
6 8 Z A A K E N v a n d e
x€8c. van vericheide Capiteinen by malkande-
ren dieper landwaart in lagen, die voor-
gegeven hadden, om ons, wanneer wy
in nun land quamen , aan te taften , en
ons als ons vee af te nemen. De Ed.
Heer Commandeur onthaaldedeze Amac-
quas geheel beleeft, hen tra&eerende met
brandewyn , tabak, en fpys, daar mede
zy den ganfchen nacht optrokken. Orize
cours en verheid was N. i myl, de gegifte
breedte zp— 36 min., en de lengte van
37— 41 min.
Vrydag den f dito.
Bleven wy alhier leggen, om onze uit-
gezondene Hottentots in te wagten. Ook
vertrokken de voomoemde Amacquas we-
. . der te rüg na hunne Kraal. Op den ag-
Nonce11 term*ddag quam de Capitein Nonce zelf
* by ons , by hem hebbende een groote
party Van zyne oppaflers , als meae vericheide
van hunne wyven en hinderen.
Hy zelf, rydende op een draag-os, had
nog by zieh 11 melkgevende koejen, en
1 os, welke zyne bagagie voerde. Hy
trad dan by den Ed. Heer Commandeur
- in de tent, hem willende verceren een
fchaap, met een kan melk} waar op de
Ed. Heer Commandeur hem vraagde, of
hy genegen was te ruilen } hy antwoorde
geenvee te hebben, eh een armen Duivel
te zyn} waar op de Ed. Heer hem antwoorde
, dat by zyn fchaap en melk dan
houden zoude j dat onze Natie van die na-
tuure was , dat zy van geen armen iets
nam, maar wel gaven, endat by bemdier-
halven ontbaalen zou met zyu eigen febaa-
pen} op welk antwoord hy geheel verzet
ftont, niet wetende wat te maaken, liet
hy aanftonts 6 fchaapen voor de tent
brengen , om die te vereeren, ’t welk
hem mede afgeflägeh wiert.
Hy dan verzoekende, dat de Heer
_ H Commandeur de zelve zoudq, aannemen,
val met daar by zeggende, dat by vee overvloedig
hem, en had ^ om te verruilen , en dat hy niet van
zynzoon, die gene was, die hadden willen oorlog voe-
ren, evenwel daar by voegende, dat by
hier Meeßer was, en de Heer Commandeur
aan de Kaap 3 waar op dan aanftonts de
mine wiert gemaakt, orö op te breken,
met bedreiging van na zyn Kraal te mar-
cheeren, en te zien, wie Meefter zoude
wezen., hy ofte wy.} van welke woorden
hy geheel verbaaft wiert, en veel beleef-
der begon te fpreken, en zeide , dat de
ändere Capiteinen zulks hadden gezegt 3 maar
hy niet. Hy zont zyn zoon na de Kraal,
om die te doen opbreeken, en daar mede
by ons te komen leggen. De Ed. Heer
Commandeur liet hem en haar alle tra&ee-
ren, met welk tra&ement zy wel in hun
fchik waren , en toonden groote gene-
genheid voor ons te hebben.
Saterdag den 6 dito .
Quam de zoon van gedagten Capitein
Nonce weer by ons, voorgevende, datdej6g .
Kraal, daar hy na toe geweeft was, om
die te haalen, niet kon komen, ter oor-j0nker,eü
zaak van de groote moeraflèn , die on- Rabi.
derweeg waren, ftrydende t’eenemaal te-
gen de reden, 'daags te vooren door hem
gevoert, zeggende bet zelve een zeer be~
quamen weg te zyn , om ’er voor ons met
karren en wagens door te komen 5 uit welke
reden men kon merken, dat hy fchelm-
ftukken met ons voor hadde , te meer,
om dat hy de voorige Reizigers met ver-
fcheide quaade bejegeningen had onthaalt.
Deze wort in de wandeling Jonker ge-
naamt. Hy toonde met alle zyne daaden
geen het minfte ontzag voor zyn vader
te hebben, de welke moeft iwygen,
wanneer hy begon te fpreken. De Ed.
Heer Commandeur hier op leitende, be-
val hem te fwygen, en zyn vader te laa-
ten fpreken. Waar op hy antwoordde,
dat by Capitein was, maar zyn vader niet.
