
A. 1664. Aan de Rcgeering gebleven zynde,
zouden w y , nevens gemeldcn Commandeur
raad gclchaft hebben , om , met
U-Èd approbatie , deze Redu&ie te re-
- förmeeren : want anderzins zulk Goud
■ metter tyd tot Toetocoryn en Malabar
- tot een ílégte Prys zal zyn te vertieren,
• en ichade geven.
En de; De Wevery en Schildery derDoeken
Wevery wierd aldaar nog even, als te vorcn, wel
aar* - beyverd. Het manquement van Weef-
garen is nu al 1 a 3 maalen van Toeto-
: coryn voldaan} ’t welk o f ’t zo wel'en
vorderlyk zal fuccederen, als ’t ontbie-
• den van Cormandel, ons nog niet was
gebleeken.
Wÿders vale van Jafïanapatnam niets
te advilèeren, als ’t geen in onze vorige
‘ Brieven gemeld ftaat.
Kruys- Behalven ’t Schip de Vrcde waarcn
Vaartuy- reeds , voor myn vertrek , na Malabar
i eIL?É ~geftuurd , om op de Kult te kruiflen ,
glordon-d e J aë tk em M an a > de R om c y n . « 1 ’ t
neerd. Sterretje. Den Arend, Gale, en Cana-
nóor ítoñd te volgen , ook ’t Galjoot
Tajouan,’t welk vanGhoromandel nog
wierd verwagt, gelyk de Pcrkiet, die
nevens de Haan uyt Bengale ftond te
‘ komen. ’c Inlands Scheepjen ’t Kieken
wierd gereíerveerd, om de Kalk uyt het
; Diltricc van Gale aan te fleepen.
ZynEd.1: P us veel heb ik raadzaani geagt by
Klagte forme van Rapport nà ichiildige.pligt op
Papier té brerigëh,hopendë,datUEd.
onSie-P daàr door meér bewogen zullen werden
den. S te gelöoven , dat in my nog getrouw-
heid nog y ver gemanequeera hebbe,
om des E. Compagnies dienft tot Ceylon
en Malabar te bevorderen, en dat ik
daar mede in gerufte Confcientie bezig
zynde veel eer een fchriftelyke expreffie
van Contentement in myn doen en laten
hadde verwagt , en verdiend , als dus
difrefpe&ueus opontboden te werden op
*t vertoog van een particulier Raad van
India, kennelyk tegens my mifnoegd,
en kragtige inclinatie hébbende, om de
Bruid, tot welkers poffeflie my in habil
wilde maken , zell te bezitten, en te
genieten, ’t welk de conclufie van de
Saak geweeft is. Voor ’t ontfàngen van
deze wederwaardigheid bidde ik God
Almagtig, dat zyne goedheid my be-
quaam wil maken om UEd. gunft te
genieten, en dat hy voorts de Generale
Compagnie allezins zodanig Zegene,
, en wil doen Floreeren , dat haar Ed.
noit gebrek hebbe van zodanig flag van
Minifters,als nu in mynPerfoon verilo-
ten werd.
| Onderftond,
UEd.gen Ootmoedigen,getrouwen Dienftwilli
, Dienaar,
‘ A . 16164,
Ter zyde ftond,
Tri *t Schip Mars, den 16, December,
A. 11564.
En was geteekend, :
J a c o b H u s t a a r d .
SinIgna dit zelve jaar 1664. kreeg: Raja . , na dat hy reeds uyt Candi na
Nilobe verhüisd-, en bezig was tegen*Raja Sin--
ons te pruylen, en ons álleríey moeje-ga’s Only
kheden , daar hy maar, kon , aan: té dèrdanen
doen, geen kleéne gefchillen met zyn S o n
eygen Onderdaanen. . _ p'
De n 11. December dezes jaars ’s nagts
ten 1 2 uuren ftonden zy aile tegen hém
op , en quamen ontrent zoo ipan fterk
in de Stad Nilobe, en na .’t Paleis trekken
, lloegen veel van de Grpoten , die
't met den Keizer hielden , dood , en
waren van voornemen , den Vorft even
eens te handeìen, en, zyncn Soon, toen
tuftehen dé 12 a iy jaaren oud op dèn
Throon te zetten.
