
i S 6
zen is hy ook wel vier mylen breed.
T e r plaatzc nu, daar hy zieh fcheid
v y f mylen Z. O. afzakkende , ontmoet
men een Eilandje, dat N . O . enZ. W .
geftrekt iegt j en dus drie mylen lang,
dog iruar anderhalf myl breed is. Al-
waa . yie rievier ook wel de breedte van
vi^mylen halen kan.
Van daar draeidzy zieh een groote myl
n a ’t Z . W . en loopt dan weer twee
mylen Z. ten W . hier maar twee mylen
breed zynde, aan , alwaar zy dan
weer een myl o f twee Z. aan loopt, daar
zy weer wel drie mylen breed is , endaar
men aan de Ooft-kant een Eilandje van
twee mylen in ’t rond, en een myl ver-
der aan de overwal een zeer Ideen Eilandje,
dog vier a v y f mylen lager, of
recht Z. aan (daar de rievier weer wel
een myl verfmald) een grooter Eiland ont-
moet,aat Z. en N . vier a v y f mylen lang, en
meeft: drie mylen breed > hoewel ’t in ’t
Z . fmaller is , en pas beweften het welke
het ftedeken Salhet op een groot Eiland
legt.
Hier heeft de rievier weder wel de
breedte van vier mylen, die van dit Eiland
nog v y f mylen Z , hier ontrent twee
mylen breed zynde , aanitroomd , en
2 ich dan daar in die zelve breedte nog
v y f mylen verre na Decca W . aan, en
O, aan längs ’t Eiland Caflempoer (dat
z ig vlak in ’t Z. vertoond, en ’t geen
O. en W . zes a zeven mylen lang., en
twee mylen breed, en aan de Z. kantwat
ingebogen is) vry verder uitftrekt.
N u zal het tyd werden, dat wy ook
van ’t Eiland, ’t geen den grooten Barrempoeter
, en de rievier de Lecki hier
maakt , eens ipreken. Om te zien wat
plaatzen zieh ook hier op vertoonen.
Het Eiland zelf is, meeit Z. enN. geftrekt
zynde, negen en twintigmylen al-
dus lan g, en O. en W . in ’t N. z e s ,(
in ’t Z. v y f, en ontrent zyn Z . deel wel
negen mylen breed.
Op dit groot Eiland nu heeft men maar
twee ftedekens, en een dorp, ’t eene Salhet
genaamd, en pas beweften ’tlaatfte groot
Eiland, dat zieh in den Barrempoeter
aan de O. kant vertoond, gelegen. Het!
tweede ftedeken, Sonnergam genaamd,
vertoond zig byna op ’t Z . Einde; pas
bezuiden het welke ook het dorp Catte-
rabo le g t, en verder is dit Eiland onbe-
woond.
Wanneer men nu de rievier de Barrempoeter
daar hy tegen ’t Eiland Cas-
fempoer fto o t, dan O. aan vervolgd ,
verdeeld hy, zieh een myl Ooftely ker weer
in twee takken, van welke d’eerfte tak
längs ’t Eiland Caflempoer, een myl o f
twee Z . Z . W . aan loopt, een groote myl
hier breed zynde j dog daar werd zy wel
drie a vier mylen bread, fcheidende zieh
zelven hier in twee takken, die te za-
men hier weder een Eiland maken; waar
van wy aanftonds zullen fpreken.
De eene tak loopt aan de W . kant
längs Ccerpocr Fringi ontrent v y f mylen
verre Z. Z . W . aan , en fcheid zieh
daar weder in tween, van welke de eene
tak Z. Z. W . aan na de Eilanden van Bac-
cala loopt, en daar op twee plaatzen met
verfcheide monden van den grooten Ganges
in Zee ftort. De andre tak loopt by
na Z . O . aan tuflehen Baccala in ’ t W .
en tuflehen dat Eiland, dat pas bezuiden
’t Eiland Cafletppoer legt.
