
i 38 B Y Z O N D E R E
ven. Ook moeften daar deNangafacki-
fclie Stadsvoogden* de een na de ander
(en veel andre lieden, ieder na zyn rang)
haare tapi’s uitdoen, cn blootsvoets he-
nen en weder kuijeren. W y vonden ova:
al veel Heeren zitten, en quamen einde-
ly k , alleen van Condo Bitfiono , eerfte
Commiiìàris , eh Tofano Camfi. geleid*
voor de jalòuzy-matren, daar zyn Mäje-
ftcit, errde andre Heeren, zaten.
H« ver- W y zäten hier op de planken neder,
der voor- maakten een kleen compliment op zyn
gevallene. Japanfc h , en toen wierd ons wat Japanfch
banket voorgezet, waar van w y , op ’t
verzoek van Maatsdayra Mino (die in alles
’t woord dede) wat aten. Hét ovèrfchot
wierd in papieren gedaan, en aan onzè
Pienaars gegcvén, om ’ t mede t’huis te
nemen.
Toen wierd eerft ’t Opperhoofd , eh
daar pa zyn Zoontje, en daar na de andren
,bêlait op te ftaan, die te zamen eens
moeften kuijeren, en de mantels afleg-
gen. Daar op vraagde men, of*tZoontje
ook danflen en zingen kon, en o f hy
dat wel eens wilde doen, van welk eerfte,
alzoo hy een gebrek had, met beleefd-
heit verzogt wierd, hybevrydmogtblyven
j doch het zingen (alzoo daar fterk
op aangedrongen wierd) wierd by hem *
onder’t behulp van den Boekhouder C:
)Boonen, met een kleen versje ondemo-
men, hoewel hy een weinig befchaàmd
was.
Daar na zong deze Boekhouder met
den Oppcr-Wondheeler, Mr. Kefièìoót,
noch tòt driemaal toe, en men vraagde,
o f zy ook ipringen geleerd hadden, waar
op wy (blyvende ’t Opperhoofd onge-
moeid hier in) neen antwoorden, en zeiden
, dat onze Ouders dit danflen en
fpringen in onze jeugd verboden, alzoo
dit alleen van Koordedanflèrs , en lieden ,
die hun koft daar mede wonnen, geleerd
yrierd.
Men vraagde vender , hoe eenige goe-
de vrienden,, malkanderen ontmoetende,
gewoon waren malkandren te groeten,
en hoe men van zyn vrienden, als men op
een reis ging, affcheid nam , hoe men
groote Heeren aanfprak, en hóe men zig
m Europa ontrent Köningen en Keizers
droeg, in eerbied voor hen te too-
.pen, op al het welke hen, ieder in ’t
byzonder, zeer ordentelyk geantwoord
wierd.
Daar na moeften wy overluid praaten,
.en weder een deuntje (waar in hardeuit-
-roepingen quamen) half fchreeuwende
zingen, waar op zy vraagden , o f men
geen deuntje kon, dat nog harder ging}
waaropwy neen zeiden, daarby voegen-
de# dat de Zee-lieden , en Matroofen,
die veel fchreeuwen moeften, dit wel
Jkonden doen.
Z A A K E N
Z y vraagden ook, hoemen fchepenin
Zee preide , dat men hen al mede met
een heldre ftem tocinde , waar over zy
zeer lachten, en wy hadden werks ge-
npeg* om ons zelven te bedwingen.
Zeer veel andre zaaken , die men hen
toonde* verzogten z y , en, onder andre
mede, dat men een's fchreijen zoude}doch
wy zeiden dat dit te vrouWelyk, cn ganfch
'niet mannclyk , was* waar op dat aCh-
terbleèf.
Dit alles gefchiedde inde tegenwoor-
digheit van veel Heeren. Ookhoorden
wy gedruis, en gekräak van compliment-
kleederen, achter de jalouzy-mat, ter-
w'yl ’er van daar aan de voorfz. Maats-
doma Mino Cammifamma bevel gebracht
.wierd , die het aan Obatta Bitfiono, naaft
hem leggende , o f Toßno Carnifamma,
daar aan volgende, over zeide, die dit
weer aan Fatfizeman te kennen gaven, en
*t gèen hy dan tegen ons zeide. In ’t maken
van deze grillen moeften wy dan eens
vlak nä den Keizer ftaan, dan eens met
den hded op ’t hoofd * en dan weer eens
anders wandelen. En daar op quamen wy
weer in de vertoef-zaal.
