook door haare bequame gélegen-
■„ heit uit der Zee körnende, otndataari
„ te doen , van alle Vteemdelingen als
„ Portugëefen (vöormaals Caftiliaanen)
j, en Tsjineefen, hier te lande jaarlyks
33 negotie dry vende, meeft altyd aange-
,, daàn fenbezochtgeworden, alsalreede
33 genoegzaam alle gelcgenheit derhave-
, , nen, en baayen ondervonden hebben-
„ de j over wdkers aanwaffchende
,, grootwerding van den Keizer Oumra-
3> donne; een zyner Vorften, is afhari-
3, dig en eigen gemaakt, zulx dat nueeh
3, Keizerlyke Stad, en des zelfs Privile1*
„ gienishebbende j werd van zyne Gou-
3, verneurs jaarlyks geregeerd, die, zob
9, gaauw de tyd van ’t Moeflon bfegind
3, tenaaken, daar ter gouvernbvferfchy*
„ nen, tot dat alle vaartuigen wederom
,, gekeerd zyn, als wanneer na boven om
„ van alles rapport te döen, hunterver-
„ trek weder Vervaardigen ; en oprei-
„ zen.
3, Alle Kdoplieden begeven zieh hier
«3 na toe, niet alleeri om hunne goedè
gelegenheit, en om daar hunne goede-
,, ren te verkoopen 3 maar zy zyn 00k
3, genoodzaakt dit te doen , en over z
ft jaareù ià aàn alle aàîi Zee gelegene
ft Landsheerén (uitgenonien Figiendonne,
i, zoo veel ons aangaat) verboden, van
ft geen vreemde o f van buiten inkomen-
„ de vaartuigen daar te houden $ enhun-
„ ne goederen te laten beneficeerenj
,, Maar ot> d’arrive zieh na Nanga-
„ facki te begeven , op dat zy door
», dit middel niet te groot werden, nog
,. te zeer aanwaflchen Zoude5 en dat dan
„ aldus eindelyk de kroone des ryksniet
,, ten nadeel ftrekkén ibogt, daar zeer
„ op gelet werd.
*.,, Figiendonno dan, gelyk gezegtis, is
s* geen verbod, van onsueverzenaenge-
9) daanÄ •
v 'k ü J Á
^ daab, blaaralleen, volgenszyn eigen
■ft fehry ven A. paífato , beláft, aan de
ft Regenten en den Käpitein ter logie,
waar in hy meld niets Zonder de ordre
j¿ ófte te gevene läft vän de Gouverneurs
uit Nangafacki teoriderftaaii, opwel-
„ kers ordre op ’t aankomen der fehe-
,, pen, hoe met hen te handelen, zoo
3, wel in de Verkoop der goederen, ais
ft haar weder vertrek, en anderzins, daar
,3 de Regenten etankomdomie, als andre
3, uit Firando , zieh hier1 na toe hebben
H begeven.
,, Wat is ’t dóg dan, dáar op fnen in
33 Firando vari de vryheit roemd ? komen
•3, zy niet hier hunne ordre haalbn ? wat
33 eigen kragt kan men *ér dan befpeu-
3 , ren, en wat anders uit béfluiten, dan
33 dat het met die zaak noch al geheel
3, anders, dan zy wel te kennen geven,
3, ittoet gelegen zyn : want geen, o f weift
nig Japanders, inzonderheit de groo-
3 , ten, háar bnvermogen, bmfchandete ;
ft voorkomen, té kennen gévenzúllen.
* „ N u , om wat oorzaak dé tréffelyke
3, Kooplieden, : Compradoörs dér Lárids-
ft heereb, als anderzins, zieh hier ter
ft ftede traníporteeren, en zieh als Bor-
gers ter néderílaan, dat kan lichtelyk
,, afgemeten werden : Want het is een
ft vrye Keizerlyke Stad, onder geen
ft Landsheer ftäande, zoo dat een iege-
ft lyk ingezetcn , die dáar konit, fehier
5, niemand behoefd te kennen, willen
ft zy gáan, énkómén» zoo niet,zybly-
,, ven, waar inifederZyngelieventedoen
ft heeft.
