
iiàmm»
n r
i ;
I 204
geveJerde bewoners van den dampkriiig, zoo als paauwen, maar irisgelijks
zoogdieren,bij voorbeeld,herten,rhinocerossen, —worden in
alle Zonen aangelroffen en schijnen een gelijk levensgenol te smaken
op bergvlakten, die 9000 voet boven den Spiegel der zee zijn gelegen,
als in de Alang-wildernissenderzuiderkust , niettegenslaande
hei planlaardige voedsel, dat zlj nuttigen, bij een verschil in warmtegraad
van 2S ä 50° F., gebeel en al van elkander verscbilt. Roofdieren
daarentegen, zoo als bij voorbeeld dekoningstijger,verlaten
hunne heete graswildernissen slechts tijdelijk, doch vervolgen de
herten, hunne prooi, in het geborgte tot op eene boogte van
9000 voet.
Deze langzame overgangen, deze plaalselijke uitzonderingen op
den regel, zijn echter niet in Staat eenigen afbreukhoegenaamd te
doen aan de juistheid der algemeene wet, die ten dezen opzigte
geldt. Slaat men het gansche eiland gade, vestigt men den Wik
op de wijze waarop het thans is bewoond, hier met kunstmatige
aanplantingen, eiders met oorspronkelijke wouden isbedekt, — die
allen hunne eigenaardige, kenraerkende vormen hebben, — dan
Valien de vroeger vermelde vier hoogte-zonen, met bare in het
midden er van gelegene overgangen, op eene onmiskenbare, dmdelijke
wijze in het oog, als grenzen, die als het wäre door de
natuur zelve zLjn gesteld geworden; ja, het blijkt, dat het bij den
toestand, waarin het eiland zieh thans in het midden der I9<'°eeuw
bevindt, ondoenlijk is om eene vijfde zone te onderscheiden, het
vroeger gestelde getal tot drie te beperken, of de grenzen dezer
vier Zonen willekeurig te veranderen.
Maar eene andere vraag is het of de steeds toenemende bevolking
des eilands en de meerdere uitbreiding, welke aan den landbouw
wordt gegeven, niet eene verandering zullen te weeg brengen in
de oorspronkelijke plantaardige bekleeding, waardoor tevens de
grenzen der verschillende zonen zullen worden verplaatst, en ten
andere in welke male deze invloed zieh zal doen gevoelen ? — Hoezeer
algemeen genomen als zeker mag worden gesteld, dat de
invloed der kultuur zieh in een land, zoo vruchlbaar, zoo welig
in groeikracht als het tropische eiland Java, immer in eene geringere
"20B
mate zal doen gevoelen dan in eene koelere landstreek , die op
eene hoogere breedte ligt, zoo leert de geschiedenis echter, dat
die invloed ook hier zeer groot is. Die invloed, te weeg gebragt
door de uitbreiding van den landbouw , openbaart zieh voornamelijk
door het Vellen van wouden, ten gevolge waarvan de damphring
drooger wordt, en beken en stroomen een geringeren toevoer van
water verkrijgen. Door het vellen van wouden wordt, ten opzigte
van den bodem, een tweeledige toestand geboren. 0 /bi j wordtbebouwd,
deels herschapen in onder water staande velden tot het teelen
van rijst, in Sawah's, die tot op eene hoogtevan 2, ja, van 3000
voet reiken aan zachtglooijende hellingen, tot dat einde geschikt
gemaakt; deels met suikerriet, indigo beplant, tot thee-en kolfijtuinen
aangelegd, die tot in de zone van 4i ä 5000 voet worden
gevonden; er wordt tabak, uijen, kool en andere groenten aangekweekt,
die tot in de zone van 6^, ja, van 7000 voet gedijen; —
of hij blijft onbebouwd. Is dit laatste het geval, dan ontspruiter
gewoonlijk allereerst het groepsgewijs, digt ineengroeijende Alang
alang-gras (Imperata Koenigii Palis.), en in de plaats der gevelde
wouden ontstaan eentoonige, drooge grasvelden, die zieh vele
mijlen, ja, somtijds dagreizen ver uitstrekken; zij worden in
wildernissen herschapen, bedekt met 3 ä 5 voet hoogopgeschoten
gras, dat vooral aan de hellingen van bergen zijne oorspronkelijke
zone verre overschrijdt en, zonder bijna eenigen invloed van het
klimaat te ondervinden , tot op eene boogte van 6 ä 7000 voet
wordt aangetroifen. Het haarfijne zaad, even ligt als het zachtste
dons , wordt in den bloeitijd door den geringsten ademtogt des
winds bij millioenen door de lucht heengevoerd, waardoor de
verspreiding van het taaije gras in eene hooge male wordt bevorderd,
terwijl het zieh zeer moeijelijk laat uitroeijen, ter plaatse
waar het zieh eenmaal heeft geplant, uithoofde het zijneworlelen
naar alle zijden verspreidt en deze diep in den bodem doordringen.
Op goeden grond mag worden aangenomen , dat het Alang-gras,
gedurende den tijd dat Java in zijn oorspronkelijken toestand verkeerde,
beperkt was tot eenige onvruchtbare, dorre streken der
heete zone, waar gebrek aan water heerschte, vooral tot dezulken,
i ' j
i ^ f. u
i j
' s • ft
#