
liiHirLJtia iMi
lie
Door gebrek aan lijd lieb ik, voor vele puuten, toL heJeii sleclils
eeite warirneming kunnen berekenen ; ik koos daarloe steeds ziilk
eeiie waarneming iiit, voornamelijk eene van bet voormiddags
maxiiiium, die mij toescbeen bet gemiddelde le zijn tusscben de andere
waarneniingen op denzelfden iijd op andere dagen gedaan ; op gelijke
wijze nain ik tot basis een , naar bet scbeen, gemiddelden baroraeterstand
op denzelfden tljd van den dag aan de knst waargenomen.
lloewel deze waarneniingen aan de knst cn op de booger gelegene
punten, ten minste in dezelfde maand werden gedaan,
ZOO kunnen deze berekeningen tocli geene absolnut juiste uitkonisten
leveren, en zulks oin de volgende redenen.
Ten eerste. In de boogere zonen is de leniperatuur der luclit,
welke de vrije tberniometer aantoont, zeer veranderlijk; zij oefent
baren invloed uit op den fixen Ibermonieter, in zoo verre de
geringe lioeveelbeid kwik, welke deze bevat, ligter door de
buitenlncbt wordt aangedaan dan de groolere kwikmassa, in de
liarometerbuis besloten, welke langzamer bekoelt, of, algeraeen
genomen, bare temperalimr niet zoo snel verändert als gene;
uit dien hoofde is bet mogelijk, dat de fixe ibermonieter eene
andere teniperatuur bezit dan het kwik in den baroineter,welks
warmtegraad bij eigenlijk beboorde aan te duiden, ten gevolge
waarvan de resultaten, die bij aantooni, onjuist zullen zijn. (1)
Ten tweede. Niettegenstaande de groote regelinatigbeid, welke
in den lerugkeer der dagelijkscbe oscillatien wordt opgeraerkt,
en er geene dier groote, onregelmatige veranderingen in de drukking
der hiebt plaats grijpen, welke de eigenscbap zijn van deelen
des aardbols op eene boogere breedte gelegen, zoo wordt er
ecbter ook tusscben de iceerkringen verscbil waargenomen in de
baroraeterstanden op hetzelfde nur op verscbillende, acbtereenvolgende
dagen. Naar niijne waarneniingen, op Java gedaan,
bedraagt dat verscbil boogtens 2|- ä 5 millimeter, en komt bet
daarenboven slecbts seiden voor. Gewoonlijk gaan er weken, ja,
maanden voorbij, gedurende welke men de kwikzuil, de eene dag
(1) Zoo dikwerf hoogo bergtoppeii snel werden beklommen , wsar wij bij gevolg binnen
zeer körten tijd uit een warmen in een kouden dampkring overgingen, werd door mij de
voorzorg gebruikt om den fixen thermometer vri.j dik met boomwol te omwikkelen, zoodat
op die wijze slechls een klein gedeolte dor sohaal zigtbaar en aan de lueht blootgesteld bloef.
'I
r 'JE
• vm i S
Ü7
na den anderen, op hetzelfde uur op zijn ouden, gewonen stand
ziet lerugkeeren, waarbij slecbts een verscbil van 0,05 ä 0,10
millimeter wordt waargenomen.
Gebeurt bet nu, dat eene waarneming jiiist valt op een dag,
waarop zulk eene afwijking van den gewonen stand plaats grijpt,
dan moet de boogte-berekening, welke daarop berust, natuurlijkerwijzp,
onjuist zijn, nitboofde 2|- millimeter, of 1,10 lijn van de
lengte der kwikzuil, voor diep liggende streken reeds een verscbil in
boogte van 80 voet en voor boogere streken, gelijk die, welke de Javascbe
9 ä 11000 voet booge bergtoppen berciken, een verscbil van
ongeveer 110 voet oplevert; komt bier nu nog eene onnaauwkeurigbeid
bij in de waarneming, betreffende de lemperatuur, dan
kan dit verscbil, voor zeer boog gelegene streken, somtijds 150ä200
voet worden.
Ten einde, op deze wijze te werk gaande, het naauwkeurigste
rcsultaat ten opzigte eener hoogte-bepaling te verkrijgen, zouden
alle afzonderlijke waarnemingen, op dezelfde plaats gedaan, berekend
en daarvan het gemiddelde bedrag nioeten genomen worden.
Dit is door mij niet geschied, uithoofde der straks vermelde reden ,
en zulks te raeer, dewijl ik mij overtuigdmeende te mögen houden,
dat, wanneer bet slecbts geldt eene beschouwing van de gedaante
en van de verticale uitgestrektbeid eens lands, een verscbil van
100 ä 200 voet meer of min van zeer geringe beteekenis mag
geacht worden op absolute boogten van 9 ä 11000 voet.
Een aantal mijner waarnemingen, namelijk, die, welke ik van
Januarij tot Junij, 1847, in de westelijke helft van Java heb
gedaan, rust op werkelijk gelijktijdige waarnemingen. De beer
J. Maier, thans apotliecar der 1®'" klasse, beeft de vriendelijkheid
gebad mij de waarnemingen mede te deelen, welke bij gedurende
de genoemde maanden, tijdens bet dagelijkscbe maximum en minimum
, aan de noorder knst van Java, in Weltevreden, beeft gedaan.
Sedcrt verkreeg ik de gelegenheid om mij, door vergelijking, te
overtuigen, dat mijn instrument volkomen met bet zijne overeenstemde;
bet was insgelijks een barometer uit de werkplaats
van Pistor en Martins, ingerigt naar de constructie van Fortin,
i!
; t
if
Ml
1 V