
Hoof-
den ’er
Sdegt.
*44 den overgeleverd, en met in de Lo gie,
gelyk wel bevorens , eenige weeken be-
waard werden.
VI. Datmehaan den Capitein, ofons
Opper-hoofd, iet voor te dragen heb-
bende, altyd gehoor verleenen zal.
V I I. Dat wy over al in zyn Majeileits,
Landen, zoo van Arrakan, als van Bengale,
vry en vrank zullen mögen hande-
len, zonder dat wy eenige vcrfpieders,
o f Schild-wagten , ontrent onze Logie
zullen behoeven te gedoogen,
VIII. Datwy ook met zoodanige Lieden,
als ons goed dunkenzal, ’t zyhoo-
ge ’t zy läge, zonder ons iets op te dringen
, zullen mögen handelen.
IX. Dat wy geen tollen betaalen, en
van alle verdre laden van raderyen, Sion-
kans&c: vry zullen zyn, zonder iets van
in-of uytgaandc waaren te geven.
X . Dat w y onze fchepen na ons wel-
gevallen zullen mögen loflen, en laden,
zonder eenige bezoekers o f oppaflers te
gedoogen.
X I . Dat ons geld, volgens de waar-
dye , in wiilel, o f in goederen , zonder
daar op te verliezen, zal aangenomen
werden.
X I I . Dat men aan ons een ruyme en
weigelegen plaats tot een L o g ie , pakhui-
ze'n en flaven-huis, zonder gevaar van
brand onderworpen te zyn, beftellen zal.
XIII* Dat wy , by ’t verleenen van
gehoor by zyn Majefteit, aan de Opper-
hoofden, altyd ons eygenTolk dicht by
ons zullen hebben.
XIV* Dat w y , by verichyning voor
den Koning weide behoorlyke eerbiedig-
heid , volgens gewoonte , doen , maar
niet tot walging en fpot door den Coete-
waal en andren tot voor den Throon ge-
trokken en gefleept zullen werden.
X V . Dat de Koning, tot vaftigheid
van onzen vryen en zekeren handel in
Arracan, en Bengale, vaile Firmans aan
ons verleenen, endieteneerftenbytrom-
mel-flag zyn ganfeh R yk door zal laten
afkondigen.
X V I . Ook zal de Koning aan ons ter
hand Hellen alle de kinderen, die door
ons zullen werden aangewezen, en die
bevorens door ons volkbylnlandze vrouwen
geteeld zyn, als daar zyn , het kind
van Adriaan van der Stel, het kind van
Baftiaan Jacobfloon, twee dochters van
Jan den Engelsman, en een dogter van
Klaas Hermanfloon Biflchop. En was
dit aldus geteekend in ’t Paleis der Ko-
ninklyke ftad Arracan den twee en twin-
tigften van de Lente-maand 1673.
Daar op wierd hier als Opper-hoofd,
de Opper-koopman , David Verdonk,
en als zyn Tweede, Gerard van Voorburg
gelegd , by welke twee Afliftenten en
twee Tolken in de voomoemde taalen
een onderbarbier , en een Soldaat, als
Bottelier gevoegd wierden.
A°. 1677. lag ’er Henrik de Dieu als
Hoofd.
De waaren, hier vallende, zyn R y ft ,
Salpeter, W a fch, Slaven, goude Maa-
zen, zilver, & c :
De waaren, die men hier brengt, zynDe* a-
verícheide zoorten van eenige C a t to c n e ^ ^ ”
Lywaaden, als, roode en witte Bcthiliscn gc_ *
breede Bailas, Bafta Brotsja, Guiñees,trokken.
blaeuw en w i t , Salampoeris, Dongris,
Petola’s , & c : Peper, Co ri, Kuil-Yzer,
rond en geen Clave- ílaal , Amfioen ,
Sandel-hout, goud-ledere boek-ipiegels,
grove porcelyne kopjens, Vermilioen,
koper, Tin , Speauter , oude Pinang ,
Met aal, enibeceryen.