De Commiflariflen, en de Stadsvoogden
zeiden oòk?, dat, zoo ’t Zoontje vari
*t Opperhoofd (dat eenige ,'dagen zieke-
lyk geweeft was) te zwak wezen mögt*
om over al mede by de Heeren te gaan*
hy ’t dan voor af eerft na huis kon zen-
den , o f wel (zoo hem dat behaagde) ’t
zelve mede nemen, wàar voorhy hen bedankte.
Hier van daan gingen Wy by de Ryx- b ,
Raaden, daar over al metThee,Tabak, aSde
en Banket (uitgenomen by Abebongonb huizen
daar ons niets aangeboden 0 RyIcs'
wierd) önthaald, en door de Geheim-Raadcnfchry
Vers der Heeren (alzoo zy nergens
t’huis gevonden wierden) bedankt, ende
Tolken op z plaatfen, o f wy eens zingen
wilde* gevraagd, dat zedig aldaar*
en op meer andre plaatzen, afgeflagen
wierd.
Z y ■ verwonderden hen hier en daar zeer
over de pluimen op de voprnoemde muts,
vragende, van wat vogel die waren, en
men zei hen, dat de zelve de vpgel Sta-
Rouis (of de Struis-vogVl) genaamd wierd.
W y bezogten den zyftendito in Can-
ga’s* o f kleene Norímons, óokdejcdo-
fehe Stadhouders, dé 3 Heeren der Tem-
pel-gefchillen, en den ouden Commiflà-
ris Obatta Bitfiono, alwaar van eenige andre
lieden, en ook van eenige Vrouwch,
achter de jalouzy-matten zittendo, bc-
keeken wierden.
Men deed ons hier weer veci zeldzarae
vragen, wie onze oppeffte Landsheer,
wie onze eerfte menfeh, en hoe lang
het geleden was, dat die leéfde, waar op
hen ordentelyk geantwoord wierd.
. . . %
-;i VAST J A
W y bleven by Obatta Bitfiono larig,
daar wy zeer beleefd önthaald wiérdén, én
de vryl^it kregen,om Vyn achter-huis te
doorwandelen. Men verzogt ons hier1,
en op noch 2 plaatfen', te zingen} doch
de Tolken floegen het áf.
W y verzogten -.de Geheimfchryvers
hertelykjom onze zaakeri tebegünftigen,
dat zy bcloofden hunnen Heer,die zoo nu
en dan wel èens in ons gezigt qüam5, te
Zöllen voordragen.
. - W y vertrokkrih -.ontrent téh 3 nureñ
,ña húis, en quamen met regen én. ^ind
in onzé herberg, alwaár wy aan dé tarcl
zitcende, een ftérke aardbeving, die ’t
huis fehuddén dedé ■, gevoelden.
Den 28ften dito ontrerít 10 uurén gingen
wy na ’‘tjhufs Van Tofano Gw»;,daar wy
met koftelyke fpyze, én zeer beleefd ont-
háald wierden, verzóekendé aan de Gé-
heim'fchryvers hiér médé omdegunftvan'
hüniicn Heer, ontrent onze Zaaken, die
aannamen dit voor te zullen dragen ’* als
hy t’huis quam. ,
Men Verzogt hier, om eenige veilen
fchrift vàn ’t Zoontjè van den Heer Douglas
te mögen hebben, dàt; ben g e§eXe9»
P A N . . ;
afgebrand. Ondertuflchen liet’dns’Cö/»^
Bitfiono weten,. dat’wy oyermorgen ötis
affebeid zoüderi krygeri.' . < • i >
Eenige grooten lietenook zien, o f wy, 'Zorge 4ct
wegen? den brand, ook fiüipvannooden Grooten
haderen* doch;V alzoö die Zeer verre van onzraby
ons was, zeiden zy',' dät wy wel ge-brand,
ruft “kon’den Zyn, te meer1, alzoo *t ook
^afgewind was> doch de.Tolken verzogten,
en met veel genoegen van hèri aatìgerio-
men wierd.