De andre tak, die den grooten Barrempoeter
pas bezuiden ’t Eiland Caflempoer
aan de O. kant van ’t Eiland, waar
op Noricoel le g t, maakt, is vecl brec-
der, als de weiter T a k , en hy breid zieh
in ’t eerft maar vier a v y f mylen ver-
, dog daar na wel v y f a zes mylen
uyt.V
an Caflempoer loopt zy eerft Z .
ten O. v y f mylen henen, zynde hier en
daar met droogten en zanden bezet, daar
na draeid zy wat na ’c Z . O. een myl,
en dan ontmoet men een kleen Eilandje,
dat Z . en N . geftrekt legt, en *t geen
drie mylen lang en andcrhalve myl breed
De N . hoek deszclfs legt a f
en aan den droogen hoek, die zieh op ’t
Eiland in ’t 'W . waar op Noricoel le g t,
vertoond. Op de Z . hoek legt het vlek
Sancraen 5 en in *t midden ziet men de
kleene fpruit, die daar is. Beooften 't zelve
ziet men ’t groot R i f , dat zieh wel
v y f mylen Z . en N . uytftrekt, daar
zieh de rievier, die hier mede wel v y f
a zes mylen breed is, eerft wat na ’t O.
draeid, en dan weer längs dat R i f Z .
aan vier a v y f mylen tot tegen een
kleen Eilandje (dat een myl in ’t rond,
en Landsmeers-Eiland genaamd is) en
nog vier a v y f mylen verder längs een
groot Eiland in ’t O. in Zee lo opt,
dragende hier denaam van den weftcr-
arm, gelyk hy beooften dat Eiland, in
’t O . gelegen, die van den O. -arm
voerd.
Wat nu dat Eiland aangaat, ’t geen zieh
pas bezuiden ’t Eiland Caflempoer , en beweften
dezen W , -arm van den Barrempoeter
vertoond , het zelve is
N. W . en Z . O. ontrent .twaalf mylen
lang,en meeft vier a v y f mylen breed, uyt-
genomen in ’t N.en Z . O. deel, daar ’t
merkelyk fmaller is.
In ’t N . deel doet zieh eerft het ftedeken
Ceerpoerfringi, envier a v y f mylen
Zuidelyker ’t ftedeken No ricoel,
daar zieh dan drie a vier mylen Zuidelyker
in ’ t Ooften de drooge hoek , gelyk
zieh aan de Z. kant de Dirc£teurs-
hoek
hoek opdoet} waar na men twee mylen
verder datgebroken land,endenNababs-
hoek (waar van bevorens gefproken is)
Wanncer men nu den loop van den
Barrempoeter, zoö als hy zich' by ’t Eiland
Caflempoer verdeeld, O. aan vervolgd
, ziet men , dat hy , daar de
breedte van een myl tot byna aan *t ein-
de, daar hy wat wyder werd, houden-
, .ccr^: v*cr mylen O. aanloopt, bui-
gende zieh twee a drie mylen door’t N.
en dan nog drie a vier mylen zoo na ’tZ .
O . , en dan weer twee mylen na ’t N.
en nog drie mylen na ’t O. van waar hy
dan recht toe recht aan Z. ontrent vyf
thien mylen verre loopt, daarhy met de
T lilOm I r a n A a A n l l a . 1 t> . ^ 1.
Ooftelyker zieh cen kleen Eilandje, en
nog twee mylen Zuid-Ooftelyker zieh de
voörname ftad Diangaj gelyk zieh nog
een myl Zuidelyker de ftad Rammoe
vertoond , bezuiden welke twee mylen
men de groote rievier van Rammoe heeft,
zonder dat men hier dan verder icts, dan
wel drie a vier kleene fpruiten tuflehen
de rievier van Rammoe, en tuflehen de
Arracanfi rievier (die wel dertig mylen
ten Z. O. van de rievier van Rammoe
legt) ook eemg gebergtein ’t O ., eneen
groot R if ontmoet, dat zig van Dianga
tot de Arracanze rievier, wel vy f en dertie
mylen uytftrekt. &
Na dat wy nu dit Koninkryk vanBen-
volgens het beftek van deze Kaart,
breed is 7 ^ mylen fchryyinggrootelyks ophelderen, en veel
licht byzetten.
•Wat nu het Eiland, dat dezen wefter en
pofter-Arm van dcnBarrempoeter maakt,
betreff, het llrekt zieh meeft Z. en N.