A°. 1660. was de Heer Voorburg hier
Opper-hoofdj 166z. fchreven haar Edel- Comp-*
heden, dat hy met de Arracanders zeertoir ftil
veel moeite gekregen had, wegens datgdigt.
de Nabab een Gezant herwaardsuyt Bengale
gezonden had, om drie zoonen van
den Prins Sjah Soufa (Bon Sulthaan, o f
Sulthan Banke, Bailandachter, en Saan
Sulthaan) van daar a f te halen, het welk
e , alzoo ’t met een Galjootcnvolkvan
ons gefchied was , fchreef hy dat daar
door onze Logie hier in ’t uyterfte gevaar,
om door de Arracanders beroofd,
en om verre gehaaldte werden, behalven
dat ook die Gezant (zoo wy hem niet
verborgen hadden) in ’t uyterfte gevaar
van zyn leven zou geweeil hebben, gelyk
de Koning dus ook twee Gezanten
van Pegu in Arracan maar ftil had laten
ombrengen. En dierhalven verzogt de
Heer Voorburg, dat men in ’t toekomende
voorzigtiger wilde z y n , van aan den Nabab
geen lchepen o f volk meer na Arracan
te lecnen, om ons hier buiten moeite
te houden.
Men zey te dier tyd ook, dat de Koning
van Arracan aan deze drie zoonen
van Siah Souia goude zonne-fchermen,
met de eere, die daar verder aan vail is,
vereerd, endat hy zelfSjah Soufa’s doch-
ter beflapen en bevrugt zou hebben} dog
wat daar verder opgcvallen z y , zullen
wynader in de levens der Mogols, ter
plaatze, daar wy van dezen ongelükkigen
Prins en zyn vrinden fpreken, ontwarren.
Wy zyn hier na dien tyd niet heel lang
gebleven: want
Onze Logie wierd 1667.ÍIÍI gelicht,uyt
vreeze van door de Mogol, die dit Ryk
dat hy maar ten deele veroverd had , en
verder beoorlogen w ilde, aangetaft te
werden.
Ook hield deze Koning te dier tyd,
uyt vreeze voor, de Mogolders, veel
Por-
Portugeezen aan de hand, die in de ha-, toen is dit Comptoir (dat bevorens dik*
T)e Por- ven/ a? -^cctigani j of7 Xetigam, met hun-1 wils met een ftille from gedaan was) or-
tuge«enne ^ra*ea^en lagen, en met hun geftadig dentelyk voor altyd g c licht, zonder dat
houden ro°ven en kapen die ganfehe Zee zeer wy hier daar na eenigen handel gedreven
de Zee on vry hidden, ge woon zynde alle GanaaenGan
]cn van ¿cn Ganges door te kruyflen ,
vry.* °n"plunderendc en beroovende 20 a 3 o my-
lcn Landewaard in, al wat zy maar gry-
pen konden , en hier door is h e t , dat
• men in Arracatvzoo veel flaven te koop
bragt, ja deze Portugeezen wierden hier
zoo magtig metter tyd , dat zy den on-
■ Bieden der-Koning van Goa aanboden hem
geheel gehcel Arracan in handen te leveren}
Arrakan ¿0g aizoo de aanbieder Sebafliaan Gon-
den on- r i • . i
der-Ko- iaIves , maar een gering man , hoe wel
ning van overfte over deze rooyers , en met een
Goa tCfs van 5 Kon*ng s dochters gètrouwd was,
lauf66 weygefdc hy dit uyt vermetelheyd en
jaloezy.
Indien hy hen de hulpc, die zy hem
ettelyke maalen verzogten , bewezen
Zywer- ^adde , de looze Sjah Heltcan zou hen
den liftig onder Eurang-zecb niet getemd, en hen,
gedempt door zyne groote beloftcn vcrlokt, zynen
dienft niet bewogen hebben voor die des
Konings van Arrakan te ilellen, en hy
hen dus niet liftig in de val gekregen
hebben , gevende hen in ’t eer it groote
Soldyen, maar toen hy van hun allen, en
van hunne huis-gezinnen meefter , en
genoeg verzekerd was, fpotte hy met
alle beloften, die hy hen gedaan had,
zoo dat zy met ter tyd van zelfs uyt-
teerden.
