
A. 894. gampala. PTügt m Reygam. De Koning van Jaffanapatnam in roetengeflpgfäA’ W
Dog de Cingaleefen willen Boewanaca; niet meer erkennen. Ruccute Pracarara.
Bahu Raja. Verßaat bet Leeget van den Koning van Ganara. A ^ V q r ft in de <
Boven-Landen valt van den Keizer a/.; Dog werd Vwßagen. . ’4 Keilers ver-
moogen neemd nog'meer toe. De Koning van Jaffanapatnam verjagen , en een
ander in zyn plaats gefleld. Laurens D ’Almeyda vervalt op-Ceylon, A°, i.yoy.
Gaja
N A Bapa Raja , Volgde zyn Söon,
Bahu* Gaja Bahu, opden Throon,die,
• na dat jíy wat ouder geworden
was , hoorende., hoe de Malabaaren
i 2000 man van zyne Vaders Onderzaä-
tén vervoerd hadden , van toorn begón
té be ven, zwerendé d'ezén Hoon te zul-
leri Wfeeken,
Hy ging alleen van zynen Méde-Op-
voedeling, Mila Jojada , verzeld , met
zyriéh Wandelítok in zyne hand , uyt
het Land van Roena, en uyt de Stad
Guliápoera Nuwara , nemende zynen
weg van ’t Eyland Manaar na de kuft
van Madure , zonder eenig Vaartuig te
gebruiken, maar zwom over, quam op
*t Land van den Koning van Malabar,
verjaagde de W a g t , die hy daar vónd,
die dit öok aanftonds aan hunnen Vorft
bekend maakte,de welke gehoord heb-
bende, dat hy na zyn Hof-Stad quam,
de Poorten belafte te fluiten ; dog de
Keizer Gaja Bahu , daar by komende,
flóegze met zyn Rotang in ftukken ,
trad daar op in ’t H o f van den Koning
Van Malabar , ftalt \ atefoo hy den Koning
niet vinden koh , al de deuren in
brand , en vond hem eindelyk in een
kléen Kamertjé, ging by hem, daarhy
bp zyn bed lag, zittén, zonder hem aan
tefpreken.
Hy ley kort daar na zyn Rotang op’s
Koniqg ou ik, die van wégen de groote
¡zwaarte en benaeudhcid niet in ftaat was.
om een woord te können voortbrengen
Ondertuflchen verwoéftte zyn mede-
opvoedding de ghníche Stad , verplet^
- terde niet alleen allemenfchen , die hem
in zynen weg quamen ; maar floeg zelf
het eene peerd tegen’t andre, en met
ecncn flag van zynen Staf den fterkften
Olifant dood.
Zyn dap- De Koning ondertuflchen , door *t
preDaad, oplichten van de Rotang, zyn ademeen
opMala- wejcjg halbñdé , en ffiet 'éen doodelyké
vreeze b ezet, vraagae aan den Keizer ,
waar dog zyn Legér , en hoe fterk het
yelve wás ; dog kreeg tot antwoord,
*dat hy ,en Zyfc Medc-Opvoedeling maar
•alleen overgékornen waaren.
Hy vraagde daar op verder, tot wat
eynde hy dan daar gekomen was; ende
Ke iz e r gaf hem tot antwoord : Alteen
quam ik hier om die 12000 Gevange-
-hen Onderzaaren van myn VadersRyk,
dat nu het myne geworden is , te ver-
lofíén.
De Koning nog al in die doodelyke
vreeze zynde, deede hem alle die Ge-
vangenen , zoo verre zy hog in ’t leven
waren óvergeven , en .voor de Overlede-
nen andren in plaats beftelléir. Maar dé
Keizer was -daar mede niet te vréden.
Hy wilde nu 24000 Mannen van hem
hebben, o f dreigde zyn ganfeh Land
aanftonds te verwoeften om alle welke
moejelykheeden te oñtgaan ; .h y .’s
Keizers eifch voldede , gevende ,. hem
Vaartuigen en noodige Lévens-middelen,
om ten eerften te können vertrekken,
alzoo hem die ontzâchelyke Gaft niet
langer diende.