Z y hadden den Ouden Vorft gemak- Dreven
kelyk können gevangen nemen , indiephem op-
zy maar ftout genoeg geweeft fwaarenî, df vtogt»
om aan te vallen , aangezien ’er niet ah‘ !tenhél*
ders, dan een Leeme muur., inet Strop te doo*
bedekt hem tot een Borftweering dien- den.
de 5 maar nu gaven zy hem tot dé
Morgen-ftond ty d , bly vende daar ftil
leggen,in welken tufleben-tyd hy gele-
genheid had, om ontrent met yo mannen
na ’ t Gebergte , meeft te voet, te
ontvlugten , alzo ’t over al zo digt met
Boflchen bezet was , dat hy eenen Olifant
voor uyt moeft laten dryven , om
de dichte takken te breeken, en ’cr zo
•door te geraaken.
Zy jaagden hem naderhand wel na, ^
dog dorften op geen mufquet-fchoot na^Sen
by hem komen , alzo zy willen, dat Throon
hy van goede roers voorzien was. te zetten.
Hy bereikte eyndely k den berg Gau- H
luda, die ontrent j- mylen boven Nilo-^mth«
be legt, alwaar hem .zyne OnderdaanenGevaar.
egter gemakkelyk zouden hebben kon-
nen gevangen nemen , maar daar toe
ontbrak het hen aan moed, en zy licten
hem daar blyven , trokken na Candi,
en riepen den Prins, zyuen Soon , daar
als Keizer uyt.
De jonge Prins , die noit buiten ’t
Paleis geweeft, en geen andre menfehen,
dan die hem oppalten gevvoon was te
zien , wierd zeer verfchrikt , wanncer
hy zo veel onbekende menfehen rond-
om zieh zag voor hem nederbuigen ,
die
die hem zeiden, dat hy Keizer, en dat
zyn Vader na ’ t Gebergte gevloden
was.
D o g de Als de Prins geen Vreugde over die
Prins niet tyding toonde, en zieh met hunnen
toonen- voorflag niet fcheen te willen moejen, j
medi^ ^on(^en zy niec weinig te kyken , in !
Sdiend. hoedanigen onzekerheid zy tot den zy.
dito bleven, waar na zy weer op den
Zobe- OU(^en Keizer begonden te denken -, dogl
gönnen a^s zy nu hoorden, dat’sKeizers Stifter,
deBelhà-en de Prins na een Land, dicht by den
mels,de Keizer gevlugt waren, namen zy mede
mende6" vlug c 9 en vatteden deze en gene van
malkan- hen de Wapenen tegen malkanderen
deren
aante
tallen.
op.
Zy waren tot dezen Qpftand gekomen,
om dat de Keizer niet andersgezogt had,
dan hen, en bun Land, in den grand tç
bederven. Hy bragt zyn Ònderdanen,
en hunne Kinderen om hals, a ls ’t hem
maar in de kop fchoot. Hy wilde niet;
dat zyn Grooten, en veel andre van zyn
Onderfaaten , by hunne Vrotiwen flaa-
pen, ja zelf niet, dat zy ’er by wooncn
zouden.
quamen, en alle Gefanten hield hy gevangen.
[ Agt a thién dagén lang wierden ’er
niet weinig van zyn Onderdaaneñ ver-
moord, ’t geen de een den anderen,
zelf buyten zyn Laft dede.
Ondcrtuftchen waS ’er èen groot Zckèt
Heer, die zieh voor dòn Kbning wa- Heer vat
pende , én tegen de wederfpannelingen de Wa"
opfcrök ; die zieh reeds hefwaards enÇ^J11
derwaards verfpreid hadden, en daar door hem op,
nog te meer bewogèn wierden jom we- en,ftild
der tot den Kóning tè kCeren. den op-
Na dat nu alles weder tot ftilte ge- r°er*
komen was; enby wel onderzogt had,RaJaSl®"'
wie zieh hier aan fchuldig gemaakt had,^doc£
heeft hy hen ; na hunne Vloekverwan-Tchuldi-
ten hen eerft tèn halze uytgéperft tegen
hebben , zeer ftieng op veelcrley wvze^raffenV
doen ftraffen.
Een van de voornaamfte Beíhamels; Ambom Wellafaul genaämd,- zond hyna
Colombo , om hém door ons te doen
ftraffen, meinende , dat wy hog veel
wreeder Beulen waren, dan hy 5 dog
Ü