
142
waarover de groote weg naar Soemedang voert; ten äveede: door
eene verdubbeling, welke aanvangt aan den zuidelijken voet des
Tangkoeban praoe en eindigt in den G.-Poelasari, een voorgebergle
welks binnenwaarts gekeerde, steil afgebrokene zljde tegenover
de hoofdkelen oprijst. Op bet plateau, dat tusscben beide
is gelegen en d o o r opgestuwde lava-stroomen werd geeffend wordt
Desa-Lembang gevonden. De G.-Boerangrang, waarvan wlj den op
slecbls bebben afgeteekend, moet de bescbouwer zieh yoorstellen
als digter bij bem gelegen dan de Tangkoeban praoe.
De andere keten, van den Goenoeng-Paloea tot aan den G.-
Boedioeng, bestaat uit bergen, welke ten opzigle van elkander m
eene zeer verscbillende rigting zijn geplaatst; ten einde bunne
betrekkelijke ligging en de wljze, waarop zij onderling met elkander
verbünden zijn, te knnnen beoordeelen, raden wij den lezer
een Wik te slaan op de reeds vroeger vermelde situalie-scbets i n-
Jangan Figuur 1. Er verbeffen zieh bier, even als in de nooMoostelijke
keten, «.^e« boofdtoppen, waarvan eebter slecbts acbt
op de boogte-kaart afgebeeld zijn, dewijl een bunner, de G.-
Poentjak tjai, achter den G.-Malawar verborgen ligt. Te rekenen
van den Patoea, strekken zij zieh, algemeen genomen, lut in de
ri<^tin- van bet westen naar het oosten, of, juister gezegd, naar
het oo'st ten noorden;uithoofde d e v o r i g e keten van het noordwesten
naar het ziddoosten loopt, zoo vereenigen de beide ketenen zieh
op dat pnnt der hoogte-kaart, betwelk de beschonwer zieh moet
voorstellen dat verder van bem verwijdert ligt dan eenig ander
.edeelte, hetwelk albier is afgebeeld; op dit punt, waar teyenshet
paspunt (t) wordt gevonden van den weg, die naar Tjelanljang
ioert , vormen de beide ketenen door bare vereeniging een
seherpen hoek, ten gevolge waarvan het plateau aan de noordeliike,
zuidelijke en oostelijke zljde volkomen o m r i n g d enafgesloten
is De boofdbeek van het platean, de Tji-Taroem, stroomt naar
het Westen, korat den beschonwer derhalve te gemoet; zij baant
zieh een weg door eene kloof, welke zij zieh heeft gevormd door
gebergten van een anderen aard dan de vroeger genoemden, namelijk,
door eene neptunische bergketen, welke zieh in delengte
145
uitstrekt, en waardoor het plateau insgelijks ten westen wordt
omsloten.
Deze zuidelijke keten van Bandong kenmerkt zieh ten eersten :
door den lagen zadel, welke den G.-Boedjoeng vereenigt met den
Mandala wangi, waarover de weg naar Lèles in het Garoet-dal
voert; ten tweede: door het plateau van Pengalengan, waarin de
zuidelijke voet van den Malawar zieh uitbreidt. Aan deze zijde van
het plateau verhelfen zieh de G.-Tiloe, dien men zieh moet voorstellen
als naderbij gelegen dan de Malawar, terwijl de Patoea moet
worden verondersteld nog digter bij den beschouwer te zijn gelegen
dan de eerstgenoemde. De Tji-Sangkoei stroomt bergafwaartsdoor de
kloof, welke tusscben den G.-Tiloe en den G.-Malawar ligt, terwijl
de weg van Bandjaran door diezelfde kloof opwaarts naar het plateau
heenvoert. Wordt dit plateau aan de eene zijde, namelijk^
ten westen ingesloten door den G.-Tiloe en zijn verlengde, —
hetwelk verderop in den G.-Brengbreng overgaat, — terwijl het
aan de andere, d. i., aan de oostzijde wordt begrensd door den
G.-Wajang en de keten, welke achter dezen vulkaan om naar den
G.-Pepandajan loopt, zoo ligt bet aan de zuidelijke zijde geheel
vrij; alhier rijst het ter rein wrongvormig opwaarts, breidt zieh ver
uit en daalt het eindelijk afwaarts naar de zuider kust, in het
distrikt Tjidamar. Het plateau verlengt zieh naar het zuidoosten,
loopt om den zuidelijken voet des Pepandajan heen en gaat vervolgens
over in het plateau van Tjikatjang. Deze zuidelijkst gelegene
vuurberg van alle Preanger vulkanen is door middel van eene tusschenketen
met den G.-Rekoetak en den Poentjak tjai verbünden
Tusscben deze keten en den G.-Wajang, derhalve aan deze zijde
der keten, entspringt de Tji-Taroem, terwijl aan gene zijde het
Tji-Manoek of Garoet-dal ligt.
X.
Dit profiel stelt voor eene doorsnede door Java, getrokken door
het smalste, middenste gedeelte des eilands; even als met n". IX
het geval was, snijdt dit proBel de lengte-as des eilands onder een
I 0
L
I' JM^ Ht I It f
%