Met deze quam Gaja Baba weder op
Ceylon, déde die 12000 man iñ -tLand
van Gale, nu Dolas das Corla genaamd
(dat 13000 betcekcnd) plaatzen , en de
andren inverfeheide deelen dezes Eylands
woonen , van welke zig inAboe Coe-
roewa , cen deel van de zeven Corles,
en eenige in andre deelea van dien,
verípreid hebben.
Na dien tyd heeft hy !met veel ont-
zag, en in ’t gcheel 22 jaaren dit Kei-
zerryk met zulken fehrik van zyne Na-
buuren befticrd , dat zy zidderden, ais
zy de naam van Gaja Bahu maar hoor-
den noemen.
Hy wierd door denOudftenSoon van .
zyn Moeders fufter vervangen , diens Raja,
naam Mana Raja was, en hy Regeerde
16 jaaren ; dog heeft zeer weinig in
dien tyd verricht*
Des zelfs foon, Hamatijfa Raja, volg- Hama-
de na hem , die 2 6 jaaren Regeerde!, tilla Raja,
zonder dat men van zyne daaden iets,
dan dat hy een Pagode voor de Heilige
Overblyfzels bouwde , aangeteekend
vind.
Zyn Moeders.fufters foon, Coeda Ra- coeda
j a , trad in zyn plaats, en Regeerde 31 Raja. "
jaaren.
Hy wierd door zyn foon , Venitisfa
Raja, vervarigen , die 22 jaaren Re-Raja.
Deze 'wierd weder van zynen foon,, Ambahe-
Ambaheraman Raja, die maar 6 jáareñraman
Regeerde, gevolgd. Raja*
N a zyn Dood verviel het R y k aan Sirina
zynen Broeder, Sirina Raja , die maar Raja-
2 jaaren het Keizerryk beftierde.
In des zelfs plaats volgde .zyn foon , Vierdoe
Vitrdoe Raja, die 6 jaaren Regeerde. a^a*
Hy wiérd door den V of ft Sangatisfa Sanga-
R aja vervaögen, die u jaaren het R y k tiffa Raja,
beftierde. Na hem wierd Srißnga, 0f Sirifanga, siringa
Bodi
, v v a h • C : Ea A..1051. * .
Bodt Raja ,Kei2er. In zyn tyd was hier
een groqte -P c ft, len. ; deele door een
aja’ Duivel o f quade Gceft, Racenam Rac-
fea (dat een Duivel met foode oogen
betcekend) ten deele. door gebrek van
Regen veroorzaakt. Hy vraagde aan
de Duivel na de reden yan dien, en
waarom hy zyn Land zo plaagde. Hy
fa f hem tot antwoord , dat hy een ze-
ere menigte van zyn Volk, tot zyn
dienft hebpen moeft , en als hy die
had, dan zoude de Pcft ophouden. De
Koning zqjr, dat hy geen magt had ,
om zyn Volk aan hem weg en ter dood
over tq geven ; maar ,kon hy. hem die-:
nen ißaet iig. zelven yoqr- zyn Volk
aan hen* ' qver te geven, daar was hy
bereid toe,
De Duivel gaf daar qp tot antwoord,
dat geen honderd Duivels de ftoutheid
zouden hebben , om zulken weldadig
en weergadeloos Godsdienftig Keizer te
dooden.
Zynver- Daar op maakte de Duivel dan met
dragmet de keizer een verdrag, dat hy na dezen
dcDuy- niemand meer dooden j maar dat men.
v ’ als imand ziek was , eenige beelteniflen
van de Duivel maken, en hejn gefchen-
ken brengen zoude, ’t geen de keizer
aannam te verforgpn, «dat zyn V o lk on-
derhouden zou*
Lemini By ’t levgn. van den keizer quam 00k
Goloe een koning; .5. Lemeni Golooe Arpha Raja
Raja.* genaamd, met een groote magt op dit
Land, bpftreeden verdreef hem zodanig,
dat hy Meeiter van ’t Keizerryk wierd.
H y , hier mede niet te Vreden, ftelde
een grooten prys op ’s keizers hoofd,
behalven dat hy daarom 00k al veel
Lieden gedood had.
