
l l
I
ijs- V
156
VI.
Trekken wij thans eeii profiel door het paralleldal van Soematra,
door ziine centrale streken, welke tot Manda efo^ behooren. Door
dit Rcdceltc van het dal stroomt de Aik-Gadis of Singkoeang in eene
noordwestelijke rigting benedenwaarts, derhalve in eene tegenovergestelde
rigting als wij opraerken bij de Batang angkola welke
i n r e wateren door het vorige, noordelijke gedeelte van het dal
benedenwaarts stuwt. Beide beken vereenigen zieh in eene dwarsdoorbraak
door de keten en wenden zieh naar de zuidwestelijke
kust des eilands. Ten einde het verval des dalboderas en zijner
beekkloof den lezer daidelijk voor oogen te stellen, hebben wij op
drie verschillende plaatsen dwarsdoorsneden door denzelven geirokken,
waarvan de hoogste het verst van den beschouwer verwijderd
is en het zuidelijkst van allen ligt.
De gansche doorsnede, waarvan het profiel op onze kaart wordt
ar<^ebeeld, loopt van Telo, dat aan de zuidwestelijke kus t , noordwaarts
van Natal ligt, over drie parallelketenen, welke oprijzen tusschea
de kust en het dal; zij doorsnijdt vorder, in de nabijheid van het
dorp Malintang, het dal zelf en gaat vervolgens over de enkelvoudige
keten welke het dal aan de noordoostelijke zijde begrenst, tot aan
Aier nabara. Het profiel loopt derhalve dwars door het eiland Soematra,
van het zuidwesten naar het noordoosten, terwijl de lezer
den Wik in eene zuidoostelijke rigting op het profiel slaat.
De doorsnedene, binnenste keten, waarvan de daaropvolgende
slechts eene vertakking is, die z i e h verder zuidwaarts methaar vereenigt,
zet zieh naar het zuidoosten onafgebroken voort en begrenst
tev€ns het dal aan zuid westelijken kant. Haar hoogste top is de
Cx -Seret berapi, van welk punt de hoogst gelegene lijn van doorsnede
door den dalbodem benedenwaarts loopt. Aan de andere zijde, naar het
zuidwesten heen, hebben wij insgelijkshet tusschenjuk aangeduid,
dat dezen kratertop met den G.-Sidoadoa verbindt, een jak dat
derhalve verder zuidwaarts ligt dan de doorsnede, welke donker
is geschaduwd. Twee scheef gerigte nevendalen worden gevorrad
door deze splijting der keten in drie hoofdtakken.
giii
i
f }.' 1
itf tfi'' i 7 t
M',
4'i
iili./
„ I i
Si ' 1