
de geftadigc Oorlogen, dietuflchendezei ren, zoo is de Koning zyn erfgenaam;
Vorften , en die van Siam, ofte Arra- maar laat hy kinderen na, zoo trekken
can, voorvielen, hebben onzen ganfchcn
handcl mct dft zelve allenskens afgefne-
dei»i ’t gcen ook de reden is, dac wy daar
van niets meer können zeggen.
Dit volk plagt tot de Sodomie, entot
hct gebruyk der fchand-jongens,zeerge-
neigd te zyn j dog zekere verftandige
Koningin bragt dit door dcze twee mid-
delen af.
Voor' ecrft belaftte zy op zekere
zwareftraffen, dat alle mans een zilvre o f
een verguldcnhouten kogel milchen’t vel
en vleefch van hunnen rocde zouden hebben
te fchuyven. Om dit uyt te voeren,
wierden zy ergens mcde dronken, en dan
ondertuflen de huyd der roede fagtkens
los gemaakt, de kogel ’er tuflchen gefcho-
vcn,en de wondein körten tyd genezen,
het welke verrigt zynde, waren zy niet
in ftaat om die zonde meer te plegen.
Ten anderen, belaftte z y , dat de vrou w-
licden met de armen, met den boezem.
en zelf met een groot deel van hun ly f;
bloot, en maar met een dun kleedje ’ei
over zouden gaan, om daar door de mans
te meer tot de vrouwen aan te lokken,
en van die zonde a f te brengen.
Men vindookin dit ganfch Koninkryk
geen eigentlyke raaagden, vermits men
de vulva der jonge meyskens al van jongs
aan met eenig mengzel beftrykt, ’t geen
die deelen dan al merkelyk opend , en
wyder maakt, om dat zy daar na te be-
ter in ftaat mogten zyn,om van de mans,
zonder fmerte van die kogels te lyden,
bekend te können werden.
Z y deed ook allejongens vandeichou-
deren a f , tot de fchenkels to e , zieh
blaeuw fchilderen, welke verwe niet affaende,
en de huyd zeer leelyk makene
, een afichrik in de mans van de jon-
gens baarde, en hen allenskens meer en
meer to t de vrouwen dede neygen, en
die zonde dus affterven. Een daad, waar
over zy tot nog toe onder hen geprezen
werd.
Die daar wil trouwen ,* kan geen vrouw i
krygen, o f hy moet zc van de oudersj
koopen voor zekeren prys. Dus is hy ryk,
dievecl dogters heeft} maar die veel zoo
nen heeft, kan licht arm werden, al heeft
hy al wa t, ofandersmoetenzy zieh zonder
vrouw behelpen.
Indien de man zyn vrouw moede is ,
kan hy die wel weder zenden } maar hy
moet de kinderen houden. Indien onder-
tuflehen de vrienden van een vrouw haar
wederom begeeren, om dat de man haar
te veel plaagt, o f om andre reden,
zyn zy gehouden, h etgc ld, dat’er voor
uyt gefchoten is, weder te geven.
Komt iemand te fterven zonder kindedie
twee derden van ’ttgg oed, cn’t vordre
is voor den Koning.
Indien iemand geön gcld h eeft, om
zyn fchulden te betaalen, zoo moet hy
zyn w y f en kinderen verkoopen, o f ver-
panden. Zoo men ondertuflchen eenig-
zins bewyzen kon, dat zoo een verpande
vrouw o f dogter door den fchuld-Hecr
bekend was , -zou daar door zyne
ganfehe fchuld körnen te vervallen, en
de verpanden zouden weder in vryheid
moeten gefteld werden, zonder dat hy
regthad, omvanzynen fchuldenaareenen
penning te eyflehen , gelyk ook ‘de
fchuldenaar hem over die daad niet ver\
der in rechte vervölgen k a n , om dat^
de rechter oordecld, dat hy genoeg by
’t verlies van fcyri geld geftraft is.
Na dat wy dus verrc nu alles,"’t geen
wy van hct wereldlyke ontrent Pcgu te
zeggen hadden , aangemerkt hebben ,
moeten wy nog een w'oord van hunnen
Gods-dienft ipreken.