Door deze, en meer quaade ftreeken, die
wy aan hem bemerkten, liet hem de Ed.
Heer Commandeur , beqeffens nog een
van de zelve Kraal , die zy Rabi noem-
den, zynde mede een van devoornaamfte
belhamels, in arreft nemen. Ook wiert
met eenen goedgevonden, om des anderen
daags 1 fergeant met 20 man na de
Kraal te zenden, om te zien, of zy met
goedheid by ons wilden komen , om,
by weigering , de zelve met geweld te
dwingen.
Sondag den 7 dito.
’s Morgens met het aanbreeken van den
dageraad vertrolc de gedagte fergeant
met zyn manfehap , om de Kraal op te
zoeken , die ’s namiddags met de zelve
weder te rüg quam, zynde wel voorzien
van melkbeeften} doch niet meer als re-
delyk van oilen en fchaapen. De fergeant
rapporteerde , als hy by de Kraal
quam, dat veel van de zelve de vlugt na-
men, waar op hy haar door zyn byheb-
bende Hottentots dede zeggen, dat hen
geen quaad zoude gefchieden , zoo zy
goedwillig medegingen } ondertuflchen
zieh meefter maakende van al hun geweer.
Z y , zieh dan overmeeftert ziende, bra-
ken hunne Kraal op , om mede te mar-
cheeren , en verzekerdeo zulks waar te
zyn , dat de wegen t’eenemaal onbruik-
baar waren , om met wagens of karren
’er door te komen} waarom zy genood-
zaakt waren geweeft vericheide draag-
oflen , die met hun Kraalsgoed beladen
waren , te ontpakl&n.
De Ed. Heer Commandeur dede den
voorgedagtenj^w&r weder by hem in de
tent brengen, vraagende, wat reden hy
had , om aan ons een verkeert pad te
wyzen. Hy ontkende het zelve oit gezegt
te hebben, daar zyn volle in tegen-
deel ’t in zyn by wezen bekende, en leiden
K A A P DE R G O E D E I I O O P E . ¿9
1685.' hem met eenen telaft, dat hy niet in de
Kraal was gekomen, om die te haalen}
maar laft gegeven had , dat zy prépara- •
tie zouden maaken, om weg te trekken.
Ook dat hy eenige van zyn volk na de
andere Kraalen gezonden had , om de
zelve te bewegen , dat zy niet zouden
opbreken, om b,y ons te komen, alzoo
hy voorgaf wel te weten , dat wy niet
. goeds met hen voorhadden. Hier uit
bleelfklaarlyk, dat hy voorgenomen had,
ons te misleiden, enop te houden , waar
op hy dan met fwaare bedreiging van
ftraffe nog vaft gehouden wieirt, en zyn
vader in tegendeel aan het volk van de
Nonce als j£raai voorgefteft, dat zy den zelven we-
aanseftelt der voor hunnen Capitein zouden erkennen,
en niemant anders, daar zy, zoo
’tfcheen , niet wel toe konden verftaan}
maar eindelyk met dreigementen ’er toe
gedwongen wierden om zulks nog te
aoen. n
Maandag den 8 dito.
"Waren wy genoodzaakt alhier nog te
blyven leggen , om dat onze uitgezon-
den Hotteptots niet weder quamen, die
wy genoodzaakt waren in te wagten, om
dat zy befcheiden waren op deze plaats
weder by ons te komen. Ondertuflchen
quàm de gedagte Capitein Nonce met
beeilen, fchaapen, enmelk, om ’tzelve
aan ons te verruilen. Zont mede twee
van zyn Kraals volk *uit , om te vernemen,
waar de andere Capiteinen zoo lang
mogten blyven , . en met eenen doende
zeggen, dat hen niets quaads was wede-
vaaren, dierhalven zy vry en onbevreeft
tot ons mogten komen.
Dynsdag den p dito.
