
En der
dagen.
Jeellhatn.
Asjadharh.
Sjawanam.
Bhadarrapadam.
AiTuwisjam.
Kaartiekham.
Maagchcram.
Paefljam.
Maagham.
Paaghunam.
Junius.
Julius.
Auguftus.
September.
Oótober.
November.
December.
Januarius.
Februarius.
Maart.
Ani.
Adi.
Aweni.
Pcrretaatchi.
Appachi.
Kaatija.
Maargeli.
Faay.
Maachi.
Panguni.
De naamen der dagen zyn , op zyn Sanier its: deze:
Soeria-Waram, o fd c Sondag.
Jendra-Waram. Maandag.
Angaraca-W aram. Dingsdag.
Boetta- Waram. W oensdag.
Brahalpati-W arana. Donderdag.
Soecera* Waram. Vrydag.
Naamen Senni-Waram. Zaturdag.
der Jen- i 1 j
Namen der Jentyvze Jaren , beginnende met de maand
Chittery, ofte April.
Nayer.
Tingel.
Chewa.
Padden.
Wechalen.’
Willi.
Zanni.
Zodanig als de Bramines fchryven.
Idem de Malabaren.
Prohabauwa. Porapauwa.162.7-cn 1687-
Wiebauwa. Wiewa. 2.8. 88.
Sukkulla. Sukkilla. i p - »PPramoedoeta.
Porniatoeta. 30. 90.
Prasjopatty. Paraforpatty* • 3 1 .9 1 .
Angieraffa. Angilla. 3¿*
Iftrimugka. Iftrimukka. 33- 93*
Bauwa. Pauwa. 54* 94-
juwa. Juwa. 37- 97-
Dhatoe. Taadoe. 3^- 9<SIiTorra.
Iflbrra. 37- 97-
Bagguthania. Wcggutania. 38. 98.
Parmaady. Parmady. N 39- P P -
Wikkramma. Wiekarrama. 40, l 7° °
Wiesja. Wiesja. 41* I701*
Chittrabhanoe. Chittarapaano. 4z. x.
Suwabhanoe. Suppaano. 43- 3-
T am m . Taarraria. 44. 4.
Paartbiuwa* Paattywa. 47- f .
Weja. Wieja. 4^- 6.
Sjarawachittoe.Sjarruwachitty. 47. 7.
Sjaruwadhaary. Sjarruwataary. 48. 8.
Wieroodhi. Wieroody. 49- P .
Wiekoertha.Wiekoerta. f P - IOKharra.
Karra. f l - 11 •
Nandanna. Nandanna. 72. 11.
Wiejeja. Wiefeja. 73* I 3-
Jeja. Sjeja. 74- I4*
Manmadha. Manmatta. f f . 17.
Diermukkhi.Tummukky. 16 f 6. 1716.
Hewlanby.
Welanbi. Weknby .
Wiekaary. Wickaary.
Sjaaroewarry. Sjarroewarry.
Plaawa. Pilapauwa.
Subhakroetoe. Suwakerrv-dy.
Soobhakroetoc.Sopakrydy.
Krohodhi. Kurrody.
Parraabauwa. Parrapauwa.
W ifluwawilTu. Parrapauwa.
Plawanga. Pilawañga.
Kaylakka. Kyläkka.
Sauwumya. Tauwumya.
•Saadhaarna. Sadaarna. ,
Wieroodikordoc. W ierodakirridy .71. 31
Parritaapi. Parrataawy. J t . 3z.
Praroaaditsja. Parmatisja. 73. JJ.
Ananda. Ananda. 74. 34.
Raakfatfa. Raatsjada. 77. 37.
Nalla. Naila. 7 6 .3 d .
Pingalla. Pingalla. 77. 37.
Kaalajukty. ' Kaalajukty. 78. 34.
Chitdhaarthi. Chittaiutty. 7X. 39.
Rauuddri. Raautery. 80. 40.
Dormatti. Tommatty. 81. 44.
Dundubbhi. Tuntumy. 8x. 4z.
Ridhirogaary. Ruttororkaary. 83. 43.
Rakthaakchi. Rattrakisia. 84. 44.
Korrhoodanna. Karrotaana. 8f. 47.
Akfeja. Atfeja. 1686. 46.
jaar van zulken tyd beftek , dat zy ’er
dan by noemen, alzoo ieder zyn byzon-
dre naam heeft, gelyk men die by Rogerius,
Z y dragen hare naamen, even als by
de Rómeynen, na de 7 dwaal-fterren.
Z y hebben in hunne tyd-reckeningeen
tyd-beftek van 60 jaaren, nawelkersom-
loop zy die weder van votenafbeginnen,
Tyd-re- rekenende hunne tyd by zulken o f zulken
kcoing. tyd beftek, cn by ’t zoo o f zoo veelfte
De Bramines» De Mallabaren.
Ewelánby. 1677. en 17*7
y 8. 18.
Jp. i9 60.
io,
61. XI.
6 t . z t .
6}. x j .
64. X *
67. z f .
66. xd.
^7-*7- 68. x8.
69. xp»
7° ' 3°*
en ook pas hier boven wel zoo net
uy tgedrukt ziet.
Gelyk wy voor een brief wel loofd
God, en de Mohhammedaanen hun Bis-
millah
millah zetten, alzoo zetten de Dienaars
van Wiftnoe voor hun brieven Srizama,
en die van Eswara , de woorden van
Onoma Masje W ayc. *
In gemeene zaaken gebruyken zy de
naamen der 60 jaaren, by Rogerius ge-
meld, maar in zaaken van veel aangele-
genheyd een geheel andre rekening
„ van jaaren , te weten na eenen
vanhun-ieer beroemden Koning onder hen, Sa-
ne brie- lawagena , genaamd , even eens gelyk
ven. wy ’t jaar J. Chrifti, o f gelyk de Mooren
’t jaar der Hedjira, o f der vlugt
Mohhammeds, noemen. Deze Vorft is,
na hunne rekening, 1730. al 1647 jaaren
ovcrleden geweeft, zoo dat deze hunne
tyd-rekening met de onze, van Chriftus
tyd a f, maar 78 jaaren verfchild.