Schoon zy in ‘t algemeyn geloovcn,
dat ’er maar een opper-God is, die alle*
gefchapen heeft, en beftierd, maar die
voor al ook een werker van al het goede
is , ftellen zy aan de andre zyde ook vaft,
dat al hct quadc van den Duivel komt.
Dierhalven zyn zy ook gewoon , zoo
jas zy zieh qualyk bevinden , o f zoo ras
hen eenig ongeval ontmoet, een belofte
aan de Duivel te doen, ten einde hyhen
geen meer quaad toebrengen kan.
Om nu deze belofte werkftellig te
maken, laten zy cen hoog huys bouwen , •
’t geen hen als tot een offerplaats diend,
even eens als daar zy met brandende fäk-
kels gemeenelyk öfteren. Op de zelve
ipreiden zy een wit tafel-laken, leggen
daar allerlei fchoone bloemen op , en
tuflchen de zelve menigerley fpyzc* om
daar mede den Duivel te ceren, en te
verzoenen, ten eiridc hy haar in het toe-
komende göen nadeel doen zoude. fen
om hem nog meer te bevredigen en te
verluftigen, laateri zy dan ook, ter eere
van hem, op allerlcy Muficale fpeeltui-
gen fpeelcn, en ’er allerley Liederen ,
daar op paffende, by zingen. *
Op dit Feeft is ’er een, die des Dui-
vels vader genaamd werd, die ook het
voornaamftc befiel op ’t zelve heeft, en
alles tot het befte genoegen van den Duivel
weet te befchikken.
Hoe veel moeite nu hunne Prieftere,
die dit gedoente in den grond verfoeien,
en ’er lterke. vermaningen tegen doen,
aangewend hebben, om dit quaad uyt te
roeien, is hen dit egter ommogelyk ge-
weeft,'alzoo het te diepe wortelen onder
1 het gemeene volk gefchoten heeft, zoo |
dat
dat zy dit tegen hun wil en dank dulden
moeten.
Vcrdre Men vind onder hen ook lieden, die
duivels- ’s morgens, zoo ras zy opgeftaan zyn,
dienftcn. een korf met Ryft , o f andre eetwaren
nemen, met de ze lve , met brandende
fäkkels op de ftraat oraloopen, en vlak
uyt zeggen, dat zy die ipyze aan den
duivel vereeren , öp dat hy hen dien
dag ongemoeid en geruft laten zoude.
Indien ’erdanjuill: honden, die hen op
den reuk yolgen, bykomen, en de fpys
opeeten, zyn zy nog zoo onnoozel 'er
b y , daf zy voorgeven, dat de Duivel
die beeilen daar toe gedwongen heeft,
en dat zy die derhalven niet verjagen
" mögen. Andre wq^er zullen, aan tafe;
.snttende, geen fpyze proeven, voor dat
‘£ y den eerften beet agter hunnen rüg
voor den Duivel geworpen, en zieh dus
verzekerd hebben , dat hy hen geruft
zal laten eeten.
Ver- Gelyk ’er onder hen veel Feeften zyn ,
fcheide alzoo munt het Feeft Sapan Djasje bo-
en. yen ajje jg andren uyt.
Dat van . Men vierd het i z Mylen van de Stad,
Sapan en op dat de Vorft tydig daar zyn mögt,
Djasje* yertrekt hy daags te voren derwaards.
Als nu dat Feeft gevierd werd, gaat hy
op een vergulden zegen-wagen zitten,
die uyt een lluk, en op vier wielen ge-
maakt is, voorzien van een heerlyk ge-
hemelte. De Vorftin zit aan zyn regter
hand,. die zeer koftelyk gekleed, gelyk
op zyn hoofd een onnoemelyke fchat
van Peerlen en andre Juweelen geplaatft
is , waar onder twee Heerlyke Robynen
uitmunten, die, ter groote van een Da-
del-yder (hoewel zoo lang niet) tot aan
zyn ooren hangen. Hy is ook vercierd
mct cen ihoer van uitmuntende cdele ge-
fteenten, die van zyn rechter ichouder
■ tot aan zynen gofdel hangt, en van daar
tot onder de linker arm gaat, van zulkcn
ongemeenen glans,dat men’er ’toogniet
op houden kan, behalven dat zyn vinge-
r6n (volgens de gemeene wyze der Oos-
terzc Vorften) vol ringen met Smaragden
, Diamanten, en Koninklyke Ro-
bynenzyn, die een geflikker, als o f het
zob veel flambeauwen waren, van zieh
geven.