Den 2pften dito wierden wy met Can-
ga’s na de huizen, van Totomino C<*., eri
ItfirnC *., NarigafackifcheStadsvoogden,
.en na Miedfooja. SinanonoCa. , Miacofche
dito’Sjgedrageöjby welke 2 eerfte zeer
beleefd önthaald :wierden, verzoekende
de GeheimfchfyVers uit naam van hunne
Heeren, dat tvjf alles zoo vry,. als o f fry
t’huis waren* wilden doen* waar mede
¡hunne .Heeren dienft geichieden zou, al
hét welke in ’t byweien van veel men-
fchéri gefchi’edde.
Dok mögt het Opperhoofds Zoontje
over al achter by de Juffers, en Kinde-
iren , achter de jalouzy-matten gaän.
Dit Zoontje, en de Boekhouder
vóorñoemd, ichreven ook eénige veilen
Hollands fchrift hier, diè zy al mede
övergaven. i
Op de zde plaats wierden wy ook zeer
belèefd .met Japanfche koft: önthaald, en
óvér al wierden de hoeden, de hoüwcr,
•’ en de degen van t Opperhoofd beke- ’
Terwyl wy uit ws^-en, ontftönd_’er
weer brand dicht, by ons huis, döch^t
vkerd teri eerften geblüft } hoéwel ’er
daár na ál wéér op de-brand-gongen ge-
klopt wierd, bevindendedaar na, dat er'
20 ftraaten van ons huis een zware brand
was, die ten eerften.na ’t Zuid-Weilen
ifi dé lengte en breedte voortliep, en hoe-
\vél ’t eindelyk ontrent de Zee-kant s’a-
Aronds ten 8 uuren geblufcht wierd ^zod
waren ’er in die körten tyd echter , f .a 6
ftraaten in de lengte, cn 2 in dé breedte
dat wy ons (of de wind keerde)ge^
reed zouden houdeny omte können vlug-
ten , en om{orize goedefen inohdemrefle
kelders tc biferigeri;
Den 3'often dito gingen de Tolken met Waar
den dag de Heeren, die in den brand voor voor de
oris zoo bezorgd geweeft wärep, bedan-
keri. Eenigen, diegCenBompliment we-
gens 3e brand aan 6ns gemäakt • hadden,
verontichuldigden zieh, alzoo -hun volk
uit geweeft was, *>m den brand te bluf-
fchen.
Al vroeg liet Tofano Camifa. weten, dat
wy tnorgeri affcheid krygen, en daar ria
vertrekkeri zpuden.
. W y begaven oris 11a’t huis van Condo
Bitfiono Ca. , daar door Sandajo, eerft ,
eh daar.na, verdeir binnen körnende,door
den welbekenden Bonnemon zeer wel ont-
fangen* en met vericheide foorten van
fpyzen önthaald wierden*. Ook heeftde
Heer Douglas■ hem de zaaken der E. Maat-
fchappy, die zy nen Heer zeer wel bekend
waren, zeer fterkaanbevolen, datzybe-
loofden aan hunnen Heer te zullen voordragen,
waar op wy byzonder lekker,
en bettr dan elders, önthaald zynde, oni
affcheid namen, na dat wy ddn Heer van
dezeri huize over zyne nieuwe Stadsvoog-
dy geluk gewenfent hadden. In ’t uit-
gaan zagen wy hem ftaan 5 waär over hy,
eenigiins verrafcht zyndb, begon te
lacihen.
Hier wiefden wy al weer tot zingeri
verzogt, dat al mede afgeflagen wierd.
W y hoorden hier , dat ’er i koper-
bergbn gevonden waren, waar in äl fterk
gearbeia wierd;, waar door wy hope had-
den, vari meer kopdr te Zullen können^
krygep. , ..
Den laatften ditö liet ons de nieuwe
StadsVoogd geliik fnrit Ons aanftaände af-
feheid .wenfehen', wäar voor wy hem her-
telyk bedankten, gelyk mede voor zyn
deftig onthaal gifteten., waar over hy zeide
dat’t hem leed was , dat hy ons niet
beter (hoewel ons dat niemand zod wel* als
h y , dede) önthaald had.
Daar op vertrokken wjr ten j> uuren na Krygeri
’t Hof , zaten $el 2 uuren in de hoofd- hun af-
wagt , üeh. wierden onze H eereBn, Lna- -o--uv-aknhdc^n
dergöwöonte, bégroet, envanvcelenmet
vef wondering (cn voor al des Opperhoofds
Zòoritje tPt ori zyn onderkleerèrt Zeer
naauwkeurig) dat in de gehoòr-zaal al
mede gefchiedde} befchöuwd.
S i D d