Quam Capitein Nonce weder met vee
enmelk, om te verruilen, fchynende ge-
Vyf an- heel wel in zyn fchik te zyn. Tegens
dere Ca- den avont quamen onze uitgezondene Hotpiteinen
tentots weder re rüg, medebrengende y
neÎhier Capiteinen, metnaamen, Oedefon, Har-
' ramoe, Otwa, Haby, en Ace^ de welke
op hunne manier den Ed. Heer Commandeur
verwelkomden , toonende groote
blydfchap over zyn komft, inzonderheid
Capitein Oedefon, die den Ed. Heer Commandeur
verfcheide maalen over ’t lyf
ftreelde, hem kloppende op de fchoude-
ren , en wyzende op zyn borft , daar
mede hy wilde betuigen het goed hart,
dat hy voor hem hadde. Terwyl nu de
• Capiteinen by malkanderen waren, wierden
de quaade ftukken van den voornoem-
den Jonker en Rabi bekent gemaakt, en
hen afgevraagt, wat ftraffen zy oordeel-
den verdient te hebben} waar over zy een
langen tyd met malkanderen beraadflaag-
den , eindelyk verzoekende , dat hy
( Jonker ) voor deze reize mögt vryge-
fproken worden, endat zy hem in ’tby-
wezen van den Ed. Heer Commandeur
een regiement zouden voorftellen, waar I(5g.
na hy nem^vÿdçrs zou hebben te dragen >
’t welk op hun verzoek wiert toegeftaan?
hem dan aanzeggende, dat hy den naam Jonker
van Capitein niet meer zoude voerenj Capimaar
te vrede zou wezen met enkèl fol- a^ç"
daat te zyn. Ook dat hy tçgen dç Çom-ze *
pagnie geen quaad meer onderpemen zo,u-
de, als mede, dat hy zyn vader als Capitein
zoude erkennen, en aan hem zyn
fchuldige eerbied geven, en zoo hy iets
van ’t zelve mögt komen te overtreden,
dat zy Capiteinen met malkanderen zou-
den zaamenfpannen , en hëm zonder ge-
nade met de dood ftraffen} al het welke
zy beloofden te agtervolgen} waar op hy
dan ontflagen wiert.
Woensdag den 10 dito.
Bleven wy nog alhier leggen, qm de
gedagte Capiteinen wyder aangaande hup
land, en coftumen van ’t zelve te onder-
vraagen, ende met eenen refolutie te nemen
, op wat plaats zy met hunne Kraalen
by ons zouden komen leggen , om vee
van hen te können ruilen, mitsgaders om
een verder contrafl, ofte vrede met hen
te maaken., . waar toe zy een plaats aap-
wèzen , en beloofden zelf met ons der-
waarts te gaan.
Den tweeden Gedetineerden,met naame p .. •
Rabi^ lieten zy mede voor hen komen, s<^
en , na hem langen tyd ondervraagt te
hebben, condemneerden zy den zelven,
om met eenige flagen voor ’t gat geëxe-
cuteert te worden} enzoo hy zieh zelven
met diergelyke quaade voornemens weder
quam te behelpen, dat zy hem dan ftraffen
zouden, geîyk zy aàn jonker voorgeftelt
hadden.
Door veel voorbeden van anderen wiert
hy nog van zyne gecondemneerde ftraffe
ontflagen, onder pelofte van beterfchap.
Zyne voorbidders vereerde hy, tot dank-
baarheid, een fchoone melkkoe. De Ed.
Heer Commandeur liet de Capiteinen,
nevens hunne vrouwen, om de zelve meer
en meer tot ons te trekken, wel met fpys ,
fterken drank, en tabak onthaalen, met
welk onthaal men merkelyk kon befpeii-
ren, dat zy. vrypoftiger in ’t antwoorden
op ’t gene hen gevraagt wiert, begonnen
te worden } inzonderheid toen zy bemerkten,
dat op hen niet quaads, gemunt
was.
D onder dag den n dito.
’s Morgens ten 7 uuren met mooi weder
vertrokken wy van deze ruftplaats , en
ftelden onzen cours N. N.O. jegens een
kloof tuflehen^twee ongemeene hooge
bergen , daar wy met weinig ongemak
opquamen. Boven gekomen zynde, be-
vonden deze bergen heel vlak te wezen, *
en wy marcheerden nog N. N. O. aan,
te zaamen i\ myl, tot dat wy het ge-
bergte , daar ae Vaandrig Olof Berg in
/ 3 ’tjaar