Tank is , gaan zy zieh daar in
waflchen, dopn dit anders in hun huys,
en trekken een fchoon kleed aan , dat
na ’t \vaiTchen nog niet gedragen, nog
aangeraakt is} dog indien zulk een kleed
by ongeluk mögt aangeraakt zyn ,
moet het eerft weer gewaflchen wer-!
den, om dat het anders voor onreyn
*ehouden werd. Zy rekenen een zyde
kleed voor fchoon , al was dat aangeraakt
Wat verdichtzelen zy al verder van
dien Vorft verhaalen, als mede ’t opftel
van hunne goede en quade dagen, ieder in
zyn 30 uuren , kan men daar al mede
zien.
N a dezen Pandjangan, o f Almanach,
richte zy hunnen ganlchen levens-loop,en
zullen daar niet buyten gaan.
De Bramines rekenen hunne jaaren op
367 dagen, 17 Nali’s , (60 op een dag,
cn t\ in een uur) en 31* JNadi’s o f Wa-
radis , (60 op een Nali) te weten drie
jaren, ieder van 367, i f , 3z. Zynde
hun fchrikkel jaar, datvolgensons komt
°P 3öf dagen 6 uuren, en iz-t% min.,
vericheeld met ons 23. t min.
Wat cen jK Hoe een Bramine den ganfehen dag in
Bramine Zyn huys leefd, en zieh op zyn allerge-
fehldai heymft draagd ziet men by Rogerius in
verricht. *S 16. HooW-ftuk omftandig.
Hy ftaat twee uuren yoor zons op-
gang op , en noemd , als hy wakker
werd , Göds naam. Indien hem de nood
perft ftaat hy op , anders denkt hy
nog wel een half uur op dien naam Gods.
Egter is ’tbeftaanftondsmaarop te ftaan.
Ais hy op isj walcht hy zyn aanzicht,
handen, en voeten. Daar na gaat hy op
gen plank , o f Tapy t , maar niet op de aar-
de , nog op zyn bedde zitten , kee-
rende na ’t öoften o f *t Noorden, om
dat de zon in ’t Ooften opgaat, en
pn? dat in *t Noorden veel Heylige
plaatzen en Heylige bergen, als die
van Chimmawontam, Menoewa, & c :
zyn. - >'• • '■ ■
Aldus zittende ■, beginnen zy zekere
gdchiedenis, by henGasjendre Mootsjam
genaamd, en by Rogerius in ’t XVII»
Hoofd-ftuk nader bei ehre ven, te zingen j
en zoo *cr voor, ’t opgaan der zonne
d^n nog eenige tyd bverig is , zingen zy ;
noch een lied ter errc Gods. Daar na
ftaan zy o p , waflehen hunne tanden,
fpoelen haren mond, en zoo ’er ontrent
hun huys een Heylige Rievier, o f een
W. D e e l.
, mits dat ’er maar niet mede
gegeten is } want dan moet het ook
eerft gewaflchen werden ; dog al-
zoo cen zyde kleed dit niet wel ly-
den kan , leggen zy dit altyd , eer
zy gaan eeten, af.
Nadat nu een Bramine gekleed is-,
zoo gaat hy op de voornoemde plaats
zitten , doet verfch gepur water bren*
gen , en maakt -de ftoffe nat ,
waar mede hy zyn aangezicht teekend,
ncemt daar na driemaal water in zyn
hand , en werpt dat zoo driemaal
zyn mond zonder die egter
aan te raken , noemende ondertuflehen .
de 14 naamen Gods , en in ’t noemen
van deze naamen (dar. zy Japon noemen)
ook de 24 deelen hunnes lichaams
aanrakende.
Als nu de zon opgaat, neemd hy
zyn hand weer tot driemaal toe vol
water, en werpen d it , ieder rey s met
cen kort gebed , ter eere van de zonne
op de aarde. Dit doet hy om de
Duyvelen, die de loop der zonne zoe»
ken te ftutten, door dit geraas te ven*
jaagen. En fchoon men dit in oude ty-
den dede , en zy nu wel weten.1,
dat dit niet noodig is j doen zy dit
egter alle tot betooning van hunnen goe-
den wil.
Na dàt hy nu dit verricht heeft ,
werpt hy weer driemaal water, in zyn
mond, en begind dan de ^onne, en de
Hoofdenvan de onderhemelfclie wereldcn
aan te bidden, alzoo die Gods dienaars
ten goede van de wereld zyn. ■
Indien hy. eeq Weifthoewa is ,
neemd hy daar na een fnoerken , daar
kloötjeps' aan geregen, en die van T o le
je-hont, (by .de onze wilde Mafllicam
genaamd) gemaakt zyn, hoewel eenige
ook wel de knoppen van kruyke-bloe-
men daar toe nemen 5 maar zoo het een
van de Seófce Seivia i s , zal hy een
fnoer met kriftalyne kraalen nemen,
welk fnoer eenigen om den hals werpen
, ander weer in hun hand nemen
, verbergende dat onder hun kleed,
of in een zakje, daar toe gemaakt, en
ieder reys als hy een gebed geeyndigd
heeft , laut hy een bolleken vallen.
Die veel te doen heeft, zal zyn gc-
L woone