
Aanhangsel. 636 Nota's,
Aaiüiangsel. 657 Nota's.
jpnge nakomelingschap der vogels gespaard, die men laat uitvliegen.
Maar nieltemin neemt het gelal der vogels niet toe, noch
vermindert hetzelve. De Javanen beweren, dat het getal zwaluwen
zelfs dan niet grooler zoude worden, indien een geheel jaar lang
volslrekt niet werd geplukt. Te Bandong en op andere plaatsen
van Java hebben werkelijk vier pliikken jaarlijks plaats en alle
eijeren en jongen, die zieh alsdan nog in de nesten bevinden, worden
weggeworpen, maar zelfs op deze plaatsen vermindert het
getal der vogels niet. (Moet zulks worden verklaard door het aantal
van jonge vogels die reeds uitgevlogen zijn, of worden toegeschreven
aan het bestaan van onhekende of ongenaakbare holen, van waar
gedurig nienwe zwaluwen naar gene bekende holen verhuizen, die
door den mensch geplunderd worden?)
8°. BANDONG BN KÄRÄNG BOLONG : Tot elk nest behoort een
paar zwaluwen. Worden er 1000 stuks nesten in een hol gevonden,
dan is dit hol door 2000 volwassen zwaluwen bewoond, waarvan
de helft uit mannetjes, de andere helft uit wijfjes hestaat. Nadat
de nesten weggenomen zijn, vinden de vogels eene schuilplaals in
de kleine groeven en gaten van het rotsgesteente.
9°. BANDONG: De zes bekende holen leveren jaarlijks, gemiddeld
van alle vier plukken, 15S20 stuks nesten of telken keer 5380
stuks; hieruit volgt, dat zij door 6700 vogels zijn bewoond. —
KARANG BOLONG : Honderd stuks vogelnesten wegen gemiddeld
een Kati en 100 Kati's zijn een Pikol (centenaar), waarvan jaarlijks
49 ä 50 worden geoogst. De Chinezen hetalen voor een Pikol
vogelnesten 4 ä öOOO gülden, of een gülden voor 2 ä stuks,
zoodat de jaarlijksche inkonisten hoogstens 250000 gülden bedragen,
waarvan nog /lOOO onkosten raoeteii afgetrokken worden. Het
getal nesten dient derbalve (te Karang bölong) op 500000 stuks
te worden gesteld. Verdeelen wij nu dit 500000 tal op drie plukken
en rekenen voor elk afzonderlijk nest twee vogels, dan verkrijgen
wij meer dan 353000 stuks vogels, die op een en denzelfden
tijd in de holen van Karang bölong wonen. Deze aanteekeningen
hebben hetrekking tot het jaar 1847 en zijn geput uit de berigten
en officieele staten van den opziener der vogelnestholen te Karang
bölong. De plukkers vormen hier, als bei wäre, eene bijzondere.
afgeslotene klasse der maatschappij, eene käste, wier bedrijfvan
den vader op den zoon overgaat. — Zou het ook mogelijk zijn,
dal de vogels die te Bandong, in het binnengedeelte van het eiland,
en die welke te Karang bölong, aan de kust worden aangetroffen,
verschillende soorten van zwaluwen uitmaken ? (Vergeh lager
Noot 14.)
Ontmoeten wij menigwerf in de tempels der binnenlanden van
Java een vromen Javaan, knielende voor het beeld van Loro
djoenggrang, terwijl hlj haar om een rijken oogst zijner Sawah's
smeekt, of zien wij eiders eene jonge vrouw die zoo graag den
naam van moeder zou willen vernemen, al klonk haar dit woord toe
uit den stamelenden mond van een klein wichtje, — zij houdt
eene Kokos-schaal vol wierook en bloemen in de hand, die zij eerbiedig
aan den voet van het standbeeld oifert, — zoo schijnt het
ons toe, dat ook de kustbewoners aan hare Loro-Segoro kidoel
dergelijke Vermögens toeschrijven. Vroeger hebben wij gelegenheid
gehad de ongemeen groote vruchtbaarheid der eetbare zwaluwen
te leeren kennen, die i;iermaal in het jaar broeijen ; jaarlijks wordt
bij het plukken der nesten door de hand der menschen bijna een
millioen (1) van haar broedsel (deels eijeren, deels jonge vogels)
verdelgd, maar toch vermindert hun aantal niet; zij worden alleen
door de zee gevoed, ja, zelfs de zoo zeer geachte nesten dezer vogels
worden door hun geheel en al uit voortbrengselen der zee vervaardigd:
nemen wij dit alles in aanmerking, zoo kunnen wij het
volstrekt niet ongepast vinden, dat de plukkers der vogelnesten de
godin Durga tot hare heschermgodin hebben gekozen.
IVoo« G. (Bladz. 355.) Getal van soorten der Flora Javae. —
Ik was aanvankelijk voornemens een statistiek overzigt dezer flora
te leveren en de verhouding van het getal soorten toe te lichten,
waardoor de verschillende plantenfamilien en geslachten op Java
zijn vertegenwoordigd, hetzij dat deze verhouding worde nagegaan
over het eiland - in zijn geheel, of ten opzigte van elke der vier
Zonen afzonderlijk. De hoop om dit doel te bereiken, was ongemeen
(1) lliorbij zijn op elk afzonderlijk nest niet meer dan tweo jonge vogels of eijeren
gerekend.