Een Uy tlander, hoorende , dat de
ikeizer in de Pagode van Attenagale was,
vond hem ’er 00k in , en zeide tegen
hem, dat veel hoofden der Grooten al
afgekapt waaren, om dat zy-zyn hoofd
aan den Geweldenaar niet geleverf hadden
, en dat 00k hy zelf nqg vreesde,
van daarom zyn hoofd nog eens quyt te
. zullen raken,als men vernemqn zou,dat
hy de Vorft gezien, gefprqken, en zyn
hoofd aan den Dwingeland, volgens zyn
bevel, -nie^; overgelevcrd had.
Kloek- De keizer , dit hoorende, en zieh
moedige'jpinder aan zieh zelyen ,,daij aande wel-
Daadvan ^an(j van Zy^ Onderzaatep, gelegen la-
BodiRa- tende, ga f zieh zelven aanftouds, oyer,
ja. en beval aan den uytlander, dat hy hem
maar viymoedig het L?vep zoij benemen,
alzoo het beter W3ß, dat hy voqr
de welftand van zyn Vplk enLapd pni:-
quam , als dat zo veel onnoozelen om
zynent wil ftierven.
De uytlander , des keizers Grpot-
moedigheid by zjph zsiven .pryzendc ?
maar aan de andrq.zyde opk op zyn c y -K io8S.
gen gevaar, en op de groote belqoning,
die ’er op dit Hoofd gezet was , ziende,
nam zyn fwaatd y en floeg des keizers
Hoofd, af, brengönde dat in de Stad Roe*
na, daar hy het aan den nieuwen keizer^
Goeloe Amba Raja, aanbood.
p e z e , twy^ejende o f dit, het fegtpDiens i!t-
Hoofd wel was, alzoo het ’er zeer ge- £fkaP$
zwollen uytzag;,'belaftte den brenger,?0®^
als een bedrieger te dooden; dog hy, ’t pie
hoofd oplichtende, wierp het daar heuen,
en riep al. zyn Gpden tot geizigen
dat dit het Hoofd van Sirifanga. Bodi
Raja was, waar qp dat aapftonds in de
Lucht verheven wierd , terwyl ’er een
groot vjer en rook na boven trok, waar
op toen dit Hoofd* zelf fprekende, te-v
gen den nieuwen keizer zeide : Ik hen
het Hoofd van Sirifanga Bodi Raja , dit
door Gods magt getuige , dat ik doox .dezen
brenger van myn Lichaam afgekapt ben.
] Deze onverwagte taal van dit Hoofd;
ontftelde Lemini Goloe. Amba Raja, e.U alle
die by hem waren, zoodanig,,cjat zy>
niet wiften, waar zy zieh zelven van
vreeze zouden bergen. ,
Hy belaftte, dat men aan dien üy tlan-,
der aanftonds den Prys * op dit’Hppfd ; ^
gefteld , geven zo u , vreefepdc anders
door des vermoorden keizers Geeft ge- :
volgd te füllen werden.
Hy begroef dit Hoofd met een groote
^Static , bouwde hoyen des zelfe Graf
een heerlyke Pagode, liet zyn Lichaaiq
in dat Graf mede brengen, en hield het
voor een van zyne befte en weerdigfte
Overblyfzelen , eerende dezen keifer,
dien hy zoo bitter vervolgd had, als
een van zyne grootfte Äfgoden.
Hy leefde zedert dien tyd 00k zeer
Godsdienftig, bouwde nog eenige .andre
Pagoden in Anoeraja Poere , gaf veel
Aalmoeflen , en regeerde die Volk 22
jaaren zeer ftcht, en rechtveerdig., .
In zyn plaats quam , door zyne ,be- öuwek-i
forging, des voorjgen keifers Soon, ,
Guwelaguwem Dettatisfa , qp den etau ■
Throon.
Hy belafte 8 van de voornaamfte Malafeq
Grooten, en Onderdaanen van de voo-Raja* . ‘
rige keizers , dat zy altyd zouden fpit-
ten , om dat zy dien Vorft geraden
hadden zyn Vader te dooden. Hy her:-
ftelde alles in het R yk , gelyk het ten.
tyde van zyn Vader geweeft was, bqt|A .
de veel Pagoden, en . regeerde 10 jaa- -
ren.
Na hem volgde zyn Broeder, Mal#*
fen Raja. Deze gaf zig aan den Djenft
der .Duivelen geheel en al over. Hy
liet zig daar in van de Priefters, qnder-
wyzen, die hem alle hunne kqnftenary-
en leerden, door welke hy naderhand
I 3 thieni