„ W a t zyn ’ér geftiéhten van Lands-
ft heeren en Kooplieden, boveri refíde-
,, rende, gebouwd. Is ’t niet óm de
ft veel aankomendé vreemdelirigen, de
ft groote in dit ryk gedrevéri wferdende
ft cominercie, de ftapel en de beurfeder
ft Negotie, en obgcnféhynélyker wyze,
3, waar de meefte Kooplieden Zyn i de
ft goederen immérs ’t willigfte aan de
y, man geraaken, en op hunne hoógfte
„ prys komen können. Overzülx zou
ft' zeér gded, eh gbraderi oórdeelen, ais
•ft in vorige tyden, boven en nu voorler
,, den jaare met éen weinig my tót mbnr-
ft fíer geworden goedeten, vän welke
j, noch over de 4 0 0 0 Thayl gemáakt
, , Wiérd, gefchied is , de Compagnie
,, -jíBirlyx óp ’t aankomen der fchepen
33> (hbeWel ’t Oppérhbofd, toenmaalsin
„■ Firando wezende, niet ál te wel zal
ft behagen, ais voten de trafycque by
ft heri eenig, fen nuU Edele daar toe ver-
,, ftaandfe, in tweén gedeeld, verhan-
„ deld Werden Zal) niét älleen een weift
nig, maar al waar ’t vooreerílbynaar
ft een half aangebracht Cargafoen met
ft barken hier tranfporteerden. Inzon-
ft derheit zou dan wel dienén gelet > zulx
van eener forteeringe geïchieddë, en
geene der zelve meer tot Fitando Yer-
bleve, bp dat de Koöpluiden, ais wel
voorgangene jaar, met weinigervaren
hebben, de mond mögt werden ge-
ílopt : want zoo gaauw, eenige 'goederen
willende koopen, den prÿs ver-
nomen’hebben, zy fluxíriiet éen-dac-
chende mónd tot antwoord geven : in
Firando kan ’c zoo gekogt werden, en
wanneer ’t dan veel imporceerde, im-
mers níet hier,- als wel weté geichied
is j maar na Firando, om die profyten
te genieten, zieh zoùden vbrvoegen 5
daar ’t nochtans goederen zyn ; als de
Edele Heer Gouverneur Generaal in
voorjàrige miffive zegt, dàar ons niemand
de markt van ftellcn kàn. Dan
zal noch nader komen, în ‘contra 00k
gevoeglyk te gefehieden is, deibrtee-
ringen, die ’t lyden können, tennaa-
ften bÿ gezalveérd werden, de eene
gedeeld hier werden gefcondeh, d’an-
dré daar verbleve ; maar Als dànmoeil:
men niet te haaftig*- té rééd, nog al
te vàardig met ’t vërkoopen des zelfs
wèzen , voor en al eer in Nangafacki;
als Firaridb., ô f wel Fitandö als Nangafacki
proinpt udvys over en weder;
van wat haaien mbgert, gegeeven
wierd, zulx genoegzaam buiten pre-
juditie en nadeel met tenten, in licht
te wrikkene barkjens, in een half o f
höel ettriaal gefchied'en kan : want in
’t äarikomen der fchepen, inZohderheit
in ’t eerft, de tyd zieh overvloedig
wel tocdraagt, en 00k lÿkewel de meer
te bekomene profyten wel zal doen
gehe'ugeri, 1 a z dagen daar mede ver-
toefd werde, vermits het recht als
twee peezen tot eênen boog zyn.
„ Meh zöu mögen zéggen, waar toe
zoo veel gezonden, een monfter ter
vifitc kan bafteeren ; ’t zelve heeft veel
onkoften, belemmering, ein niet min
perykel zonder oorzaake de goederen;
o f een party der zelve zoo overen weder
tè Zéndeh.
,, Ik hebbe op éen mönftbr goederen
verkogt,. én ná Firando over zülx ge-
fehréven gehád, ter retoüir antwoord
bekotrien; maár de luiden ondertuf*
fehen van dé prys,- jo f Waar voor ’t in
Firandö vörlatenwierd, geinformeerd
wezénde, te veel bevönden, en Haar
woord inhaalden, Ook hbüde het
daar voor, dat meerder goederen hier;
dan in Firando, met goëdequantiteit;
en tot hoogerèn prÿZé, zouden können
aan de iriàn geraaken. ’t Meerdc-
re profyt geeft voor eerft opmerking $
de prykelen, wat , o f hoedanig zyn ze ?
gebeurd het tousjours, ofte continueel;
jaarlyks niet, ’t provenu, der goede-
reh, äl fchbön in Firahdo Servent we*
O z „zen*i