Na dat hy nu meefter van deze.Zec-
Arracan fchuimers geworden wa s , (dat hy eerft
voor den met hulp van twee onzer fchepen, vol-
Mogol gens verfprek met den Heer Generaal
Maatzuyker , op voorwaarde van daar
na Arrakan voor hun beide te zaamen
te veroveren, aannam te doen, hoewel hy
het daar na alleen uitvoerde, en onze
fchepen met een (legte dankzegging te
rüg zond) taftte h y , volgens laft van zynen
Vo rft, ook het Koninkryk Arrakan aan,
om zieh aan dien Koning over de dood
en zyne vuyle mishandeling van des zelfs
Brocdcr, den Prins Sjah Soufa, die uyt
Bengale na Arrakan gevulgt was, te wree-
ken, gelyk hy in dit jaar 1667. dat ganfeh
Koninkryk veroverde.
Ontrent W y hebben naderhand nog wcl in dit
1671.0ns R yk gehandeld, dog nu en dan daar mede
volk hier wel eens opgehouden, behalven dat 1672.
hier geen andre handel, dan by deze en
gene koop-lieden, o f vry-lieden, die ’er
op voeren, gedreven wierd, om dat zy
niet lang te voren onze Logie afgeloo-
pen, en ons volk trouwloos vermoord
nCom3: haddentoirvoör
,A°* *680. in November quam hier
altyd ge-Dirk Vonk als Opper-hoofd} dog hy
licht. iag ’er maar tot den 3. January 1683, en
V . D e e l .
veroverd.
vermoord.
hebben*
De ArrakandersZyn Heidenen, en niet DeGods-
anders gewoon, dan hunne Afgodèn die
z y , als de Peguaanen, in menigte heb- ders.
ben, in hunneTempelen, wclkerdaken
en fpitien zeer heerlyk vergüld zyn, te
dienen.
Veele van deze Beeiden der Afgoden
zyn van houc, dat zy dan vergulden , ,
eenige van fteen, cn andre van kley ge- ʰ CDi
maakt.
Hunne Geeftelykcn, en Priefters, mede
Talapois, als diè der Peguaanen gc-
naamd, mögen \vel niet trouwen} dog
men houd hen voor vuile Sodotniten. Zy
dragen zeer kort afgefchöoren hair, geel
geverwde kleederen, leven als kluize-
naars, in kleene wooningen, ontrent
hunnen Pagoodcn hier en daar op klippen
en hoöge heuvels gebouwd. Zy zyn zeer
ftatig van wezen, moedig en trots van
gang , hebbendc altyd een grooten fleep
van Leerlingen achter zieh, die zy in de En veel
gronden van die Afgodifche Leer dage- Se^ea
lyks ondèrwyzen } dog men heeft een^n”
groote menigte van Seilen onder hen, dat
men klaar ziet, als iemand van de ge-
meente trouwen zal : want debeveftiging j
die gemeenelyk door een Talapois ge-
(chicdjwerd altyd in de tegenwoordigheid
van zulken Afgod gedaan, wiens Seile
de Bruidegom én Bruid verkiezen cn
omhelzen.
Zy hebben ook hier gemeenelyk zoHaarhn-
veel vrouwen , als ieder voeden kan} dog welykep,
zy bekreunen zig ’er niet aan, o f
Bruid maagd is, ofnict, ja zy agren het C
zeer veragtelyk by een maagdelyke Bruid
te flapen, waarom zy dit werk gemeenelyk
een ander voor zekere belooning
(gelyk in meer Oofterfe Ryken , daar
men den màagdom mede niet veel ag t,
gefchied) laten Waamenlen. Behalvèn
hunne wettige vrouwen hebben zy veel
byfitten, en dans-hoeren.
Hunne bruiloften werden met veel
prägt, onder ’t loflen vanbaflen, enmèt
het aanfteeken van fchoone vuurwerken,
terwyl men wakker danft , fpeeld , en
fingt, met zeer aanzienlyke gaftmaalen
gehouden.
. Indien ’er Lieden van aanzien fterven, D , ,
werden ’er drie fchooten uyt baflen ge- handed
daan. Ook werden alle hunne doodenling vaa
beweend, en verbrand} dog de arme lie- haare
den brengen hundooden, (en zelf hunne doodcB’
dood*fieken wel, als’t laag wateris, aan
de rievier-kant , van waar zy kort daar na
weg gevoerd werden, hoewel zy daar nog
wcleenigen tyd , dat een vreezelykedank
T gedfty