Het Koninkryk van Bengala, zoo veel Wan-
eeuwen van Heideniehe Köningen bc-neer
zeten, is eindelyk ontrent A. C. 1 fpol
zynde zop_wel vyfthien a fefthien W - £ l z o ° dir by trappen , en n i a ^ ^ S
en O. en W . in ’t N . ontrent elf,
tot by na ter helft, maar dan verder na
’c. Z. maar v y f a zes mylen breed.
. Aan de N . kant vertoond zieh een
rievier, de boom-rievier genaamd} en
ontrent het midden aan de W . kant van
t Eiland ziet men in den Barrempoeter
drie kleene Eilandekens, de Radens-Ei-
landen genaamd, dicht aan die wal lee-
gen,:
Drie mylen Zuidelyker doet zig de
groote fpruit, nog vier mylen Zuidelyker
aan de W .kant de Purmer-lands hoek, 1
en recht daar tegen over in ’t O . het ftedeken
JefFeri op. Ook ziet men bezuiden;
Purmerlands-hoek een groote m y l, en
nog twee a drie mylen lager vlak in ’t Z.
van dit Eiland, nog twee fpruiten.
Dat nu deze Kuft in ’t Z . längs die
twaalf en meer Eilanden, die men hier
z ie t, zeer v u y l, gevaarlykj en dat ook
hier ontrent het Jacht T er Schelling
verongeluktis, ziet men indeCaartook
eenigzins daar aangehaald.
Wanneer men nu het 00g beooften den
Oofter-arm van den grootenßarrempoeter
ilaat, daar ’t Koninkryk van Bengala aan
dat van Arracan grenft, ontdekt men
längs die Ärracanie Kuft5 die zoo aan de
weft-kant (zoo als zy Z. O. aan ftrekt) als
ook in ’t O. en N . zeer berg-agtig i s ,
ter plaatzcj daar den Barrempoeter be-
noorden de Generaais Eilanden in Zee
ftort, pas bezuiden een kleene fpruit den
Konings-hoek, bezuiden de welke ontrent
zes. mylen men de ftad Xettigam
tuflehen een kleene en een groote fpruit
leggen heeft, in welke laatfte, -(die wel
een myl o f twee breed is) een myl %
een en de zelve tyd gefcliicdiü) doör den
Grooten Mogol, Sjah Ekbar verovert, ze-
dert wellten tyd de Mohhammedaanfche
Gods-dicnft daar eerft ingevoerd,gelyk het
naderhand door cen ondcr-Koning, uvt
naam des grooten Mogols, beftierd is,
wellte zyn H o f cemge jaaren aan een
tot Decca, de Hoofl-ftad van dit Koninkryk,
plagt te houden.
Onder dezen Gouverneur o f onder-
Koning (warit van beide die zoorten
zyn ’er geweeft) ftonden alle de mindre
Landvoogden, Krygs-overften , ' en alle En hoc
andre kleene beftierders der Landfchapl’1 daar
pen, fteden, vlekken, en dorpen, uyi-n^f".
genomen den Duwan (die zoo veel als de Ier *
Cancclier en ontfanger van des Mogols
lnkomften , en de Tweede des Ryltsis)
en den Baxi, o f opper-gebieder over *t
Krygs-volk des Mogols, welke twee
. Heeren nevens den onder- Koning dit
I geheel land beftierden , ontfangeride
hunne Commiflie onmiddelylt van den
Grooten Mogol zelf, höewel met eenf-
ge naeuwer bepaling, dan de onder-Ko-
nmg, alzoo den zelven alleen de ruft,
vrede, Jüftitie, en de ganfehe wel-ftand
van dit land aanbevolen, gelyk hem ook
het opper-gezag als opper- Veldheer (zoo
er te Oorlogen valt) buiten alletwiftop-
gedragen en toeverrrouwd werd 5 dog
buiten hem is ’er nog een Cazi, o f Gcefte-
'yk. Richter, die alle zaaken van ’t Ge-
recht uitfpreekt, en de vonniflen velt.
Nadat nu echter de Prins Sjah Soufa
Bengala, en Orixa, uyt naam van zynen
vader Sjah Djihaan , als onder-Koning
beftierde, gebruikte hy meer als een onder
Koninkly Ice magt, en deze heeft ook
• V ? ¿yn