Roridom dien zegen-wagen ziet men
een drom van ftaat-Juflrersder Vorftinne,
alle dochters van Köningen en van de
grooffteiides Ryks. Deze zitten gemee-
nelyk op hare knycn, de handen te za-
men gevouwen na om hooggericht, ter
eere van den Keizer en de Keizerin.
Acht fchoone peerden van een en de
zelve verwe, met eenerleigoud, enmet
Carmozyn behängen, trekken dezen zegen
wagen voort. En nevens den zelven
gaan verfcheide overften met zeelen in de
V . D e e l .
hand, zig gelatende, als o f zy mede aan
dien wagen trokken. ,
By ’s Vorften uittocht uyt zyn Paleis
gaan gemeenelyk voor af zyn Hovelin-
gen, in drie reyen onderfcheiden. Eerft
zyne Lancie-dragers , dan zyne Ichut-
ters, en dan zyne zweerd en fchild-dra-
gers.
Midden onder de zelve gaan zyne ge-
wapende Olifanten, waar nadeErfPrms
op een heerlyk paart volgd 5 en daar na
zyne andre zoonen, volgens hunnen rang
en jaaren met hunne Landers, Schüttere,
Boogdragcre, en fchild-en zweerd-
voerders , hebbende mede tuflchen hen
een groote menigte van gewapende Olifanten
verdeeld.
Na dat deze Troep voorby gegaan is*
vertoonen zieh de Krygs-overtten, en de
Hoofden der Soldaatcn, benevens de \
verdre Hovelingcn , en daar na nog z
roode Olifanten met goud en zyde klee-
deren vercierd.
Dan komen de 4 witte Olifanten, mct
goud, en Edelegefteenten, en voor al
met heerlyke Robynen opieder tand op-
gepronkt, behalven dat ’er een heerlyk
gehemelte, om hen tegen de zonne te
dekken, boven hun Hoofd gedragen
werd.
Eindelyk komt ook de wagen waar op
de Keizer zelfs z i t , agter welken veel
Hovelingen te peerd in cen zeer nette or-
dre volgen, dog tuflchen de zelve en ’s
Keizers wagen ryden veel van de vrouwen
der voornaamiten.
Hun Tweede Feeft, Sapan Catena, Hetfeeff
houden zy in de ftad, en dan richten de Sapan
grooten ettelyke Pyramiden op zyn kofte- Cateaa«
lykft o p , en ieder met zulken fraejen
verandefing, als hy bedenken kan, te
meer , alzoo zy malkandere werk niet
können zien, voor dat het gedaan is.
Z y gebruiken Bamboezen daar to e ,
die zy bewerken , konftig bearbeiden,
mct goud bekleeden, en op een zeer
fchoonen wagen zetten.
Wanneer de Keizer nu op de plaats
komt, daar hy gewoon is aan ieder ge-
hoor te geven, werden die wagens, met
hunne Pyramiden , van meer dan 300
mannen voortgetrokken, en in ordre voor
den Keizer gefteld, ten einde hy dan aan
die gene den lo f geve, die de zyne het
fraeift gemaakt heeft.
' Na dat dan alles van den Vorft wel be-
zien , en na zyn weerde geprezen is,
werd ieder *t zyne ’t huys gebragt.
Dien ganichen nacht door Ziet men in de
oude en nieuwe ftad een menigte van
dikke en zeer groote flambeauwen en
Wafch-keerflen, vooral die genen dienende
, die na hunne groote beeiden gaan*
De poorten in de nieuwe ftad (alzoo ’er
S in